RB
DOSSIERS
Alle dossiers

Promotionele acties  

RB 979

Hoe schoner je wordt, hoe groter je beloning

CVB 8 juni 2011, Dossiernr. 2011/00235 (Toyota)

Reclamerecht. Uiting op radio en website over actie met gratis accessoires voor CO2 besparing. Klager stelt dat uitingen indruk wekken gratis accessoires te geven voor elke bespaarde gram CO2 uitstoot. Echter, waarde accessoires is beperkt tot maximum van 1500 euro. Verweerder stelt dat uitingen niet suggereren dat er ongelimiteerd accessoires worden verstrekt. Voorwaarden actie zijn duidelijk en volledig.

Commissie oordeelt dat uitingen indruk wekken dat er relatie bestaat tussen omvang CO2 besparing en waarde accessoires. Er wordt geen voorbehoud gemaakt t.a.v. maximale waarde. Mededeling "Hoe schoner je wordt, hoe groter je beloning" te absoluut, daarom sprake van onjuiste informatie (art. 8.2 aanhef NRC). Strijd met art. 7 NRC. Doet aanbeveling.

Grieven: geen sprake van onjuiste informatie. Er wordt niet gesuggereerd dat er een één op één verhouding is tussen besparing CO2 uitstoot en waarde accessoires en ook niet dat er sprake is van ongelimiteerde hoeveelheid accessoires. Op grond van berekening kan consument afgewogen beslissing nemen, daarom valt niet in te zien waarom uiting leidt tot besluit tot transactie welke consument anders niet zou hebben genomen.

CVB: Er wordt directe koppeling gelegd tussen bespaarde CO2 uitstoot en waarde accessoires. Nadere informatie omtrent limiet ontbreekt. Alleen duidelijk na berekening op website. Geen sprake van onjuiste informatie (art. 8.2 aanhef NRC) maar van te laat verstrekken essentiële informatie (art. 8.3 aanhef en onder c NRC). Maximum waarde accessoires diende in uitingen verstrekt te worden. Strijd met art. 7 NRC. Bevestigt beslissing Commissie met wijziging van de gronden.

 

2. Anders dan de Commissie is het College van oordeel dat het feit dat L&P in de gewraakte uitingen geen maximumbedrag voor de gratis accessoires noemt, niet tot het oordeel kan leiden dat sprake is van onjuiste informatie als bedoeld in arti­kel 8.2 aanhef van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Wel is het College op grond van het voor­gaande van oordeel dat L&P in de onderhavige reclame-uitingen te laat es­sen­tiële infor­matie verstrekt die de gemid­delde consu­ment nodig heeft om een geïn­for­meerd be­sluit over een transactie te nemen, dit zoals bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c NRC. Het feit dat men tot een bepaald maximum gratis ac­ces­soires ontvangt als­mede de hoogte daarvan, kunnen immers het besluit van de con­sument tot een trans­actie beïnvloeden. Naar het oordeel van het Col­lege had L&P deze informatie daarom reeds in de gewraakte uitingen dienen te verstrek­ken. Al­dus komt het College, zij het op andere gronden dan de Com­mis­sie, tot het oor­deel dat de uitingen mislei­dend en daardoor oneerlijk zijn in de zin van artikel 7 NRC.

Lees de gehele uitspraak hier (link / pdf)
Regeling: NRC art. 7, art. 8.2 aanhef, art. 8.3 aanhef en onder c
Zie ook eerdere uitspraak over Toyota: RB 958

RB 984

In beginsel een inbreuk op de beginselen

Hof Amsterdam 14 juni 2011, LJN BQ8050 (Splinq B.V. tegen Commissariaat voor de Media)

In navolging van LJN BN6312

Wet op de vaste boekenprijs. Reclame. eCommerce. Cashback. SplinQ exploiteert advertentiesite voor diverse producten met een cashbackfaciliteit (geregistreerde koper ontvangt deel van koopprijs terug als tegoed, in de regel de helft van koopprijs). Overtreding artikel 6 lid 1 eerste volzin Wet op de vaste boekenprijs?

Boekverkoper verleend geen korting aan eindafnemer, maar plaatst advertentie op een site. Derde (website-exploitant) geeft deel aan advertentie-opbrengst door in het kader van een algemeen beloningssysteem. Geen samenwerking of afspraak tussen boekverkoper en exploitant, noch bijzondere of bovenmatige vergoeding voor plaatsen van advertentie. Dus geen overtreding Wvbp, verklaring voor recht. Proceskostenveroordeling Commissariaat van de Media.

4.1 (...) De cashbackconstructie van SplinQ is volgens de rechtbank in strijd is met dat gesloten stelsel omdat de eindafnemer via SplinQ feitelijk een korting krijgt op de aanschaf van een boek, die afkomstig is van door de boekverkoper aan SplinQ betaalde gelden. Een ander oordeel zou volgens de rechtbank ertoe leiden dat de Wvbp eenvoudig zou kunnen worden ontdoken. De cashbackconstructie is volgens de rechtbank niet in overeenstemming met het doel en de strekking van de Wvbp omdat die constructie leidt tot door de wetgever onwenselijk geachte prijsconcurrentie en de internetboekhandel blijkens de wetsgeschiedenis geen bijzondere positie inneemt.

4.4 (...) Prijsconcurrentie ondergraaft volgens de wetgever deze doelstellingen en met het systeem van de vaste boekenprijs beoogt de wetgever prijsconcurrentie in het boekenvak tegen te gaan. Het systeem vormt aldus in beginsel een inbreuk op de beginselen van de vrije mededinging en het vrij verkeer van goederen en diensten, die ten grondslag liggen aan het handelsverkeer in de Europese Unie. Dat brengt mee dat het niet in de rede ligt de wettelijke regeling extensief uit te leggen.

4.6 In het onderhavige geval waarin de eindafnemer via een advertentie op een website van SplinQ bij de webwinkel van de boekverkoper terecht is gekomen, heeft de boekverkoper de vaste boekenprijs aan de eindafnemer in rekening gebracht en heeft de eindafnemer de vaste boekenprijs aan de boekverkoper betaald. De boekverkoper heeft daarbij geen korting aan de eindafnemer verleend. Enkel heeft de boekverkoper door tussenkomst van een netwerkplatform advertenties doen plaatsen op – onder meer – een website van SplinQ. Het is een derde, de website-exploitant SplinQ, die aan de eindafnemer een deel van de ontvangen advertentie-opbrengst heeft doorgegeven, in het kader van een algemeen beloningssysteem voor aankopen die consumenten via die website tot stand brengen. Daarbij is geen sprake geweest van samenwerking of afspraken tussen de boekverkoper en de website-exploitant en is evenmin een bijzondere of bovenmatige vergoeding voor het plaatsen van de advertenties betaald. De website heeft verder niet specifiek betrekking op boeken. Evenmin heeft de website-exploitant, die zelf geen boekverkoper is, zich schuldig gemaakt aan een door de wet verboden praktijk.

4.7 Naar het oordeel van het hof strekt de verantwoordelijkheid van de boekverkoper in het kader van de Wvbp om de vaste boekenprijs toe te passen, zich niet uit tot de wijze waarop SplinQ als website-exploitant, op wiens website door toedoen van de internetplatforms advertenties ten behoeve van de boekverkoper worden geplaatst, de ontvangen advertentie-inkomsten besteedt door deze in het kader van een algemeen beloningssysteem deels aan zijn publiek door te geven teneinde dat publiek aan zijn website te binden. Die wijze van besteding is de eigen keuze en verantwoordelijkheid van SplinQ als website-exploitant, waarover de boekverkoper in de gegeven omstandigheden geen zeggenschap heeft en die de boekverkoper niet aangaat. Indien de verantwoordelijkheid van de boekverkoper zo ver strekt dat hij rekening moet houden met derden die de verkoop van boeken betrekken in een algemeen voor hun website geldend beloningssysteem, zoals hier aan de orde is, had de wet daarvoor een uitdrukkelijke grondslag moeten bieden. Een beroep op de algemene doelstellingen van de wet volstaat niet. Dat geldt temeer nu niet evident is dat die doelstellingen worden ondergraven doordat naast de aankopen van tal van andere producten ook de aankopen van boeken meetellen in dergelijk algemeen beloningssysteem. Evenmin volstaat een beroep op het als gesloten bedoelde systeem van de vaste boekenprijs, omdat dit systeem zich richt op de door de boekverkoper in diens verhouding tot de eindafnemer te hanteren prijs en niet op het handelen van derden met betrekking tot boekverkopen, voor welk handelen de boekverkoper niet verantwoordelijk kan worden gehouden.

Lees de uitspraak hier (link / pdf)
Wet op de vaste boekenprijs

RB 969

Kortingen tot 200 euro

RCC 19 mei 2011, Dossiernr. 2011/00279 (Schoonenberg)

Reclamerecht. Televisiecommercial van Schoonenberg met tekst "omdat de 200ste winkel geopend is, krijgt u nu kortingen tot €200,-. Klager vindt uiting misleidend nu deze korting alleen geldt voor duurste hoortoestellen. Verweerder stelt dat kortingen varieerden van 5 tot 200 euro en van toepassing waren op hoortoestellen en andere producten. Hoge korting alleen van toepassing op duurdere toestellen, maar reclame is niet misleidend.

Commissie oordeelt dat tekst "kortingen tot €200,-" niet misleidend nu in winkel bleek dat korting tussen de 5 en 200 euro op verschillende producten gold. Wijst klacht af.

Nu is gebleken dat in de winkel op verschillende producten kortingen werden verleend, die varieerden tussen € 5,- en € 200,- is de Commissie van oordeel dat de mededeling dat ‘kortingen tot € 200,-’ worden gegeven, niet misleidend is.

Lees de gehele uitspraak hier (link / pdf)

RB 968

300 euro korting tenzij adres met glasvezelverbinding

VzRCC 12 mei 2011, Dossiernr. 2011/00304 (KPN)

Reclamerecht. Folder van KPN gedeponeerd in brievenbus klager met o.a. de tekst '300 euro korting op Sony Full HD LCD-TV bij Alles-in-één Pakket'. Klager stelt dat bij bestelling in winkel bleek dat actie niet voor adressen met glasvezelverbinding geldt. Verweerder stelt dat deze beperking in actievoorwaarden staat vermeld. Klager heeft geen gebruik gemaakt van coulance regeling.

Voorzitter oordeelt dat Commissie klacht zal toewijzen. Beperkende voorwaarde blijkt niet uit folder. Niet voldoende dat beperking in actievoorwaarden, op website en in winkel wordt vermeld. Sprake van omissie (art. 8.3 aanhef en onder c NRC) dus in strijd met art. 7 NRC. Doet aanbeveling.

Naar het oordeel van de voorzitter had deze voorwaarde uit de folder dienen te blijken. De gemiddelde consument zal er immers niet op bedacht zijn dat het hebben van een glas­ve­zelver­binding meebrengt dat men geen gebruik kan maken van de onderhavige actie. Het feit dat deze informatie blijkbaar wel in de actievoorwaarden en op de website van adverteer­der staat en in de winkel wordt meegedeeld, neemt de misleiding die het gevolg is van het ontbreken van deze infor­ma­tie in de folder niet weg, ook niet voor zover in dit verband in de folder naar de website van adverteerder of naar de verkoper wordt verwezen. Het gaat naar het oordeel van de voor­zitter om essen­tiële infor­ma­tie die de consument nodig heeft om een geïnformeerd be­sluit over de transactie te ne­men. Dergelijke informatie dient tijdig, dat wil zeggen reeds in de reclame-uiting, te wor­den vermeld.

Lees de gehele uitspraak hier (link / pdf)
Regeling: NRC art. 7, art. 8.3 aanhef en onder c

RB 966

Woensdag, aankomstdag?

RCC 24 mei 2011, Dossiernr. 2011/00306 (Center Parcs)

Reclamerecht. Aan klager gezonden brief met aanbieding van Center Parcs. Klager vindt uiting misleidend nu gewenste aankomstdatum niet mogelijk is en deze datum niet is uitgesloten van actie. Verweerder stelt dat in actievoorwaarden staat dat actie geldt voor weekend- of midweekverblijf. Aanvangsdagen zijn: vrijdag (weekend) of maandag (midweek). Gewenste datum van klager is op woensdag en dit is geen aankomstdag. Klager is regelmatige gast dus aanvangsdagen moeten bij hem bekend zijn.

Commissie acht uit brief voldoende duidelijk dat aanvangsdag op woensdag niet mogelijk is. Wijst klacht af.

In de bestreden brief zijn de voorwaarden voor de actie van 50% korting op een volgend verblijf opgenomen. Als een van de actievoorwaarden is vermeld, dat de korting alleen geldig is voor een weekend- of midweekverblijf. Hierdoor is naar het oordeel van de Commissie voor de geadresseerden van de brief - bestaande klanten van adverteerder die onlangs in één van de parken van Center Parcs hebben verbleven - voldoende duidelijk dat een verblijf met aankomst op een woensdag niet mogelijk is, nu voor alle boekingen bij Center Parcs geldt dat een weekendverblijf aanvangt op vrijdag en een midweekverblijf op maandag.

Lees de gehele uitspraak hier (link / pdf)

RB 958

Advertentie Wereld Inruil Weken Toyota voldoende duidelijk

RCC 16 maart 2011, Dossiernr. 2011/00028 (Toyota Aygo)

Reclamerecht. Advertentie in krant over Toyota Aygo vanaf 7.250 euro tijdens Wereld Inruil Weken. Klager vindt uiting verwarrend, de auto is niet vanaf 7.250 euro, alleen als je zelf auto inruilt. Verweerder stelt dat uit de advertentie duidelijk blijkt dat het gaat om inruilactie en er geen strijd is met NRC.

Commissie oordeelt dat advertentie voldoende duidelijk maakt dat er sprake is van inruilactie. Geen sprake van misleiding. Wijst klacht af.

De Commissie acht het, reeds uit de titel van de advertentie, voldoende duidelijk dat sprake is van een inruilactie. Uit de tekst onder de afbeelding blijkt duidelijk dat men standaard
€ 1.000,- extra inruilwaarde op een auto krijgt en dat daardoor de Aygo verkrijgbaar is vanaf € 7.250,-.

Gelet op het voorgaande is naar het oordeel van de Commissie geen sprake van misleiding op de door klaagster genoemde punten.

Lees de gehele uitspraak hier (link / pdf)

RB 955

Suzuki Splash al vanaf € 4.912,- misleidend

RCC 7 maart 2011, Dossiernr. 2011/00086 (Suzuki Splash)

Reclamerecht. Uitingen op televisie en internet waarin de Suzuki Splash wordt aangeboden voor 4.912 euro. Klager stelt dat volgens prijslijst de laagste prijs voor deze auto 9.623 euro is. Verweerder stelt dat in uitingen duidelijk wordt gemaakt dat er sprake is van genoemde prijs met daaropvolgend een tweede deelbetaling. Tesamen is dit de gehele koopsom. Verwijst naar eerdere uitspraak Commissie: dergelijke woordkeuze niet misleidend.

Commissie oordeelt dat in televisiereclame en op website niet voldoende duidelijk wordt gemaakt of genoemde prijs totaalprijs of helft van totaalprijs is. Sprake van onduidelijke informatie (art. 8.2 aanhef en onder d NRC) dus in strijd met art. 7 NRC. Doet aanbeveling.

In de bestreden televisiereclame wordt onder meer gezegd:
“De Suzuki Splash is er nu al vanaf € 4.912,-.” (..) Ja, u hoort het goed, de Suzuki Alto al vanaf € 4.912,-. En de tweede helft betaalt u pas over 2 jaar, zonder rente. Kijk op Suzuki.nl”, zonder dat voldoende duidelijk is of genoemd bedrag gelijk is aan de totale voor de auto te betalen prijs dan wel aan de helft van de totaalprijs, die men uiteindelijk
-2 jaar later- zal hebben betaald. Gelet hierop wordt geen duidelijke informatie verstrekt over de prijs als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder d van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Lees de gehele uitspraak hier (link / pdf)
Regeling: NRC art. 7, art. 8.2 aanhef en onder d
Soortgelijke uitspraak: RB 736

RB 948

Gratis proefpakket Açai Slim niet gratis

RCC 10 mei 2011, Dossiernr. 2011/00203 (Açai Slim)

Reclamerecht. Reclame van Açai Slim op website: "gratis proefpakket aanvragen." Klager stelt dat proefpakket niet gratis is, want 2,99 euro verzendkosten en automatisch besteld men kwartaalpakket t.w.v. 16,50 euro. Kwartaalpakket kan binnen 7 dagen worden opgezegd, maar daar wordt bij levering niet op gewezen. Acht uiting misleidend. Verweerder stelt dat men voor aanvragen pakket akkoord dient te gaan met actievoorwaarden.

Commissie oordeelt dat de verplichting om een kwartaalpakket af te nemen zo essentieel is dat hierop in de uiting gewezen moet worden, alleen vermelding in actievoorwaarden is niet voldoende. Sprake van verborgen houden van essentiële informatie (art. 8.3 aanhef en onder c NRC) en daarom in strijd met art. 7 NRC. Doet aanbeveling.

Naar blijkt uit de bij de klacht overgelegde “Algemene Voorwaarden” houden de “Actie voorwaarden Acai Slim pakket” onder meer in dat men na ontvangst van het proefpakket “het eerste kwartaalpakket” met Acai Slim capsules ontvangt, waarvoor € 16,50 moet worden betaald. Voorts blijkt uit de voorwaarden dat “De bestelling” kan worden geannuleerd tot 7 dagen na de datum waarop het proefpakket is ontvangen, in welk geval alleen verzendkosten in rekening worden gebracht, en het proefpakket mag    worden behouden.

In de bestreden uiting wordt gesteld “Ja, stuur mij een GRATIS proefpakket!” en “PROBEER NU GRATIS!”, zonder dat duidelijk wordt gewezen op het feit dat men, door een proefpakket te bestellen, in beginsel verplicht is om een kwartaalpakket af te nemen. Dit blijkt pas uit de actievoorwaarden. Adverteerder heeft gesteld dat de klant “bij aanmelding” akkoord dient te gaan met de actievoorwaarden, maar de Commissie acht het feit dat in beginsel meer dan een proefpakket dient te worden afgenomen zo essentieel voor het onderhavige aanbod, dat hierop direct had moeten worden gewezen.

Lees de gehele uitspraak hier (link / pdf)
Regeling: NRC art. 7, art. 8.3 aanhef en onder c

RB 947

GSM Topdeal: alleen gratis navigatie bij afsluiten internetbundel

RCC 19 mei 2011, Dossiernr. 2011/00276 (GSM Topdeal)

Reclamerecht. Aanbieding in ANWB Kampioen: gratis Samsung en 2 jaar 50% korting. Klager acht tekst "gratis navigatie" in uiting misleidend, want downloaden daarvan heeft hem veel geld gekost. Verweerder stelt dat klager niet voor internetbundel heeft gekozen en daarom per MB betaald. Als hij internetbundel wel had gehad, dan kon hij gebruik maken van onbeperkt internet en dus ook gratis gebruik van Google Maps navigatie. Verweerder vindt uiting niet misleidend.

Commissie oordeelt dat uiting indruk wekt dat ongeacht welk abonnement men afsluit, gratis navigatie bij telefoon is inbegrepen. Nu gratis navigatie alleen geldt als men internetbundel afsluit, is er sprake van onjuiste informatie (art. 8.2 aanhef en onder b NRC). Oordeelt uiting in strijd met art. 7 NRC en doet aanbeveling.

In de uiting staat, in een kader, geplaatst over een afbeelding van de telefoon, de tekst ‘Gratis navigatie’. Voorts worden prijzen getoond van verschillende soorten abonnementen, met dan wel zonder internetbundel.

Aldus wordt naar het oordeel van de Commissie de indruk gewekt dat, ongeacht het abonnement dat men afsluit, bij de telefoon gratis navigatie is inbegrepen. Gebleken is echter dat de navigatie uitsluitend gratis is indien men bij het abonnement een internetbundel heeft afgesloten.

Gelet op het voorgaande is de Commissie van oordeel dat de reclame gepaard gaat met onjuiste informatie ten aanzien van de voornaamste kenmerken van het product zoals bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC), te weten de voordelen. Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consu­ment door de reclame ge­bracht zou kunnen worden een besluit over een transactie te ne­men, dat hij anders niet zou hebben genomen. Aldus is sprake van misleidende en daar­door oneerlijke reclame in de zin van artikel 7 NRC.

Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf)
Regeling: NRC art. 7, art. 8.2 aanhef en onder b

RB 946

Hunkemöller derde BH gratis actie geldt ook voor grote maten

RCC 6 mei 2011, Dossiernr. 2011/00298 (Hunkemöller)

Reclamerecht. Televisiecommercial Hunkemöller over actie "derde BH gratis." Klaagster kocht n.a.v. commercial een BH maar moest 17,50 euro afrekenen i.p.v. 15 euro omdat ze een grote maat had. Dit was volgens klaagster niet duidelijk aangegeven. Verweerder is niet duidelijk van welke actie klaagster gebruik wilde maken: "derde BH gratis" of "BH van de maand vanaf 15 euro" met grotere maat voor 17,50 euro. Bij eerstgenoemde actie zou klaagster derde BH gratis hebben gekregen, ongeacht de maat.

Commissie oordeelt dat verweerder stelling van klaagster, dat actie "derde BH gratis" niet geldt voor grote maten, heeft weersproken. Niet is komen vast te staan of klaagster gebruik heeft gemaakt van deze actie en grote maten daarvan uitgesloten zouden zijn. Geen grond voor toewijzing klacht dus wijst deze af.

In de bestreden televisiecommercial wordt reclame gemaakt voor de actie waarbij bij aanschaf van drie BH’s de derde BH gratis is. De stelling van klaagster dat deze actie niet geldt voor grote maten BH’s is door adverteerder weersproken. Uit de door klaagster weergegeven feitelijke gang van zaken is voor de Commissie niet komen vast te staan, dat klaagster daadwerkelijk van de in de commercial aangeprezen actie gebruik heeft willen maken en dat dat niet mogelijk was omdat grote maten BH’s - zonder een mededeling daaromtrent in de commercial - van deze actie uitgesloten zouden zijn. Gelet hierop ziet de Commissie geen grond voor toewijzing van de klacht.

Lees de gehele uitspraak hier (link / pdf)