RB

Media  

RB 1636

Begrip facultatieve prijstoeslagen

HvJ EU 19 juli 2012, zaak C-112/11, (ebookers.com Deutschland) - dossier.

Prejudiciële vraag gesteld door OLG Keulen, Duitsland.

Conclusie A-G [RB 1317]. Verplichting van verkoper van vliegreis om ervoor te zorgen dat facultatieve prijstoeslagen door klant op ,opt-in’-basis worden aanvaard. Prijs van door onafhankelijke verzekeringsmaatschappij aangeboden annuleringsverzekering voor vlucht die deel uitmaakt van totale prijs.

Het begrip „facultatieve prijstoeslagen” in artikel 23, lid 1, laatste zin, van verordening (EG) nr. 1008/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 24 september 2008 inzake gemeenschappelijke regels voor de exploitatie van luchtdiensten in de Gemeenschap moet aldus worden uitgelegd dat het ook betrekking heeft op kosten die in verband met de vliegreis worden gemaakt voor diensten, zoals de in het hoofdgeding aan de orde zijnde vluchtannuleringsverzekering, welke door een andere partij dan de luchtvaartmaatschappij worden aangeboden en door de verkoper van die reis samen met de prijs van de vlucht in de vorm van een totale prijs aan de klant in rekening worden gebracht.

Vraag:

„Ziet artikel 23, lid 1, van verordening [nr. 1008/2008], volgens hetwelk facultatieve prijstoeslagen op duidelijke, transparante en ondubbelzinnige wijze aan het begin van elk boekingsproces worden medegedeeld en door de passagier op een ‚opt-in’-basis moeten worden aanvaard, ook op kosten die in verband met vliegreizen voor diensten van derden (hier: de aanbieder van een annuleringsverzekering) worden gemaakt en die de verkoper van de vliegreis in zijn totale prijs samen met de prijs van de vlucht aan de passagier aanrekent?”

RB 1635

Tweet met link naar advertentie waarin persoonsgegevens staan

Rechtbank ´s-Hertogenbosch 31 januari 2013, LJN BZ2126 (eiser tegen veilingdeurwaarder.nl)

Persoonsgegevens. Verwerking. Advertentie. Executoriale verkopen. Link. Informatieplicht.

Eiser heeft Veilingdeurwaarder verzocht om een overzicht van alle haar betreffende persoonsgegevens en een overzicht van degene aan wie deze gegevens zijn verstrekt. Veilingdeurwaarder is houdster van de website www.veilingdeurwaarder.nl. Op de website kunnen gerechtsdeurwaarders en belastingdeurwaarders advertenties plaatsen ter aankondiging van de executoriale verkopen. Door de deurwaarder is ten laste van eiser beslag gelegd op een auto. Van de openbare veiling is melding gemaakt door publicatie daarvan op de website.

Aan haar verzoek legt eiser ten grondslag dat Veilingdeurwaarder haar betreffende persoonsgegevens verwerkt door deze op de website te plaatsen en vervolgens geïnteresseerden van de op de website geplaatste advertentie op de hoogte te stellen door middel van een e-mailservice of een tweet, waardoor die geïnteresseerden door op een link te klikken direct in de advertentie komen waarin de naam van eiser en het kenteken van de auto zijn vermeld.

Als uitgangspunt geldt dat degene die persoonsgegevens verwerkt verantwoordelijk is voor de verwerking. In de overgelegde advertentie staan onder RDW-gegevens (die Veilingdeurwaarder volgens haar eigen stellingen dus zelf ophaald) het kenteken van de auto en de naam van de kentekenhouder vermeld. De rechtbank is van oordeel dat Veilingdeurwaarder als verantwoordelijke in de zin van de Wbp moet worden aangemerkt voor het plaatsen van de persoonsgegevens op de website, aangezien zij de RDW-gegevens zelf in de advertentie plaatst. Het verzenden van een e-mail of tweet met daarin een directe link naar de advertentie waarin de persoonsgegevens zijn vermeld  levert tevens het verwerken van persoonsgegevens op. Ook het verzenden van een hyperlink moet worden beschouwd als een andere vorm van terbeschikkingstelling.

Als verantwoordelijke voor de verwerking van persoonsgegevens is Veilingdeurwaarder in beginsel verplicht aan het verzoek op grond van artikel 35 van de Wbp te voldoen. Veilingdeurwaarder heeft echter terecht opgemerkt dat zij op grond van artikel 43 onder e van de Wbp niet hoeft te voldoen aan haar informatieplicht. De rechtbank is met Veilingdeurwaarder van oordeel dat Veilingdeurwaarder niet gehouden is naam- en adresgegevens te verstrekken van alle ontvangers van de nieuwsbrief omdat daarmee een verregaande inbreuk op de privacy van die ontvangers zou worden gemaakt.

4.4.  De rechtbank stelt voorop dat als uitgangspunt dient te gelden dat degene die persoonsgegevens verwerkt verantwoordelijk is voor de verwerking, tenzij deze aantoont dat dat niet het geval is. Veilingdeurwaarder heeft niet aangegeven welke gegevens zij door de deurwaarder krijgt aangeleverd en welke gegevens zij zelf aanvult vanuit het RDW-register. In de door [eiser] als voorbeeld overgelegde advertentie staan onder RDW-gegevens (die Veilingdeurwaarder volgens haar eigen stellingen dus zelf ophaalt) het kenteken van de auto en de naam van de kentekenhouder vermeldt. De rechtbank gaat er daarom vanuit dat Veilingdeurwaarder deze gegevens zelf in de advertentie plaatst en daarmee als verantwoordelijke voor de verwerking heeft te gelden. Veilingdeurwaarder heeft weliswaar betoogd dat deze gegevens niet als persoonsgegevens moeten worden beschouwd, maar dit verweer wordt verworpen. In het richtsnoer van het CBP is opgenomen dat het bekendste direct identificerend gegeven de combinatie van voor- en achternaam is en als voorbeeld van bekendste indirect identificerende gegevens wordt het kenteken genoemd. Naar het oordeel van de rechtbank levert een combinatie van achternaam met voorletters en het kenteken zeker een persoonsgegeven in de zin van de Wbp op. De rechtbank is van oordeel dat Veilingdeurwaarder als verantwoordelijke in de zin van de Wbp moet worden aangemerkt voor het plaatsen van de persoonsgegevens op de website.

4.5.  De rechtbank is tevens van oordeel dat het verzenden van een e-mail of tweet met daarin een directe link naar de advertentie waarin de persoonsgegevens zijn vermeld het verwerken van persoonsgegevens oplevert. Artikel 1 onder d van de Wbp bepaalt immers dat onder verwerking moet worden verstaan: elke handeling of elk geheel van handelingen met betrekking tot persoonsgegevens, waaronder in ieder geval het verzamelen, vastleggen, ordenen, bewaren, bijwerken, wijzigen, opvragen, raadplegen, gebruiken, verstrekken door middel van doorzending, verspreiding of enige andere vorm van terbeschikkingstelling, samenbrengen, met elkaar in verband brengen, alsmede het afschermen, uitwissen of vernietigen van gegevens. De rechtbank is van oordeel dat het verzenden van een hyperlink beschouwd moet worden als een andere vorm van terbeschikkingstelling. Ook voor deze verwerking moet Veilingdeurwaarder als verantwoordelijke worden aangemerkt.

4.7.  Aangezien Veilingdeurwaarder als verantwoordelijke voor de verwerking van persoonsgegevens van [eiser] dient te gelden, is Veilingdeurwaarder in beginsel verplicht aan het verzoek op grond van artikel 35 van de Wbp te voldoen. Veilingdeurwaarder heeft echter terecht opgemerkt dat zij op grond van artikel 43 onder e van de Wbp niet hoeft te voldoen aan haar informatieplicht, indien dit noodzakelijk is ter bescherming van de rechten en vrijheden van anderen. De rechtbank is met Veilingdeurwaarder van oordeel dat Veilingdeurwaarder niet gehouden is naam- en adresgegevens te verstrekken van alle ontvangers van de nieuwsbrief omdat daarmee immers een verregaande inbreuk op de privacy van die ontvangers zou worden gemaakt. Naar het oordeel van de rechtbank kan Veilingdeurwaarder volstaan met het verstrekken van categorieën van ontvangers, welke mogelijkheid uitdrukkelijk is toegestaan op grond van artikel 35. Het verzoek van [eiser] zal dan ook met die restrictie worden toegewezen.

Op andere blogs:
SOLV (linken naar persoonsgegevens is een verwerking)

RB 1633

Gebruik van Google AdSense komt voor rekening en risico van adverteerder

CvB 5 februari 2009, dossiernr. 2008/01039 (advertentie op speelzolder.com)

Rechtvaardiging niet-openbare aanbeveling. Op de website www.speelzolder.com kunnen games worden gespeeld. Op een subpagina heeft een banner gestaan met de tekst: “Win een Wii!”. Na het klikken op de banner opende zich een pagina van de website www.celldorado.com met een kader waarin twee tekeningen staan met de uitnodiging om de drie verschillen te zoeken en daaronder de tekst: “Zoek ze alle 3 en win een Nintendo”. Na het aanklikken van de drie verschillen opende zich een nieuwe pagina met het woord “Gefeliciteerd!” en een invulvenster voor een 06-nummer. 

Gelet op de domeinnaam, de opzet, de vormgeving en de inhoud van de website www.speelzolder.com, is deze website gericht op kinderen. Door het woord “Gefeliciteerd” wordt de indruk gewekt dat het kind een prijs heeft gewonnen en dat het zijn mobiele nummer moet invullen om de prijs in ontvangst te kunnen nemen. Door het invullen van dit nummer abonneert het kind zich zonder daarvan bewust te zijn op de betaalde abonnementsdienst van Artiq Mobile.

Het College stelt voorop dat de eigenaar van de website www.speelzolder.com niet kan worden aangemerkt als een zogenaamde affiliate. Wel is er sprake van adverteren via Google AdSense, via welk systeem van adverteren AdSense-advertenties aan een website kunnen worden gekoppeld, zonder dat een relatie behoeft te worden onderhouden met de adverteerder, dit laatste omdat Google de advertenties aanlevert.

Naar het oordeel van het College rechtvaardigen de omstandigheden van het onderhavige geval niet dat de aanbeveling openbaar wordt gemaakt. De onderhavige aanbeveling heeft betrekking op reclame-uitingen voor de plaatsing waarvan gebruik is gemaakt van Google AdSense. Niet eerder heeft het College zich over dergelijke uitingen uitgesproken.

De banner, de speelpagina en het aanmeldscherm zijn door of in opdracht van Artiq ontwikkeld. Kennelijk heeft Artiq deze uitingen doen toekomen aan Google, waarna Google ervoor heeft gezorgd dat eigenaren van websites de uitingen op hun website kunnen plaatsen. Bovengenoemde omstandigheden, die kennelijk eigen zijn aan het gebruik van Google AdSense, komen naar het oordeel van het College voor rekening en risico van Artiq en betekenen niet dat Artiq niet mede verantwoordelijk zou zij voor de plaatsing van de gewraakte uitingen.

Het College bevestigt de beslissing van de Commissie, dat zich geen feiten of omstandigheden hebben voorgedaan op grond waarvan Artiq Mobile niet medeverantwoordelijk is voor het feit dat de banner is geplaatst op een website die specifiek op kinderen is gericht. Daarmee is gegeven dat Artiq Mobile medeverantwoordelijk is voor het handelen in strijd met voornoemde bepalingen van de KJC en de NRC.

7. De Consumenten­autoriteit heeft verzocht deze beslissing openbaar te maken. De Commissie ziet daartoe onvoldoende aanleiding, nu Artiq Mobile zich tijdens de mon­de­linge behandeling van deze zaak bereid heeft ge­toond om maatregelen te nemen om inbreukmakend gedrag van de affiliate voortaan te voor­komen.

Het antwoord in appel

De Commissie heeft terecht geen openbare aanbeveling gedaan.
Er is in dit geval geen sprake van recidive. Voorts is de stelling van de Consumentenautoriteit, dat Artiq eerdere aanbevelingen naast zich heeft neergelegd, onjuist. Weliswaar zijn bepaalde reclame-uitingen van Artiq eerder ontoelaatbaar bevonden, maar het betrof hier andersoortige gevallen van reclame maken, niet alleen wat betreft inhoud, maar ook wat betreft wijze van reclame maken, waarop (mogelijk) andere regels van toepassing zijn.
Ook gezien de inspanning die Artiq zich heeft getroost om ervoor te zorgen dat haar advertenties (waaronder de gewraakte advertentie in het bijzonder) niet meer (via Google AdSense) op kindersites (waaronder www.speelzolder.com) zullen verschijnen, is een openbare aanbeveling niet gerechtvaardigd.

(...)

Naar Artiq stelt, biedt Google niet de mogelijkheid om kindersites bij voorbaat te laten uitsluiten van adverteren via Google AdSense, maar kunnen alleen URL’s van websites worden uitgesloten. Daarbij kost het -naar Artiq stelt- veel tijd om te achterhalen welke sites moeten worden uitgesloten, omdat aan de URL’s van de 11.000 sites, waar het in het geval van Artiq om gaat, veelal niet te zien is wat voor site het betreft, meer in het bijzonder of het een site is, gericht op kinderen.
Bovengenoemde omstandigheden, die kennelijk eigen zijn aan het gebruik van Google AdSense, komen naar het oordeel van het College voor rekening en risico van Artiq en betekenen niet dat Artiq niet mede verantwoordelijk zou zij voor de plaatsing van de gewraakte uitingen. Dit laatste, nog daargelaten dat de frequentie van het onderzoek dat Artiq -naar zij stelt- eens per kwartaal verricht om te voorkomen dat haar uitingen worden geplaatst op sites, gericht op kinderen, naar het oordeel van het College zou behoren te worden opgevoerd.

Naar het oordeel van het College rechtvaardigen de omstandigheden van het onderhavige geval niet dat de aanbeveling openbaar wordt gemaakt. De onderhavige aanbeveling heeft betrekking op reclame-uitingen voor de plaatsing waarvan gebruik is gemaakt van Google AdSense. Niet eerder heeft het College zich over dergelijke uitingen uitgesproken.

RB 1632

Actie 'geen BTW' geldt alleen bij het bezit van een voordeelpas

RCC 6 februari 2013, dossiernr. 2013/00032 (GAMMA voordeelpas)

Misleidend. Voorwaarden. Voordeelpas. De bestreden reclame-uiting betreft de televisiecommercial waarin een werknemer van de Gamma een actie aanprijst waarbij men gedurende vier dagen “geen BTW” betaalt over aankopen. In beeld verschijnt enige tijd de tekst “*kijk voor de voorwaarden op GAMMA.nl”. Op het buitenbord bij de GAMMA filialen staat “0% btw” en “Alles belastingvrij”. Aan de rechteronderzijde van het buitenbord staat verticaal vermeld dat de actie alleen geldt met de GAMMA voordeelpas.

In de commercial wordt de actie aangeprezen zonder dat specifiek melding wordt gemaakt van de voorwaarde dat men over een GAMMA voordeelpas dient te beschikken om gebruik te kunnen maken van de actie. Naar het oordeel van de voorzitter betreft het feit dat deze pas verplicht is een belangrijke beperkende voorwaarde, waarover de consument duidelijk geïnformeerd dient te worden. De enkele in beeld getoonde verwijzing naar de actievoorwaarden op adverteerders website is onvoldoende. Adverteerder had derhalve in de televisiecommercial de consument dienen te informeren over de noodzaak van een GAMMA voordeelpas. Ten aanzien van het buitenbord ligt het voorgaande in zoverre anders, dat in deze uiting wel specifiek staat dat men alleen met een GAMMA voordeelpas kan deelnemen aan de actie.

Nu de consument in de uitingen niet duidelijk wordt geïnformeerd over de voorwaarde van een GAMMA voordeelpas om te kunnen deelnemen aan de actie, is sprake van een te laat of op onduidelijke wijze verstrekken van essentiële informatie. De gemiddelde consument zou hierdoor ertoe gebracht kunnen worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen. Niet gesteld of gebleken is dat vrijwel alle consumenten over een GAMMA voordeelpas beschikken of bereid zijn een dergelijke pas aan te schaffen. De voorzitter acht de reclame-uitingen misleidend en daardoor oneerlijk.

RB 1630

Hoofdprijs te winnen door boek te bestellen

CvB 19 februari 2013, dossiernr. 2012/00811 (Kans op hoofdprijs)

Het College vernietigt de beslissing van de Commissie en wijst de klacht alsnog af.

Om mee te mogen dingen naar de, in de geadresseerde mailing, genoemde hoofdprijs van € 100.000,-, dient men een retourformulier terug te sturen. Dat men door middel van dit formulier tevens een boek bestelt, wordt pas achterop de brief vermeld. In hoofdletters wordt meegedeeld dat de ontvanger van de brief is uitgekozen voor deelname aan de hoofdprijs. Klager stelt: “Voordat je het weet zit je dus ergens aan vast.” De Commissie acht de reclame-uiting, in de beslissing van 12 november 2012, misleidend en daarmee oneerlijk.

De vraag of de Commissie de uiting terecht misleidend heeft geacht, is aan de orde. In verband daarmee dient te worden beoordeeld of voor de gemiddeld geïnformeerde, omzichtige en oplettende consument voldoende duidelijk uit de uiting blijkt dat inzending van het deelnamebewijs met betrekking tot de in de uiting bedoelde promotionele kansspelen tevens impliceert dat men het boek “Voeding die baat, voeding die schaadt” bestelt.

Met betrekking tot de begeleidende brief constateert het College dat op de voorzijde van deze brief uitdrukkelijk en ook uitsluitend de aandacht wordt gevestigd op de mogelijkheid een “hoofdprijs” van € 100.000,- te winnen. Het College acht het aannemelijk dat de gecombineerde promotionele kansspelen de meeste aandacht van de consument zullen trekken. Anderzijds kan niet worden voorbijgegaan aan het feit dat op de achterzijde van de begeleidende brief uitdrukkelijk staat dat de promotionele actie verband houdt met het boek “Voeding die baat, voeding die schaadt”. De inhoud van het boek wordt uitvoerig toegelicht in de opvallende flyer. De uiting dient op grond van informatie in de flyer en de overige inhoud van de uiting tevens als een uitnodiging tot aankoop van dit boek te worden aangemerkt. Het College vernietigt de beslissing van de Commissie en wijst de klacht alsnog af.

Al deze genoemde aspecten tegen elkaar afwegend, oordeelt het College dat uit het geheel van de uiting voor de gemiddelde consument voldoende duidelijk blijkt dat inzending van het deelnamebewijs meebrengt dat men tevens bedoeld boek bestelt. Het College komt derhalve tot een ander oordeel dan de Commissie. Het College vernietigt de beslissing van de Commissie en wijst de klacht alsnog af.
RB 1629

“Alleen voor bonuskaarthouder” is essentiële informatie

RCC 5 februari 2013, dossiernr. 2012/01068 (Alleen voor AH-bonuskaarthouders)

Het betreft een televisiecommercial waarin de ‘Albert Heijn-man’ de actie “Route 99” aanprijst met de mededeling: “De voordeligste route van Nederland loopt deze maand dwars door Albert Heijn, met 99 aanbiedingen voor 99 cent.” De man loopt door een Albert Heijn filiaal en meldt bij een aantal producten: “Kijk: 99 cent! En deze: 99 cent!”

De commercial wordt gevolgd door een kortere commercial in hetzelfde reclameblok (‘tag on’), waarin een aantal producten wordt getoond in het kader van de actie. De tag on eindigt met een blauw scherm met daarop het Albert Heijn logo en in witte letters onderin beeld de melding: “Kijk voor de actievoorwaarden op ah.nl. Aanbiedingen geldig op vertoon van uw bonuskaart”. De voorzitter acht het aannemelijk dat de gemiddelde consument de commercial en tag-on als een samenhangend geheel zal beschouwen, nu deze elkaar in korte tijd opvolgen in hetzelfde reclameblok. In de gehele uiting wordt veel nadruk gelegd op de Route 99-aanbiedingen, terwijl het aanbod slechts geldt voor houders van een bonuskaart.

Het voorgaande impliceert dat de consument duidelijk moet worden geïnformeerd over de wijze waarop de actie moet worden uitgelegd om te voorkomen dat bij hem onjuiste verwachtingen worden gewekt omtrent het voordeel waarop hij op grond van de actie recht heeft. (...)

Aan het einde van de uiting is de mededeling “Aanbiedingen geldig op vertoon van uw bonuskaart” echter dermate kort in beeld, dat deze (...) de gemiddelde consument gemakkelijk kan ontgaan.

Hierdoor  is sprake van een op onduidelijke wijze verstrekken van essentiële informatie.

Op andere blogs:
Hoogenraad & Haak (Alleen voor AH-Bonuskaarthouders)

RB 1628

Absolute claim "milieuvriendelijk", anders dan "milieuvriendelijker"

RCC 6 februari 2013, dossiernr. 2012/01141 (cv-haarden; milieuvriendelijk)

wood stove 2 In de uiting worden de door adverteerder aangeboden houtgestookte cv-haarden (“CV Haarden zowel hout-, gas- als pelletgestookt”) aangeduid als “milieuvriendelijk”. Deze aanduiding dient, anders dan bijvoorbeeld de aanduiding “milieuvriendelijker”, te worden aangemerkt als een absolute milieuclaim in de zin van de Milieu Reclame Code. De advertentie geeft de indruk dat het gebruik van houtgestookte (cv) haarden geen negatief effect heeft op het milieu.

De producten van adverteerder voldoen aan de 11 keurmerken die tot stand zijn gekomen na onderzoeken waarnaar houtrook.nl verwijst, en die veel verder gaan dan de in Nederland gehanteerde normen.

Ingevolge artikel 3 MRC dient adverteerder de juistheid van deze absolute milieuclaim aan te tonen. Naar het oordeel van de Commissie is adverteerder daarin niet geslaagd. Weliswaar is voldoende aannemelijk geworden dat de door adverteerder aangeboden houtgestookte cv-haarden aan meer keurmerken voldoen dan in Nederland is voorgeschreven en (daardoor) als milieuvriendelijker kunnen worden beschouwd dan andere cv-haarden, maar dat betekent niet dat adverteerders houtgestookte cv-haarden absoluut milieuonschadelijk zijn. Gelet hierop acht de Commissie de uiting vanwege het gebruik van de kwalificatie “milieuvriendelijk” in strijd met de artikelen 2 en 3 MRC.

RB 1627

Verplicht redelijke voorraad goederen aanwezig in verhouding tot gevoerde reclame

RCC 4 februari 2013, dossiernr. 2013/00004 (Gigantische voorraad topbankstellen)

couch twoCasa-Mobilia. Bijna alles voor de helft van de helft beperkte voorraad, lokkertje.

In de onderhavige via een huis-aan-huisblad verspreide uiting wordt de leegverkoop van “een gigantische voorraad topbankstellen” van bepaalde merken, “aangevuld met belangrijke Europese faillissementen en liquidaties” met “bijna alles voor de helft van de helft” van de prijs aangekondigd voor de periode van 16 tot en met 22 december 2012. 

Klaagster heeft bij de start van de verkoopactie de winkel van adverteerder bezocht. Volgens de verkoper waren er geen bankstellen voor “de helft van de helft”. De aanvulling “met belangrijke Europese faillissementen en liquidaties” bleek uit twee bankstellen te bestaan die ook niet in de winkel aanwezig waren. Ook het rundleren bankstel van € 1.800,- voor € 450,- was niet aanwezig.

Indien een adverteerder een dergelijk bijzonder aanbod doet, dient de adverteerder ervoor zorg te dragen dat er een in verhouding tot dat aanbod en de daarvoor gevoerde reclame redelijke voorraad goederen aanwezig is. Dit geldt zeker indien in de reclame-uiting geen mededelingen worden gedaan waaruit de consument kan afleiden dat er slechts een beperkte beschikbaarheid is. In het onderhavige geval ontbreekt een dergelijke mededeling en wordt juist de indruk gewekt dat sprake is van een “gigantische voorraad”.

Nu niet is gebleken dat de bankstellen beschikbaar waren in een mate die gezien de omstandigheden redelijk moet worden geacht en in de uiting niet wordt gewezen op een beperkte beschikbaarheid van het aanbod, is sprake van misleidende reclame.

Het betreft de advertentie in het Zondagochtendblad van 16 december 2012, waarin onder de kop
“Schagen Verkoop start zondag 16 dec.” onder meer staat:
“OPRUIMINGS LEEG VERKOOP TOP-BANKSTELLEN
Gigantische voorraad
o.a. van de merken DIVANI – POLTRONE
Aangevuld met belangrijke Europese faillissementen en liquidaties (…)
Nu bijna alles voor de HELFT VAN DE HELFT” en “Voorbeeld
Let op! Alleen deze week Bankstel 3/2 zits rundleder
Normaal 1.800,- Halve prijs 900,- NU 450,-“.
RB 1624

Kindermishandeling stopt nooit vanzelf

RCC 31 januari 2013, dossiernr. 2012/01025 (Kindermishandeling stopt nooit vanzelf)

Bevestiging oordeel voorzitter. Opsluiten van een kind en seksueel misbruik in de jeugdzorg. De overheid doet niets. In de uiting ligt niet de suggestie besloten dat kindermishandeling in de jeugdzorg niet zou voorkomen of door de overheid aanvaardbaar zou worden gevonden.

In deze reclame wordt het opsluiten van een kind op de kamer aangemerkt als kindermishandeling, terwijl “zoiets in de jeugdzorg heel normaal is”. Dat geldt ook voor seksueel misbruik in de jeugdzorg. De overheid doet er niets aan en hoopt dat deze kindermishandeling vanzelf ophoudt. De reclame tart het goed fatsoen en nodigt kijkers uit om melding te doen van ‘mishandelde kinderen’, zodat die kinderen in de jeugdzorg belanden, met goede kans op seksueel misbruik.

De voorzitter acht geen strijd met de NRC. Bezwaar tegen terzijdelegging: Er is geen sprake van een vermoeden, maar van zekerheid omtrent seksueel misbruik in de jeugdzorg. Deze zekerheid laat de overheid voortbestaan door niet op te treden tegen de jeugdzorg, haar professionals en haar ‘hulpverlening’. Klager spreekt over “ontluisterende bevindingen van de Commissie Samson”.

In de bestreden uiting wordt de aandacht gevestigd op kindermishandeling en op de mogelijkheid daartegen iets te doen, meer in het bijzonder door een hulp- en advieslijn te bellen of door de website vooreenveiligthuis.nl bezoeken. De wijze waarop dat gebeurt, waarbij één voorbeeld van (een vermoeden van) kindermishandeling, kennelijk thuis, wordt getoond, acht de Commissie niet in strijd met de NRC. In de uiting ligt niet de suggestie besloten dat kindermishandeling, waaronder seksueel misbruik, in de jeugdzorg niet zou voorkomen of door de overheid aanvaardbaar zou worden gevonden.

 

In dit verband wijst de Commissie nog op de inhoud van de laatste alinea van de bij het verweer overgelegde brief van 29 oktober 2012 van de staatssecretaris Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van de minister en staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, naar aanleiding van het rapport van de door klager genoemde Commissie Samson. In die brief staat:

“Het kabinet realiseert zich ten volle dat er ten aanzien van de aanpak van seksueel misbruik echt iets moet veranderen. Het kan niet zo zijn dat we als samenleving weet hebben van een dergelijk ernstig probleem, maar het niet stevig aanpakken. Het kabinet werkt er hard aan om, samen met de Taskforce kindermishandeling en seksueel misbruik en alle partijen in het veld, een fundamentele kentering tot stand te brengen. Het gaat immers om kinderen en die hebben recht op bescherming”. 

RB 1625

Op de posters deugt de verhouding met kleiner lettertype niet

Vzr. Rechtbank Den Haag 30 januari 2013, LJN BZ1486 (Lebara tegen Vectone Mobile)

Reclamerecht. Maatman. Misleidende en ongeoorloofd misleidende reclame ter zake van internationale pre-paid mobiele telefoniediensten. Rectificatie.

Lebara en Vectone zijn telecommunicatiebedrijven. Zij bieden pre-paid mobiele telefoniediensten aan, waarbij hun doelgroep bestaat uit consumenten die veelvuldig internationale telefoongesprekken voeren.

Vectone vergelijkt op haar 'vergelijkingswebpagina' en posters de door haar label "Delight Mobile" gehanteerde tarieven met die van andere aanbieders, waaronder Lebara, Lyca en Ortel. In haar reclame-uitingen stelt Vectone onder andere dat zij "De beste prepaid aanbieding van Nederland" en/of "één van de laagste internationale tarieven van Nederland" aanbiedt. Voor de beslissing op die vorderingen zijn enkel van belang de laatste reclame-uitingen van Vectone. Daarvan uitgaande kunnen de 'oude' reclame-uitingen van Vectone toewijzing van de vorderingen van Lebara niet rechtvaardigen.

Vectone wordt niet gevolgd in haar stelling dat in de onderhavige kwestie niet de 'gemiddelde' consument als toetsingsmaatstaf mag worden gehanteerd, maar dat enkel rekening moet worden gehouden met de specifieke doelgroep, namelijk consumenten die veelvuldig internationale telefoongesprekken voeren en die veel ervaring heeft met internationaal bellen, bekend is met alle marketingstrategieën van de aanbieders en aan een half woord genoeg heeft en zich dus niet laat misleiden door het weglaten van een bepaald element.

Vectone wordt niet gevolgd voor zover zij stelt niet gehouden te zijn om het starttarief te vermelden. Lebara wordt niet gevolgd in de stelling dat de gehanteerde afrekenmethode vermeld dient te worden, omdat alle aanbieders dezelfde afrekenmethode van (naar bovenvafgeronde) hele minuten hanteren.

Weliswaar is gebruikelijk en tot op zekere hoogte ook toelaatbaar dat voor de tekst van een disclaimer een kleiner lettertype wordt gebruikt dan voor de (wervende) hoofdtekst, maar op de posters deugt de verhouding in dat opzicht niet. Niet kan worden uitgesloten dat derden, die ooit in het bezit zijn gesteld van posters en waarover geen controle meer uitgeoefend kan worden, verouderde ('rondzwervende') posters niet verwijderen. Aangenomen moet worden dat ook andere aanbieders, waaronder Lebara, daarmee worden geconfronteerd.

De toegewezen vorderingen impliceren immers dat Vectone gehouden is alle reclamematerialen die daarmee in strijd zijn te (laten) verwijderen, voor zover dat redelijkerwijs binnen haar bereik ligt (zie onder 3.21). Plaatsing van een rectificatie acht de voorzieningenrechter in de gegeven omstandigheden proportioneel, mede waar de vordering van Lebara niet verder strekt dan plaatsing op de homepage van Vectone gedurende veertien dagen.

Starttarief (i)
3.11. Vectone kan niet worden gevolgd voor zover zij stelt dat zij op grond van het bepaalde in artikel 194a lid 2 onder c BW niet gehouden was om het starttarief te vermelden omdat die bepaling toestaat dat slechts "een of meer wezenlijke, relevante, controleerbare en representatieve kenmerken" met elkaar worden vergeleken. Onder 'kenmerken' moeten worden verstaan aspecten als kwaliteit en prijs, welk laatste voorbeeld ook uitdrukkelijk wordt aangehaald in de onderhavige bepaling. Daaronder kunnen niet worden begrepen onderdelen die medebepalend zijn voor het betreffende kenmerk. Zoals hiervoor - onder 3.4 - al overwogen moeten de vergeleken gegevens, (in casu: de gesprekskosten) juist en volledig worden vermeld, opdat de consument een goede afweging kan maken alvorens hij zijn keus bepaalt.


Afrekenmethode (ii)

3.14. Lebara kan daarin echter niet worden gevolgd. Zowel Vectone als de 'vergeleken' aanbieders hanteren dezelfde afrekenmethode, in die zin dat zij de beltijd (naar boven) afronden naar hele minuten. Voorts geeft Vectone op de door haar verspreide posters duidelijk aan dat daarop de tarieven per minuut staan vermeld. Verder is van belang dat Vectone op de zitting heeft gesteld dat die methode ('afrekenen per minuut') standaard is in de hier aan de orde zijnde markt; volgens haar rekent iedere aanbieder van prepaid mobiele telefoondiensten voor internationaal bellen af per minuut. (...) Kortom, het maakt niet uit of de methode wel of niet wordt aangegeven.


Bruto-nettotariefstructuur van Lebara (iii)

3.19. Met betrekking tot de disclaimer op de - meest recente - 'vergelijkende' posters van Vectone (producties 22, 23 en 24 van Lebara), moet worden geconcludeerd dat, behoudens voor wat betreft de asterisk, niet is voldaan aan voormelde eis. Weliswaar is gebruikelijk en tot op zekere hoogte ook toelaatbaar dat voor de tekst van een disclaimer een kleiner lettertype wordt gebruikt dan voor de (wervende) hoofdtekst, maar op de posters deugt de verhouding in dat opzicht niet. Voor de disclaimer is een dermate klein lettertype gebruikt, dat de tekst ervan wegvalt in het geheel van de overige, wel in het oog springende, mededelingen op de posters en als gevolg daarvan niet wordt opgemerkt door de gemiddelde consument. Daarmee zijn de posters misleidend en ongeoorloofd vergelijkend. De disclaimers dienen minimaal te worden opgesteld met een lettertype als thans wordt gebruikt voor de direct boven de disclaimers opgenomen mededeling.


Verouderde posters (iv)

3.21. Lebara verwijt Vectone dat deze er een gewoonte van maakt dat zij - kort na het verspreiden van nieuwe posters - haar tarieven wijzigt/verhoogt, waarna zij die (verouderde) posters, waarop dus foutieve tarieven staan vermeld, bewust laat hangen. Vectone heeft een en ander gemotiveerd besteden, zodat - mede gelet op het beperkte karakter van een procedure als de onderhavige - van de juistheid van die stelling van Lebara niet kan worden uitgegaan. Daarvoor is nader onderzoek nodig, waarvoor in een kort geding geen plaats is. Overigens kan Vectone niet in alle gevallen worden verweten dat verouderde posters blijven hangen. Niet kan worden uitgesloten immers dat derden, die ooit in het bezit zijn gesteld van posters van Vectone en waarover Vectone geen controle kan uitoefenen, verouderde ('rondzwervende') posters niet verwijderen. Aangenomen moet worden dat ook andere aanbieders, waaronder Lebara, daarmee worden geconfronteerd.