RB
DOSSIERS
Alle dossiers

Internet  

RB 1221

Beware the link

RCC Uitspraak 8 november 2011, dossiernr. 2011/00362 (Actiecoupon Panasonic)

Met samenvatting van Eva Rog-den Ouden, Hoogenraad & Haak advocaten.

Panasonic heeft tijdens een actie essentiële informatieve achtergehouden (nl. sluitingsdatum actie) die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit te nemen over een transactie. Klager doet mee aan de actie via een bij Google gevonden link - namelijk www.actiecoupon.nl/p3d/ (van Online Retail Service B.V.). Bij aanschaf van een Panasonic 3D TV werd via deze site een ‘3D Blu-ray speler’ en een Avatar film cadeau gedaan. Daarvoor moest klager een aantal gegevens en e-mails uitprinten en naar adverteerder opsturen. Achteraf blijkt echter dat de actieperiode al was verlopen, waardoor klager niet (meer) in aanmerking kwam voor de aanbieding. Klager is hierover niet geïnformeerd op de website die hij via Google had gevonden. Ook de actievoorwaarden waren niet op die website vermeld. Volgens klager is dit misleidend.

Panasonic stelt dat de voorwaarden en de actieperiode van deze actie duidelijk en intensief via verschillende mediakanalen gecommuniceerd. Volgens Panasonic heeft zij op geen enkele manier de link via Google naar buiten gebracht. Met andere woorden, Panasonic vindt dat zij niet verantwoordelijk kan worden gesteld voor de inhoud van de link die klager via Google heeft gevonden. Panasonic wordt door de RCC in een tussenbeslissing in de gelegenheid gesteld nadere informatie te verstrekken over het (niet) bestaan van een samenwerkingsverband met deze website.

Panasonic stelt nog steeds dat geen samenwerkingsverband bestaat met de actiewebsite. Klager heeft echter, na enig speurwerk, ontdekt dat de eigenaar van de betreffende website www.actiecoupon.com (Buspro) wel degelijk samenwerkt met Panasonic en vaker acties voor Panasonic organiseert. Volgens de RCC heeft Panasonic onvoldoende weersproken dat Buspro in opdracht van verweerder werkt (namelijk alleen via een inhoudelijke e-mail “buiten het dossier om” en de RCC slaat daar geen acht op). De Commissie is van oordeel dat het de verantwoordelijkheid van Panasonic is om er op toe te zien dat reclame van een in opdracht van haar uitgevoerde actie in overeenstemming is met de Nederlandse Reclame Code. Panasonic houdt essentiële informatie achter die de gemiddelde consument nodig heeft om en geïnformeerd besluit over een transactie te nemen en handelt in strijd met artikel 7 en 8.3 aanhef en onder c NRC.

RB 1219

Levensgevaarlijke Abortuspillen via internet

Aanhangsel Handelingen II, 2011-2012, nr. 715 (Levensgevaarlijke Abortuspillen via internet)

5 Is het mogelijk bij gebleken strafbaarheid in de landen van vestiging wel in Nederland op te treden tegen deze verkoop?
5 Zie ook mijn antwoord op vraag 3 en 4.
De IGZ kan optreden op basis van de Nederlandse wet op Nederlands grondgebied.

6 Welke stappen gaat u concreet zetten om in overleg met overheden of Inspecties voor de Gezondheidszorg van die landen te bereiken dat de verkoop van abortuspillen wordt stopgezet, en dat wordt opgetreden tegen ondernemingen of organisaties die deze pillen aanbieden?
6. Als “abortuspillen” in een bepaald land toegelaten zijn, mogen zij daar worden verkocht. In Nederland is één product met mifepriston als actief bestanddeel geregistreerd, te weten Mifegyne. Hier is geen sprake van een illegaal product. De verstrekking van Mifegyne is in Nederland gekanaliseerd: alleen in instellingen (klinieken of ziekenhuizen) die een vergunning volgens de Wet Afbreking zwangerschap (Waz) hebben, mag dit geneesmiddel gebruikt worden. De Wazvergunning brengt allerlei vangnetten met zich mee qua medische begeleiding, zorgvuldigheid en
registratie.

In Europees verband wordt er gewerkt aan een pakket van extra wettelijke regels (richtlijn) om te
verhinderen dat vervalste geneesmiddelen in de legale distributieketen terecht komen. Hierin zullen
ook eisen worden vastgelegd voor het aanbieden van geneesmiddelen via internet. De richtlijn is
inmiddels vastgesteld (Richtlijn 2011/62/EU van 8 juni 2011, PB EG L 174 van 1 juli 2011) en zal
in de opvolgende 18 maanden worden geïmplementeerd in de Nederlandse wetgeving.

7 Wat gaat u doen aan de bewustwording bij potentiële gebruiksters dat abortuspillen gevaarlijk zijn?
7. Op de website internetpillen.nl van het ministerie van Volksgezondheid. Welzijn en Sport is een waarschuwing geplaatst over de risico’s van het via internet bestellen van abortuspillen en wordt gewezen op de bestaande laagdrempelig toegankelijke abortushulpverlening in Nederland.

RB 1217

Verouderde tool

RCC 8 november 2011, dossiernr. 2011/00870 (ING verouderde tool)

Uiting betreft een tool voor het berekenen van 'hoeveel hypotheek u ongeveer kunt krijgen'. De klacht betreft onjuiste weergave, immers zo  blijkt dat het te lenen bedrag 35% hoger ligt dan men in werkelijkheid kan lenen. Het verweer dat verzuimd is om op 1 januari 2011 de strengere inkomensnormen door te voeren, treft geen doel. Een aanbeveling volgt.

Gebleken is dat als gevolg van onjuiste (verouderde) gegevens in de tool, het door de tool weergegeven bedrag dat men kan lenen in aanmerkelijke mate afwijkt van het bedrag dat men in werkelijkheid kan lenen. Naar het oordeel van de Commissie is aldus sprake van onjuiste informatie met betrekking tot het product zoals bedoeld onder b van artikel 8.2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC), te weten de voordelen. Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Immers zal men aan de hand van het door de tool genoemde bedrag tot het besluit kunnen komen om al dan niet over te gaan tot het afsluiten van een hypotheek bij de ING.

RB 1216

Uiteraard anders - milder - worden beoordeeld

Vzr. Rechtbank Maastricht 25 november 2011, LJN BU5864 (Stichting Virtuele Trombosedienst (NTD) tegen trombosediensten)

Reclamerecht. Misleidende reclame. Ongeoorloofde mededelingen.

De stichting Virtuele Trombosedienst is een zorgaanbieder die onder de naam “De Nationale Trombose Dienst” (NTD) trombose zelfzorg aanbiedt aan trombosepatiënten. De behandeling van trombose bestaat uit het controleren van de mate van stolling van het bloed (meten van de zogenoemde INR-waarde) en het verminderen van de stollingsneiging door voorschrijven van een aan die meting ontleende hoeveelheid medicatie (genoemd anti-stollingsmiddelen, bloedverdunners of cumarines). Zij biedt deze dienst in heel Nederland aan, waarbij maximaal gebruik wordt gemaakt van moderne communicatiemiddelen, zoals internet, email en sms. Daaronder vallen ook e-learning en e-certificering.

Als reactie op een mailing van NTD hebben de trombosediensten een mailing aan hun patiënten gestuurd. Deze noemt NTD onrechtmatig, rechter meent dat een reactieve uiting uiteraard anders - milder - worden beoordeeld dan de pro-actieve reclame-uiting. Mededelingen door trombose diensten zijn niet onjuist en gedaan mede in het belang van patiënten en worden geoorloofd, een rectificatie van één van de mededelingen is niet opportuun. NTD wordt gewezen in de proceskosten ad €4.128,00.

De gewraakte mededelingen 
•“Wij willen u erop attent maken (…) dat de Nationale Trombosedienst niet bij u in de regio gevestigd is, maar in Ede op de Veluwe.” ;
•“Als u zich inschrijft bij de Nationale Trombosedienst dan wordt u uitgeschreven bij uw eigen trombosedienst. Hierbij gaan de afspraken verloren die de Trombosedienst gemaakt heeft in nauwe samenwerking met uw huisarts en specialisten uit de regio.”;
•“Uw eigen Trombosedienst (…) is aangesloten bij de Federatie Nederlandse Trombosediensten (FNT). De Nationale Trombosedienst is niet aangesloten bij deze Federatie, waardoor er bij de Nationale Trombosedienst geen toezicht is op de kwaliteit en veiligheid zoals bij uw eigen Trombosedienst wordt uitgevoerd door de Federatie (FNT).”
•“Als zou blijken dat zelfmeten, om welke reden dan ook, niet geschikt is voor u dan kunt u zonder dat de behandeling onderbroken wordt, weer op de ‘oude’ manier bij ons de behandeling voortzetten.”

3.4.Mede in het licht van de onder 3.3 beschreven omstandigheden, alsmede gelet op de door beide partijen ter zitting gegeven uitleg, oordeelt de voorzieningenrechter de in de mailing van de trombosediensten gedane mededelingen niet ongeoorloofd, althans rectificatie niet opportuun.
3.4.1.Ten aanzien van de mededeling dat bij uitschrijving bij de trombosedienst afspraken verloren gaan die de trombosediensten gemaakt hebben in nauwe samenwerking met huisartsen en specialisten uit de regio, hebben de trombosediensten verklaard dat zij
– in het geval dat een patiënt bijvoorbeeld een operatie moet ondergaan – een regiefunctie voeren ten opzichte van andere zorgverleners, die niet zonder meer door elke andere trombosedienst kan worden overgenomen. Daarvoor zijn de gemaakte afspraken, die veelal zijn vastgelegd in samenwerkingsprotocollen, te complex en dat vereist bovendien bereidheid daartoe van die andere zorgverleners. Vanwege het ontbreken van samenwerkingsafspraken en protocollen tussen de regionale zorgaanbieders en NTD zullen deze afspraken volgens de trombosediensten niet zonder meer door NTD kunnen worden overgenomen. Gelet op deze – onbestreden – uitleg van de trombosediensten dient voorshands te worden aangenomen dat deze afspraken ten gevolge van een uitschrijving en overstap naar NTD inderdaad verloren kunnen gaan. De mededeling die de trombosediensten daaromtrent hebben gedaan is aldus niet onjuist, terwijl het belang van hun patiënten om over dit risico te worden geïnformeerd aannemelijk is.
3.4.2. Op grond van de in zoverre niet betwiste informatie van gedaagden ter zitting is aannemelijk dat het feit dat de trombosediensten zijn aangesloten bij de Federatie Nederlandse Trombosediensten een zekere meerwaarde heeft en een extra kwaliteitswaarborg oplevert door toezicht en controle op de kwaliteit en veiligheid die bij de trombosediensten worden uitgevoerd door de FNT. De dienovereenkomstige mededeling was daarom van belang en geoorloofd. Hiermee staat niet vast dat de zorg van NTD van lagere kwaliteit is dan die van de trombosediensten, maar dat hoeft ook niet vast te staan om voorshands te oordelen dat de door de trombosediensten op het punt van de kwaliteit gemaakte vergelijking geoorloofd was naar de normen van art. 6:194a lid 2 onder b, c en e BW.
3.4.3.NTD stelt dat de in de brieven van twee van de trombosediensten opgenomen mededeling dat, als zou blijken dat zelfmeten om welke reden dan ook niet geschikt is voor een patiënt, deze dan zonder dat de behandeling onderbroken wordt weer op de ‘oude’ manier bij die trombosedienst de behandeling kan voortzetten, misleidend is. Volgens NTD wordt hiermee de indruk gewekt dat een patiënt bij NTD het risico loopt dat hij niet kan terugvallen op de ‘oude’ manier. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter kan dit aan die mededeling echter niet worden ontleend. NTD biedt zelf de ‘oude’ manier van behandeling niet aan, dus een patiënt zal in dat geval wel moéten terugvallen op de reguliere trombosediensten.

3.5.De mededeling dat NTD niet bij de patiënt in de regio gevestigd is maar in Ede op de Veluwe voldoet, strikt genomen, niet aan de voorwaarde van art. 1:194a lid 2 onder c BW omdat de (statutaire) vestigingsplaats geen wezenlijk kenmerk is van de trombosezorg. NTD heeft ter zitting immers, onweersproken, gesteld dat zij ook medewerkers heeft die in de regio werkzaam zijn en die bij gebleken noodzaak in staat zijn op acceptabele termijn bij een patiënt thuis te verschijnen. Bezien in het geheel van voorlichtende mededelingen die de mailing van de trombosediensten bevat, en mede gelet op de hiervoor onder 3.3 geschetste omstandigheden waaronder deze is verzonden, is deze schending echter niet zodanig ernstig dat uitsluitend daardoor een rectificatie bij wege van voorlopige voorziening wordt gerechtvaardigd. Bij dit oordeel is mede gelet op de bij het wél bevelen van de gevorderde voorziening betrokken belangen van partijen en de daarvan afgeleide belangen van degenen (patiënten) die een eventuele rectificatie zouden ontvangen, welke belangen beide partijen zich blijkens hun uitlatingen ter zitting aantrekken. Voorkomen moet worden dat de kennelijk door de mailing van NTD veroorzaakte verwarring bij de patiënten wordt vergroot. Dat zou zonder twijfel het gevolg zijn van een volgende (nota bene aangetekend te verzenden) brief in deze affaire tussen twee elkaar als concurrenten beschouwende zorgverleners, waarmee de patiënten niets uitstaande hebben.

RB 1210

Retour gedeelte aankoopbedrag

RCC 4 november 2011, dossiernr. 2011/00860 (Braun / Oral B retour gedeelte aankoopbedrag niet mogelijk)

Een te downloaden reclamefolder waar via de website kortings/retourmogelijkheid na aanschaf wordt aangeboden. Een paarse tandenborstel komt (blijkbaar) niet in aanmerking voor de actie. Het terugvorderen van het bedrag wordt moeilijk gemaakt, zo stelt klager, omdat IBAN en BIC-nummers worden gevraagd.

Adverteerder erkend de ongelukkige afwikkeling, echter de voorwaarden zijn eveneens online te raadplegen, de kleur van de tandenborstel doet er niet toe.

Commissie: De extra handeling van invullen van bankgegevens is geen onoverkomelijke belemmering om tot €50 retour te ontvangen. Verder:

Adverteerder heeft niet aannemelijk gemaakt dat sprake is van een fout van klager bij het invullen van het formulier of van een andere omstandigheid die geen afbreuk doet aan de juistheid van de uiting. Aldus gaat de uiting naar het oordeel van de Commissie gepaard met onjuiste informatie ten aanzien van het bestaan van een specifiek prijsvoordeel als bedoeld onder d van artikel 8.2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

RB 1203

Kamervragen: Seksvoorlichting

Antwoord kamervragen over de nieuwe voorlichtingscampagne van Sense 'hun eerste keer' Aanhangsel van de Handelingen II, 2011-2012, nr. 648

4. Deelt u de mening dat wanneer 43 % van alle ondervraagden van het onderzoek ‘seks onder je 25e’ nog helemaal geen geslachtsgemeenschap hebben gehad, het onjuist is om bij het opzetten van een nieuwe voorlichtingscampagne er vanuit te gaan dat jongeren op hun 16,4 jaar al wel geslachtsgemeenschap hebben? Zo ja, bent u bereid de nieuwe campagne van Sense aan te passen?

Antwoord De campagne gaat er niet van uit dat jongeren op hun 16,4 jaar geslachtsgemeenschap hebben. Zoals gezegd betreft de leeftijd van 16,4 jaar een gemiddelde. De campagne is juist gericht op de jongeren die nog (net) niet seksueel actief zijn, om er voor te zorgen dat zij, wanneer ze met seks beginnen, hun eigen wensen en grenzen op het gebied van seksualiteit kennen en die durven aangeven. Met seks wordt daarbij niet alleen gedoeld op geslachtsgemeenschap maar ook op andere vormen van seksueel gedrag en seksualiteit, zoals zoenen of strelen of voor je homoseksualiteit uitkomen. Dit blijkt ook uit de trailer van ‘hun eerste keer’. Het is ook niet zo dat alle acht jongeren uit ‘hun eerste keer’ al seksuele ervaring hebben. De leeftijd van 16,4 jaar wordt dus zeker niet als norm neergezet. Vanwege het bovenstaande zie ik geen reden om ‘hun eerste keer’ aan te laten passen.

RB 1200

Verschillende malen gewaarschuwd

RCC 4 november 2011, dossiernr. 2011/00910 (KPN: beltegoed onbeperkt houdbaar)

In de uiting staat dat beltegoed bij KPN Prepaid onbeperkt houdbaar is. Dit is niet juist, omdat het beltegoed wordt verwijderd als er binnen een periode van 6 maanden niet gebeld of opgewaardeerd is. Alle operators voeren dit beleid, de onbeperkte houdbaarheid van het beltegoed wordt uitgelegd onder de tab “Tarieven” op de website van adverteerder. Bovendien wordt een klant verschillende malen gewaarschuwd voordat het mobiele nummer dreigt te vervallen en heeft hij na het op inactief zetten van het nummer nog 3 maanden de tijd om op te waarderen en het nummer alsnog te activeren.

Zonder enig voorbehoud, dus is "beltegoed onbeperkt houdbaar" niet juist.

Het oordeel van de Commissie

In de uiting wordt van het prepaid beltegoed zonder enig voorbehoud gezegd dat dit onbeperkt houdbaar is. Dit wekt de suggestie dat aan de houdbaarheid van het beltegoed geen beperkingen zijn verbonden, terwijl, zo heeft adverteerder erkend, in werkelijkheid de voorwaarde geldt dat binnen 6 maanden het telefoonnummer moet zijn gebruikt of het tegoed moet zijn opgewaardeerd. Gelet hierop acht de Commissie de mededeling “Beltegoed onbeperkt houdbaar” niet juist. Hierbij is niet van belang dat de situatie waarin 6 maanden geen enkel gebruik wordt gemaakt van een telefoonnummer uitzonderlijk is, zoals door adverteerder gesteld.
 
Gelet op het vorenstaande gaat de bestreden uiting gepaard met onjuiste informatie als bedoeld in de aanhef van artikel 8.2 van de Nederlandse Reclame Code NRC). Omdat de gemiddelde consument door de uiting ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, acht de Commissie de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

RB 1198

Kaarten in het buitenland kopen

CVB 10 november 2011, dossiernr. 2011/00520 (easyjet Goedkoopste / laagste tarief niet mogelijk in NL)

Goedkoopste tarieven kunnen niet in Nederland worden geboekt, boekingskosten blijven alleen met niet-Nederlandse credit cards onbetaald.

Tussen partijen staat vast dat het meermalen in de uiting vermelde tarief van € 33,99 voor een enkele reis alleen geldt indien een elektronische boeking wordt gedaan met een Visa electron card of een Carte Bleue en dat in andere gevallen een boekingstoeslag geldt. Adverteerder heeft erkend c.q. niet weersproken dat voornoemde kaarten in Nederland niet verkrijgbaar zijn. Adverteerder heeft meegedeeld dat men in het Verenigd Koninkrijk een Visa Electron card kan aanschaffen, en vervolgens van daaruit via easyJet.com/nl een boeking kan doen, zonder toeslag.

 

Onder deze omstandigheden acht de Commissie vermelding in de onderhavige -op Nederland gerichte- uiting van € 33,99 als laagste tarief, zonder dat daarbij direct een voorbehoud wordt gemaakt betreffende vrijwel altijd bijkomende kosten per boeking, niet correct en duidelijk. Artikel III RR luidt, voor zover hier van belang: “Aanbieders zijn gehouden tot het hanteren van correcte en duidelijke prijzen in hun reclame-uitingen”. Commissie doet aanbeveling en College van Beroep bevestigd het oordeel van college.

 

2. In beroep is geen grief gericht tegen het onder­deel van de bestre­den be­slis­sing waarin de Commissie heeft geoordeeld dat Visa Electron en Carte Bleue in Neder­land niet ver­krijg­baar zijn. Niet gesteld of gebleken is dat de Nederlandse con­su­ment deze kaarten in het buitenland koopt en daarmee bij easyJet betalingen doet.  Uit­gangs­punt is daarom dat indien de Neder­land­se consu­ment bij easyJet een reis boekt, dat ge­beurt met de in Nederland gebruikelijke betaalmiddelen. Voor die be­talingen zijn krachtens de voorwaarden van easyJet altijd de hiervoor bedoelde boe­kings­toeslagen verschuldigd.
 
3. Op grond van het voorgaande is naar het oordeel van het Col­lege de wijze waar­op easyJet in de onderhavige uiting informatie over de prijs geeft, niet correct en dui­delijk. De in de uiting genoemde uitzonderingen waarbij geen boekingstoesla­gen in rekening worden gebracht, zijn voor de Ne­derlandse con­su­ment immers niet rele­vant en wekken bij deze consument ten onrechte de indruk dat die toeslagen op­tioneel zijn.
 
4. Dat de toeslagen per boeking gelden, is naar het oordeel van het College geen re­den om deze niet als vaste onvermijdbare kosten te beschouwen in de zin van het bepaalde onder III sub 1 RR. Wel kan in dit laatste, zoals ook uit de beslissing van de Commissie volgt, aanleiding worden ge­vonden het toelaatbaar te achten dat easyJet in reclame-uitingen de prijzen aldus publiceert, dat direct bij de prijs het voor­behoud wordt gemaakt dat de prijs dient te worden ver­meerderd met de bij­ko­mende, gespecificeerde, toeslagen per boeking. Nu de verplichting tot be­ta­ling van die toeslagen in het onderhavige geval evenwel niet direct uit de uiting blijkt, heeft de Commis­sie de uiting terecht in strijd met het bepaalde onder III RR geacht.

RB 1191

Ik wil nu rente op mijn betaalrekening

RCC 4 oktober 2011, Dossiernr. 2011/00792 (SNS-bank als wenige rente)

Uiting op ikwilnurenteopmijnbetaalrekening.nl. ASN en Friesland geven (ook) rente over positief saldo op betaalrekening. De klacht gaat voorbij aan de woorden “Van alle grote banken”. Adverteerder, zelf een grote bank, verwijst in de uiting naar de (andere) grote banken van Nederland. Duidelijk zal zijn dat het hier gaat om ING, ABN AMRO/Fortis en Rabobank. Friesland Bank en ASN worden niet tot de grote banken gerekend. De kwalificatie ‘Grootbank’ of ‘grote bank’ ter onderscheiding van de overige -kleine- banken mag als bekend worden verondersteld en wordt ook gebruikt door De Nederlandsche Bank. 

Het oordeel van de Commissie
Klager gaat ervan uit dat in de uiting wordt gesteld dat SNS Bank de enige bank is die rente geeft over een betaalrekening. Dit uitgangspunt is onjuist, omdat in de radioreclame wordt gezegd: “Van alle grote banken krijgen nu alleen klanten van SNS Bank rente op hun betaalrekening met SNS Betalen”. Klager heeft niet gesteld noch is  anderszins gebleken dat SNS Bank niet de enige grote bank is die rente op betaalrekeningen geeft.
Derhalve wordt als volgt beslist.

RB 1190

Verschillende keren aan het rad gedraaid

RCC 10 oktober 2011, Dossiernr. 2011/00750 (BankGiro Loterij virtueel rad draaien)

Uiting: De e-mail biedt de mogelijkheid om mee te spelen met een extra lot in de BankGiro Loterij, waarbij men, door op een button te klikken, aan een (virtueel) rad mag draaien en een bedrag van minimaal € 12,50 kan winnen. Klager heeft verschillende keren aan het rad gedraaid, maar iedere keer stopt het rad 2 x op € 5,-. De bedragen van € 250,- en € 1000,- zijn niet meer haalbaar. Er zal altijd € 12,50 gewonnen worden. Klager acht de reclame misleidend.
 
Commissie

Adverteerder heeft gemotiveerd aangevoerd dat prijzen zijn te winnen tot maximaal € 1000,-. Naar adverteerder heeft gesteld zijn voorafgaand aan de actie door een notaris winnende codes getrokken en worden de betreffende prijzen toegekend aan deze codes. Dat klager in dit geval geen winnende code heeft ontvangen voor een bedrag dat hoger was dan € 12,50, maakt de uiting niet misleidend.