RB

Media  

RB 1482

(Alcoholvrij) bier ook voor overdag

Vz (afwijzing) RCC 7 augustus 2012, dossiernr. 2012/00676 (Bavaria Charlie Sheen)

Het betreft de tv-commercial (YouTube) voor Bavaria 0.0% die voor het achtuurjournaal is uitgezonden: “Bavaria 0.0. Bier ook voor overdag.”.

Hoewel de onderhavige reclame betrekking heeft op alcoholvrij bier, is Bavaria een biermerk en komt het Bavaria logo dat ook op ‘gewoon’ bier staat veelvuldig in beeld. Zo wordt op een slinkse manier toch reclame voor alcoholhoudende dranken van Bavaria gemaakt. Het is uit de verslavingszorg een bekend gegeven dat alcoholvrij bier associaties oproept met alcoholhoudend bier. Bavaria maakt hier misbruik van.

Naar het oordeel van de voorzitter is echter geen sprake van reclame voor alcoholhoudende drank. Uit de beelden en de gesproken tekst in de commercial blijkt duidelijk dat juist het alcoholvrije bier Bavaria 0.0% wordt aangeprezen. Het logo van Bavaria komt alleen in combinatie met 0.0% in beeld en er wordt niet verwezen naar alcoholhoudende dranken van Bavaria. Dat alcoholvrij bier associaties oproept met alcoholhoudend bier leidt – wat er zij van de juistheid van deze stelling van klager – er niet toe dat de commercial in strijd is met de Nederlandse Reclame Code.

RB 1481

Kosten verbonden aan ophalen geldprijs

RCC 6 augustus 2012, dossiernr. 2012/00667 (Boekingcentrale oude Pekela)

Indruk prijs al gewonnen, kosten verbonden aan ophalen prijs, verkoopreisje.

In een mailing "officiële win bevestiging" staat o.a. "De overdracht van deze prijs, ter hoogte van € 1500,00, zou dus tijdens ons mooie uitstapje op woensdag 25-7-2012 kunnen gaan plaatsvinden.". Bij de mailing zit een antwoordkaart Ja, overhandig mij de 3e prijs alstublieft op [datum]"Na ontvangst van uw reservering krijgt u de buskaartjes toegestuurd. Dit alles slechts voor € 7,95 p.p. incl. alle diensten voor u en uw gasten."

De indruk wordt gewekt dat klager al een prijs heeft gewonnen, het is niet duidelijk dat het slechts om een kans gaat. In werkelijkheid is sprake van reclame voor een “verkoopreisje”. De klacht, opgevat als agresseieve reclame ex 14.2 NRC in combinatie met punt 2 van bijlage 2, treft doel. Er zijn voor klager kosten verbonden aan de stappen die hij moet ondernemen om in aanmerking te komen voor de door hem gewonnen prijs, hetgeen in strijd is met eerdergenoemd punt 2 van Bijlage 2 bij de NRC.

Deze klacht treft doel. Door de onder de beschrijving van de uiting aangehaalde zinsneden en met name de mededeling op de antwoordkaart “Ja, overhandig mij de 3e prijs alstublieft op 25-7-2012” wordt de stellige indruk gewekt dat klager winnaar is van de in de uiting beschreven prijs van € 1.500,-. Daargelaten de vraag of klager daadwerkelijk deze prijs zou hebben gekregen indien hij op de uitnodiging was ingegaan, wordt het in aanmerking kunnen komen voor de prijs afhankelijk gesteld van het reserveren van de bijeenkomst waarop de prijsoverhandiging plaatsvindt tegen een bedrag van € 7,95 p.p. Aldus zijn voor klager kosten verbonden aan de stappen die hij moet ondernemen om in aanmerking te komen voor de door hem gewonnen prijs, hetgeen in strijd is met eerdergenoemd punt 2 van Bijlage 2 bij de NRC.

Nu deze wijze van reclame maken onder alle omstandigheden agressief is als bedoeld in artikel 14.2 NRC, is de reclame-uiting oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

RB 1480

Renate weet raad

RCC 24 juli 2012, dossiernr. 2012/00551 (Brandend maagzuur? Renate weet raad)

In een weekblad staan advertorials waarin Rennie en Losecosan worden aangeprezen door Renate (een moeder van drie kinderen en schooljuf)

Klacht: Er wordt advies gegeven over het gebruik van maagzuurremmende middelen, dit mag uitsluitend door een professional of gediplomeerde drogist/apotheker worden gedaan (strijd met 8,9,10,15,16,17,18,20,24,25 Code Publieksreclame voor Geneesmiddelen).

Het verweer dat een testimonial van een gebruik mag en de KOAG/KAG heeft de uiting goedgekeurd en van een toelatingsnummer voorzien wordt door KOAG/KAG ondersteund. De klacht wordt afgewezen.

KOAG/KAG: In de advertorials is sprake van een aanbeveling van een "gewone" consument en niet van een aanbeveling door een beroepsbeoefenaar, wetenschapper of persoon met een zekere reputatie op het gebied van geneesmiddelen, wat volgens artikel 19 van de Bijzondere Reclamecode CPG niet is toegestaan. De advertorials voldoen aan de geldende wet- en regelgeving in het algemeen en de CPG in het bijzonder.

De Commissie vat klaagsters voornaamste bezwaar tegen de onderhavige - door de KOAG goedgekeurde - reclame-uitingen aldus op, dat sprake is van een aanbeveling van maagzuurremmende middelen door iemand die daartoe niet gekwalificeerd is. Op grond van artikel 19 CPG mag reclame echter niet direct of indirect een aanprijzing bevatten van wetenschapsbeoefenaren of beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg, waartoe de volgens klaagster wel gekwalificeerde “professional” en “gediplomeerd drogist/apotheker” gerekend moeten worden. Niet kan worden geoordeeld dat “Renate” door haar beroep van onderwijzeres op een basisschool gezag geniet op het gebied van geneesmiddelen en om die reden - op basis van artikel 19 CPG - niet  de producten Rennie en Losecosan 20 zou mogen aanprijzen.

Van strijd met de overige door klaagster aangehaalde artikelen uit de CPG is de Commissie evenmin gebleken.

RB 1479

Niet iedere fase in beeld gebracht

Vz. (afwijzing) RCC 7 maart 2012, dossiernr. 2012/00163 (Bisolvon in de longen)

In een televisiereclame wordt door middel van een schematische weergaven van de borst toegelicht hoe Bisolvon werkt.

In de animatie die in de uitingen wordt getoond is te zien dat Bisolvon wordt gedronken, waarna dit het vastzittende slijm in de luchtwegen oplost. Klacht: Wat men eet en drinkt komt echter in de slokdarm en niet in de luchtweg. Ten onrechte wordt de indruk gewekt dat Bisolvon, na het drinken daarvan, in de longen terechtkomt. De uiting is om die reden misleidend.

De voorzitter wijst de klacht af en overweegt dat de korte animatiebeelden op een versimpelde wijze de werking uitlegt: het innemen en de laatste fase, het moment dat Bisolvon zijn werk doet, wordt in beeldgebracht zonder tussenliggende fase te tonen.

De voorzitter is van oordeel dat de klacht de Commissie geen aanleiding zal geven een aanbeveling te doen. Hij overweegt daartoe het volgende.

Door middel van enkele korte animatie-beelden wordt op versimpelde wijze getoond wat in de uiting over de werking van Bisolvon wordt gezegd, in die zin dat de eerste, het innemen van Bisolvon, en de laatste fase, het moment waarop Bisolvon in de longen zijn werk doet, in beeld worden gebracht. Dat niet iedere fase die Bisolvon doorloopt wordt getoond, leidt niet tot het oordeel dat de uitingen misleidend zijn.

RB 1478

Het toelaatbare niet overschreden met: Wie wordt er vandaag begraven?

Vz (afwijzing) RCC 30 juli 2012, dossier 2012/00620 (SMS-spel wie wordt er vandaag begraven)

Het betreft een televisie-commercial waarin reclame wordt gemaakt voor een sms-spel, behorende bij het televisieprogramma RTL Boulevard. Men dient per sms het antwoord te geven op de vraag: “Wie wordt er vandaag begraven?”. Men kan de volgende antwoorden kiezen:
A. Robin Gibb of B. Donna Summer.

Klager: Beide genoemde artiesten zijn zeer recentelijk overleden en worden op een erg goedkope en aanstootgevende manier in een smakeloos en respectloos commercieel sms-spel gebruikt. De klacht wordt afgewezen.

Naar adverteerder heeft meegedeeld wordt in het betreffende sms-spel de kijker gevraagd om antwoord te geven op een vraag die de actualiteiten betreft die diezelfde dag in de uitzending van het televisieprogramma RTL Boulevard besproken zijn. Op de dag dat de onderhavige commercial werd uitgezonden, werd een wereldberoemde artiest begraven, welk onderwerp uitgebreid in het programma aan de orde kwam.

Met inachtneming van deze context en gezien de voornoemde terughoudendheid, is de voorzitter van oordeel dat de grenzen van het toelaatbare in dit geval niet zijn overschreden

RB 1472

Afslank slippers mét ALERT

RCC 12 juli 2012, dossiernr. 2012/00511 (Afslankslippers)

De Reclame Code Commissie heeft geoordeeld dat reclame voor “Afslank slippers” op de website www.compleetcomfort.nl misleidend is. Op de website worden “Afslank slippers” aangeprezen als een product met behulp waarvan men kan afvallen. Omdat de adverteerder niet aannemelijk heeft gemaakt dat de “Afslank slippers” deze werking hebben, is de uiting volgens de Commissie misleidend. De Commissie heeft al eerder een reclame-uiting van de adverteerder voor “Afslank slippers” in strijd met de Nederlandse Reclame Code bevonden. Daarom heeft de Commissie besloten deze uitspraak onder de aandacht van een breed publiek te brengen.

RB 1469

Door KAG gevraagde wetenschappelijke onderbouwing niet gegeven

RCC 9 juli 2012, dossiernr. 2012/00457 (Voedingssupplement)

Misleidende reclame. Voornaamste kenmerken product. Het betreft hier een website waar staat: “Hoe ondersteunt Refresh Teacaps (EGCG) bij natuurlijk afvallen?
- Helpt bij overgewicht
- Verhoogt de vetverbranding
- Verhoogt het basaalmetabolisme
(…)”.

De klacht richt zich op het feit dat het voedingssupplement Refresh Teacaps bestaat uit een concentratie van de stof EGCG uit de bladeren van de groene theeplant. Aan het product wordt werkzaamheid ten aanzien van gewichtsverlies toegeschreven. Klaagster stelt zich op het standpunt dat de genoemde claims onjuist en misleidend zijn.

De KOAG/KAG heeft hierop een reactie gegeven. Zij oordeelt dat indien de Refresh Teacaps wel ter beoordeling zou zijn voorgelegd en dat de KAG zou hebben gevraagd om een wetenschappelijke onderbouwing. Wanneer adverteerder deze zou hebben gegeven en slaagt, zou de KAG de claims van een toelatingsnummer hebben voorzien.

De Commissie oordeelt dat adverteerder er niet in is geslaagd de geclaimde werking van de Refresh Teacaps aannemelijk te maken. Er is sprake van onvoldoende wetenschappelijke onderbouwing van de claims. De uiting gaat aldus gepaard met onjuiste informatie ten aanzien van de resultaten die van het gebruik van de Refresh Teacaps zijn te verwachten. De uiting is misleidend.

4) Adverteerder heeft voorts ter onderbouwing van de juistheid van de reclame-uiting verwezen naar de bij het verweer gevoegde “Onderbouwing claims met 95% zuivere EGCG Sunphenon”. Voor zover de onderbouwing in dit stuk betrekking heeft op de claims “geeft meer energie/houdt jong, mooi en sterk”, “helpt bij het dagelijks onderhoud van je hart en bloedvaten”, “voedt en beschermt de huid” en “goed voor het cholesterolgehalte” laat de Commissie deze buiten beschouwing, nu deze claims in de klacht niet aan de orde zijn gesteld. Met betrekking tot de hier wel relevante onderbouwing van de claim “verhoogt de vetverbranding” heeft klager gemotiveerd en onderbouwd met (verwijzingen naar) wetenschappelijke literatuur aangevoerd dat het door adverteerder genoemde onderzoek van Boschmann en Thielecke uit 2007 niet de conclusie rechtvaardigt dat EGCG leidt tot gewichtsverlies. Adverteerder heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid op deze stelling van klager te reageren. Op grond van het vorenstaande is de Commissie van oordeel dat adverteerder de juistheid van de voor het product Refresh Teacaps gemaakte claim “Verhoogt de vetverbranding” onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt.

5) Hetzelfde geldt voor de claims “Verhoogt het basaalmetabolisme” en “Helpt bij overgewicht”. Voor de claim dat Refresh Teacaps het basaalmetabolisme verhoogt is door adverteerder geen wetenschappelijke onderbouwing overgelegd. Met betrekking tot de claim “Helpt bij overgewicht” komt de Commissie op basis van de door partijen overgelegde onderzoeksresultaten tot de conclusie dat een eventueel positief resultaat van EGCG met betrekking tot gewichtsverlies kan worden toegeschreven aan een combinatie van EGCG met cafeïne, maar dat voor het geclaimde gunstige effect van uitsluitend EGCG op gewichtsverlies onvoldoende wetenschappelijke onderbouwing bestaat.

6) Nu adverteerder de in de uiting geclaimde werking van het aangeprezen product Refresh Teacaps onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt, gaat de uiting gepaard met onjuiste informatie ten aanzien van de resultaten die van het gebruik van Refresh Teaps zijn te verwachten, als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b NRC. Omdat de gemiddelde consument door de uiting ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, acht de Commissie de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

RB 1467

Sprake van excessief gebruik van Fruittella snoep

RCC 23 juli 2012, dossiernr. 2012/00583 (Fruittella)

Bijzondere Reclamecode. Het betreft de 'billboarding' rond de televisieserie Goede Tijden Slechte Tijden, waarin wordt medegedeeld dat dit programma mede mogelijk wordt/werd gemaakt door 'Fruittella, vierkant de fruitigste'. De uiting bestaat uit drie delen, waarin is te zien hoe een (tiener)meisje een Fruittella 'snoeppot' leeg eet.

De klager baseert zich op het feit dat de indruk wordt gewekt dat Fruittella snoepjes zo lekker zijn dat je de hele verpakking wel achter elkaar leeg moet eten. Overmatige suikerconsumptie is slecht voor kinderen, die in Nederland steeds meer aan obesitas (gaan) lijden.

De Commissie oordeelt dat in de bestreden uiting de artikel 6 RVV en artikelen 1 en 6 CVZ worden overtreden. In deze uiting, die overigens niet specifiek op kinderen onder 13 jaar is gericht, is sprake van overmatige consumptie c.q. excessief gebruik van Fruittella snoep. Krachtens artikel 6 CVZ dient televisiereclame voor zoetwaren op een van de in artikel 6 CVZ beschreven wijzen een door de RCC vastgestelde, gestileerde afbeelding van een tandenborstel te tonen. Deze ontbreekt in de bestreden uiting van Fruittella. Volgens de Commissie is geen sprake van een dermate humoristisch karakter waardoor de uiting niet strijdig met de RVV en CVZ zou moeten worden bevonden.

Naar het oordeel van de Commissie worden in de bestreden uiting de genoemde bepalingen van de RVV en de CVZ overtreden. In drie fragmenten rondom een - ruim 20 minuten durende - aflevering van GTST is te zien hoe een meisje alleen een Fruittella snoeppot leegeet. De indruk dat de consumptie van het snoep binnen een kort tijdsbestek plaatsvindt, wordt versterkt door het beeld van het op de achtergrond varende bootje, dat in het eerste fragment het beeld binnen komt varen en in de volgende twee fragmenten nauwelijks verder is gevaren. Aldus is in deze uiting, die overigens naar het oordeel van de Commissie niet specifiek op kinderen onder 13 jaar is gericht, sprake van overmatige consumptie c.q. excessief gebruik van Fruittella snoep.

Krachtens artikel 6 CVZ dient televisiereclame voor zoetwaren op een van de in dit artikel beschreven wijzen een door de Reclame Code Commissie vastgestelde, gestileerde afbeelding van een tandenborstel te tonen. Als erkend is komen vast te staan dat een dergelijke afbeelding in de onderhavige uiting ontbreekt. Het gegeven dat door adverteerder de onderhavige billboarding wordt gezien als sponsoring, laat onverlet dat de uitingsvorm van deze sponsoring een reclame-uiting is volgens de definitie van de Nederlandse Reclame Code en in de zin van de CVZ. Het voorschrift van artikel 6 CVZ is derhalve op de bestreden uiting van toepassing.

Daargelaten de vraag of in geval van een humoristisch karakter van de uiting deze niet strijdig met de RVV en de CVZ zou worden bevonden, is naar het oordeel van de Commissie in de onderhavige billboarding, die als zelfstandige uiting ter beoordeling is voorgelegd, geen sprake van de door adverteerder bedoelde ‘knipoog’.

RB 1464

Reclame omtrent niet nicotinehoudende e-sigaret mag

Vzr. RCC 10 juli 2012, dossiernr. 2012/00554 (Tommy Teleshopping)

Tabak. Strijd met de wet. Het betreft een commercial op Tommy Teleshopping, waarin de niet nicotinehoudende e-sigaret wordt aangeprezen als een alternatief voor gewone sigaretten.

Klager stelt dat voor de e-sigaret geen reclame mag worden gemaakt omdat, in afwachting van de nieuwe regels uit Brussel, de minister heeft vastgesteld dat ert niet mee geadverteerd mag worden.

De voorzitter wijst de klacht af. Er is geen regelgeving die reclame voor niet nicotinehoudende e-sigaretten verbiedt. Het staat de adverteerder vrij reclame te maken voor dit product.

Het oordeel van de voorzitter
De voorzitter is van oordeel dat de Commissie de klacht zal afwijzen. Hij overweegt daartoe het volgende. Adverteerder stelt dat de reclame-uiting betrekking heeft op een niet nicotinehoudende e-sigaret, hetgeen de voorzitter juist acht. Anders dan klager stelt, is er geen regelgeving die reclame voor niet nicotinehoudende e-sigaretten verbiedt. Derhalve staat het adverteerder vrij reclame te maken voor dit product. Wel dient adverteerder zich krachtens artikel 8.3 lid b van de Reclamecode te houden aan gedragscodes waaraan hij zichzelf gebonden verklaart. Uit verweer van adverteerder blijkt dat de “Gedragscode reclame-uitingen niet nicotine houdende elektronische sigaret” van 19 november 2008 van toepassing is. Nu niet is gesteld of gebleken dat de reclame in strijd is met deze gedragscode, acht de voorzitter de klacht ongegrond.

RB 1462

Geen reis voor actietarief beschikbaar

CVB RCC 19 juli 2012, dossiernr. 2012/00343 (NS Hispeed)

Bijzondere Reclamecode. Betreft het aanbod van treinreizen met de Thalys naar Parijs op de website van NS Hispeed voor het tarief van € 35,-.

Klaagster heeft een aantal tickets met een totaalprijs van € 140,- geselecteerd tegen het actietarief van € 35,- per persoon. Bij het afrekenen verscheen echter de volgende mededeling op de site: “De prijs is aangepast. Tijdens het boeken blijkt het geselecteerde tarief niet meer beschikbaar te zijn. De nieuwe prijs wordt € 320,-”. Volgens een medewerkster van NS Hispeed zijn er rondom weekenden slechts zeer weinig tickets voor het actietarief beschikbaar en dient men zeker 3 maanden van te voren te boeken. Klaagster twijfelt of NS Hispeed ingevolge de Reclamecode Reisaanbiedingen (RR) voldoet aan het zorg dragen voor een redelijke beschikbaarheid van de aangeboden diensten tegen het actietarief.

De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met artikel 7 NRC en in strijd met de zorgplicht voor een redelijke beschikbaarheid van de door haar aangeboden dienst voor de genoemde prijs van € 35,-.

Volgens het College had NS Hispeed maatregelen dienen te nemen om te voorkomen dat de consument die een reis voor een actietarief meent te boeken later wordt geconfronteerd met het feit dat geen reis voor dit tarief beschikbaar blijkt. Op de website van NS Hispeed wordt bij stap 2 van het bestellen het volgende getoond: 'indicatief op basis van beschikbaarheid'.

De gemiddelde consument moet daaruit afleiden dat de reis die hij heeft geselecteerd mogelijk toch niet voor de prijs op basis van het actietareif beschikbaar is. De uiting is dus in strijd met artikel V onder 2 RR in verbinding met artikel 7 NRC, misleidende reclame. Volgens het College was er sprake van een redelijke beschikbaarheid van stoelen tegen het actietarief. Het College vernietigt de beslissing van de Commissie voor zover het betreft het oordeel van de Commissie dat in verband met het aantal beschikbare tickets voor het actietarief artikel V onder 1 RR is overtreden.

Ten aanzien van Grief 1
2. Het College is van oordeel dat voorgaande handelwijze niet voldoet aan de eisen van ar­tikel V onder 2 Reclamecode Reisaanbiedingen (RR). Ingevolge dit artikel dienen reclame-uitingen voor diensten die niet meer beschikbaar zijn onverwijld te worden gestaakt. Tot deze ver­plichting dient ook te worden gerekend het onverwijld stoppen van het tonen van actie­tarieven voor dagen dat uitsluitend nog voor een regulier tarief kan worden geboekt. Uit het bepaalde in artikel V onder 2 RR, zoals dat artikel in samenhang met de rege­ling inzake misleidende reclame in de artikelen 7 en 8 van de Neder­land­se Reclame Code (NRC) dient te wor­den uitgelegd, volgt immers dat de consument erop moet kunnen vertrouwen dat hij de rei­zen die hij in een boe­kings­module kan se­lec­teren, ver­vol­gens daad­werkelijk kan boe­ken, óók in­dien een actietarief van toepassing is. NS Hispeed had op grond van de hiervoor genoemde bepalingen maatregelen dienen te ne­men ten­ein­de te voorkomen dat de consument die via haar website een reis voor een actie­tarief meent te boeken later wordt gecon­fron­teerd met het feit dat geen reis voor dit tarief beschikbaar blijkt.

3. Door het ontbreken van deze maatregelen en nu in stap 2 geen enkele mededeling staat waaruit de consument kan afleiden op welke dagen het nog wel mogelijk is te boe­ken voor het actie­tarief, dient de consument die wil boeken voor dat ­tarief en die daarin niet slaagt omdat na stap 2 voor de geselecteer­de reis geen actietarief be­schikbaar blijkt, telkens op­nieuw een reis te se­lec­­teren tot­dat hij proefondervindelijk erin slaagt een reis voor het actietarief te boeken. Dit kan niet van de con­su­ment wor­den gevergd. Niet gesteld of gebleken is overigens dat het voor NS Hispeed niet mogelijk zou zijn om door middel van een technische voorziening ervoor te zor­gen dat de consument niet langer reizen kan selecteren die tegen een actietarief worden aangeboden, maar die niet meer voor een dergelijk tarief beschikbaar zijn.

4. Aan de in artikel V onder 2 RR bedoelde verplichting, zoals dat artikel in samen­hang met de rege­ling inzake misleidende reclame in de artikelen 7 en 8 NRC dient te worden uitgelegd, wordt niet voldaan door in stap 2 de volgende medede­ling te tonen: “indi­ca­tief op basis van beschik­baar­heid”. Deze mededeling houdt overigens een aan­wijzing (indicatie) in die niet zo duidelijk is, dat de gemiddelde consument daaruit moet afleiden dat de reis die hij heeft geselecteerd mogelijk toch niet voor de prijs op basis van het actietarief be­schikbaar is. Het College komt derhalve, zij het op ande­re gronden dan de Com­mis­sie, tot het oordeel dat de uiting in strijd is met de Re­cla­mecode Reisaan­bie­din­gen, te weten met artikel V onder 2 RR, in verbinding met artikel 7 NRC.

Ten aanzien van grief 2
5. Het College stelt voorop dat ten aanzien van de vraag of in een concreet geval spra­ke is van een redelijke beschikbaarheid, geen vaste ondergrens geldt. Een der­gelijke on­der­­grens volgt ook niet uit de door NS Hispeed genoemde beslis­singen. Derhalve zal, mede gelet op de toelichting bij artikel V onder 1 RR, van geval tot geval dienen te worden beoor­deeld of er een re­de­lijke beschikbaarheid is.

6. Uitgaande van de door NS Hispeed in beroep overgelegde gegevens, die geïnti­meer­de onvoldoende heeft betwist, waren er op 22 juni 2012 in totaal 132 stoelen voor het actietarief be­schikbaar en op 25 juni 2012 67 stoelen. Ook indien deze stoelen, zoals geïntimeerde stelt, over verschillende treinen dienen worden ver­deeld, is naar het oordeel van het College in het onderhavige geval sprake van een redelijke beschikbaar­heid. Grief 2 treft derhalve doel, zodat wordt beslist als volgt.