RB

Algemene regels  

RB 739

Postcode Loterij: Iedereen is winnaar

RCC 3 februari 2011, Dossiernr: 2010/00956 (Nationale Postcode Loterij - Iedereen is winnaar)

Reclamerecht. Bijzondere reclamecode voor Kansspelen (RvK). In een krantenadvertentie staat "IEDEREEN IS WINNAAR!" en "KANJERPRIJZENPO € 33.000.000" in een tv-reclame wordt o.m. gezegd “(…) dan gaan we € 33 miljoen verdelen in maar liefst 9 postcodes. De kans om miljonair te worden is dus nog nooit zo groot geweest. Doe vandaag nog mee voor de prijzenpot van 33 miljoen”. Intussen wordt op de achtergrond gezongen: “Everyone is a winner…”. Klager meent dat niet iedereen winnaar is, omdat het om een kansspel gaat. Strijd met art. II.3 RvK. De verweerder meent dat de slogan overdrachtelijk bedoeld is; net als "winnen doe je bij de Postcode Loterij" is het van algemene strekking en geen toezegging of beloft, daarbij is het een gebruikelijke en toelaatbare overdrijving. 

In de krantenadvertentie wordt geen voorbehoud gemaakt of toelichting gegeven; de absolute tekst, tevens aanhef houd een onware belofte in; en is misleidend. In de tv-uiting acht de Commissie het op achtergrond gezongen element "everyone is a winner" van ondergeschikte aard, verder blijkt voldoende dat er een winkans is; geen belofte. Betreft de advertentie doet de Commissie een aanbeveling, voor het overige wijst zij de klacht af.

Ad 1. In de advertentie staat zonder voorbehoud of nadere toelichting: “Iedereen is een winnaar!”. Deze absolute tekst, tevens aanhef van de advertentie, houdt voor de gemiddelde consument de belofte in dat iedere deelnemer aan de NPL een prijs wint, in welke vorm ook. Nu dit -blijkens het schriftelijk en mondeling gevoerde verweer- niet het geval is, acht de Commissie de advertentie misleidend met betrekking tot de kansen op het winnen van een prijs als bedoeld in artikel II.3 RvK.
 
Ad 2. In de televisiereclame komt de tekst “Iedereen is een winnaar” niet letterlijk voor. Wel wordt op de achtergrond gezongen: “Everyone is a winner..”. Dit element van de televisiereclame, dat de Commissie van ondergeschikte aard acht,  betekent niet dat de uiting de belofte inhoudt dat men als deelnemer aan de NPL in elk geval een prijs zal winnen; uit de reclame in haar geheel, waarin gewezen wordt op het verdelen van de prijzenpot van € 33,- miljoen in 9 postcodes en op de kans om miljonair te worden, blijkt voldoende duidelijk dat er sprake is van een kans om te winnen.

Lees de uitspraak hier(link) en hier(pdf).

Regeling: RVK II.3 bullet 1
SHARE

RB 738

ADs volledige collectie klassiekers = te stellig en onjuist

RCC 24 december 2010, Dossiernr: 2010/00882 (Nederlandse Klassiekers; AD.nl/boeken)

Reclamerecht. Paginagrote advertentie in de krant AD; “De volledige collectie Nederlandse Klassiekers in één keer thuisbezorgd?” twintig boeken van Nederlandse schrijvers staan afgebeeld. Voor informatie wordt verwezen naar www.ad.nl/boeken. Klager meent dat meer dan de helft van de titels niet klassiek is en niet wordt aanvaard als literaire schrijvers van blijvend belang; er ontbreken evidente klassiekers als Vestdijk, Elsschot en Hermans, en genres als poëzie en toneel. Uiting is in geen enkel opzicht volledig; misleidend. De met uitgeverijen samengestelde actie omvat idd een selectie. De commissie oordeelt: "te stellige en daardoor onjuiste informatie verstrekt over de aard van het aangeboden product als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder a van de Nederlandse Reclame Code (NRC)" en misleidend in de zin van art. 7.

Het oordeel van de Commissie

Door de omschrijving “de volledige collectie Nederlandse Klassiekers” wordt de indruk gewekt, dat men door de aanschaf van de 20 afgebeelde boeken een volledige collectie van de Nederlandse literatuur in huis haalt. Door adverteerder is erkend dat de 20 aangeboden titels een selectie betreffen die niet de volledige collectie van Nederlandse literaire werken vertegenwoordigt.
 
Gelet hierop wordt met de omschrijving “de volledige collectie Nederlandse Klassiekers” te stellige en daardoor onjuiste informatie verstrekt over de aard van het aangeboden product als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder a van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Omdat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de bestreden uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Lees de uitspraak hier(link) en hier(pdf). 
Regeling: NRC (nieuw) art. 7 en art. 8.2 onder a.

 

RB 737

Hypodomus: Deurhanger is geen brievenbus

RCC 24 december 2010, Dossiernr: 2010/00811 (Hypodomus deurhanger)

Reclamerecht, bijzondere reclamecode, Code verspreiding ongeadresseerd reclamedrukwerk (VOR). Uiting betreft een deurhanger die dienst doet als folder van makelaar- en hypotheekadviseur Hypodomus. Klacht: ondanks NEE/NEE-sticker is deze deurhanger aan deur van klager gehangen. Verweer: de uiting werd aan deurknop gehangen, en niet in of op de brievenbus. Op de onduidelijk geformuleerde klacht heeft adverteerder niet gereageerd. De RCC legt een test aan, ex art. 2.2 Code VOR: de betekenis van de NEE/NEE-sticker neer op dat de bewoner of gebruiker van het perceel geen prijs stelt op reclamedrukwerk. Strijd met art. 3.1 Code VOR en doet een aanbeveling.

Het oordeel van de Commissie

De uiting betreft reclamedrukwerk dat gratis huis-aan-huis wordt verspreid zonder vermelding van adres en woonplaats van de ontvanger en moet daarom worden beschouwd als ongeadresseerd reclamedrukwerk in de zin van artikel 1.1 sub d van de Code Verspreiding Ongeadresseerd Reclamedrukwerk (Code VOR).
 
Niet is weersproken dat klager een NEE/NEE sticker op zijn brievenbus heeft aangebracht als bedoeld in bijlage 1 bij de Code VOR. Blijkens artikel 2.2 Code VOR wordt met een dergelijke sticker aangegeven dat de bewoner of gebruiker van het desbetreffende perceel geen prijs stelt op de ontvangst van ongeadresseerd reclamedrukwerk en huis-aan-huisbladen.
 
Ondanks de aanwezigheid van een NEE/NEE sticker is de van Hypodomus afkom­stige deurhanger aan klagers voordeur gehangen. Naar het oordeel van de Com­mis­sie heeft Hypodomus hierdoor gehandeld in strijd met artikel 3.1 Code VOR, waarin is bepaald – voor zover hier van belang – dat een afzender van ongeadres­seerd reclamedrukwerk alle maatregelen en voorzieningen moet treffen die nood­zakelijk zijn om de respectering van de NEE/NEE sticker te bereiken. Het verweer dat de deurhanger niet in de brievenbus is gedaan en daarom buiten het bereik van de NEE/NEE sticker valt, houdt geen stand. Onder ontvangst van ongeadresseerd reclamedrukwerk, waarop klager blijkens de sticker geen prijs stelt, dient ook te worden begrepen het hangen van een folder aan de deurknop van een voordeur.
 
De Commissie acht voldoende aannemelijk geworden dat klager zich voorafgaand aan het indienen van de onderhavige klacht schriftelijk bij Hypodomus als afzender heeft beklaagd over het in strijd met de NEE/NEE sticker ontvangen van de deur­hanger, en de afhandeling van zijn klacht door de afzender onbevredigend heeft geacht, zodat is voldaan aan de bepalingen in de artikelen 5 en 6 Code VOR.

Lees de uitspraak hier(link) of hier(pdf).
Zie o.a. hier bij de Consumentenbond hoe Hypodomus wordt gedacht.

Regeling: Code VOR: art. 1.1, 2.2, 3.1, 5 en 6. 

RB 736

"En de tweede helft pas over twee jaar"

RCC 7 maart 2011, Dossiernrs. 2011/00083, 00083A, 00084, 00085 (Suzuki 50/50 deals)

Reclamerecht. Het betreft een televisiereclame (en vrijwel dezelfde vermelding op website) waarin onder meer wordt gezegd: "De nieuwe Suzuki Alto / Swift is er nu al vanaf EUR 3.999,- / 5.569,-" ... "Ja, u hoort het goed, de Suzuki Swift al vanaf EUR 5.569,-. En de tweede helft betaalt u pas over 2 jaar, zonder rente. Kijk op Suzuki.nl". Klacht: De auto is in werkelijkheid tweemaal zo duur als de genoemde prijs, ook het woord "nu" onderstreept de totaalprijs, wat niet zo is en daarom is de uiting misleidend. Verweer: De uiting noemt een tweede deelbetaling. Deze bedragen vormen samen de volledige koopsom. Oordeel: Misleidende prijs. Aanbeveling om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

Het oordeel van de commissie

Het is niet voldoende duidelijk of genoemd bedrag gelijk is aan de totale voor de auto te betalen prijs, dan wel aan de helft van de totaalprijs die men uiteindelijk - twee jaar later - zal hebben betaald. Geen duidelijke informatie over de prijs (art. 8.2 aanhef en onder d NRC). Dat op de website nadere informatie wordt gegeven over het aanbod, zoals bijvoorbeeld over de "Totale prijs van het krediet", neemt de onduidelijkheid onvoldoende weg. Bovendien kan de gemiddelde consument een besluit over een transactie nemen, dat hij anders niet had genomen, waardoor de uiting ook misleidend en daardoor oneerlijk is (art. 7 NRC).

Wel voldoende duidelijk is: "U betaalt voor deze nieuwe Suzuki Splash nu EUR 4.649,-. En de andere helft over twee jaar". Ook geen onjuiste suggestie omtrent het moment van eigendomsovergang.

Lees de uitspraken hierr: 00083, 00083A, 00084 en 00085) en hier(samengestelde pdf)

Regeling: NRC (nieuw) artikel 7, 8.2 aanhef en onder d.

RB 731

Pepperspray: niet aan de orde zijnde uitzonderingen

RCC 17 februari 2011, Dossiernr: 2010/00917 (Spyshop-venlo; Pepperspray)

Reclamerecht. In strijd met Wet wapens en munitie; digitale communicatie op ED.nl 19 oktober 2010: "Veilig met Pepperspray; Voorkom overvallen en aanranding, verdedig jezelf met Pepperspray; www.spyshop-venlo.com". Pepperspray valt onder categorie II van verboden wapens als bedoeld in artikel 2 van de Wet wapens en munitie (Wwm). Krachtens de artikelen 26, 27 en 28 Wwm is het verboden een wapen uit categorie II voorhanden te hebben, te dragen of over te dragen. Geen uitzondering van toepassing; strijd met art. 3 NRC. Commissie wijst de klacht toe en beveelt aan.

Update: nu wordt pepperspray via filiaal in Duitsland aangeboden, strijd met RCC?

Aanschaf van pepperspray ter verdediging tegen overvallen en aanranding. Pepperspray valt onder categorie II van verboden wapens als bedoeld in artikel 2 van de Wet wapens en munitie (Wwm). Krachtens de artikelen 26, 27 en 28 Wwm is het – behoudens bepaalde hier niet aan de orde zijnde uitzonderingsgevallen waarin verlof is verleend – verboden een wapen uit categorie II voorhanden te hebben, te dragen of over te dragen. Gelet op het vorenstaande maakt adverteerder reclame voor een verboden wapen. Om die reden is de reclame-uiting in strijd met artikel 3 van de Nederlandse Reclame Code (NRC).
 
Op grond van het voorgaande acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met artikel 3 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

Lees de uitspraak hier(link) en hier(pdf).

Wat meent u: is de huidige site van www.spyshop-venlo.com in overeenstemming met de RCC, ook nu wordt vermeld dat pepperspray alleen in het Duitse filiaal wordt verkocht? Zou daarover ook succesvol geklaagd kunnen worden? Praat met ons mee op de (gesloten) LinkedIn-groep.
 
Regeling: NRC (nieuw) art. 3 (alg. belang/openbare orde); Wet wapens en munitie; art. 2, 26, 27 en 28.

RB 730

Volgorde en naam pakketten: stijgende dekking?

RCC 17 februari 2011, Dossiernr: 2010/00801 (Avéro Achmeao - alternatieve geneeswijzen)

Reclamerecht. Vergoeding van alternatieve geneeswijzen in aanvullende verzekeringen van Avéro Achmea online; (klik plaatje(vergroting) of hier(pdf) voor uiting) misleiding voornaamste kenmerken, product, ontbrekende informatie. Aanvullend pakket Start, Extra, Royaal en Excellent suggereert een stijgende lijn in de dekking van de pakketten; bij Excellent-pakket aantal (niet-)artsen wiens behandelingen worden vergoed is kleiner, en niet-expliciete vermelding van te vergoede behandelingen; terwijl bij Start-pakket wel vermeld.

Verweer: geen reclame; voor aspirant-verzekerden. Met de aanvullende informatie waarnaar op de website wordt verwezen is een duidelijk en overzichtelijk beeld gegeven rondom vergoeding alternatieve geneeswijzen in aanvullende verzekeringen. RCC: overgangsrecht; oordeel naar oude definitie "reclame"; volgorde waarin de pakketten zijn opgenomen ontstaat de indruk een stijgende lijn in dekking en vergoedingen. Hyperlinken naar een compleet dekkingsoverzicht en de polisvoorwaarden is onvoldoende om de onduidelijkheid in de gewraakte uiting weg te nemen. RCC acht strijd met art. 7 NRC.

Het oordeel van de Commissie
 
1. In de eerste plaats dient beoordeeld te worden of de bestreden uiting reclame betreft in de zin van de Nederlandse Reclame Code. Met ingang van 1 januari 2011 is het aangepaste artikel 1 NRC, waarin wordt gedefinieerd wat onder reclame moet worden verstaan, in werking getreden. Krachtens het daarbij geldende overgangsrecht moeten klachten die zijn ingediend voor 1 januari 2011 en betrekking hebben op uitingen die zijn gepubliceerd in 2010 en niet meer in 2011 worden beoordeeld met toepassing van de definitie van  reclame in het oude artikel 1 NRC.

Nu de onderhavige klacht is ingediend in oktober 2010 en niet is gebleken dat de bestreden webpagina ook in 2011 in deze vorm is gehandhaafd, beantwoordt de Commissie de vraag of sprake is van een reclame-uiting aan de hand van het tot 1 januari 2011 geldende artikel 1 NRC. Hierin is bepaald dat onder reclame wordt verstaan iedere openbare aanprijzing van goederen, diensten of denkbeelden, alsmede het vragen van diensten. Naar het oordeel van de Commissie bevat de bestreden uiting openbaar beschikbare informatie die een aanprijzing inhoudt van de aanvullende verzekeringen van verweerder. Blijkens mededeling van verweerder is de uiting gericht op aspirant-verzekerden, wat het wervende karakter van de uiting onderstreept. Gelet hierop wordt de bestreden uiting beschouwd als een reclame-uiting in de zin van de NRC.
 
2. De vier aanvullende verzekeringspakketten zijn genaamd Start, Extra, Royaal en Excellent. Door de volgorde waarin de pakketten zijn opgenomen in de uiting en door de benaming ontstaat de indruk dat een volgend pakket wat betreft dekking en vergoedingen een uitbreiding betekent van het voorafgaande pakket. Vast is komen te staan dat dit met betrekking tot de dekking van alternatieve geneeswijzen niet het geval is. Bij het Start-pakket is sprake van een dekking voor een breed scala aan alternatieve geneeswijzen, terwijl de dekking bij het Excellent-pakket beperkt blijkt te zijn tot een limitatieve opsomming van artsen en overige zorgverleners.

Deze beperking, waarop de consument niet bedacht hoeft te zijn, wordt in de bestreden uiting niet vermeld. Het opnemen van een link naar een compleet dekkingsoverzicht en de polisvoorwaarden is onvoldoende om de onduidelijkheid in de gewraakte uiting weg te nemen.
 
3. Gelet op het voorgaande is de uiting gepaard gegaan met onduidelijke of dubbelzinnige informatie over de aard van de door verweerder aangeboden aanvullende verzekeringen als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en sub a van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Omdat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over de transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Lees de uitspraak hier(link) en hier(pdf).

Regeling: NRC (nieuw) art. 7, NRC (nieuw) art. 8.2 onder a; oude definitie reclame

RB 729

Overledene heeft niet medegedeeld geen reclame te willen ontvangen

RCC 17 februari 2011, Dossiernr: 2010/00921 (DONG Energy komterugnaarons.nl)

Reclamerecht. Brief aan voormalige klanten met een aanbod om (weer) klant te worden; speciaal aanbod; kijk op de intersite www.komterugnaarons.nl; met persoonlijke videoboodschap waarbij naam voormalig klant verschijnt in video. Brief is gericht aan overleden moeder van klager; kwetsend voor familie. Daarbij inbreuk op privacy (ook voor niet-overledenen), omdat naam online verschijnt. Unieke code; in de brief; schermt video af voor anderen.

Toezending niet zonder meer strijdig met de NRC; geen mededeling ex art. 14 Code Brievenbusreclame gedaan. Code Postfilter nog niet werkzaam; geen toetsing. Afwijzing van de klacht. De unieke code zorgt ervoor dat de reclameboodschap niet toegankelijk is voor derden: Afwijzing van ook deze klacht.

De klacht van klager heeft (met name) betrekking op de door klager als kwetsend ervaren toezending van de brief, met daarin de weblink voor het bekijken van het gewraakte op internet geplaatste filmpje, aan klagers moeder die in mei 2010 is overleden, en is niet primair gericht tegen de inhoud van de gewraakte wervingsbrief en het filmpje. Hoewel de Commissie er begrip voor heeft dat klager onaangenaam kan zijn getroffen door de toezending van de aan zijn moeder geadresseerde brief, is de toezending van de reclame-uiting op zichzelf genomen niet zonder meer strijdig met de Nederlandse Reclame Code (NRC).
 
Niet is gebleken dat klagers moeder op enig moment adverteerder heeft meegedeeld geen geadresseerde reclame te willen ontvangen in de zin van artikel 14 van de Code Brievenbusreclame, huissampling en direct response advertising.
 
Voorts wordt opgemerkt, dat ten tijde van de toezending van de gewraakte uiting (november 2010) de Code Postfilter nog niet in werking was getreden, zodat door de Commissie de correcte naleving door adverteerder van de in de Code Postfilter opgenomen regels met betrekking tot ongevraagde geadresseerde reclamepost niet getoetst kan worden.
 
Gelet op het vorenstaande wordt dit gedeelte van de klacht afgewezen.
 
Voor zover de klacht betrekking heeft op het privacyschendende karakter van de op internet geplaatste reclame-uiting, wordt de klacht eveneens afgewezen. Vast is komen te staan dat in de wervingsbrief een persoonlijke, unieke code is opgenomen die moet worden ingevoerd om het filmpje op internet te kunnen bekijken. De gepersonaliseerde reclameboodschap is daardoor niet voor derden toegankelijk.

Lees de uitspraak hier(link) en hier(pdf).
Regeling: NRC, art. 14 Code Brievenbusreclame, huissampling en direct response advertising; Code Postfilter

Wat meent u, zou onder de Code Postfilter een ander oordeel zijn gekomen? Praat met ons mee op de (gesloten) LinkedIn-groep.

RB 727

"Maak seks lekker duidelijk!"

RCC 17 februari 2011, Dossiernr: 2010/00922 (Maak seks lekker duidelijk)

Reclamerecht. Banner op sociale media pagina Hyves. Gericht op jongeren 12-18 "Maak seks lekker duidelijk"; automatisch inlezen van gebruikersnaam in advertentie "Wil [naam gebruiker] meteen seks?". Klacht: grensoverschrijdend in strijd met goede smaak/fatsoen (art. 2 NRC). De Commissie stelt zich terughoudend op gelet op het subjectieve karakter van de criteria. Het is confronterend, maar de grens van het toelaatbare wordt niet overschreden. Afwijzing volgt.

Verweer:

In opdracht van de ministeries van VWS en OCW hebben verweerders in november 2010 de campagne “Maak seks lekker duidelijk” gelanceerd met als doelstelling de seksuele weerbaarheid van jongeren tussen 12 en 18 jaar te bevorderen. De bestreden banner maakt deel uit van deze campagne. Om de effectiviteit van de campagne te vergroten, is niet gekozen voor een anonieme banner, maar voor een banner met de naamgegevens van de Hyves-gebruiker. De prikkelende tekst “Wil [naam] meteen seks?” is bedoeld om de nieuwsgierigheid van jongeren te wekken. Via de banner kan worden doorgeklikt naar de Hyves-pagina van de campagne.

Het oordeel van de Commissie

De Commissie begrijpt de klacht aldus, dat klaagster van mening is dat in de bestreden uiting de grenzen van de goede smaak en het fatsoen overschreden zijn als bedoeld in artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC).
         
Bij de beantwoording van de vraag of een uiting in strijd is met criteria zoals de
goede smaak en het fatsoen stelt de Commissie zich terughoudend op, gelet op het subjectieve karakter van die criteria. Met inachtneming van deze terughoudendheid is de Commissie van oordeel dat, hoewel in de onderhavige uiting sprake is van een enigszins confronterende manier van communiceren, de grens van het toelaatbare niet wordt overschreden.
 
De Commissie heeft er overigens begrip voor dat niet iedereen de onderhavige uiting zal waarderen, maar dit leidt niet tot een andere beslissing in deze zaak.

Lees de uitspraak hier(link) en hier(pdf).

Regeling: NRC (nieuw) art. 2

RB 725

"kokend water"

©Zip Hydro TapHof ’s-Gravenhage, 15 maart 2011, LJN BP8195, zaaknr. 200.011.557/01, Henri Peteri B.V. tegen Ab Power Selling (met dank aan Vivienne Verlinden-Masson, Plas Bossinade).

Reclamerecht. Vergelijkende reclame; misleiding omtrent "kokend", "kokend heet" en "boiling" al dan niet icm aanduiding product (zijnde "water"). Water kookt slechts bij 100oC, en dat is niet het geval bij de Zip Hydro Tap, meent Henri Peteri itt de door hem aangeboden Quooker. Het hof bekrachtigt het vonnis van de Rechtbank ‘s-Gravenhage, 6 februari 2007, IEF 3422). Perceptie van het begrip “kokend water”. Oordeel: geen misleidende reclame over de ZIP Hydro Tap. 

r.o. 11. Het hof deelt de opvatting van de rechtbank dat in dit geval onder de maatmanconsument (hierna kortweg: de consument) moet worden verstaan een gewone man of vrouw, die een apparaat als de Zip Hydro Tap denkt te gaan gebruiken in de huishoudelijke omgeving van zijn eigen keuken. Het hof onderschrijft eveneens het oordeel van de rechtbank dat de consument daarbij gericht zal zijn op de gebruiksmogelijkheden van het apparaat (de functionaliteit). Het hof verwerpt daarbij de stelling van Henri Peteri dat het er slechts om gaat of het water dat uit de kraan komt een temperatuur heeft die overeenkomt met het atmosferische kookpunt en dat de gebruiksmogelijkheden van het door de Zip Hydro Tap geleverde water (bij de bepaling van het waarheidsgehalte van de mededelingen) niet van belang zijn. Naar Henri Peteri zelf ook benadrukt (getuige de verwijzing naar haar productie 5), zijn de gewaakte aanduidingen als "kokend" en "kokend heet" voor de consument immers vooral van belang voor de eigenschappen die het aldus aangeduide water heeft en daarmee voor de gebruiksmogelijkheden ervan. In zoverre falen de grieven. De klacht dat de rechtbank ten onrechte de eigenschappen van de Quooker in haar beoordeling heeft betrokken is gegrond in die zin dat het er thans niet om gaat welk apparaat beter aan de verwachtingen van de consument voldoet. De klacht kan echter op zichzelf niet tot vernietiging leiden.

(...)

r.o. 25. Aan het water in de tank van de (diverse uitvoeringsvormen van de) Zip Hydro Tap zijn diverse metingen verricht. Daaruit blijkt dat het water in de tank op gezette tijden wel borrelt, maar dat het niet een temperatuur van 100°C bereikt. Gelet op het voorgaande acht het hof dat evenwel niet doorslaggevend. Het gaat immers om het verwachtingspatroon van de consument vanuit zijn ervaring met de traditionele middelen om water te verkrijgen dat geschikt is voor de in r.o. 22 genoemde toepassingen [ook water uit een fluitketel kookt (net) niet meer als het wordt uitgeschonken – red.].

(…) 26. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de Zip Hydro Tap levert wat een consument van "kokend water" verwacht Daaruit volgt dat ook de aanduiding "boiling" op de kraan, op de doos en in de handleiding en installatie-instrucie niet misleidend is. De grieven 1,2 en 4 tot en met 9 falen derhalve. Hetzelfde geldt voor de grieven 10 en 11, waarin zonder noemenswaardige verdere toelichting wordt herhaald dat AB zich schuldig maakt aan misleiding. De daaruit voortvloeiende conclusie is dat de vorderingen van Henri Peteri door de rechtbank terecht zijn afgewezen.

Lees het arrest hier(scan), hier(link) of hier(pdf).

Regeling: 6:162;  193a-j ;  194  BW  ; Richtlijn 2005/29/EG oneerlijke handelspraktijken (OHP)

RB 724

OP=OP, voldoende? Handdoek in de ring?

RCC 17 februari 2011, Dossiernr: 2010/00875

Reclamerecht. Actie-aanbieding bij Kruidvat waarbij geldt voor Niveau for men-producten: "2+1 gratis+ voor Niveau for Men-handdoek" is aangekondigd. Nu blijkt dat 3,5 uur nadat de actie van start is gegaan geen handdoeken meer voorradig zijn. Hoewel op=op, en nalevering op 2e en 2e dag, rust op filiaalbedrijven (...) de  verplichting om zodanige maatregelen te treffen dat, indien geen specifieke uitzonderingen worden genoemd, een aanbieding in alle verkooppunten wordt nagekomen. Strijd met algemene aanbeveling sub h NRC, strijd met artikel 7 NRC; aanbeveling.

Op grond van de algemene aanbeveling sub h van de Nederlandse Reclame Code (NRC) rust op filiaalbedrijven, waartoe adverteerder gerekend moet worden, de  verplichting om zodanige maatregelen te treffen dat, indien geen specifieke uitzonderingen worden genoemd, een aanbieding in alle verkooppunten wordt nagekomen. Als erkend is komen vast te staan, dat op de eerste dag van de actie waarbij 2+1 gratis Nivea for men producten met een gratis kleedkamerhanddoek zijn aangeboden de handdoeken in veel Kruidvatfilialen, waaronder het filiaal in klagers woonplaats, niet voorradig waren.
 
Adverteerder heeft hiermee gehandeld in strijd met de eisen van de algemene aanbeveling sub h NRC. Hieruit volgt tevens dat in de gewraakte reclame-uiting geen duidelijk informatie is verstrekt over de beschikbaarheid van het aangeboden product als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b NRC. Gelet hierop acht de Commissie de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
 
Het beroep van adverteerder op overmacht bij de productieafdeling kan naar het oordeel van de Commissie, onder verwijzing naar (de toelichting op) genoemde algemene aanbeveling sub h NRC, niet worden aanvaard. Ook de vermelding dat het een op=op actie betreft neemt het misleidende karakter van de uiting niet weg, nu in het onderhavige geval het aangeboden actieproduct bij het ingaan van de actieperiode in het geheel niet aanwezig was.

De beslissing
 
De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met artikel 7 van de Nederlandse Reclame Code. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

Regeling: NRC (nieuw) art. 7; art. 8.2 onder b én Algemene Aanbeveling sub h. filiaalbedrijven
Zie ook: www.creatie.nl/creatie/select/expression/66644.do en www.niveaformen-press.nl
plaatje: ©2010, TWBA/BEC