RB

Algemene regels  

RB 889

Meergranenbrood met "Ik Kies Bewust" logo en tekst

RCC 31 maart 2011, Dossiernr. 2011/00161 (Becel meergranenbrood)

Reclamerecht. Verpakking van Becel meergranen volkoren brood met "Ik Kies Bewust" logo en tekst. Klager acht tekst misleidend aangezien het brood gekarameliseerde suiker en suiker bevat. Verweerder acht klacht ongegrond omdat tekst naast logo verplicht is gesteld door Stichting "Ik Kies Bewust" (IKB) en het brood voldoet aan de hiervoor gestelde richtlijnen van de Stichting. Commissie oordeelt dat klacht geen doel treft nu brood voldoet aan de richtlijnen. Er wordt niet gesuggereerd dat het brood geen suikers bevat. Wijst klacht af.

De gewraakte tekst bevat de mededeling dat het product voldoet aan internationale aanbevelingen voor gezondere voeding met minder verzadigd vet, suikers en zout (natrium). Verwezen wordt naar de website www.ikkiesbewust.nl. Naar uit het verweer en de bijgaande stukken is gebleken, voldoet het Becel  meergranen volkoren brood aan de bedoelde (ook op de website te vinden) aanbevelingen die gelden voor brood. Niet wordt naar het oordeel van de Commissie met de gewraakte mededeling gesuggereerd dat het product in het geheel geen (toegevoegde) suikers bevat.

Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf)

RB 885

Schoonenberg afspraakkaart

RCC 31 maart 2011, Dossiernr. 2011/00152 (Gratis hoortest)

Reclamerecht. Uiting betreft een aan klaagster gerichte brief met afspraakkaart in envelop. Klaagster heeft uiting tweemaal ontvangen en vindt de reclame opdringerig en respectloos. Ook stelt zij dat het verwarrend kan werken voor ouderen. Ook wijst zij op ja/nee-sticker op haar brievenbus. Klacht is gemotiveerd weersproken.

Commissie oordeelt dat uiting duidelijk maakt dat het gaat om uitnodiging voor gratis hoortest. Ondanks verwarring die het bij klaagster heeft opgeleverd, is uiting niet strijdig met NRC. Code VOR is niet van toepassing nu reclame geadresseerd was en er sprake was van ja/nee-sticker. Commissie wijst klacht af.

Ten aanzien van de klacht met betrekking tot de mededeling op de envelop dat deze een afspraakkaart bevat, oordeelt de Commissie als volgt. De Commissie acht het, op grond van de uiting in zijn geheel, duidelijk dat sprake is van een uitnodiging voor de ‘Gratis Hoortest’ en dat de ontvanger van de brief op 27 januari hiervoor tussen 09.00 en 17.00 uur kan langs komen.

Ter vergadering is gebleken dat klaagster, op basis van het op de kaart vermelde adres van Schoonenberg Hoorcomfort (Reinier de Graafweg 1), de indruk kreeg dat zij een afspraak had in het ‘Reinier de Graaf Ziekenhuis’. De Commissie heeft er begrip voor dat de adressering van de winkel waar de hoortest zou plaatsvinden bij klaagster verwarring heeft gewekt. Dit brengt echter niet mee dat de reclame strijdig is met de Nederlandse Reclame Code.

Zoals blijkt uit artikel 2.2 van de Code verspreiding ongeadresseerd reclamedrukwerk (Code VOR, geeft een bewoner of gebruiker van een perceel met een op zijn brievenbus aangebrachte JA/NEE sticker aan geen prijs te stellen op de ontvangst van ongeadresseerd reclamedrukwerk en huis-aan-huisbladen. De onderhavige brief is geadresseerd. Derhalve is de Code VOR hierop niet van toepassing.

Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf)
Regelingen: NRC, Code VOR art. 2.2

RB 882

Vifit naturisten reclame ook fatsoenlijk?

RCC 13 april 2011, Dossiernr. 2011/00250 (Vifit)

Reclamerecht. Televisiecommercial van Vifit dat zich afspeelt op een naturistencamping in een besneeuwd wintergebied. Klager ergert zich aan het bloot in de reclame, omdat dit slachtoffers van seksueel misbruik van streek kan maken. Ook stoort klager zich aan tijdstip van uitzending omdat kleine kinderen dan nog wakker zijn. Verweerder stelt dat mensen in het algemeen de link tussen bloot en seksueel misbruik niet leggen en dat hij daarom er geen rekening mee hoefde te houden. Ook zijn getoonde beelden volgens verweerder niet schadelijk of ontoelaatbaar. Verweerder stelt dat consumenten zullen begrijpen dat er sprake is van humoristische overdrijving.

Commissie begrijpt de klacht als gezien in strijd met de goede smaak/fatsoen, danwel nodeloos kwetsend. Gezien subjectieve karakter van deze criteria stelt Commissie zich terughoudend op. Commissie oordeelt dat grenzen van het toelaatbare niet zijn overschreden, nu er geen blote borsten of geslachtsdelen worden getoond en er gebruik wordt gemaakt van absurde beelden. Dit oordeel is niet anders met inachtneming van de tijdstippen van uitzending waarop kinderen ook naar televisie kijken. Heeft begrip ervoor dat uiting niet door iedereen zal worden gewaardeerd, maar dat leidt niet tot ander oordeel. Wijst klacht af.

Bij de beoordeling of een reclame-uiting in strijd is met de goede smaak en/of het fatsoen, als bedoeld in artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC), dan wel nodeloos kwetsend is in de zin van artikel 4 NRC, stelt de Commissie zich terughoudend op, gelet op het subjectieve karakter van deze criteria. Met inachtneming van deze terughoudendheid is de Commissie van oordeel dat in de bestreden reclame-uiting de grenzen van het toelaatbare niet worden overschreden. De adverteerder merkt in de eerste plaats terecht op dat in de uiting geen blote borsten en/of geslachtsdelen worden getoond. Maar verder is ook van belang dat in de uiting met behulp van absurde beelden, zoals die van de mannen die wel skischoenen en ski’s aan hebben maar verder geheel bloot in de lift zitten, op een duidelijk overdreven en humoristisch bedoelde wijze de weerstandverhogende werking van Vifit onder de aandacht wordt gebracht. Gelet op het vorenstaande acht de Commissie de commercial ook voor zover deze wordt uitgezonden op tijdstippen dat kinderen naar de televisie kijken, niet in strijd met de goede smaak en/of het fatsoen.

Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf).
Regeling: NRC art. 2, art. 4

RB 880

Zalando naturisten reclame is fatsoenlijk?

RCC 13 april 2011, Dossiernrs. 2011/00260 en 2011/00260A

Reclamerecht. Televisiecommercial voor Zalando dat zich afspeelt op naturistencamping. Klager 1 maakt bezwaar over tijdstip van uitzending ('s middags), nu er pornografische beelden in voorkomen en kinderen op dat tijdstip naar televisie kijken. Klager 2 stelt dat het bloot in de reclame geen functie heeft, vervagen intieme delen vooroordelen versterkt en naturisme belachelijk wordt gemaakt. Verweerder stelt over klacht 1 dat er geen sprake is van pornografische beelden, kinderen er niet bij betrokken worden en dat uiting ook niet op kinderen is gericht. Over klacht 2 stelt verweerder dat naturisten juist in positief daglicht worden gesteld, er sprake is van humoristische overdrijving en intieme delen vervaagd worden om jonge kijkers te beschermen.

Commissie vat beide klachten samen als geacht in strijd met het goede smaak/fatsoen als bedoeld in art. 2 NRC. Bij de beoordeling hierover stelt Commissie zich terughoudend op, gelet op subjectieve karakter van criteria. Commissie oordeelt dat de uiting de grenzen van art. 2 NRC niet overschrijdt. Oordeelt dat er is geen sprake van pornografische beelden, zeker niet nu intieme delen vervaagd zijn. Oordeelt dat uiting duidelijk humoristisch is bedoeld, ook al wordt dat misschien niet door iedereen gewaardeerd. Wijst beide klachten af.

2011/00260. De Commissie vat het bezwaar van klager aldus op, dat hij de bestreden televisie-commercial niet geschikt acht voor kinderen. In dit verband zal de Commissie beoordelen of de commercial, voor zover deze wordt uitgezonden op tijdstippen dat kinderen ook naar de televisie kijken, in strijd is met de goede smaak en/of het fatsoen als bedoeld in artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC).

Bij de beoordeling of een reclame-uiting in strijd is met de goede smaak en/of het fatsoen stelt de Commissie zich terughoudend op, gelet op het subjectieve karakter van deze criteria. Met inachtneming van deze terughoudendheid is de Commissie van oordeel dat in de commercial, voor zover deze uitgezonden wordt op tijdstippen waarop ook kinderen naar de televisie kijken, de grenzen van hetgeen toelaatbaar moet worden geacht niet zijn overschreden. Hierbij is van belang dat in de uiting blote borsten en geslachtsdelen onzichtbaar zijn gemaakt en dat van pornografische beelden, zoals door klager gesteld, naar het oordeel van de Commissie geen sprake is.

2011/00260A. De Commissie vat de bezwaren van klager aldus op, dat hij de bestreden televisie-commercial in strijd met de goede smaak en/of het fatsoen acht dan wel nodeloos kwetsend voor naturisten.

Bij de beantwoording van de vraag of een reclame-uiting in strijd is met criteria zoals de goede smaak en/of het fatsoen dan wel nodeloos kwetsend is, stelt de Commissie zich terughoudend op, gelet op het subjec­tieve karakter van die criteria. Met inachtneming van deze terughoudendheid acht de Commissie de onderhavige commercial niet van dien aard dat de grens van het toelaatbare wordt overschre­den. Hoewel de uiting, die duidelijk humoristisch is (bedoeld), niet door iedereen zal worden gewaardeerd, geeft dit de Commissie geen aanleiding de televisiecommercial op de door klager aangevoerde gronden ontoelaatbaar te achten.

Lees de gehele uitspraak 2011/00260 hier (link en pdf)
Lees de gehele uitspraak 2011/00260A hier (link en pdf)
Regeling: NRC art. 2

RB 879

Adapter retour onmogelijk zonder contact

Voorzitter RCC 7 april 2011, Dossiernr. 2011/00172 (adapter retour)

Reclamerecht. Uiting op www.adaptercentrum.nl over "niet goed, geld terug"-garantie. Klager stelt geen contact te hebben kunnen krijgen met adverteerder om accu te retourneren. Klaagt ook over logo thuiswinkelkeurmerk op de website. Verweerder stelt aan klager te hebben laten weten dat accu geretourneerd kon worden. Nu klager deze onderhands heeft verkocht, kan verweerder niets meer voor hem doen aldus verweerder.

Voorzitter acht dat Commissie klacht zal toewijzen en baseert zich op het volgende: nu klager geen contact kon krijgen met adverteerder en dit niet door verweerder is weersproken, is niet voldaan aan eis van art. 15c lid 1 aanhef en onder b BW. Hierdoor handelt adverteerder in strijd met art. 2 NRC. Voorzitter kan niet oordelen over logo thuiswinkelkeurmerk op website nu klager hier geen bewijs van heeft overlegd en laat het derhalve buiten beschouwing. Voorzitter doet aanbeveling.

1)  De voorzitter is van oordeel dat de Commissie de klacht zal toewijzen. Hij overweegt daartoe het volgende.
2)  In de reclame-uiting staat als voorwaarde voor het terugstorten van het aankoopbedrag dat het product dient te worden retour gezonden, waarna binnen vijf dagen het aankoopbe­drag wordt teruggestort. Klager, die een niet-passende accu bij adverteerder heeft gekocht, heeft in verband hiermee diverse malen tevergeefs contact gezocht met adverteerder. Nu klager on­weersproken heeft gesteld dat hij, ondanks diverse pogingen, geen con­tact kon krijgen met adverteerder, is niet voldaan aan de eis van artikel 15c  lid 1 aanhef en onder b BW, dat adverteerder - kort gezegd - gege­vens dient te noemen die op gemakkelijke en directe wijze een snel contact en rechtstreekse en effectieve communicatie met hem moge­lijk ma­ken. Als gevolg hiervan heeft geen com­mu­nicatie kun­nen plaatsvinden tussen klager en ad­verteerder over de terugzending als bedoeld in de gewraakte uiting. Al­dus heeft adver­teer­der niet vol­daan aan een wettelijke verplichting die zich ook uitstrekt tot de reclame-uiting, en heeft adverteerder daardoor gehandeld in strijd met artikel 2 van de Ne­derlandse Recla­me Code (NRC).

Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf)
Regeling: NRC art. 2

RB 878

Buitenlands spaargeld: depositogarantiestelsel

Reclamerecht. Tweede Kamer, 2011Z07640. Vragen over Nederlandse garanties over buitenlands spaargeld.

Vraag (PvdA-kamerlid Plasterk):

Hoe verhoudt deze manier van informeren zich tot de regel dat geen reclame mag worden gemaakt over een depositogarantiestelsel? Druist de bij vraag 2 genoemde aanprijzing niet in tegen het Nederlandse belang? Bent u niet van mening dat er geen Nederlands belang mee gediend is dat buitenlandse spaarders via het internet hun geld naar Nederlandse banken brengen, met garantie van de Nederlandse overheid?

Antwoord (Minister van Financiën, De Jager):

Tekst over het Nederlandse DGS [red. depositogarantiestelsel]
De vraagsteller verwijst naar een tekst over het Nederlandse DGS op de Belgische internetsite van de Rabobank. Naar aanleiding van de aangehaalde tekst wil ik benadrukken dat alle kosten voor het DGS ten laste komen van de banken, niet ten laste van de schatkist. Verder is relevant om op te merken dat banken, op basis van Europese regelgeving en de Wft, potentiële en bestaande depositohouders dienen te informeren welk DGS op hen van toepassing is. Tegelijkertijd geldt echter dat het een financiële onderneming op grond van artikel 3:264, lid 1, Wet op het financieel toezicht (Wft) niet is toegestaan deze informatie voor reclamedoeleinden te gebruiken. Lid 2 van dit artikel staat wel toe dat een bank in een reclame-uiting vermeldt dat op haar een vangnetregeling van toepassing is. Het is niet aan mij om te oordelen of de informatie die de Rabobank op haar website had opgenomen in strijd is met lid 1 van dit artikel. De Nederlandsche Bank (DNB) ziet hierop toe en kan zo nodig direct of indirect corrigerend optreden. Echter, ik kan me voorstellen dat de door de vraagsteller aangehaalde tekst wervend over kan komen, en dat de tekst niet voldoende tot uitdrukking brengt dat de kosten van het DGS ten laste komen van de banken. Ook de Rabobank heeft aangegeven dat de tekst op de Belgische website van de Rabobank de suggestie wekte dat deze voor reclamedoeleinden was bedoeld. De Rabobank heeft aangegeven dat dit niet had mogen gebeuren en heeft de tekst aangepast om deze suggestie weg te nemen.

Lees de kamervragen met antwoord hier

RB 877

Prijs fitness misleidend

Voorzitter RCC 7 april 2011, Dossiernr. 2011/00054 (onbeperkt fitnessen)

Reclamerecht. Folder waarin staat "onbeperkt trainen voor 15,95 per maand." Klager stelt dat deze prijs alleen geldt als jaar vooruit wordt betaald en het duurder is als per maand wordt betaald. Verweerder stelt dat dit de abonnementsprijs per jaar is en dat bij betaling per maand extra kosten in rekening worden gebracht, welke duidelijk worden aangegeven voor afsluiten. De voorzitter oordeelt dat Commissie klacht zal toewijzen. Nu de extra kosten niet in uiting worden vermeld, is er sprake van een omissie (art. 8.3 aanhef en onder c NRC). Voorzitter oordeelt in strijd met art. 7 NRC en doet aanbeveling.

De voorzitter is van oordeel dat de Commissie de klacht zal toewijzen. Hij overweegt daartoe het volgende:

Vaststaat dat men bij betaling per jaar bij adverteer­der een fitnessabonnement kan afsluiten zonder dat bijkomende kosten zijn verschuldigd. In de uiting wordt echter een bedrag per maand genoemd zonder verwijzing naar bijkomende kosten indien voor maandelijkse beta­ling wordt gekozen. Door het ontbreken van deze informatie in combinatie met het genoem­de maandbedrag, wordt de onjuiste indruk gewekt dat men ook bij betaling per maand geen bij­komende kosten is verschuldigd.
Blijkens het voorgaande is sprake van een omissie als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de Commissie van oordeel dat de ge­middelde consument hierdoor ertoe gebracht zou kunnen worden een besluit over een trans­actie te nemen, dat hij anders niet zou hebben genomen. Om die reden is de uiting mislei­dend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf)
Regeling: NRC art. 7 en art. 8.3 aanhef en onder c

RB 875

Bestaat Dago 30 jaar?

Voorzitter RCC 7 april 2011, Dossiernr. 2011/00147 (Dago)

Reclamerecht. Op website staat dat bedrijf al 30 jaar actief is. Klaagster stelt dat dit vorm van zekerheid suggereert en vindt dit niet het geval nu Dago pas sinds 2009 in de KvK is ingeschreven. Voorzitter oordeelt dat klaagster betwist dat Dago al 30 jaar bestaat en verweerder juistheid van deze mededeling niet heeft aangetoond. Hierdoor is sprake van onjuiste informatie (art. 8.2 aanhef NRC) volgens de voorzitter en zij acht de uiting in strijd met art. 7 NRC. Voorzitter doet aanbeveling.

Klaagster betwist dat adverteerder al sinds begin jaren ’80 actief is en adverteerder heeft de juistheid van de gewraakte mededeling niet aangetoond.

Van deze mededeling gaat, naar het oordeel van de voorzitter, de suggestie uit dat adverteerder al ruim 30 jaar ervaring heeft in de branche. Adverteerder heeft echter niet aannemelijk gemaakt dat dit het geval is.

Blijkens het voorgaande is onjuiste informatie verstrekt als bedoeld in artikel 8.2 aanhef  van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf).
Regeling: NRC art. 7 en art. 8.2 aanhef

RB 874

Boerderij vermeldt tarief 0900-nummer niet

Voorzitter RCC 7 april 2011, Dossiernr. 2011/00177 (geen vermelding tarief 0900-nummer)

Reclamerecht. Uitnodiging voor bezoek boerderij. Klaagster stelt dat zij voor bezoeken boerderij moest bellen naar 0900-nummer. Het tarief hiervoor ontbreekt in de uiting en wordt ook niet vermeld aan de telefoon, dus in strijd met art. 8.1 RTI volgens klaagster. Verweerder stelt dat ontbreken tarief fout is van drukker en uiting zal z.s.m. worden aangepast. Nu adverteerder klacht niet weerspreekt, acht voorzitter uiting in strijd met art. 8.1 RTI en voorzitter doet aanbeveling.

Adverteerder heeft niet weersproken dat in de reclame-uiting zelf en voorafgaand aan de aanvang van de informatiedienst het tarief ontbreekt dat voor dit gesprek in rekening wordt gebracht, hetgeen in strijd is met artikel 8.1 RTI. Adverteerder heeft laten weten dat sprake is van een drukfout en heeft toegezegd de uiting te zullen aanpassen, doch dit neem de strijdigheid van de gewraakte uiting met genoemde bepaling niet weg.

Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf).
Regeling: RTI art. 8.1

RB 873

Vectone tarieven misleidend

Voorzitter RCC 7 april 2011, Dossiernr. 2011/00146 (Vectone tarieven)

Reclamerecht. Smsbericht van 5 november 2010 waarin en website waarop staat dat voor 1ct/minuut naar vaste nummers in Marokka kan worden gebeld. Klager stelt dat hij op 6 november naar vast nummer in Marokko heeft gebeld, maar tarief nog niet was aangepast. Commissie leest deze klacht als dat het niet mogelijk was voor het tarief in genoemde sms naar Marokko te bellen. Nu adverteerder dit niet heeft betwist, is er volgens Commissie sprake van onjuiste informatie (art. 8.2 aanhef en onder d NRC en daarom misleidend. Voorzitter acht uitingen dus in strijd met art. 7 NRC en doet aanbeveling.

De voorzitter vat klagers bezwaar aldus op dat het, nadat adverteerder aan klager een sms bericht had gestuurd met de hierboven onder a bedoelde tekst, niet mogelijk was op voor 1 cent per minuut naar een vast nummer in Marokko te bellen.

Adverteerder heeft hetgeen klager stelt niet betwist, op grond waarvan de voorzitter van oordeel is dat adverteerder het geen hij in de advertentie stelt, niet is nagekomen.

Blijkens het voorgaande is onjuiste informatie verstrekt als bedoeld in artikel 8.2 aanhef  en onder d van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de voorzitter van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden zijn beide  reclame-uitingen misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf).
Regeling: NRC art. 7 en art. 8.2 aanhef en onder d