RB

Algemene regels  

RB 1798

Proefsachet probiotica

RCC 30 mei 2013, dossiernr. 2013/00309 (Service Apotheek)
Ongewenste reclame. Voedingssuplement. Gezondheidclaim. Kenmerken product. Het betreft een reclame-uiting voor het product Service Apotheek Bifido Lacto Complex, bestaande uit een brochure over probiotica en een kaart met daarop een proefsachet van genoemd product, die tezamen in een door de apotheek aan klager verstrekt medicijnzakje zaten.

De klacht - Klager maakt in de eerste plaats bezwaar tegen de ontvangst van ongevraagde en ongewenste reclame in het medicijnzakje van de apotheek. Voorts voert klager aan dat Service Apotheek aldus reclame maakt voor een product dat in de vrije verkoop is, waarvan het positieve effect niet wetenschappelijk is onderbouwd maar waarvan wel ernstige complicaties, zelfs overlijden, zijn beschreven. Deze reclame is in strijd met de van een apotheker te verwachten deskundigheid, onafhankelijkheid en betrouwbaarheid op het gebied van medicatiebewaking.

Het oordeel van de Commissie
 1) Hoewel in de brochure met als kop “Probiotica” geen specifiek product wordt genoemd, is deze brochure samen met een proefsachet van het voedingssupplement “Service Apotheek Bifido Lacto Complex” aan klager aangeboden, zodat de inhoud van de brochure onlosmakelijk met dit product van Service Apotheek verbonden is. Aldus vormen de brochure en het proefsachet een reclame-uiting voor “Service Apotheek Bifido Lacto Complex”.
2) De NRC bevat geen algemeen verbod op het ongevraagd aanbieden van een proefverpakking van een voedingsmiddel met een algemene beschrijving van de werking daarvan in een medicijnzakje. Voor zover de klacht is gericht tegen de wijze waarop de onderhavige reclame klager heeft bereikt, wordt de klacht daarom afgewezen.

3) Inhoudelijk acht de Commissie de reclame-uiting echter wel in strijd met de NRC. Zij overweegt daartoe het volgende.
4) “Service Apotheek Bifido Lacto Complex” is een voedingssupplement. Ingevolge artikel 20 lid 2 onder a van de Warenwet is het verboden eet- en drinkwaar aan te prijzen met gebruikmaking van vermeldingen of voorstellingen, die aan de waar eigenschappen toeschrijven inzake het voorkomen, behandelen of genezen van een ziek­te van de mens, of die toespelingen maken op zodanige eigenschappen. In de brochure staat, op de pagina met de aanhef “Het belang van probiotica”, onder meer het volgende: “Met de toename in de hoeveelheid chronische ziekten, neemt ook het belang van probiotica toe” en “Naast het verschil in activiteit van de verschillende stammen, verschillen ziektebeelden ook sterk van elkaar. Zo hebben allergieën voornamelijk bacteriën nodig die actief zijn op het derde niveau om het overactieve immuunsysteem te onderdrukken. Reizigersdiarree heeft daarentegen bacteriën nodig die voornamelijk actief zijn op het eerste niveau. Op het eerste niveau gaan probiotische stammen de bacterie die de diarree veroorzaakt te lijf.” en “Omdat een multispecies probioticum actief is op alle niveaus in de darm, kan een multispecies preparaat ook worden ingezet op verstoringen in de darm die zich afspelen op alle niveaus.” De hiervoor genoemde mede­delingen dienen naar het oordeel van de Commissie te worden aangemerkt als verboden claims in de zin van artikel 20 lid 2 onder a van de Warenwet. De uiting is daarom in strijd met artikel 2 NRC, waarin is bepaald dat reclame in overeenstemming dient te zijn met de wet.
5) Voorts dienen naar het oordeel van de Commissie verschillende mededelingen in de brochure te worden aangemerkt als gezondheidsclaims in de zin van artikel 2 lid 5 van de EG Verordening nr. 1924/2006 inzake voedings- en gezondheidsclaims (hierna: de Claimsverordening). Dit is (bijvoorbeeld) het geval bij de mededelingen dat “ter aanvulling van een tekort aan ‘goede’ darmbacteriën een hooggedoseerd probioticum kan worden gebruikt om de darmflora weer op orde te krijgen” en “een aanvulling met een probioticum zorgt dat zowel het aantal als de kwaliteit van de darmbacteriën wordt verhoogd.” Voorts wordt gesteld “Een goede darmflora is dus van essentieel belang voor een goede gezondheid. Probiotica spelen daarbij een grote rol” en “Een multispecies probioticum kan dan ook voor een breed scala aan darmgerelateerde gezondheidsindicaties worden ingezet.” In Verordening (EU) Nr. 432/2012 van 16 mei 2012, die op 14 december 2012 van toepassing is geworden, is opgesomd welke gezondheidsclaims voor levensmiddelen toelaatbaar zijn. Met betrekking tot probiotica blijken op de lijst geen toegelaten gezondheidsclaims voor te komen. Hieruit volgt dat de reclame-uiting, waarin gezondheidseffecten van probiotica in het algemeen en het voedingssupplement “Service Apotheek Bifido Lacto Complex” in het bijzonder worden geclaimd, in strijd is met artikel 10 lid 1 van de Claimsverordening en daardoor in strijd met de wet als bedoeld in artikel 2 NRC. Dit houdt tevens in dat sprake is van strijd met artikel 3 lid 1 van de Reclamecode voor Voedingsmiddelen (RVV).
6) Nu de bestreden uiting reeds op grond van hetgeen hiervoor is overwogen in strijd met de NRC en de RVV wordt geacht, komt de Commissie aan de beoordeling van (een voldoende onderbouwing van) de werking van het aangeprezen product niet toe.

De beslissing
De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 2 NRC en artikel 3 lid 1 RVV. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken. Voor het overige wijst de Commissie de klacht af.

RB 1797

“Rentevrije 50/50 deal” onvoldoende duidelijk

RCC 3 juni 2013, dossiernr. 2013/00361 (50/50 deal)
Misleidend. Prijsvermelding. Onvoldoende duidelijk. Het betreft een banner op klagers Yahoo webmail waarin onder de aanhef “De nieuwe  Skoda Citigo” deze Skoda wordt aangeprezen “vanaf € 3.995,-“, met de mededeling “Rentevrije 50/50 deal”. De klacht - Als men doorklikt naar de Skoda-website blijkt deze auto voor een bedrag “vanaf € 7.990,-“ verkrijgbaar te zijn. Misschien heeft het ermee te maken dat in de uiting gesproken wordt van een “50/50 deal”. Nu de auto niet voor een bedrag vanaf € 3.995,- verkrijgbaar is, acht klager de uiting misleidend.

Het oordeel van de Commissie
Uit de reclame-uiting blijkt niet dan wel onvoldoende duidelijk wat de prijs van de Skoda Citigo is. De vermelding “Vanaf 3.995,-“ zal immers door de consument zo worden uitgelegd dat de totaalprijs van de auto minimaal € 3.995,- bedraagt. Dit blijkt niet het geval te zijn. Het bedrag “vanaf € 3.995,-“ is maar de helft van de prijs. Dat wordt niet duidelijk gemaakt door de enkele woorden “Rentevrije 50/50 deal”. Niet is vermeld of de genoemde prijs “vanaf € 3.995-” het bedrag is waarop de 50/50 deal nog kan worden toegepast of dat dit reeds 50% is van het bedrag waarvoor de Skoda verkrijgbaar is.

De beslissing
Op grond van het voorgaande acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

RB 1796

Netto bijtelling: € 184,- te absoluut

RCC 3 juni 2013, dossiernr. 2013/00358 (netto bijtelling)
Misleidend. Te absoluut. Het betreft de radioreclame waarin de Peugeot 508 Hybride 4 wordt aangeprezen en waarin onder meer wordt gezegd: “verbruik: zuinig, 14% bijtelling: ook zuinig. Netto bijtelling: € 184,- Meer weten? Ga naar peugeot.nl”. De klacht - Ten onrechte wordt gesproken over “netto bijtelling”. Er bestaat slechts bijtelling van een bepaald percentage van de prijs van een auto bij het inkomen. Het nettobedrag is afhankelijk van wat men verdient.

Het oordeel van de Commissie
Adverteerder heeft erkend dat het bedrag van de netto bijtelling afhankelijk is van de prijs van de auto en het inkomen van degene die de auto koopt. De mededeling “netto bijtelling: € 184,-“ is derhalve te absoluut en daardoor misleidend. Adverteerder stelt zich op het standpunt dat de klacht ongegrond is, omdat de uiting niet kan worden gezien als een uitnodiging tot aankoop. Het feit dat een reclame-uiting niet als een uitnodiging tot aankoop kan worden gezien, betekent niet dat de informatie die wel in de reclame-uiting wordt verstrekt, niet juist zou hoeven zijn.

De beslissing van de Commissie
Op grond van het voorgaande acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

RB 1795

Groter voordeel gesuggereerd dan waarvan werkelijk sprake is

Vz. RCC 3 juni 2013, dossiernr. 2013/00269 (geen 35% korting)
Samsung GT-P7100 Galaxy Tab 10.1v Unboxing 001 BestBoyZMisleidend. Prijsvermelding. Onjuiste informatie. Aanbeveling Klagers bezwaar betreft een huis-aan-huis verspreide folder waarin een Samsung Galaxy Tab 2 10.1 wordt aangeboden met de mededeling “35% korting, incl. € 50,- cashback”, “Normaal: € 409,-, nu: € 265”. De klacht - De normale prijs is nooit € 409,- geweest, maar was rond de € 320,- en nu wordt deze tablet zelfs aangeboden voor € 270,-. Er is dus geen sprake van 35% korting, maar alleen van een voordeel van € 50,-. Gelet hierop is de uiting misleidend.

Het oordeel van de voorzitter
Adverteerder stelt dat de in de advertentie als “normaal” aangeduide prijs van € 409,- de adviesprijs is, maar dit staat niet in de advertentie. Daar wordt deze adviesprijs de normale prijs genoemd, terwijl het woord “normaal” erop duidt dat dit de prijs is waarvoor deze Samsung tablet doorgaans door adverteerder wordt aangeboden als er geen actie is met betrekking tot dit product. Naar klager onweersproken heeft gesteld, wordt deze tablet door adverteerder “normaal” aangeboden voor een bedrag van “rond de € 320,-”
Door bij de berekening van het voordeel uit te gaan van de hogere en in de praktijk zelden gehanteerde adviesprijs, wordt een groter voordeel gesuggereerd dan waarvan in werkelijkheid sprake is.     

De beslissing
Op grond van het hierboven overwogene acht de voorzitter de uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC en beveelt hij adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

RB 1794

Geen korting op Appleproducten is misleidend

RCC 3 juni 2013, dossiernr. 2013/00342 (Dixons verbouwingsleegverkoop)
Misleidend. Ontbrekende informatie. Het betreft een huis-aan-huis verspreide reclamefolder van het Dixons filiaal in Harderwijk waarin een “verbouwingsleegverkoop” wordt aangekondigd met kortingen oplopend van 10% op woensdag 30 januari 2013 tot 35% op zaterdag 2 februari 2013. Onderin de folder staat, in kleine letters: “Korting alleen geldig op de huidige winkelvoorraad. Max. 3 artikelen per klant.”

De klacht - Toen klager in de actieperiode de betreffende Dixons winkel bezocht om een Apple iPad met korting te kopen, werd hem door een medewerker meegedeeld dat de kortingsactie niet op Apple producten van toepassing was, omdat Apple nooit korting op zijn producten zou verlenen. In de reclamefolder staat echter niet dat Apple producten uitgesloten zijn.

Het oordeel van de Commissie 
Als niet weersproken is komen vast te staan dat Apple producten uitgesloten waren van de vier dagen durende kortingsactie in het Dixons filiaal in Harderwijk. Deze beperkende voorwaarde betreft naar het oordeel van de Commissie essentiële informatie die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te nemen en die hem daarom tijdig en op duidelijke wijze moet worden verstrekt. Daarvan is in het onderhavige geval geen sprake. In de folder staat immers alleen dat de korting geldig is “op de huidige winkelvoorraad”, maar wordt niet vermeld dat de actie niet van toepassing is op producten van Apple. Aldus is sprake van een omissie van essentiële informatie als bedoeld in de aanhef en onder c van artikel 8.3 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Omdat de gemiddelde consument door de uiting ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

De beslissing
De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

RB 1792

Op drie wijzen te bestellen is niet misleidend

RCC 29 mei 2013, dossiernr. 2013/00301 (de nieuwe gratis Minigids Consumentenbond)
Misleiding. Wijze van informatie. Afwijzing van de klacht. Het betreft een op 16 april 2013 per e-mail aan klaagster gezonden nieuwsbrief waarin haar de mogelijkheid wordt geboden “de nieuwe gratis Minigids”, en wel de “Minigids Besparen” te bestellen. 

De klacht - Bij doorklikken denkt men de mogelijkheid te krijgen adresgegevens in te vullen, zodat de Minigids verzonden kan worden. In werkelijkheid kan men na doorklikken een terugbelafspraak maken, door middel van het invullen van adresgegevens.  De uiting is vermoedelijk bedoeld om een nieuw “zieltje” te winnen. Klaagster vindt de uiting schandalig en misleidend.

Het verweer - Namens adverteerder is onder meer het volgende meegedeeld.
De Consumentenbond gebruikt de Minigidsen om in persoonlijk contact te komen met zowel leden als niet-leden. De Minigidsen kunnen telefonisch worden aangevraagd. Dit biedt de mogelijkheid om niet-leden meer te vertellen over het werk van de Consumentenbond en om leden te wijzen op de mogelijke voordelen van een aanvullend abonnement op één van de andere gidsen van de Consumentenbond. Elke nieuwe Minigids wordt via televisie, print en online aangeboden. Bij het aanbieden van de Minigids via een nieuwsbrief wordt de mogelijkheid geboden een terugbelafspraak te maken, omdat niet is te voorzien wanneer de ontvanger de brief opent en leest. Het staat bellers vrij om al dan niet op het aanbod in te gaan. De Minigids wordt aan de aanvrager toegestuurd, ongeacht of men lid wordt of niet.
Het oordeel van de Commissie
Volgens de mededeling namens adverteerder ter vergadering bereikt men de pagina  met de aanhef: “Bevestig hier je terugbel afspraak voor de Minigids Besparen” na het klikken op de mededeling “Aanvragen Minigids Besparen” in de bestreden nieuwsbrief. Blijkens voornoemde pagina kan de Minigids Besparen op 3 manieren worden aangevraagd, te weten door zelf te bellen naar een 0800-nummer, door het sturen van een sms teneinde teruggebeld te worden, of door het inplannen van een terugbelafspraak.
Het feit dat adverteerder gebruikt maakt van deze wijze van aanvragen van voornoemde minigids betekent niet dat de NRC wordt overtreden. Ook de wijze waarop de ontvanger van de nieuwsbrief wordt geïnformeerd over de wijze van bestellen van die minigids leidt niet tot het oordeel dat de nieuwsbrief in strijd is met de NRC. Meer in het bijzonder ligt in de nieuwsbrief niet de suggestie besloten dat men de minigids kan ontvangen door het enkele invullen van adresgegevens.

De beslissing
De Commissie wijst de klacht af.

 

RB 1791

Alleen voor ‘geen-watjes' leidt tot sociaal voordeel

RCC 27 mei 2013, dossiernr. 2013/00214 (wwww.ikbengeenwatje.nl) - dossier 2013/00214A
Kinderen. Discriminatie. Het betreft de website www.ikbengeenwatje.nl,  op de landingspagina waarvan kinderen worden aangemoedigd zich te laten vaccineren. Aanbeveling.

De klacht 2013/00214 - In een reclamecampagne van verweerder, waarin kinderen worden uitgenodigd om zich te laten vaccineren, worden kinderen die zich niet laten vaccineren “watjes” genoemd. Geen enkel kind is een watje. Door deze campagne worden kinderen uitgesloten en kunnen zij gepest worden. Hierdoor schaadt de campagne kinderen en is deze jegens hen respectloos. Kinderen die zich wel hebben laten vaccineren krijgen een “cool bandje” en bij de op de website afgebeelde bandjes staat “Alleen voor ‘geen-watjes!’”, hetgeen discriminerend is.

De klacht 2013/00214A - Door de op de gewraakte pagina gebezigde teksten worden kinderen onder druk gezet om zich te laten vaccineren en vervolgens worden zij ertoe aangezet om kinderen die niet meedoen uit te schelden voor “watje”. Of men zich wil laten vaccineren is een vrije keuze en de keuzevrijheid wordt door deze uiting geschonden. Tevens is de uiting discriminerend, door de wijze waarop kinderen daarin worden aangesproken. Klaagster acht de uiting op grond van het vorenstaande in strijd met de artikelen 2 en 3 van de Kinder- en Jeugdreclamecode (KJC). Klaagster vraagt zich voorts af of vaccins geneesmiddelen zijn en zo ja, dan acht klaagster de uiting ook in strijd met artikel 23 van de Code publieksreclame voor geneesmiddelen.

Het oordeel van de Commissie in 00214

Met betrekking tot het bepaalde in artikel 3 KJC overweegt de Commissie dat de uiting daarmee in strijd is nu verweerder aan het zich hebben laten vaccineren, het zijn van “geen-watje” heeft gekoppeld. In de uiting ligt besloten dat kinderen die zich hebben laten vaccineren, daarvan sociaal voordeel (kunnen) hebben. Verweerder heeft ook erkend dat daarin wordt geappelleerd aan een sociaal aspect, teneinde de gewenste vaccinatiegraad te bereiken. Kinderen worden gestimuleerd om samen naar de vaccinatiedag te gaan en hen wordt een “cool bandje” “Alleen voor ‘geen-watjes’” in het vooruitzicht gesteld, als zij zich hebben laten vaccineren. Met het bandje kan een kind laten zien dat het “geen watje” is en het bandje kan aldus worden opgevat als een bewijs van stoerheid, waarmee een kind zich kan onderscheiden van een kind dat géén bandje heeft. De uiting speelt onmiskenbaar in op dit als sociaal voordeel te beschouwen aspect en bevat de suggestie dat kinderen die zich niet laten vaccineren “watjes” zijn en in ieder geval aan die kinderen een sociaal voordeel wordt onthouden. Dat de bandjes gratis zijn te verkrijgen doet aan het vorenstaande niet af. Deze dragen immers het opschrift “Ik ben geen watje” en dat opschrift refereert weer aan het gevaccineerd zijn.

Gelet op het boven overwogene acht de Commissie de uiting in strijd met artikel 3 KJC.

 De beslissing
Op grond van het hierboven overwogene acht de Commissie de uiting in strijd met het bepaalde in artikel 3 van de Kinder- en Jeugdreclamecode en beveelt zij de verweerder, voor zover nodig, aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken. Voor het overige wijst zij de klacht af.

Het oordeel van de Commissie in 2013/00214A

Bij de beoordeling van de uiting heeft de Commissie in aanmerking genomen dat een zo groot mogelijke deelname aan het door verweerder in het kader van het Rijksvaccinatieprogramma georganiseerde speciale vaccinatiedagen, in het belang is van de volksgezondheid. Met betrekking tot het bepaalde in artikel 2 KJC overweegt de Commissie dat de uiting daarmee niet in strijd is, omdat deze voldoet aan de in deze bepaling genoemde criteria.

Met betrekking tot het bepaalde in artikel 3 KJC overweegt de Commissie dat de uiting daarmee in strijd is nu verweerder aan het zich hebben laten vaccineren, het zijn van “geen-watje” heeft gekoppeld. In de uiting ligt besloten dat kinderen die zich hebben laten vaccineren, daarvan sociaal voordeel (kunnen) hebben. Verweerder heeft ook erkend dat daarin wordt geappelleerd aan een sociaal aspect, teneinde de gewenste vaccinatiegraad te bereiken. Kinderen worden gestimuleerd om samen naar de vaccinatiedag te gaan en hen wordt een “cool bandje” “Alleen voor ‘geen-watjes’” in het vooruitzicht gesteld, als zij zich hebben laten vaccineren. Met het bandje kan een kind laten zien dat het “geen watje” is en het bandje kan aldus worden opgevat als een bewijs van stoerheid, waarmee een kind zich kan onderscheiden van een kind dat géén bandje heeft. De uiting speelt onmiskenbaar in op dit als sociaal voordeel te beschouwen aspect en bevat de suggestie dat kinderen die zich niet laten vaccineren “watjes” zijn en in ieder geval aan die kinderen een sociaal voordeel wordt onthouden. Dat de bandjes gratis zijn te verkrijgen doet aan het vorenstaande niet af. Deze dragen immers het opschrift “Ik ben geen watje” en dat opschrift refereert weer aan het gevaccineerd zijn. Gelet op het boven overwogene acht de Commissie de uiting in strijd met artikel 3 KJC.

Tot slot overweegt de Commissie dat een uitnodiging om deel te nemen aan een vaccinatiedag, niet kan worden aangemerkt als het aanprijzen van een geneesmiddel, zodat de Geneesmiddelenwet niet op de uiting van toepassing is.  

De beslissing
Op grond van het hierboven overwogene acht de Commissie de uiting in strijd met het bepaalde in artikel 3 van de Kinder- en Jeugdreclamecode en beveelt zij de verweerder, voor zover nodig, aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken. Voor het overige wijst zij de klacht af.

RB 1789

"Throughout" is door heel Nederland

Vz. RCC 28 mei 2013, dossiernr. 2013/00261 (Throughout)
Misleiding. Oneerlijk. Betekenis "thoughout the Netherlands". Beschikbaarheid. Aanbeveling. Het betreft de advertentie met de aanhef “Subscribe to the IHT from as little as € 6.75 a week”. Geheel onderaan de advertentie staat onder meer “Offer expires June 30, 2013 and is valid for new subscribers in Belgium, France and the Netherlands. (…) Hand delivery available in most major towns and cities throughout Belgium, France and the Netherlands”.

De klacht - Adverteerder bezorgt met ingang van november 2012 de krant niet meer in het noorden van het land. In de uiting wordt gesuggereerd, dat wie in een grote stad in het noorden woont een redelijke kans heeft de krant bezorgd te krijgen, maar in noord-oost Nederland (het gebied ten noorden en ten oosten van de lijnen die vanuit Amersfoort naar het noorden en oosten lopen, zijnde 25 % van het grondgebied van Nederland) wordt de krant helemaal niet bezorgd, ook niet in grote steden. Dit betekent dat in 7 van de 30 grootste steden geen bezorging is. De zinsnede “Hand delivery available in most major towns and cities throughout (…) the Netherlands” doet anders vermoeden. Om die reden in de uiting misleidend.

Het oordeel van de voorzitter
Adverteerder richt zich in de uiting weliswaar tot potentiële abonnees in België, Frankrijk en Nederland, maar de gemiddelde consument  in Nederland zal zich bij lezing van de uiting aangesproken voelen als inwoner van Nederland en daarbij denken aan het grondgebied Nederland. Voorts is de voorzitter van oordeel dat het woord “throughout”, dat volgens Van Dale’s Handwoordenboek “(helemaal) door, door heel” betekent, een andere, sterkere (verdere strekkende , meer omvattende) betekenis heeft dan het woord “in”. Hierdoor zal de zinsnede dat de krant bezorgd wordt “in most major towns and cities throughout (…) the Netherlands”aldus worden begrepen dat de krant ook in de grote(re) steden in het noorden van het land, wordt bezorgd. Nu dat niet het geval is, acht de voorzitter de uiting misleidend ten aanzien van de bezorging, hetgeen een belangrijk aspect is bij de afweging van het al dan niet nemen van een abonnement op een dagblad.

De beslissing van de voorzitter
Op grond van het hierboven overwogene acht de voorzitter de uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC en beveelt hij adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

RB 1788

Korting blijkt standaardprijs

CvB 28 mei 2013, dossiernr. 2012/01067 (Save 42%)
Correcte en duidelijke prijzen. Onjuiste informatie. CVB aanbeveling: bevestiging oordeel RCC en voorzitterstoewijzing. Het betreft een Engelstalige reclame-uiting op de website www.booking.com van 16 oktober 2012 waarop een kamer in het Mercure Hatfield Oak Hotel wordt aangeboden met de volgende prijsaanduiding: “Total Price: £50” en daaronder “save 42%”.

De klacht - In de reclame-uiting wordt gesuggereerd dat de genoemde prijs van £50 een besparing van 42% betekent, terwijl bij navraag en via de website van het hotel blijkt dat dit de standaard prijs voor de betreffende kamer  is. Klager is van mening dat er sprake is van misleiding.

Het oordeel van de Commissie
Door de wijze waarop het kortingspercentage voor de kamer op de website van adverteerder wordt weergegeven, wordt naar het oordeel van de voorzitter de indruk gewekt dat voor de betreffende hotelkamer een bijzondere actieprijs dan wel een bijzonder prijsvoordeel van toepassing is. Uit hetgeen in het verweer naar voren is gebracht blijkt echter dat de korting wordt berekend ten aanzien van de op drie na hoogste prijs, die een gast die een gelijkwaardige kamer heeft gereserveerd binnen een periode van 30 dagen vóór en 30 dagen ná het (verwachte) verblijf heeft betaald/dient te betalen. Aldus is geen sprake van een bijzondere actie dan wel bijzonder prijsvoordeel zoals in de uiting wordt gesuggereerd, maar slechts van een prijsverschil ten opzichte van het tarief waarvoor de bewuste kamer op een andere datum wordt aangeboden.

Hetgeen adverteerder heeft aangevoerd met betrekking tot de wijze waarop de prijzen tot stand komen leidt niet tot een ander oordeel. De consument zal immers afgaan op de prijzen zoals hij deze ziet en niet verwachten dat dit iets anders beoogt weer te geven dan een actieprijs. Het feit dat elders op de website een toelichting wordt gegeven, neemt de onduidelijkheid onvoldoende weg. Dat geldt ook ten aanzien van informatie die wordt getoond nadat men met een muiscursor over een bepaald gedeelte van de webpagina gaat (‘mouse over’).

De beslissing van de voorzitter [18 december 2012] 
Gezien het vorenstaande is de reclame-uiting in strijd met artikel IV onder 1 van de Reclamecode Reisaanbiedingen. De voorzitter beveelt adverteerder aan om niet meer op dergelijke wijze reclame te maken.

Adverteerder gaat in bezwaar tegen de beslissing van de voorzitter. De reclame Code Commissie [10 april 2013] behandelt het bezwaar en bevestigt de beslissing van de voorzitter van 18 december 2012 dat de reclame-uiting in strijd is met artikel IV onder 1 van de Reclamecode Reisaanbiedingen. De Commissie beveelt adverteerder aan om niet meer op dergelijke wijze reclame te maken. Ook hier is adverteerder het niet mee eens maar ook de beslissing van de Reclame Code Commissie van 10 april 2013 wordt door het College van Beroep van 10 juni 2013 bevestigd. De reclame-uiting is in strijd met artikel IV onder 1 van de Reclamecode Reisaanbiedingen.

RB 1786

Aanprijzen condooms door Maxima in strijd met goede smaak en fatsoen

Vz. RCC 28 mei 2013, dossiernr. 2013/00360 (Aanprijzen Condooms)
Subjectief karakter. Goede smaak en fatsoen. Grens van het toelaatbare. Aanbeveling. Het betreft de radiocommercial waarin een vrouw met een stem die doet denken aan die van Koningin Maxima, zegt: “Ehh….nu Willem druk is met het koningschap, ja, nu moet ik mezelf gaan amuseren”. De uiting wordt afgesloten met de mededeling: “Naast condooms vind je ook de nieuwste speeltjes op condoomfabriek.nl. Ze zijn geweldig”.

De klacht - De uiting, waarin Koningin Maxima aan het woord lijkt te zijn, getuigt niet van enig respect. Het verweer - De uiting is humoristisch bedoeld en het is voor iedereen duidelijk dat het Koningshuis daar niet aan heeft meegewerkt.

Het oordeel van de voorzitter
De voorzitter vat klaagsters bezwaar aldus op dat de uiting in strijd is met de goede smaak en/of het fatsoen. Bij de beantwoording van de vraag of een uiting met (één van) deze criteria in strijd is, stelt de Reclame Code Commissie zich terughoudend op, gelet op het subjectieve karakter van deze criteria. In de onderhavige uiting is, naar het oordeel van de voorzitter, de grens van het toelaatbare overschreden. Door Koningin Maxima te “gebruiken” bij de aanprijzing van condooms en sex-spelletjes, op zodanige wijze dat een direct verband wordt gelegd tussen haar en de aangeprezen producten, is de uiting is strijd met de goede smaak als bedoeld in artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Dat de uiting humoristisch is bedoeld, leidt niet tot een ander oordeel.

De beslissing van de voorzitter
Op grond van het hierboven overwogene acht de voorzitter de uiting in strijd met artikel 2 NRC en beveelt hij adverteerder aan niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.