RB
DOSSIERS
Alle dossiers

Audiovisuele media  

RB 1368

Penny for your thoughts...

Vz (afwijzing) RCC 28 maart 2012, dossiernr. 2012/00243 (ING App)

Voldoende duidelijk dat er sprake is van beperking van de functionaliteiten van de app?

Het betreft de televisiecommercial waarin de Mobiel Bankieren App van ING wordt aangeprezen. Te zien is hoe een jongen, in de bergen, en een meisje, thuis, op de gezongen tekst “A penny for your thoughts, a nickel for a kiss, a dime if you tell me that you love me” door middel van de ING App respectievelijk 1 cent, 5 cent en 10 cent naar de rekening van de ander overboeken. Bij de ING App blijkt het minimale bedrag dat kan worden overgeschreven €1,00 te zijn.

Het verweer: overschrijvingen van betaal-naar-betaalrekening is mogelijk vanaf 1 cent. Klager doelt op de overschrijving van een betaal-naar een spaarrekening (of andersom), in dat geval is het minimumbedrag inderdaad 1 euro. Nu de getoonde personen naar elkaars rekening geld overmaken is het voldoende aannemelijk geworden dat overschrijving van de getoonde bedragen mogelijk is. De klacht wordt afgewezen.

RB 1367

Een overlegde reconstructie van een videobewerking

Vz (afwijzing) 13 maart 2012, dossiernr. 2012/00173 (Windows 7)

In een televisiereclame voor Windows 7/Live Movie Maker wordt een dansende vader getoond. De klager acht dat de wijze en snelheid waarop in deze video een opname van een mobiele telefoon wordt verzonden naar en bewerkt op een laptop onmogelijk en daardoor misleidend.

Middels een overlegde reconstructie van een videobewerking is getoond dat het mogelijk is om de effecten zoals getoond te bewerkstelligen. Het is ook voor de gemiddelde consument voldoende duidelijk dat - gelet op de beperkte duur van tv-commercials - een bewerking meer tijd in beslag neemt.

De voorzitter acht voldoende aannemelijk gemaakt, onder meer door de door adverteerder overgelegde reconstructie van een videobewerking, dat het mogelijk is om met het door gebruikers van Windows 7 te downloaden videobewerkingsprogramma Windows Live Movie Maker de effecten die in het filmpje in de commercial worden getoond te bewerkstelligen. Voorts is de voorzitter van oordeel dat het voor de gemiddelde consument voldoende duidelijk is dat het bewerken van een video-opname in werkelijkheid meer tijd in beslag neemt dan in de commercial, gelet op de beperkte duur daarvan, kan worden getoond.

RB 1365

'Bijwerkingen' in een uiting

RCC 29 maart 2012, dossiernr. 2012/00065 (Zorgverzekeraar, bijwerkingen)

In de uiting komt naar voren dat een vrouw weet van welke medicatie zij bijwerkingen krijg, zij mag zelf kiezen van de zorgverzekeraar welke medicijnen zij gebruikt. De klager heeft bezwaren tegen die als volgt kunnen worden samengevat:
- Bijwerkingen verhinderen niet per definitie daarnaast een goede werking.
- Gesuggereerd wordt dat er medicijnen bestaan die geen bijwerkingen hebben. Dit is niet het geval.
- Gesuggereerd wordt dat bijwerkingen per definitie nadelig of hinderlijk zijn. Ook dit is onjuist
- Tot slot wordt (ten onrechte) op angstgevoelens ingespeeld)

De RCC stelt - kort gezegd - dat de mededeling slechts ter illustratie dient van de keuzevrijheid bij deze zorgverzekeraar, er is geen sprake van misleiding noch appelleert de uiting aan angstgevoelens.

In de reclame worden twee voordelen genoemd die gelden voor mensen die zijn verzekerd bij zorgverzekeraar ONVZ, te weten dat men zelf keuzes mag maken met betrekking tot arts, ziekenhuis of medicijnen en dat deskundige zorgconsulenten haar klanten van advies kunnen voorzien. Als voorbeeld komt een vrouw aan het woord, kennelijk verzekerd bij ONVZ, die vertelt dat zij nu weet welk merk medicijn goed werkt en van welke medicijnen zij bijwerkingen krijgt. Zij vertelt dat ze om die reden blij is dat ze zelf mag kiezen. Duidelijk blijkt aldus dat de boodschap is dat men bij adverteerder keuzevrijheid heeft en zich daarbij kan laten adviseren door zorgconsulenten. De mededeling met betrekking tot de bijwerkingen dient slechts ter illustratie van dit laatste en heeft betrekking op de persoonlijke situatie van de vrouw die aan het woord is. Naar het oordeel van de Commissie wordt niet gesteld dat bijwerkingen in het algemeen een goede werking verhinderen of dat er medicijnen zouden bestaan die geen (nadelige of hinderlijke) bijwerkingen hebben.

RB 1363

Schonere wereld

RCC 28 maart 2012, dossiernr. 2012/00124 (Toyato Prius schonere wereld)

In de auto wordt de Toyota Prius aangeprezen met de woorden: minder brandstof en [rijders] dragen zo bij aan een schonere wereld". De voorzitter besluit dat de uiting voldoent aan de eisen van de Milieu Reclame Code. De klager maakt bezwaar tegen de terzijdelegging van de klacht onder verwijzing naar dossier 2011/00244, RB 857: het is algemeen bekend dat motorvoertuigen het milieu niet schoner maken.

De commissie vernietigt de beslissing van de voorzitter vanwege strijd met artikel 3 CvP:

In artikel 3 CvP is onder meer bepaald:
“In reclame-uitingen dient het gebruik van termen waarmee de auto wordt aangeprezen als een milieuvriendelijk product te worden vermeden”.

Doordat in de bestreden uiting met betrekking tot “Prius rijders” wordt gesteld: “Al drie miljoen Prius rijders verbruiken minder brandstof en dragen zo bij aan een schonere wereld” wordt de Toyota Prius naar het oordeel van de Commissie aangeprezen als een milieuvriendelijk product. Derhalve is de uiting in strijd met artikel 3 CvP.

Het verweer dat de Toyota Prius Wagon Full Hybrid minder milieubelastend is dan auto’s in dezelfde grootteklasse doet niet aan bovenstaand oordeel af.

RB 1350

Lachende premier tussen fragmenten mag

Uitspraken ingezonden door Ebba Hoogenraad en Daan van Eek, Hoogenraad & Haak, advertising + IP advocaten.

Eerder Persbericht RCC: De Reclame Code Commissie heeft diverse klachten ontvangen over een televisiecommercial van de FNV. In deze televisiecommercial vertellen enkele mensen met een handicap dat zij zich zorgen maken over hun toekomstige situatie in verband met, kort gezegd, bezuinigingsplannen van het kabinet. Tussen de fragmenten door zijn beelden van een lachende premier Rutte en enkele lachende kabinetsleden gemonteerd. De klachten komen in essentie erop neer dat de commercial in strijd met de goede smaak en het fatsoen is, nu daarin premier Rutte en de kabinetsleden zich vrolijk lijken te maken over de zorgen die worden geuit. Ook wordt er over geklaagd over een verkeerde beeldvorming van de groep arbeidsgehandicapten.

De Reclame Code Commissie heeft een aantal klachten geselecteerd die als representatief voor alle ingediende klachten kunnen worden beschouwd. De Commissie heeft deze klachten (bekend onder dossiernrs. 2012/00284, 2012 00284A en 2012 00284B en 2012 00290) behandeld op 29 maart 2012. Bijgaand de uitspraken.

De RCC overweegt:

Bij de beoordeling van een uiting met een politiek onderwerp, waarover – uit de aard der zaak – de meningen sterk (kunnen) verschillen, stelt de Commissie zich niet alleen terughoudend op vanwege het onmiskenbaar subjectieve karakter daarvan, maar ook vanwege de in de Grondwet verankerde vrijheid van meningsuiting. Voorts is van belang dat in een uiting met een politieke lading de meningen doorgaans overdreven worden weergegeven.

Op andere blogs:
Hoogenraad & Haak (Vrijheid van meningsuiting: (uit)lachende Rutte mag)
MediaReport (FNV Reclame lachende premier niet in strijd met de goede smaak)

SRC 2012/00284
SRC 2012/00284A
SRC 2012/00284B
SRC 2012/00290

RB 1345

Reclame Red Bull met Jezus toegestaan

RCC 13 maart 2012, dossiernr. 2012/00217, 2012/00217A, 2012/00217B (Red Bull Jezus reclame)

Het betreft een televisiereclame voor Red Bull in de vorm van een tekenfilm waarbij één van de drie mannen die kennelijk Jezus voorstelt genoeg heeft van het vissen, de boot uit stapt en over het water loopt. Klagers achten allen dat de reclame de Here Jezus en het christelijk geloof bespottelijk maakt. Het geloof wordt hierbij ingezet voor een commercieel product.

De RCC acht dat de grenzen van het toelaatbare niet zijn overschreden. Er is naar het oordeel van de Commissie is duidelijk dat sprake van een op het product afgestemde reclame die niet-serieus en onmiskenbaar humoristisch is bedoeld. De klachten worden afgewezen. Anders in Zuid-Afrika.

Klaagster 1 is belijdend christen.  In de reclame wordt de Here Jezus bespottelijk gemaakt en dat raakte klaagster diep. Ook kan bij mensen de indruk blijven bestaan dat Jezus in het geheel niet over water heeft gelopen.

Klaagster 2: In de reclame wordt de naam van Jezus misbruikt voor een commercieel product. Klaagster acht dit zeer stuitend. Het ridiculiseren van een Bijbelverhaal mag men niet doen. Hiermee wordt een volksdeel beledigd, te weten christenen. Wanneer dit zou gebeuren met een verhaal uit de Koran, zijn volgens klaagster de rapen gaar.


Klager 3: Klager acht de reclame spottend en onnodig grievend. De draak wordt gestoken met het christelijk geloof. Dergelijke spotjes zijn naar klagers mening ontoelaatbaar.

De Commissie vat de klacht aldus op, dat klaagster de reclame-uiting in strijd met de goede smaak en het fatsoen dan wel nodeloos kwetsend acht in de zin van artikel 2 respectievelijk 4 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Bij de beantwoording van de vraag of een reclame-uiting in strijd met deze criteria is, stelt de Commissie zich, gelet op het subjectieve karakter daarvan, terughoudend op.

De Commissie onderkent dat de onderhavige commercial door een aanzienlijke groep mensen niet zal worden gewaardeerd. Dit enkele feit is echter onvoldoende om de reclame nodeloos kwetsend dan wel in strijd met de goede smaak of het fatsoen te achten zoals bedoeld in de genoemde bepalingen. Op cartooneske wijze wordt verwezen naar een verhaal uit de bijbel waarin Jezus één van de hoofdrolspelers is. Naar het oordeel van de Commissie is duidelijk dat sprake is van een op het product afgestemde reclame die niet-serieus en onmiskenbaar humoristisch is bedoeld.

Met inachtneming van het voorgaande oordeelt de Commissie dat in dit geval de grenzen van het toelaatbare niet zijn overschreden.

RB 1342

Valide reden voor spreiding

Vzr. Rechtbank 's-Gravenhage 20 maart 2012, KG ZA 12-88 (Gillette Company tegen Wilkinson Sword)

Uitspraak ingestuurd door Micheline Don, NautaDutilh N.V..mede ingestuurd door Tobias Cohen Jehoram, Thomas Conijn en Maurits Jan Voogt, De Brauw Blackstone Westbroek.


In't kort: In navolging van IEF 10712. Zowel Gillette (MACH en MACH3) als Wilkinson (HYDRO3 en HYDRO 5) zijn producenten van scheersystemen voor natscheren. Er is geen sprake van misbruik van procesrecht door verschillende - te onderscheiden - uitlatingen over meerdere kort gedingen te spreiden.

Het wordt Wilkinson verboden om een hydraterende werking te claimen ten aanzien van haar HYDRO scheersystemen zonder een duidelijke en opvallende disclaimer 'hydraterend effect enkel tijdens het scheren' of 'hydraterend effect treedt enkel tijdens het scheren op. Deze disclaimer moet voldoende duidelijk en opvallend worden gevoerd, ook in de reclamefilm.

Interessant is de overweging rondom misbruik van procesrecht:

4.3. Wilkinson heeft aangevoerd dat Gilette door de uitlatingen niet in het in december 2011 gevoerde kort geding tussen partijen te betrekken, misbruik van procesrecht zou maken. Die stelling kan niet worden gevolgd. Er is geen rechtsregel die zich in zijn algemeenheid verzet tegen een "spreiding" van verschillende vorderingen (ze betreffen immers te onderscheiden uitlatingen) over meerdere kort gedingen. Bijkomende omstandigheden kunnen dit anders maken, maar die zijn gesteld noch gebleken. De voorzieningenrechter laat nog daar dat Gilette een valide reden voor spreiding heeft aangegeven inhoudende dat alle zaken in één kort geding te behandelen tot te zware belasting van dat kort geding zou leiden.

RB 1336

Geen uitstoot tijdens het rijden

RCC 23 februari 2012, dossiernr. 2012/00051 (Geen uitstoot tijdens het rijden)

Ten onrechte - zo meent klager - wordt in de uiting (YouTube) gesuggereerd dat elektrische auto’s geen uitstoot hebben. De -uit het stopcontact afkomstige- stroom voor het elektrische voertuig wordt opgewekt door kolen- en gascentrales “die uitstoot hebben”. De commissie acht het voldoende duidelijk dat de adverteerder in de uiting op het oog heeft dat er op het moment van het gebruiken van de Renault ZE geen uitstoot optreedt. De vermelding "geen uitstoot tijdens het rijden" zou iets duidelijker in beeld kunnen, maar dit leidt niet tot een ander oordeel. De klacht wordt afgewezen.

Nadat eerst de aandacht is gevestigd op het gebruik van diverse elektrische apparaten en de daarmee gepaard gaande uitstoot, wordt erop gewezen dat er bij de Renault ZE geen sprake is van uitstoot. Daarbij acht de Commissie het voor de gemiddelde consument voldoende duidelijk dat adverteerder hier het oog heeft op het moment van gebruiken van de Renault ZE. Dit volgt uit de vergelijking met andere elektrische apparaten, bij het gebruik waarvan wel uitstoot optreedt en uit de vermelding in beeld: “Geen uitstoot tijdens het rijden”.
Deze laatste vermelding zou naar het oordeel van de Commissie iets duidelijker in beeld kunnen worden gebracht, maar dat leidt niet tot een ander oordeel.
In de uiting ligt niet de suggestie besloten dat de productie van de voor het elektrische voertuig benodigde stroom geen uitstoot van CO2 mee zou brengen.

RB 1334

Kadasterdata en WoningWizard

RCC 21 februari 2012, dossiernr. 2012/00028 (Kadasterdata)

Een 'nieuwslezer' spreekt over 'opschudding in de woningmarkt' wanneer via een sms informatie over hypotheekhoogte kan worden opgevraagd. Klaagster vraagt zich af of er strijd is met privacyregels, voorts blijkt uit de website dat aflossingen niet bekend zijn. Er is - volgens de commissie - sprake van onjuiste informatie als het gaat om het gegeven 'hypotheekhoogte'. Dit betreft de hoogte van de hypothecaire inschrijving die via andere bestaande bronnen beschikbaar is en er wordt niet duidelijk of er is afgelost. Omdat de gegevens reeds ter beschikking staan, acht de commissie geen strijd met privacyregels aanwezig.

RCC 21 februari 2012, dossiernr. 2012/00029 (WoningWizard)

In de uiting wordt gemeld: "Weet Woningwizard echt wat we voor ons huis betaald hebben? Dat wil ik wel eens zien”. De voice over zegt: “Als je alles wilt weten van een huis…” De vrouw: “Nou ja, het klopt precies! Probeer de buren eens”. Klacht: men krijgt slechts de verkoopprijs zoals bij het kadaster beschreven en de klager acht het ongepast dat gegevens van buren opgevraagd kunnen worden.

Uit dossiernr. 2012/00028

Ad 1.
Naar adverteerder heeft aangevoerd, worden voor de bewuste sms-dienst gegevens gebruikt uit voor een ieder toegankelijke bronnen, zoals het Kadaster en de gemeentelijke WOZ gegevens. Aldus acht de Commissie het voldoende aannemelijk dat het gebruik van de verstrekte gegevens gebeurt in overeenstemming met de privacy wetgeving.

Ad 2.
In de commercial wordt onder meer meegedeeld dat sprake is van ‘opschudding op de woningmarkt’ en dat de bewuste sms-dienst ‘komt met hypotheekhoogte’. De Commissie is van oordeel dat de gemiddelde consument aldus op het verkeerde been wordt gezet. De indruk wordt gewekt dat via de betreffende sms-dienst onder meer de actuele hypotheekhoogte op een huis wordt gegeven. In werkelijkheid echter blijkt dat de gegeven ‘hypotheekhoogte’ de hoogte van de hypothecaire inschrijving betreft, welke informatie zoals is gebleken reeds voor een ieder beschikbaar is via andere reeds bestaande bronnen en waaruit niet duidelijk is of er bijvoorbeeld is afgelost of sprake is van een hogere inschrijving dan de geldlening.

Uit dossiernr. 2012/00029:

1. Naar adverteerder heeft erkend, wordt in de televisie-commercial de indruk gewekt dat ook de hypotheekgegevens kunnen worden opgevraagd. In werkelijkheid maken de hypotheekgegevens geen onderdeel uit van de te ontvangen berichten. Aldus is komen vast te staan dat de commercial gepaard gaat met onjuiste informatie met betrekking tot het product zoals bedoeld onder b van artikel 8.2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC), te weten de voordelen. Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen.

Gelet op het voorgaande is de reclame-uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

2.
Met betrekking tot klagers bezwaar dat hij het ongepast vindt om gegevens van de buren beschikbaar te stellen, heeft adverteerder aangevoerd dat zij deze gegevens betrekt via de openbare registers, zoals het Kadaster. Aldus waren de betreffende gegevens reeds openbaar vóórdat de onderhavige dienst werd aangeboden en treft deze klacht geen doel.

RB 1333

Kennelijk in elkaar wordt getimmerd

RCC 16 februari 2012, dossiernr. 2011/01256 (Steunpunt Huiselijk Geweld)

Klager ergert zich eraan dat wordt uitgegaan van de veronderstelling dat huiselijk geweld altijd van de man afkomstig is. Klager stelt dat huiselijk geweld – waarbij moet worden inbegrepen ‘niet fysiek’ huiselijk geweld – bij vrouwen ongeveer even vaak voorkomt als bij mannen. Gelet op het voorgaande acht klager de reclame niet realistisch.

De voorzitter neemt de klacht niet in behandeling. De Commissie heeft begrip voor dat de uiting niet op prijs wordt gesteld. Echter de commissie is niet van oordeel dat de indruk wordt gewekt dat uitsluitend mannen huiselijk geweld plegen of dat uitsluitend vrouwen het slachtoffer zijn.

Het oordeel:
Klager heeft gemotiveerd en onweersproken aangevoerd dat niet slechts vrouwen slachtoffer zijn van huiselijk geweld en dat niet uitsluitend mannen de dader hiervan zijn.

Hoewel de Commissie er begrip voor heeft dat klager de uiting, waarin een situatie wordt geschetst waarbij een vrouw kennelijk ‘in elkaar wordt getimmerd’ door haar man, niet op prijs stelt, kan dat niet tot het oordeel leiden dat deze in strijd is met de Nederlandse Reclame Code (NRC). Evenals de voorzitter is de Commissie van oordeel dat in de commercial niet de indruk wordt gewekt dat uitsluitend mannen huiselijk geweld plegen of dat uitsluitend vrouwen hiervan het slachtoffer zijn.