RB

Algemene regels  

RB 1835

AH Merkmini's zijn corresponderende merkproducten

CvB RCC 3 juli 2013, dossiernr. 2013/00198 (Gratis keukenmini’s)
Bevestiging afwijzing van de klacht. Het betreft de onderstaande reclame-uitingen betreffende de “gratis keukenmini’s”:- de posters aangebracht op de winkelruiten en in de winkels met de tekst “Jij kan alles maken!” en “gratis keukenmini’s”, en - de televisiereclame, waarin men kinderen boodschappen ziet doen, en waarin onder meer gezegd wordt “Je kunt nu keukenmini’s verzamelen bij Albert Heijn. We hebben 50 nieuwe mini’s voor in je keukentje. () Dus de komende weken zorgen de kinderen voor het eten. (…) Gratis keukenmini’s bij elke € 15,- aan boodschappen. Gewoon bij Albert Heijn”. 

De klacht - Klaagster, moeder van twee dochters van 3 en 5,  voelt zich door de overdaad aan de mede op kinderen gerichte reclame als het ware gedwongen om bij adverteerder boodschappen te doen, waardoor deze manier van reclame maken in strijd is met artikel 14 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Adverteerder zet weliswaar kinderen niet rechtreeks aan als bedoeld in artikel II sub 2 van de Kinder- en Jeugdreclamecode (KJC), maar bedient zich van agressieve reclame omdat de campagne geen ander doel heeft dan om de gemiddelde ouder te doen besluiten om boodschappen bij adverteerder te doen waardoor de keuzevrijheid wordt beperkt.

 

De keukenmini’s, die door de producenten in kwestie worden gesponsord, zijn in strijd met de Reclamecode voor Voedingsmiddelen (RVV) omdat de producenten daarmee reclame maken gericht op kinderen jonger dan 7 jaar. De mini’s zijn niet herkenbaar als reclame-uiting voor de producten in kwestie, zodat deze in strijd zijn met artikel 11 NRC.

De beslissing van de Reclame Code Commissie van 7 mei 2013: De Commissie wijst de klacht af.

Het College van Beroep [3 juli 2013]
De grief - De Commissie heeft een deel van de klacht buiten beschouwing gelaten. Het betreft het gedeelte van de klacht dat is ge­richt tegen alle zogenaamde merkmini's, dat wil zeggen mini’s in de vorm van een kleine verpakking van een voedingsmiddel van een A-merkfabrikant. De Commissie had de merkmini’s dienen te toetsen aan de Reclamecode voor Voe­dingsmiddelen (RVV). Indien de Commissie de merkmini’s bij haar beoordeling had betrokken en deze aan de RVV zou hebben getoetst, zou zij hebben geoordeeld dat sprake is van reclame voor voedingsmiddelen. Deze re­clame is oneerlijk in de zin van artikel 7 van de Nederlandse Reclame Code (NRC).

6. De grieven treffen op grond van het voorgaande uitsluitend doel voor zover de Commissie de merkmini’s niet als reclame-uitingen voor de corresponderende voedingsmiddelen (merkproducten) heeft aangemerkt. Dit kan appellante evenwel niet baten, nu deze reclame-uitingen toelaatbaar zijn. Het College komt aldus, zij het op andere gron­den, tot dezelfde uitkomst als de Commissie. Derhalve wordt beslist als volgt. 

De beslissing van het College van Beroep
Het College bevestigt de beslissing van de Commissie voor zover in beroep aan de orde en met wijziging van gronden.

RB 1833

Aanbieden alternatieve fietsdrager is misleidend

Vz RCC 17 juni 2013, dossiernr. 2013/00351 (Spinder fietsdrager)
Beschikbaarheid. Voornaamste kenmerken product. Zwarte lijst. Aanbeveling. Het betreft een reclamefolder waarin onder meer een ‘Spinder fietsdrager’ wordt aangeboden met de tekst: “Spinder fietsdrager, Ruim kantelbare fietsdrager voor 2 (elektrische) fietsen, Gebruiksvriendelijke fietsklemmen, Geschikt voor elke fiets en trekhaak” en een prijsvermelding van € 239 voor € 99. Het product zoals dat in de folder is afgebeeld heeft op diverse plaatsen een logo en de merknaam “Spinder”.
 
De klacht - Klager stelt dat in de winkel bleek dat het bij deze aanbieding niet om een originele “Spinder” gaat, maar om een replica zonder de echte merklogo’s.

Het oordeel van de voorzitter
De reclame-uiting vermeldt dat het om een fietsendrager van het merk “Spinder” gaat. Anders dan adverteerder stelt, heeft klager niet gekozen voor een alternatieve fietsendrager wegens het niet voorradig zijn van deze “Spinder”. De voorzitter begrijpt de klacht aldus, dat in de winkel uitsluitend een alternatieve fietsendrager wordt aangeboden die weliswaar exact dezelfde kenmerken en eigenschappen als de “Spinder” uit de folder lijkt te hebben en wordt aangeboden voor dezelfde prijs, maar die niet door Spinder is geproduceerd. Wat hiervan ver­der ook zij, niet gebleken is dat adverteerder een voldoende voorraad actieproducten had. Op grond van het voorgaande is de voorzitter van oordeel dat adverteerder een Spinder fietsdrager te koop aanbiedt zonder daarbij te vermelden dat er een gegrond vermoeden bestaat dat hij dit product niet kan leveren in een hoeveelheid die, rekening houdend met het product, de omvang van de gevoerde reclame en de aangeboden prijs redelijk is. Aldus is sprake van een lokkertje en een misleidende wijze van reclame maken als bedoeld in artikel 8.5 van de Ne­derlandse Reclame Code in combinatie met punt 5 van Bijlage 1 bij dat artikel. Derge­lijk handelen is onder alle omstandigheden misleidend.

De beslissing van de voorzitter
Op grond van het voorgaande acht de voorzitter de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. De voorzitter beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

RB 1832

Aanbieden seksartikelen in folder ontoelaatbaar

RCC 14 juni 2013, dossiernr. 2013/00429 (Cadeau’s met een knipoog)
Kinderen. Seksuele strekking. Artikel 2 NRC. Goede smaak en fatsoen. Aanbeveling. Het betreft een huis-aan-huis verspreide folder met aanbiedingen voor de periode 2 tot en met 15 juni 2013. Op de voorzijde staat onder meer: “Vaderdag! 16 juni”. Op pagina 2 worden “Cadeau’s met een knipoog” aangeboden, waaronder: “Willy string”, “Sexy kraskaarten”, “Willy warmer”, “Trophy ‘lulletje van de week’”, “Ring for sex bel”, “Kamasutra kaarten”, “After sex tissues” en “Kamasutra toiletpapier”. Ook wordt een “Mok sexy striptease” aangeboden met daarbij de mededeling: “Gevuld met warme drank begint de striptease”.

De klacht - In de folder worden seksartikelen te koop aangeboden, terwijl het een algemene folder betreft, die ook door (jonge) kinderen zal worden gezien. Dit is in strijd met de goede smaak en de goede zeden. Het laatste geldt ook voor het zichtbaar te koop aanbieden van deze artikelen in de winkel. Klaagster wijst op het verschil met seksshops, waarbij duidelijk is wat de aard is van de bezochte winkel en op folders van bijvoorbeeld Pabo, die in een gesloten envelop worden verspreid. In dit geval lijkt klaagster ook artikel 8 van de Kinder- en Jeugdreclamecode (KJC) van toepassing: “Het is verboden ongeadresseerd of aan kinderen geadresseerd reclamemateriaal te (doen) verspreiden dat redelijkerwijs geacht kan worden schade toe te brengen aan de geestelijke gezondheid van kinderen”.

Het oordeel van de Commissie
Bij de beantwoording van de vraag of een reclame-uiting in strijd is met de goede smaak en/of de goede zeden stelt de Commissie zich terughoudend op. Bij dergelijke normen is de invulling immers afhankelijk van de persoonlijke waardering en opvattingen van degene die met de uiting wordt geconfronteerd. In een dergelijk geval dient te worden volstaan met te beoordelen of naar de huidige algemene maatschappelijke opvattingen de uiting de grenzen van het toelaatbare te buiten gaat, mede gelet op het publiek dat door de uiting wordt bereikt. Uitgaande hiervan oordeelt de Commissie als volgt.
Op pagina 2 van de folder worden in woord en beeld diverse cadeaus aangeprezen die een expliciete seksuele strekking hebben, zoals “Sexy kraskaarten”, de “Mok sexy striptease”, “Kamasutra kaarten”, “Kamasutra toiletpapier”, de “Ring for sex” en de “After sex tissues”. Voorts worden “Willy strings” en “Willy warmers” aangeboden waarmee op een kennelijk humoristisch bedoelde wijze specifiek het mannelijk ge­slachts­deel kan worden bedekt. Rechtsboven de pagina staat een afbeelding van een “Trophy” met de naam “lulletje van de week”, die onmiskenbaar een penis tijdens een erectie voorstelt.
De Commissie constateert dat adverteerder de hiervoor bedoelde artikelen aanprijst in een huis-aan-huis verspreide folder die geacht kan worden tevens voor kinderen be­stem­­de suggesties voor Vaderdag-geschenken te bevatten. De Commissie wijst in dit verband op de plakdecoratie die onderaan de bewuste pagina wordt aangeboden waar­mee men zelf serviesgoed kan decoreren, waarbij als voorbeeld het woord “papa” wordt getoond. Voorts bevat de folder een aanbieding voor “Glow in the dark sticks” en andere producten die specifiek voor kinderen lijken te zijn bedoeld.
De Commissie is van oordeel dat het naar de huidige algemene maatschappelijke opvattingen ontoelaatbaar moet worden geacht dat in een huis-aan-huis verspreide folder die mede op kinderen is gericht en die ook voor hen bedoelde aanbiedingen bevat, tevens wordt geadverteerd met producten die een expliciete seksuele strekking hebben. Dit geldt te meer, nu deze producten in het kader van “Vaderdag” worden aangeprezen, waarmee de suggestie wordt gewekt dat kinderen deze cadeaus aan hun vader kunnen geven. Dat het gaat om “Cadeau’s met een knipoog”, doet aan het voorgaande niet af.
Nu de uiting op grond van het voorgaande ontoelaatbaar dient te worden geacht wegens strijd met de goede smaak en het fatsoen, kan in het midden blijven of de uiting tevens in strijd is met het door klaagster aangehaalde artikel 8 KJC.
Klaagster stelt dat zij “het zichtbaar te koop aanbieden in de winkel van deze artikelen” ook in strijd acht met de goede smaak en de goede zeden. Dienaangaande oordeelt de Commissie dat in zoverre geen sprake is van een klacht over een concrete reclame-uiting, zodat de klacht in zoverre niet kan slagen.

De beslissing
Op grond van het voorgaande acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met artikel 2 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken. Voor het overige wijst zij de klacht af.

RB 1831

Bikini Beyoncé is misleidend

Vz RCC 14 juni 2013, dossiernr. 2013/00407 (Bikini Beyoncé)
Beschikbaarheid. Aanbeveling. Het betreft de televisiecommercial waarin Beyoncé onder meer een bikini met hoge bikinislip en omslagdoek showt.

De klacht - De groen blauwe bikini, met  hoge bikinislip en omslagdoek die Beyoncé in deze uiting draagt, is niet bij adverteerder verkrijgbaar. Hierdoor acht klaagster de uiting misleidend.

Het oordeel van de voorzitter
Adverteerder heeft erkend dat de in de uiting getoonde bikinislip met hoge taille niet  verkrijgbaar was. Door het tonen en daarmee aanprijzen van deze niet bij adverteerder verkrijgbare bikini, acht de voorzitter de reclame-uiting misleidend. Aannemelijk is immers dat de gemiddelde consument ervan zal uitgaan dat de getoonde modellen in de winkel kunnen worden gekocht.

De beslissing
Op grond van het hierboven overwogene acht de voorzitter de uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC en beveelt hij adverteerder, voor zo ver nodig, aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

RB 1830

Calgon 2-in-1 heeft alleen een preventieve werking

RCC 29 juni 2013, dossiernr. 2013/00363 (Calgon 2-in-1)
Gemiddelde consument. Voornaamste kenmerken product. Aanbeveling. Het betreft de televisiecommercial voor Calgon 2-in-1. Te zien is hoe in het programma “Slim wassen door Calgon” een presentator “een huisvrouw met drie kinderen en minstens elke dag een was” interviewt. Op de vraag van de presentator “Waarom gebruikt u Calgon 2-in-1?” antwoordt de vrouw onder meer: (…) “Daarvóór maakte mijn wasmachine nogal wat lawaai en rook ook niet altijd even fris (…). Nu, met Calgon 2-in-1, heb ik deze problemen niet meer. Mijn machine lijkt ook veel beter te werken.” De presentator sluit het gesprek af met de mededeling: “Ervaar het zelf, hoe Calgon 2-in-1 uw machine schoonhoudt en beschermt.”

De klacht - In de commercial wordt beweerd dat de vieze geur en rare geluiden van een wasmachine zijn verholpen door het gebruik van Calgon 2-in-1. Calgon kan echter alleen dergelijke klachten voorkomen indien het vanaf het begin wordt gebruikt. Het is misleidend te stellen dat Calgon deze klachten oplost.

Het oordeel van de Commissie
Als erkend is komen vast te staan dat Calgon 2-in-1 alleen een preventieve werking heeft en bestaande klachten van een wasmachine, zoals het vies ruiken of lawaai maken, niet kan oplossen. Naar het oordeel van de Commissie wordt dit in de televisiecommercial onvoldoende duidelijk gemaakt. Uit de zinsneden “Daarvóór maakte mijn wasmachine nogal wat lawaai en rook ook niet altijd even fris (…). Nu, met Calgon 2-in-1 heb ik deze problemen niet meer” blijkt niet dat met “daarvóór” wordt gedoeld op een oude wasmachine en met “nu” op een nieuwe machine, en niet op de situatie voor en na gebruik van Calgon 2-in-1 in dezelfde wasmachine. Naar het oordeel van de Commissie maakt de slotzin “Ervaar het zelf, hoe Calgon 2-in-1 uw machine schoonhoudt en beschermt” de gemiddelde consument evenmin duidelijk dat alleen sprake is van een preventieve werking van Calgon 2-in-1.

De beslissing
De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

RB 1829

Geen specifiek prijsvoordeel

Vz RCC 17 juni 2013, dossiernr. 2013/00437 (Kruidvat luiers)
Misleidende reclame. Betreft de mededeling op het prijskaartje in een Kruidvat filiaal bij het schap met luiers van het huismerk: 'ACTIE! Kruidvat Jumbopack 13,89'. Volgens klaagster wordt gesuggereerd dat de pakken een speciale actieprijs hebben, terwijl deze prijs gelijk is aan de normale prijs.

De aanduiding 'actie' wijst op het bestaan van een prijsvoordeel voor het product. De uiting is voor de gemiddelde consument onduidelijk ten aanzien van het bestaan van een specifiek prijsvoordeel. De voorzitter acht de uiting misleidend.

Het oordeel van de voorzitter
De voorzitter is van oordeel dat de klacht  de Commissie aanleiding zal geven een aanbeveling te doen, en overweegt daartoe het volgende.

De aanduiding “actie” in de uiting wijst op het bestaan van een prijsvoordeel voor het betreffende product. Niet is echter weersproken dat de weergegeven prijs van € 13,89 geen actieprijs is, maar de normale prijs betreft. Aldus is de uiting voor de gemiddelde consument onduidelijk ten aanzien van het bestaan van een specifiek prijsvoordeel als bedoeld in de aanhef en onder d van artikel 8.2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Omdat de voorzitter voorts van oordeel is dat de gemiddelde consument door de uiting ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen,is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

De voorzitter ziet in hetgeen adverteerder bij verweer heeft meegedeeld aanleiding om ten aanzien van de aanbeveling te bepalen dat deze wordt gedaan voor zover nog nodig.

RB 1828

Voldoende duidelijk dat reclame toeziet op 'zelf beleggen'

RCC 17 juni 2013, dossiernr. 2013/00327 (Binck Bank)
Audiovisuele Mediadiensten. Ontbrekende informatie. Betreft een televisiereclame met de oud-weerman John Bernard op reis. Hierin wordt door de voice-over gezegd: 'Tegenwoordig heeft John Bernard meer oog voor het beursklimaat en belegt hij bij de beste broker van Nederland zonder bewaarloon of andere onnodige kosten. Beleggen doe je zelf het best bij Binck'.

Klacht ten aanzien van 'geen bewaarloon'. Klager is rekeninghouder bij Binck, maar in zijn geval wordt steeds bewaarloon van zijn rekening afgeschreven. Navraag wijst uit dat alleen bij de 'normale' Binckrekening geen bewaarloon in rekening wordt gebracht, niet bij de professionele rekening, die klager heeft.

De Commissie wijst de klacht af. Gelet op de beelden uit de commercial acht de Commissie voldoende duidelijk dat deze betrekking heeft op 'zelf beleggen bij Binck', zonder tussenkomst van een derde. Niet weersproken is dat bij deze vorm van zelf beleggen door adverteerder geen bewaarloon in rekening wordt gebracht.

Het oordeel van de Commissie
Gelet op de beelden van oud-weerman John Bernard die zich, op reis, kennelijk met beleggen bezighoudt in combinatie met de tekst: “Beleggen doe je zelf het best bij Binck” acht de Commissie voldoende duidelijk dat de commercial betrekking heeft op “zelf beleggen bij Binck”, zonder tussenkomst van een derde. Klager heeft niet weersproken dat bij deze vorm van zelf beleggen door adverteerder geen bewaarloon in rekening wordt gebracht.
In de uiting ligt niet de suggestie besloten dat geen bewaarloon is verschuldigd indien een klant van BinckBank via een derde, zoals een beleggingsadviseur, bij BinckBank belegt, en wel op basis van een overeenkomst tussen die klant, de derde en BinckBank. Naar de Commissie begrijpt uit het verweer is klager partij bij een zodanige overeenkomst.

Ten overvloede overweegt de Commissie dat de Commissie zich beperkt tot het toetsen van de bestreden uiting aan de Nederlandse Reclame Code. Zij is niet bevoegd zich uit te laten over de vraag of klager recht heeft op het niet in rekening brengen van bewaarloon.

RB 1827

Ultrasone golven goed waarneembaar

RCC 19 juni 2013, dossiernr.2013/00313 (Solar Tuinwachter)

Onjuiste informatie. Te absoluut. Aanbeveling. Het betreft de beschrijving van het product Solar Tuinwachter op de webpagina https://www.postordershop.nl/Tuin/Accessoires/Solar-Tuinwachter.html, waar onder meer staat: “Dit apparaat brengt ultrasone golven voort, die nagenoeg niet door de mens, maar wel door (huis)dieren worden gehoord.”

De klacht - In de uiting staat dat de Solar Tuinwachter werkt op de volgende frequenties: “13.5 kHz – 17.5 kHz weert muizen, knaagdieren,… 15.5 kHz – 19.5 kHz weert grote honden, vossen,…19.5 kHz – 23.5 kHz weert honden, katten, vogels,…” Uit de genoemde frequenties blijkt dat geen sprake is van ultrasoon geluid, maar hoogfrequent geluid. Geluid is ultrasoon vanaf 20 kHz. Nu mensen tot circa 20 kHz kunnen horen, is de mededeling dat de Solar Tuinwachter nagenoeg niet door de mens wordt gehoord onjuist. Klager heeft ervaren dat het geluid van het apparaat (bij zijn buren), dat een bereik heeft van 39 meter, door zowel jonge kinderen als volwassenen wordt gehoord en als zeer irritant wordt ervaren. De uiting is misleidend.

Het oordeel van de Commissie
In de bestreden uiting wordt meegedeeld dat de Solar Tuinwachter ultrasone golven voortbrengt die nagenoeg niet door de mens worden gehoord. Van ultrasoon geluid is sprake als de frequentie van het geluid hoger is dan 20.000 Hertz, welke frequentie wordt gehanteerd als grens van het voor de mens hoorbare geluid (zie bijvoorbeeld Van Dale woordenboek). Blijkens de uiting is de Solar Tuinwachter in te stellen op drie frequenties, te weten 13.5 kHz – 17.5 kHz, 15.5 kHz – 19.5 kHz en 19.5 kHz – 23.5 kHz. Alleen laatstgenoemde frequentie kan boven eerdergenoemde grens van 20 kHz uitkomen, de andere frequenties blijven in ieder geval onder de grens van ultrasoon.

Op grond van het voorgaande acht de Commissie de mededeling dat de Solar Tuinwachter ultrasone golven voortbrengt te absoluut en daardoor onjuist. Dat brengt mee dat ook de mededeling dat de door het apparaat voortgebrachte golven voor de mens nagenoeg niet hoorbaar zijn, onjuist is. Vast staat immers dat de in te stellen frequenties grotendeels lager zijn dan 20 kHz en dus met het menselijk oor (goed) waarneembaar.

De beslissing
De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

RB 1826

Publiekrechtelijke instelling, zoals ziekenfonds, kwalificeert als handelaar

Conclusie A-G HvJ EU 4 juli 2013, zaak C-59/12 (BKK Mobil Oil) - dossier
Verzoek om een prejudiciële beslissing, Bundesgerichtshof, Duitsland.
Uitlegging van artikel 3, lid 1, juncto artikel 2, sub d, van richtlijn 2005/29/EG („richtlijn oneerlijke handelspraktijken”) – Werkingssfeer – Begrippen „handelspraktijken” en „handelaar” – Reclame van een wettelijk ziekenfonds die misleidende informatie verschaft over de nadelen die voor haar leden gepaard gaan met een eventuele overstap naar een ander wettelijk ziekenfonds.

Conclusie:

Artikel 3, lid 1, van richtlijn 2005/29/EG (...) („richtlijn oneerlijke handelspraktijken”), juncto artikel 2, sub d, van richtlijn 2005/29, moet aldus worden uitgelegd dat een publiekrechtelijke instelling die is belast met een taak van algemeen belang, zoals een ziekenfonds, kan worden gekwalificeerd als „handelaar” wanneer zij commerciële reclame onder consumenten verspreidt.

Gestelde vraag:

„Moet artikel 3, lid 1, [van de richtlijn], juncto artikel 2, sub d, van [de richtlijn] aldus worden uitgelegd, dat ook van een – als handelspraktijk van een onderneming jegens consumenten te beschouwen – gedraging van een handelaar sprake kan zijn wanneer een wettelijk ziekenfonds zijn leden (misleidende) informatie verschaft over de nadelen die voor deze leden gepaard gaan met een overstap naar een ander wettelijk ziekenfonds?”

RB 1825

24 amendementen veiligheid consumentenproducten

Draft opinion of the Committee on Legal Affairs on the proposal for a regulation of the European Parliament and of the Council on consumer product safety, 2013/0049(COD)
Verzoek van de Commissie Juridische zaken aan de Commissie Interne Markt en Consumentenbescherming om 24 amendementen betreffende de veiligheid van producten in haar rapport op te nemen. The Committee on Legal Affairs calls on the Committee on the Internal Market and Consumer Protection, as the committee responsible, to incorporate the following amendments into its report:

Lees verder