RB
DOSSIERS
Alle dossiers

Audiovisuele media  

RB 1213

Maximumgrens van 20%

HvJ EU 24 november 2011, zaak C-281/09 (Europese Commissie tegen Koninkrijk Spanje/VK)

Reclamespots. Mediarecht. Televisieomroep wordt door Spanje toegelaten voor bepaalde vormen van reclame de maximumgrens van 20% zendtijd per klokuur te overschrijden: niet-nakoming Richtlijn 89/552/EG. 

Door toe te laten dat op de Spaanse televisiezenders de zendtijd voor bepaalde vormen van reclame, zoals reportages voor reclamedoeleinden, telepromotiespots, sponsoring-advertentiespots en microreclameadvertenties, de maximumgrens overschrijdt van 20 % van de zendtijd per klokuur die is vastgesteld bij artikel 18, lid 2, van richtlijn 89/552/EEG van de Raad van 3 oktober 1989 betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake de uitoefening van televisie-omroepactiviteiten, zoals gewijzigd bij richtlijn 97/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 juni 1997, is het Koninkrijk Spanje de krachtens artikel 3, lid 2, van deze richtlijn op hem rustende verplichtingen niet nagekomen.

RB 1212

Begrip vers

Vz RCC 5 oktober 2011, dossiernr. 2011/00767 (Verse groenten)

In de televisiecommercial wordt het woord “vers” gebruikt om aan te geven dat de groente net uit Zeeland is gearriveerd in plaats van dat de groente zelf vers is. Het woord “vers” wordt daarom oneigenlijk gebruikt. Daardoor wordt de klant verkeerd voorgelicht.

Het begrip “verse groenten” is geen wettelijke definitie, maar wel veel wordt gebruikt in diverse soorten wet- en regelgeving. Met ver­se groenten wordt daarbij gedoeld op het primaire product zoals dat door de teler wordt geoogst en zonder verdere behandeling aan de afnemer wordt geleverd. “Vers” zegt dan ook iets over het feit dat het product nog niet bewerkt of verwerkt is. De groenten waar het in de televisiecommercial om gaat, zijn kort tevoren geoogst. Dat de groente na het oogsten wor­den gekoeld, doet geen afbreuk aan het feit dat het om verse groente gaat. Adverteerder maakt het gestelde over de versheid van de groenten waar.
 
Voorzitter wijst de klacht af:

De mededeling in de televisiecommercial dat de lamsoortjes “vers” uit Zeeland komen, kan in tweeërlei zin worden opgevat, te weten dat dit product zojuist uit Zeeland is gearriveerd, of dat het om een “vers” product gaat. De voorzitter is van oordeel dat, ook indien van de laat­ste inter­pre­tatie wordt uitgegaan, de televisiecommercial niet onjuist of misleidend is. Ad­ver­teerder heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat het betrokken product op het moment dat het in de win­kel belandt, nog als “vers” is aan te merken, enerzijds omdat het geen be­werking heeft on­der­gaan, anderzijds omdat het een dag na het oogsten in Zeeland reeds klaar ligt in haar Vers Distributie Centrum om te worden uitgeleverd aan de PLUS winkels.

RB 1204

Gerefereerd aan milieuaspecten

RCC 28 oktober 2011, Dossiernr. 2011/00811 (APP Asian Pulp & paper), maar ook 2011/0881A, 2011/0881B, 2011/0881C, 2011/0881D.
Diverse milieugerelateerde klachten, waaronder: In de commercial wordt van de activiteiten van APP gezegd dat deze duurzaam zijn en de natuur in Indonesië ten goede komen. Dit is onjuist en misleidend. Volgens Greenpeace slaat APP de habitat van de Sumatraanse tijger kaal om er wegwerpproducten als tissues van te maken.

Pre-copy advies wordt buiten beschouwing gelaten, uiting wordt getoetst onafhankelijk of openbaarmaken bij indienen of behandeling reeds is gestaakt, het niet nodig om over product te spreken om over reclame te spreken, verantwoordelijk en duurzame rol is inspelen op milieuaspecten, ook door afbeeldingen of suggesties kan misleiding ontstaan, niet duidelijk dat minder wordt aangeplant dan gekapt. Aanbeveling volgt.

1. Een pre-copy advies van de afdeling Monitoring & Compliance staat los van een klachtenprocedure bij de Reclame Code Commissie en de Commissie laat een pre-copy advies buiten beschouwing bij de beoordeling van een klacht.

2. Daarbij  is niet van belang of de betreffende uiting ten tijde van het indienen en/of de behandeling van de klacht daartegen nog steeds openbaar wordt gemaakt. De Commissie beoordeelt klachten immers naar de situatie die er was op het moment van indienen van de klacht, ongeacht of de uiting toen nog openbaar werd gemaakt.

3. Om een uiting als reclame-uiting te kunnen aanmerken is het niet nodig dat in de uiting naar specifieke producten wordt verwezen. Zoals vermeld in de toelichting bij artikel 1 NRC kan reeds de enkele vermelding van de naam van een adverteerder reclame zijn.

4. In de televisiecommercial wordt in beeld en tekst de nadruk gelegd op de “verantwoordelijke en duurzame” leidende rol die APP wil spelen door middel van het (laten) “aanplanten van bomen” en “bebossing van ongecultiveerd land” en “woest terrein”. Nu met deze mededelingen in de televisiecommercial wordt gerefereerd aan milieuaspecten die zijn verbonden aan de producten van APP is sprake van milieuclaims als bedoeld in artikel 1 van de Milieu Reclame Code (MRC) en is de MRC op deze uiting van toepassing.

5. Blijkens de toelichting bij artikel 2 MRC kan misleiding niet alleen ontstaan door feitelijke mededelingen, maar ook door afbeeldingen en suggesties of juist door het ontbreken van informatie, en gaat het om de totale indruk die de reclame-uiting wekt. De Commissie acht  de televisiecommercial in strijd met het bepaalde in artikel 2 MRC en overweegt daartoe het volgende.

6. Wat er zij van de juistheid van het genoemde aantal van meer dan 200 miljoen geplante bomen per jaar, in de commercial wordt op geen enkele manier duidelijk gemaakt dat APP als een van de grootste pulp- en papierproducenten grotere gedeeltes van de natuurlijke tropische bossen laat omkappen dan dat zij met kleine stekjes, in de vorm van cultuurbos, laat herbeplanten. Hierdoor acht de Commissie de commercial misleidend over de bijdrage die APP levert aan het milieu, en om die reden in strijd met artikel 2 MRC.

RB 1203

Kamervragen: Seksvoorlichting

Antwoord kamervragen over de nieuwe voorlichtingscampagne van Sense 'hun eerste keer' Aanhangsel van de Handelingen II, 2011-2012, nr. 648

4. Deelt u de mening dat wanneer 43 % van alle ondervraagden van het onderzoek ‘seks onder je 25e’ nog helemaal geen geslachtsgemeenschap hebben gehad, het onjuist is om bij het opzetten van een nieuwe voorlichtingscampagne er vanuit te gaan dat jongeren op hun 16,4 jaar al wel geslachtsgemeenschap hebben? Zo ja, bent u bereid de nieuwe campagne van Sense aan te passen?

Antwoord De campagne gaat er niet van uit dat jongeren op hun 16,4 jaar geslachtsgemeenschap hebben. Zoals gezegd betreft de leeftijd van 16,4 jaar een gemiddelde. De campagne is juist gericht op de jongeren die nog (net) niet seksueel actief zijn, om er voor te zorgen dat zij, wanneer ze met seks beginnen, hun eigen wensen en grenzen op het gebied van seksualiteit kennen en die durven aangeven. Met seks wordt daarbij niet alleen gedoeld op geslachtsgemeenschap maar ook op andere vormen van seksueel gedrag en seksualiteit, zoals zoenen of strelen of voor je homoseksualiteit uitkomen. Dit blijkt ook uit de trailer van ‘hun eerste keer’. Het is ook niet zo dat alle acht jongeren uit ‘hun eerste keer’ al seksuele ervaring hebben. De leeftijd van 16,4 jaar wordt dus zeker niet als norm neergezet. Vanwege het bovenstaande zie ik geen reden om ‘hun eerste keer’ aan te laten passen.

RB 1200

Verschillende malen gewaarschuwd

RCC 4 november 2011, dossiernr. 2011/00910 (KPN: beltegoed onbeperkt houdbaar)

In de uiting staat dat beltegoed bij KPN Prepaid onbeperkt houdbaar is. Dit is niet juist, omdat het beltegoed wordt verwijderd als er binnen een periode van 6 maanden niet gebeld of opgewaardeerd is. Alle operators voeren dit beleid, de onbeperkte houdbaarheid van het beltegoed wordt uitgelegd onder de tab “Tarieven” op de website van adverteerder. Bovendien wordt een klant verschillende malen gewaarschuwd voordat het mobiele nummer dreigt te vervallen en heeft hij na het op inactief zetten van het nummer nog 3 maanden de tijd om op te waarderen en het nummer alsnog te activeren.

Zonder enig voorbehoud, dus is "beltegoed onbeperkt houdbaar" niet juist.

Het oordeel van de Commissie

In de uiting wordt van het prepaid beltegoed zonder enig voorbehoud gezegd dat dit onbeperkt houdbaar is. Dit wekt de suggestie dat aan de houdbaarheid van het beltegoed geen beperkingen zijn verbonden, terwijl, zo heeft adverteerder erkend, in werkelijkheid de voorwaarde geldt dat binnen 6 maanden het telefoonnummer moet zijn gebruikt of het tegoed moet zijn opgewaardeerd. Gelet hierop acht de Commissie de mededeling “Beltegoed onbeperkt houdbaar” niet juist. Hierbij is niet van belang dat de situatie waarin 6 maanden geen enkel gebruik wordt gemaakt van een telefoonnummer uitzonderlijk is, zoals door adverteerder gesteld.
 
Gelet op het vorenstaande gaat de bestreden uiting gepaard met onjuiste informatie als bedoeld in de aanhef van artikel 8.2 van de Nederlandse Reclame Code NRC). Omdat de gemiddelde consument door de uiting ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, acht de Commissie de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

RB 1202

Gijzeling en overval

RCC 29 september 2011, dossiernr. 2011/00849 (Zalando gijzeling)

Commercial over schoenenwebwinkel Zalando. Waarin op humoristische wijze de passie voor mode van adverteerders klanten onderstreept. Gijzeling en overval mogen geen onderwerp van reclame zijn, zeker niet op een spottende manier als in het onderhavige geval. De commercial is kwetsend voor mensen die als slachtoffer een overval of gijzeling hebben meegemaakt, onder wie klaagster.

Verweer: De situatie is haast absurd, geen van de betrokken acteurs en actrices is daadwerkelijk angstig en niemand draagt een vuurwapen. Het scenario met een bankoverval wordt vaker gebruikt in reclames en is voorheen niet ontoelaatbaar geacht. De onderhavige commercial is door de Deutsche Werberat beoordeeld en goedgekeurd. Strijd met goede smaak wordt terughoudend getoetst vanwege subjectieve karakter. Afwijzing van de klacht volgt.

Het oordeel van de Commissie
 
De Commissie vat het bezwaar van klaagster aldus op, dat zij de bestreden televisie-commercial in strijd acht met de goede smaak en/of het fatsoen als bedoeld in artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC) en nodeloos kwetsend als bedoeld in artikel 4 NRC.
Bij de beoordeling of een reclame-uiting in strijd is met de goede smaak en/of het fatsoen dan wel nodeloos kwetsend is, stelt de Commissie zich terughoudend op, gelet op het subjectieve karakter van deze criteria. Met inachtneming van deze terughoudendheid acht de Commissie de commercial niet van dien aard dat de grenzen van het toelaatbare zijn overschreden. Uit het feit dat de vrouwen tijdens een als zeer grimmig te beschouwen situatie enthousiast over mode praten, blijkt reeds duidelijk dat de televisiecommercial niet realistisch is bedoeld. Dit laatste wordt versterkt door het slot van de commercial, waarin de vrouwen zich gillend op de overvallers storten om hen de bezorgde artikelen van adverteerder uit handen te nemen.
 
De Commissie heeft er overigens begrip voor dat niet iedereen, bijvoorbeeld wegens bepaalde persoonlijke ervaringen, de onderhavige televisiecommercial zal waarderen.
Dit kan evenwel niet tot een andere beslissing leiden.

Hier de YouTube Duitse versie

RB 1178

Reclame Code Commissie acht milieuclaims papierbedrijf APP misleidend

RCC 28 oktober 2011, Dossiernr. 2011/00811D (Stichting Greenpeace tegen Asia Pulp & Paper Group)

Met citaat van Rogier Overbeek, Mediareport 10300 De Reclame Code Commissie heeft naar aanleiding van een klacht van Greenpeace afgelopen vrijdag geoordeeld dat een grootschalige reclamecampagne van papier- en pulpfabrikant Asian Pulp and Paper Group (APP) misleidend is.

Onderwerp van de klacht was een intensief uitgezonden televisiecommercial en een in de grote Nederlandse kranten geplaatste advertentie van APP. De TV-commercial stelde dat APP een verantwoordelijke en duurzame leidende rol wil spelen door het aanplanten van bomen. De print advertentie liet een pootafdruk van een tijger zien, met daarbij de slogan ”Stap in onze voetsporen om onze inzet voor biodiversiteit te zien“. Daarbij presenteerde APP zich als opzichter van het milieu en beriep zij zich op diverse milieuprograma’s die zij zou ondersteunen. De televisiecommercial en de advertentie vermeldden echter niet dat APP in werkelijkheid een papierbedrijf is dat verantwoordelijk is voor de kap van grote hoeveelheden tropisch regenwoud in Indonesië.

RB 1177

Durex Play Vibrations

RCC 28 januari 2009, Dossiernr. 2008/01228 (Durex Play Vibrations) en dossiernr. 2008/01228A

De uiting betreft een tv-commercial waarin een intens vibrerende ring wordt gepresenteerd middels vrouwen di op het ritme van hun mondbewegingen een melodie uit een opera zingen. Hoewel geen naakt te zien is, toch suggestief.

Klacht: uitgezonden om 20:30 tijdens het programma popstars. SBS Broadcasting heeft geoordeeld dat de commercial vanaf 19:00 getoond kan worden. Geen bezwaar tegen uitzending om 20:30, maar wel vóór 20:00, adverteerder heeft hierin een eigen verantwoordelijkheid.

Commissie acht het tijdstip ongeschikt en doet aanbeveling, mede gebruik makend van haar bevoegdheid voorwaarden te stellen aan het tijdstip van uitzending.

2. Op grond van het voorgaande is de Commissie van oordeel dat de uiting in strijd met de goede smaak en het fatsoen is, voor zover deze wordt uitgezonden vóór 20.00 uur. Klaagster maakt weliswaar bezwaar tegen het uitzenden van de commercial om 20.30 uur, maar nu adverteerder erkent dat de commercial ook vóór 20.00 uur is uitgezonden, acht de Commissie de klacht gegrond. Hieraan doet niet af dat de SBS Broadcasting van mening is dat de commercial vanaf 19.00 uur mag worden uitgezonden. De adverteerder heeft ten deze een eigen verantwoordelijkheid. De Commissie is voorts bevoegd te beoordelen of een bepaalde commercial in strijd met de Nederlandse Reclame Code is, dit ongeacht de mening van de betrokken exploitant over het toegestane tijdstip van uitzenden. Nu de Commissie van oordeel is dat adverteerder door het tijdstip waarop de commercial is uitgezonden in strijd met artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC) nieuw heeft gehandeld, zal de Commissie - gebruikmakend van haar bevoegdheid die volgt uit artikel 17 lid 1 sub g van het Reglement betreffende de Reclame Code Commissie en het College van Beroep - voorwaarden stellen aan het tijdstip van uitzending van de reclame.

RB 1173

Een of ander smeerseltje

RCC 4 oktober 2011, dossiernr. 2011/00758 (VSM Pure Lijfkracht)

Uiting betreft een tv-commercial over Arniflor "Arniflor vermindert op natuurlijke wijze de zwelling en daarmee de pijn. Pure lijfkracht noemen we dat.” Klager meent dat pure lijfkracht niet gaat over het toepassen van een of ander smeerseltje.

Verweer: het is een homeopatisch geneesmiddeld en ingeschreven bij College ter Beoordeling van Geneesmiddelen en magals zodanig worden aangeprezen. Tevens is het door KOAG/KAG goedgekeurd.

Commissie keurt klacht af:

De Commissie heeft geconstateerd dat het aangeprezen product Arniflor van VSM een door het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen geregistreerd homeopathisch geneesmiddel is. Krachtens de Bijzondere Reclamecode onder a dient publieksreclame voor geneesmiddelen te zijn voorzien van een geldig toelatingsstempel, afgegeven door de KOAG. Vast is komen te staan dat de bestreden reclame-uiting van een dergelijk toelatingsstempel is voorzien.
 
Goedkeuring door de KOAG betekent niet zonder meer dat de bestreden pay-off “Pure Lijfkracht” niet als misleidend in de zin van de Nederlandse Reclame Code (NRC) zou kunnen worden beoordeeld. De Commissie is echter van oordeel dat van misleiding geen sprake is, nu de aanduiding “Pure Lijfkracht” duidelijk doelt op de ondersteuning door het homeopathische middel Arniflor van het zelfherstellend vermogen van het lichaam bij blauwe plekken en kneuzingen. De klacht wordt daarom afgewezen.

RB 1160

Een concurrent belachelijk maken

RCC 29 september 2011, Dossiernr. 2011/00831 (Nederlandse Energie Maatschappij concurrent belachelijk maken)

Reclamerecht. Vergelijkende reclame middels sterk daarop lijkende animatiemannetje. Uiting is commercial waarin een telefoniste van NLEnergie te zien, die achter elkaar telefoontjes krijgt. De voice-over zegt: “Zo, lekker druk. Logisch, met die mega zomerkorting. Dat wil iedereen wel.” Vervolgens steekt het animatiemannetje uit de Oxxio-reclames zijn hoofd om de deur en zegt: “Pardon, mag ik ook overstappen naar jullie?”

Klacht: Klager vindt het niet kunnen dat NLEnergie nieuwe klanten wil werven door een concurrent belachelijk te maken en door klanten van de desbetreffende concurrent ervan te overtuigen dat hun energieleverancier ook liever overstapt.

Commissie acht de commercial wel toelaat en niet kleinerend op grond van artikel 13 sub e NRC wijst de klacht af, het feit dat gebruik is gemaakt van een symbool dat lijkt op dat van een concurrent leidt in dit geval niet tot een ander oordeel. Het is bovendien

Commissie: Op grond van het bepaalde in artikel 13 van de Nederlandse Reclame Code (NRC) wordt onder vergelijkende reclame verstaan elke vorm van reclame waarbij een concurrent dan wel door een concurrent aangeboden goederen of diensten uitdrukkelijk of impliciet worden genoemd. In de onderhavige commercial is het in reclame-uitingen van Oxxio gebruikte - of in ieder geval sterk daarop lijkende - animatiemannetje te zien dat zich meldt bij (de telefoniste van) adverteerder en vraagt of hij - kennelijk in verband met de eerder in de commercial genoemde “mega zomerkorting”- ook mag overstappen. Aldus is sprake van een impliciete vergelijking op prijs tussen adverteerder en Oxxio en derhalve van vergelijkende reclame in de zin van artikel 13 NRC.
 
Vergelijkende reclame is, wat de vergelijking betreft, geoorloofd indien aan de in artikel 13 NRC genoemde voorwaarden is voldaan. De Commissie vat klagers klacht aldus op, dat hij de vergelijkende reclame niet geoorloofd acht omdat Oxxio hierin belachelijk wordt gemaakt en adverteerder zich dus kleinerend uitlaat over een concurrent,  hetgeen op grond van artikel 13 sub e NRC niet is toegestaan.

De Commissie acht de bestreden commercial  wel toelaatbaar, nu daarin op een voor de gemiddelde consument herkenbare humoristische wijze de aandacht wordt gevestigd op de “mega zomerkorting die iedereen wel wil. Niet kan worden geoordeeld dat de reclame-uiting zich kleinerend uitlaat over een concurrent. Het feit dat gebruik is gemaakt van een symbool dat lijkt op dat van een concurrent leidt in dit geval niet tot een ander oordeel.