RB
RB 3898
5 mei 2025
Uitspraak

Verbod op prijsvergelijking die niet gebaseerd is op de laagste prijs, Hof geeft uitleg over artikel 6 bis Richtlijn 98/6

 
RB 3899
1 mei 2025
Uitspraak

Reclameverbod op fossiele reizen Den Haag blijft overeind: rechter wijst bezwaren ANVR en TUI af

 
RB 3897
28 april 2025
Uitspraak

Verbod tot gebruik van ‘laagste prijs garantie’ door Bauhaus in vergelijking met de producten van Hornbach toegewezen

 
RB 3898

Verbod op prijsvergelijking die niet gebaseerd is op de laagste prijs, Hof geeft uitleg over artikel 6 bis Richtlijn 98/6

EU 26 sep 2024, RB 3898; ECLI:EU:C:2024:804 (Vereniging voor consumentenbescherming tegen Aldi), https://reclameboek.nl/artikelen/verbod-op-prijsvergelijking-die-niet-gebaseerd-is-op-de-laagste-prijs-hof-geeft-uitleg-over-artikel-6-bis-richtlijn-98-6

HvJ EU 26 september 2024, RB 3898; ECLI:EU:C:2024:804 (Vereniging voor consumentenbescherming tegen Aldi). Deze zaak betreft twee prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie over hoe prijsverminderingen in reclame voor levensmiddelen moeten worden weergegeven op basis van Richtlijn 98/6, die betrekking heeft op consumentenbescherming bij prijsvermeldingen. Aldi publiceert wekelijks reclamefolders, online en in winkels, met daarin hun aanbiedingen. In een weekfolder van oktober 2022 kondigt Aldi een superaanbieding aan voor Fairtrade bio-bananen en Rainforect Alliance ananas. Bij deze producten vermeldt de folder zowel een doorgestreepte oude prijs als de nieuwe aanbiedingsprijs. De aanbiedingsprijs van de ananas wordt zelfs aangekondigd als "knalprijs". Daarnaast staat onder elk product: “Laatste verkoopprijs. Laagste prijs in de afgelopen 30 dagen”, met daarbij een derde prijsindicatie die deze laagste prijs weergeeft. De Duitse vereniging voor consumentenbescherming stelt dat Aldi hiermee de consument misleidt, omdat de weergegeven prijsvermindering niet gebaseerd is op de laagste prijs in de voorafgaande 30 dagen. Zij vordert een verbod voor Aldi om prijsverminderingen in percentages aan te kondigen zonder verwijzing naar de laagste prijs in de 30 dagen voorafgaand aan de aanbieding, en om reclame te maken met termen als “knalprijs” indien daarbij een hogere referentieprijs wordt gebruikt dan de daadwerkelijk toegepaste prijs in diezelfde periode. De verwijzende rechter twijfelt over de uitleg van artikel 6 bis van Richtlijn 98/6 en legt daarom twee vragen voor aan het hof: ten eerste de vraag of de procentuele prijsverminderingen moeten worden berekend op basis van de “vorige prijs”, gedefinieerd in lid 2 als de laagste prijs die in de 30 dagen voorafgaand aan de aanbieding is toegepast. Ook vraagt hij of reclametermen die een lage prijs benadrukken (zoals “knalprijs”) aan deze norm moeten voldoen.

RB 3899

Reclameverbod op fossiele reizen Den Haag blijft overeind: rechter wijst bezwaren ANVR en TUI af

Nederland 25 apr 2025, RB 3899; ECLI:NL:RBDHA:2025:6874 (ANVR, TUI, Prijsvrij en D-Reizen tegen de Gemeente en Reclame Fossielvrij), https://reclameboek.nl/artikelen/reclameverbod-op-fossiele-reizen-den-haag-blijft-overeind-rechter-wijst-bezwaren-anvr-en-tui-af

Rb. Den Haag 25 april 2025, IEF 22676, RB 3899; ECLI:NL:RBDHA:2025:6874 (ANVR, TUI, Prijsvrij en D-Reizen tegen de Gemeente en Reclame Fossielvrij). Prijsvrij en D-Reizen steunen de Algemene Nederlandse Vereniging voor Reisondernemingen (hierna: ANVR) en TUI in hun vordering tegen het door de Gemeente Den Haag (hierna: de Gemeente) ingevoerde reclameverbod op fossiele reclame in de openbare ruimte (hierna: het Reclameverbod), gebaseerd op een initiatief van de Partij voor de Dieren. Stichting Reclame Fossielvrij heeft zich aangesloten aan de zijde van de Gemeente. Met dit Reclameverbod beoogt de Gemeente de gezondheid van haar inwoners te beschermen, de negatieve gevolgen van klimaatverandering terug te dringen en het milieu te verbeteren. De ANVR en TUI menen dat de Gemeente het Reclameverbod onbevoegd heeft genomen, dat het Reclameverbod in strijd is met de Grondwet, Europese wetgeving en de totstandkoming in strijd is met algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Leden van de ANVR, waaronder TUI, willen reclame kunnen (blijven) maken voor onder andere hun vliegreizen en cruises, en hebben er daarom belang bij dat de Gemeente geen uitvoering geeft aan het verbod.

RB 3897

Uitspraak ingezonden door Tim de Klerck,​ Van Iersel Luchtman Advocaten.

Verbod tot gebruik van ‘laagste prijs garantie’ door Bauhaus in vergelijking met de producten van Hornbach toegewezen

Rechtspraak (NL/EU) 6 mrt 2025, RB 3897; (Hornbach tegen Bauhaus Vakinkoopcentrum), https://reclameboek.nl/artikelen/verbod-tot-gebruik-van-laagste-prijs-garantie-door-bauhaus-in-vergelijking-met-de-producten-van-hornbach-toegewezen

Vzr. Rb. Midden-Nederland 6 maart 2025, RB 3897 (Hornbach tegen Bauhaus Vakinkoopcentrum). Kort geding. Hornbach heeft bezwaar gemaakt tegen twee reclameboodschappen van Bauhaus in haar vestiging in Den Hoorn, waarin een prijsvergelijking wordt gemaakt tussen een aantal vergelijkbare producten van de twee bouwmarkten. Hierin komt Bauhaus als goedkopere uit de bus. Volgens Hornbach zijn deze reclame-uitingen op een aantal punten onjuist en misleidend. In de eerste reclameboodschap werd een onjuiste afmeting van de stellingkast van Hornbach vermeld en een verkeerde prijs van bij een huishoudtrap. Deze is aangepast en opnieuw opgehangen (tweede reclameboodschap). Volgens Hornbach is ook deze uiting misleiding, door de slechte leesbaarheid, prijsverschillen per vestiging en doordat er twee verschillende kasten worden vergeleken. Daarom vordert Hornbach op straffe van een dwangsom een verbod voor deze uitingen, een verbod om gebruik te maken van een laagste prijsgarantie in vergelijking met Hornbach producten en een rectificatie waarin wordt gewezen op de onjuistheid en ongeoorloofdheid van de reclame-uitingen.

RB 3894

Nordic Fire mag kritisch zijn op Milieu Centraal, maar moet oppassen met absolute milieuclaims

Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) 18 mrt 2025, RB 3894; 2025/00036 (Klager tegen Nordic Fire), https://reclameboek.nl/artikelen/nordic-fire-mag-kritisch-zijn-op-milieu-centraal-maar-moet-oppassen-met-absolute-milieuclaims

RCC 18 Maart 2025, RB 3894; 2025/00036 (Klager tegen Nordic Fire).  Op de website van kachelfabrikant Nordic Fire werd stevige kritiek geuit op Milieu Centraal. Volgens het bedrijf zou Milieu Centraal zich bedienen van onjuiste cijfers, bewuste manipulatie en feitelijke onjuistheden in haar voorlichtingscampagne over houtstook. Daarnaast omschreef Nordic Fire zijn eigen producten, waaronder de Fjord-houtkachel, als “schoon” en “milieuvriendelijk”. Een klager vond dat daarmee de Code voor Duurzaamheidsreclame werd overtreden en consumenten werden misleid met onjuiste informatie. De voorzitter van de Reclame Code Commissie beoordeelde de klacht op drie onderdelen. Zo stelde de klager dat er op de website van Nordic Fire een grafiek stond met een foutieve bronvermelding. Volgens hem werd ten onrechte gesuggereerd dat de cijfers over fijnstofuitstoot afkomstig waren van Milieu Centraal. De voorzitter zag dit anders. Uit de opmaak bleek duidelijk dat de gegevens over houtkachels afkomstig waren van een andere bron, namelijk Agoria-CIV, terwijl de verwijzing naar Milieu Centraal alleen betrekking had op een vergelijking van autotypes. Dit onderdeel van de klacht werd ongegrond verklaard.

RB 3896

Greenpeace-lespakket onvoldoende herkenbaar als reclame, deels te stellig geformuleerd

Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) 9 aug 2024, RB 3896; 2024/00219 (Klager tegen Greenpeace), https://reclameboek.nl/artikelen/greenpeace-lespakket-onvoldoende-herkenbaar-als-reclame-deels-te-stellig-geformuleerd

RCC 9 augustus 2024, RB 3896; 2024/00219. Deze klacht betreft het lespakket "Een betere wereld begint op je bord" van Greenpeace, dat volgens de klager misleidende en onjuiste informatie bevatte over vleesconsumptie en klimaatimpact. De klager voerde aan dat het lesmateriaal in strijd was met de Nederlandse Reclame Code (NRC) en de Code voor Duurzaamheidsreclame (CDR), met name op het gebied van waarheid, misleiding, angstaanjaging en herkenbaarheid van reclame.​ De Reclame Code Commissie oordeelde dat het lespakket inderdaad als reclame moet worden aangemerkt in de zin van de NRC, omdat sprake is van openbare uitingen van denkbeelden en openbare aanprijzing van een denkbeeld door een adverteerder. Aangezien het lespakket gericht is op primair onderwijs, is de Kinder- en Jeugdreclamecode (KJC) van toepassing. Op grond hiervan oordeelt de Commissie dat het lespakket onvoldoende herkenbaar is als reclame. Daarnaast roept het lespakket zonder gerechtvaardigde reden gevoelens van angst op, onder meer door de stellige bewering: “De industriële vleesproductie maakt mensen (...) ziek.” Dit geldt ook voor de uitspraak dat het eten van vlees bijdraagt aan de ondermijning van voedselzekerheid. De Commissie adviseert Greenpeace om voortaan niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken. Overige klachten, met betrekking tot juistheid, misleiding en duurzaamheid, worden afgewezen.

RB 3891

Elmex tandpastareclame met witte jas overtreedt reclamecode voor medische hulpmiddelen

Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) 13 feb 2025, RB 3891; 2024/00605 (Klager tegen Elmex), https://reclameboek.nl/artikelen/elmex-tandpastareclame-met-witte-jas-overtreedt-reclamecode-voor-medische-hulpmiddelen

RCC 13 februari 2025, RB 3891; 2024/00605 (Klager tegen Elmex). In een televisiereclame voor Elmex Sensitive Professional tandpasta wordt de suggestie gewekt dat een gezondheidsprofessional het product aanbeveelt. In de commercial is een vrouw in een witte jas te zien, terwijl de voice-over onder meer zegt: “Raadpleeg uw tandarts of mondhygiënist”. Volgens de klacht wordt hiermee indirect een tandarts als aanbevelende professional opgevoerd, wat in strijd is met artikel 17 van de Code medische hulpmiddelen (CMH). De Keuringsraad bevestigt dat deze reclame niet zou zijn goedgekeurd. De combinatie van de witte jas en de verwijzing naar een tandarts kan bij de consument de indruk wekken dat een tandarts het product aanprijst. Het feit dat het Elmex-logo op de jas van de vrouw mogelijk zichtbaar is, doet daar volgens de Commissie niets aan af: het logo is onvoldoende leesbaar om verwarring weg te nemen.

RB 3834

Seminar Uitingsvrijheid op donderdag 24 april 2025 - Doeke Kingma, Paddy Leerssen, Barbara Wegelin en Emiel Jurjens in het panel

Wat zijn de actuele ontwikkelingen op het gebeid van uitingsvrijheid? Tijdens dit seminar bespreken we onder andere de persvrijheid, het demonstratierecht en trans-Atlantische perspectieven op vrijheid van meningsuiting. Het vindt plaats op donderdag 24 april 2025 in Capital C in Amsterdam.

Jens van den Brink en Lotte Oranje (beiden van Kennedy Van der Laan) en Christiaan Alberdingk Thijm (bureau Brandeis) nemen u mee in de wereld van de uitingsvrijheid. Daarnaast gaan Doeke Kingma (raadsheer, Gerechtshof Amsterdam), Paddy Leerssen (onderzoeker, IViR), Barbara Wegelin (advocaat, EHRM) en Emiel Jurjens (advocaat, Prakken D’Oliveira) met elkaar in gesprek tijdens een panel.

Klik hier voor meer informatie en aanmelden.

RB 3893

Bevestigingsmail van DHL is geen reclame, aldus College van Beroep

Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) 19 mrt 2025, RB 3893; 2024/00573 (Klager tegen DHL), https://reclameboek.nl/artikelen/bevestigingsmail-van-dhl-is-geen-reclame-aldus-college-van-beroep

CvB RCC 19 maart 2025, RB 3893; 2024/00573 (Klager tegen DHL). Een consument diende een klacht in over een e-mail die hij van DHL ontving na het aanmaken van een account. Volgens hem werd in die mail reclame gemaakt voor de verzenddiensten van DHL, terwijl hij had aangegeven geen commerciële communicatie te willen ontvangen. In de mail stond onder meer: “Zelf een pakket verzenden of terugsturen? Ook dat regel je supersnel, al vanaf €3,15.” De e-mail bevatte bovendien geen afmeldmogelijkheid, wat volgens klager in strijd is met de regels voor e-mailreclame. De Reclame Code Commissie oordeelde dat de e-mail geen reclame is, maar slechts een bevestiging van de accountaanmaak met daarbij een uitleg over de basisfunctionaliteiten van het account. Daarmee zou geen sprake zijn van het “aanprijzen” van diensten. Klager werd daarom niet-ontvankelijk verklaard.

RB 3895

Korting beloofd, maar niet op de kast in beeld: banneractie misleidend bevonden

12 mrt 2025, RB 3895; 2025/00098 (Klager tegen adverteerder), https://reclameboek.nl/artikelen/korting-beloofd-maar-niet-op-de-kast-in-beeld-banneractie-misleidend-bevonden

RCC 12 maart 2025, RB 3895; 2025/00098 (Klager tegen adverteerder). Een banner op de website van een meubelretailer beloofde “Storage Deals – 20% korting”, vergezeld van een duidelijke afbeelding van een vitrinekast en een knop met “shoppen”. Een consument bestelde precies die kast, maar kreeg geen korting. Pas na contact met de klantenservice bleek dat de korting niet gold voor de kleur die hij had gekozen. Dat schoot bij de consument in het verkeerde keelgat. Volgens hem was de uiting misleidend, omdat de kast wél prominent in beeld stond onder de 20%-kortingstekst. De adverteerder verdedigde zich met het argument dat de banner slechts een sfeerbeeld was en dat alleen geselecteerde modellen in bepaalde uitvoeringen onder de actie vielen. De klant was via de button doorgelinkt naar een pagina met actieproducten die duidelijk gemarkeerd waren met een actielabel. De door klager bestelde kast was wel onderdeel van de meubellijn, maar niet in de uitvoering die hij koos.

RB 3892

KPN mag abonnement blijven aanprijzen als ‘onbeperkt’, ondanks 20GB-daggrens

Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) 19 mrt 2025, RB 3892; 2024/00312 (Klager tegen KPN), https://reclameboek.nl/artikelen/kpn-mag-abonnement-blijven-aanprijzen-als-onbeperkt-ondanks-20gb-daggrens

CvB RCC 19 maart 2025, RB 3892, IT 4829; 2024/00312 (Klager tegen KPN). In een uitgebreide procedure boog het College van Beroep zich over een klacht tegen KPN’s reclame voor een ‘Unlimited50’ sim-only abonnement. De uiting beloofde “onbeperkt data” met 50 Mbit/s snelheid, maar bleek in de praktijk een daglimiet van 20 GB te kennen. Daarna moest de gebruiker handmatig via sms of MijnKPN telkens 2 GB extra data activeren. Klager vond dat dit onvoldoende duidelijk werd gemaakt en dat er dus sprake was van misleiding. De Reclame Code Commissie oordeelde eerder dat deze constructie niet in strijd is met de regels, omdat gebruikers zonder extra kosten kunnen blijven internetten. De benodigde handeling werd niet als relevante beperking gezien. De voorzitter had de klacht eerst nog toegewezen, maar die beslissing werd vernietigd.