Hof van Cassatie volgt HvJ EU inzake de Sperperiode
Hof van Cassatie 2 november 2012, nr. C.09.0436.N (Inno tegen UNIZO, Mode Unie en Couture Albert)
In navolging van HvJ EU C-126/11. Het hof van cassatie vernietigt het bestreden arrest inzake de in België bekend sperperiode (aankondigingen van prijsverminderingen te verrichten of te suggereren) voorafgaand aan de uitverkoop.
1. Het onderdeel voert aan dat het bestreden arrest ten onrechte oordeelt dat het verbod ingesteld door het artikel 53, § 1, eerste lid, van de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument (hierna: WHPC), zoals hier van toepassing, niet onder het toepassingsveld valt van de richtlijn oneerlijke handelspraktijken.
3. Uit de vaststelling dat de wetgever met de invoering van artikel 53, § 1, eerste lid, WHPC, mede boogde de consument te beschermen, enerzijds, en het antwoord van het Hof van Justitie dat slechts de nationale wettelijke regelingen betreffende oneerlijke handelspraktijken die “alleen” de economische belangen van concurrenten schaden of betrekking hebben op transacties tussen handelaars uit de werkingsfeer van de richtlijn zijn gesloten, anderzijds, volgt dat voormelde bepaling onder het toepassingsveld van de richtlijn valt.
Het onderdeel is gegrond.
Het Hof, Vernietigt het bestreden arrest in zoverre dit oordeelt over het hoger beroep en over de kosten.
De klacht verwijst naar elektronische toegangskaarten waarop staat vermeld “Bobbejaanland heeft veel overdekte attracties en kent geen wachtrijen”. Bij een bezoek van klager bleken er echter rijen te zijn van 45 minuten tot een uur.
Mediarecht. Vermijdbare uiting met wervend karakter, (beperkte) matiging van de boete, omdat er nooit eerder een boete is opgelegd voor toekomstige producten of diensten. Uit't persbericht van het CvdM: De rechtbank Amsterdam heeft het Commissariaat voor de Media in het gelijk gesteld in een zaak rond het kinderprogramma 'Het Sprookjesboomfeest' van de TROS. De rechtbank bevestigde het oordeel van het Commissariaat [
Daniël Haije en Ebba Hoogenraad,