Bouwend Nederland mocht klimaatverandering koppelen aan bouwproject Rijnkade Arnhem

RCC 8 oktober 2024, RB 3884; 2024/00444 (Klager tegen Bouwend Nederland). De klacht betreft een post op X van Koninklijke Bouwend Nederland waarin wordt gesteld dat de versterking van de Rijnkade in Arnhem mede nodig is door klimaatverandering. Klager betwist dit en stelt dat het project enkel te maken heeft met achterstallig onderhoud en herinrichting. Daarnaast zou de claim over structureel stijgend water door klimaatverandering niet wetenschappelijk zijn aangetoond en onnodige angst veroorzaken. Bouwend Nederland verweert zich door te stellen dat de post geen reclame is, maar bedoeld is om bewustzijn te creëren over de maatschappelijke rol van de bouw. De bewering over klimaatverandering is onderbouwd met informatie van het Waterschap Rijn en IJssel, de Rijksoverheid en het KNMI, waaruit blijkt dat door klimaatverandering vaker en hoger hoogwater wordt verwacht. De voorzitter van de Reclamecodecommissie oordeelt dat de post reclame is, omdat deze de bouwsector positief neerzet. De claim over klimaatverandering is echter voldoende onderbouwd met betrouwbare bronnen. Er is geen sprake van misleiding of het onnodig zaaien van angst. De klacht wordt daarom afgewezen.
Duurzaamheidsclaims over houtkachels onvoldoende onderbouwd
RCC 9 oktober 2024, RB 3883; 2024/00246 (Klager tegen adverteerder). Deze klacht betreft duurzaamheidsclaims op de website www.lekkerstoken.nl over houtgestookte kachels, zoals ‘milieuvriendelijk’, ‘duurzaam qua CO₂-productie’ en ‘schone verbranding’. Klager stelt dat deze misleidend zijn, omdat houtverbranding altijd schadelijke stoffen uitstoot en meer CO₂ produceert dan gas of kolen per eenheid warmte. De adverteerder stelt dat de uitingen geen reclame zijn, maar blogs die enkel informatie en een mening weergeven om online vindbaarheid te vergroten. De voorzitter van de Reclamecodecommissie oordeelt echter dat de blogs en FAQ-pagina reclame zijn, omdat ze houtkachels aanprijzen met duurzaamheidsclaims. Volgens de Code voor Duurzaamheidsreclame (CDR) moeten dergelijke claims aantoonbaar juist zijn. De adverteerder heeft dit niet bewezen, waardoor de uitingen in strijd zijn met artikel 4 CDR. De voorzitter beveelt de adverteerder aan om deze reclame-uitingen niet meer te gebruiken.
Misleidende reclame-uiting prijs auto Mercedes-Benz

RCC 16 januari 2025, RB 3882 (Klager tegen Adverteerder) Mercedes-Benz heeft een online reclame-uiting geplaatst voor het model EQA. Op de website werd de prijs “vanaf € 48.390” gepresenteerd voor een elektrische auto, vergezeld met een afbeelding van de EQA in de kleur blauw. De klacht stelt dat de uiting misleidend is, omdat de afgebeelde auto in blauw niet voor de genoemde prijs van € 48.390 verkrijgbaar is. De goedkoopste uitvoering van de EQA in blauw, de “EQA 250+ Luxury Line”, kost € 54.029. De prijs van € 48.390 is enkel van toepassing op auto's in de kleuren zwart, grijs en wit. Mercedes-Benz heeft zich verdedigd door te stellen dat de weergegeven prijs een "vanafprijs" is, bedoeld als startpunt voor potentiële klanten die hun auto kunnen samenstellen via de configurator van de website. De uiteindelijke prijs is afhankelijk van de gekozen uitvoering en eventuele lopende acties.
Klacht tegen reclame-uitingen van Tefal over pannen met een PFAS-antiaanbaklaag
CvB RCC 19 december 2025, RB 3881; 2024/00268 (Klager tegen Tefal). De klacht in dit geschil richt zich tegen de verpakking en reclame-uitingen van Tefal over pannen met een PFAS-antiaanbaklaag. In deze uitingen worden de pannen omschreven als "100% safe coating", "100% veilig", "milieuvriendelijk" en "vrij van PFOA". De klager stelt dat deze claims misleidend zijn, omdat de antiaanbaklaag PTFE bevat, een vorm van PFAS, en dat het gebruik en de afvalverwerking gezondheids- en milieurisico’s met zich meebrengt. De afwezigheid van PFOA wordt als misleidend beschouwd, omdat deze specifieke PFAS-variant reeds verboden is en dit de suggestie kan wekken dat de pannen geheel PFAS-vrij zijn. Tot slot worden de claims over duurzaamheid betwist, omdat PFAS-chemicaliën schadelijk zijn voor het milieu en zich in de natuur ophopen. De klacht wordt beoordeeld aan de hand van de Nederlandse Reclame Code (NRC) en de Code voor Duurzaamheidsreclame (CDR). Artikel 7 NRC verbiedt misleidende reclame, en artikel 8.2 NRC stelt dat onduidelijke informatie over productvoordelen misleidend kan zijn. Artikel 4 CDR vereist dat duurzaamheidsclaims aantoonbaar juist zijn, waarbij absolutere claims een zwaardere bewijslast met zich meebrengen. De Commissie toetst in hoeverre de uitingen voldoen aan deze bepalingen.
Misleidende reclame: geen bewijs voor beter product
Rb. Zeeland-West-Brabant, 20 november 2024, RB 3880; ECLI:NL:RBZWB:2024:9051 (bedrijf 1 tegen bedrijf 2). De rechtbank heeft geoordeeld in een zaak tussen bedrijf 1 en bedrijf 2 over misleidende reclame en onrechtmatige uitlatingen over het product van bedrijf 1. In een eerder tussenvonnis is bedrijf 2 in de gelegenheid gesteld te bewijzen dat haar product beter is dan dat van bedrijf 1. Bedrijf 2 heeft stukken overgelegd, waaronder een analyse waarin wordt geconcludeerd dat haar product vochtwerender en milieuvriendelijker zou zijn. Bedrijf 1 betwist dit en voert aan dat haar product een kant-en-klare oplossing is, terwijl het product van bedrijf 2 ter plaatse moet worden aangemaakt en daardoor foutgevoeliger is. Daarnaast stelt bedrijf 1 dat de door bedrijf 2 ingebrachte analyse geen waarde heeft, omdat deze afhankelijk is van de ingevoerde input in AI.
Klacht tegen Wakker Dier-commercial afgewezen

RCC 8 oktober 2024, RB 3877 (Klager tegen Wakker Dier) De Reclame Code Commissie heeft geoordeeld over een klacht tegen een radiocommercial van Wakker Dier, waarin kritiek wordt geuit op supermarktketen Vomar. In de commercial roept Wakker Dier consumenten op om bewust te kiezen voor plantaardige voeding en bekritiseert het Vomar wegens hun grote aanbod van vleesproducten. De klager vindt de commercial kwetsend en polariserend, en stelt dat het onfatsoenlijk is om een supermarkt op deze manier negatief neer te zetten. Daarnaast betwijfelt de klager de juistheid van de stelling dat “de wereld snakt naar meer plant”. Wakker Dier heeft in reactie aangevoerd dat hun uitingen bedoeld zijn om bewustzijn te creëren over de problemen in de veehouderij en om bij te dragen aan het maatschappelijk debat. Ze benadrukken dat de kritiek op Vomar niet spottend is bedoeld, maar gericht is op het stimuleren van een eiwittransitie. Volgens Wakker Dier is er voldoende wetenschappelijke basis voor de stelling dat een plantaardiger voedingspatroon nodig is voor het milieu, de gezondheid en de toekomst van de mensheid.
Inbreuk op merk 'Smeerolie' en misleidende reclame bij verkoop alcoholmerken

Rb. Midden-Nederland 4 december 2024, IEF 22496; ECLI:NL:RBMNE:2024:7292 (eiseres tegen gedaagd H.O.D.N. handelsnaam). De rechtbank heeft uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en gedaagde, twee partijen die actief zijn in de verkoop van alcoholhoudende dranken. De zaak draait om vermeende inbreuken op de merknamen van eiseres, waaronder "Smeerolie," "Kruipolie" en "Peut," en de vraag of gedaagde zich schuldig heeft gemaakt aan misleidende reclame. De rechtbank stelt vast dat gedaagde met het gebruik van de naam "Smeermiddel" inbreuk maakt op het merk "Smeerolie" van eiseres. Volgens de rechter zijn er visuele, auditieve en begripsmatige overeenkomsten die verwarringsgevaar opleveren bij het relevante publiek. Voor andere tekens, zoals "Motorolie" en "Benzine," wordt geen inbreuk aangenomen, omdat deze duidelijk verwijzen naar de automotive sector en daardoor voldoende onderscheidend zijn ten opzichte van de merken van eiseres. Daarnaast had gedaagde het gebruik van "Smeerolie" al vóór 24 augustus 2022 gestaakt, waardoor er geen basis is voor verdere actie op dat punt. Naast de merkinbreuk is sprake van misleidende reclame. Gedaagde heeft producten met minder dan 15% alcohol ten onrechte aangeduid als "likeur," wat in strijd is met EU-regelgeving. De rechtbank oordeelt dat deze aanduiding consumenten kan misleiden en beveelt gedaagde dit per direct te staken.
MSC Cruises' duurzaamheidsclaims deels misleidend

RCC 30 september 2024, RB 3876 (Klagers tegen MSC Cruises). De Reclame Code Commissie heeft uitspraak gedaan over verschillende reclame-uitingen van MSC Cruises waarin duurzaamheidsclaims werden gedaan. Het ging om tv-commercials, webpagina’s, een Facebookpost en een YouTube-video. MSC Cruises claimde in deze uitingen onder andere dat LNG (vloeibaar aardgas) een schone en innovatieve brandstof is en dat het bedrijf zich inzet voor netto nul-uitstoot van broeikasgassen in 2050. Klagers voerden aan dat deze claims misleidend zijn omdat ze een te positief beeld schetsen van de duurzaamheid van LNG en de impact ervan op het milieu. Ook werd onvoldoende vermeld dat slechts twee van de 22 schepen van MSC Cruises op LNG varen, terwijl de rest nog op conventionele brandstof vaart. Daarnaast benadrukten klagers dat LNG zelf een fossiele brandstof is, met negatieve milieueffecten zoals methaanlekkages en hoge energiekosten.
Calvé Pindakaas: Reclameclaim “duurzaam geteelde pinda’s” deels misleidend bevonden

RCC 19 september 2024, RB 3875; (Klager tegen Adverteerder). De Reclame Code Commissie heeft geoordeeld dat de claim “Wij gebruiken duurzaam geteelde pinda’s” op de verpakking van Calvé Pindakaas misleidend kan zijn voor de gemiddelde consument. Hoewel het duidelijk is dat de claim specifiek betrekking heeft op de teelt van de pinda’s en niet op het gehele product, ontbreekt volgens de Commissie essentiële informatie en onderbouwing over de duurzaamheid van de gebruikte pinda’s. De Commissie stelde vast dat niet alle pinda’s in het product voldoen aan de door de adverteerder gehanteerde duurzaamheidsstandaarden. Ongeveer 5% van de pinda’s is niet duurzaam geteeld, maar deze nuance wordt niet duidelijk gemaakt op de verpakking. Hierdoor kan de consument ten onrechte de indruk krijgen dat alle pinda’s volledig duurzaam geteeld zijn. Daarnaast is de claim “duurzaam geteeld” onvoldoende onderbouwd. De QR-code op de verpakking verwijst weliswaar naar meer informatie, maar deze verduidelijkt niet hoe de duurzaamheid van de pinda’s is gegarandeerd. De verstrekte informatie blijft te algemeen en biedt geen inzicht in concrete maatregelen of resultaten. Ook uit de overgelegde stukken blijkt niet welke specifieke duurzaamheidsvoordelen voortvloeien uit de teelt van de gebruikte pinda’s.
Shell’s reclamecampagne deels misleidend
RCC 13 november 2024, RB 3874 (Klagers tegen Shell) Het College van Beroep heeft geoordeeld over de klacht tegen Shells reclamecampagne “Het begint met…”. In deze campagne belicht Shell haar duurzame initiatieven, zoals laadpalen, biobrandstoffen en windparken. De klacht stelt dat de uitingen onvoldoende context bieden over de verhouding tussen deze initiatieven en Shells fossiele activiteiten, waardoor consumenten een vertekend beeld krijgen van Shells werkelijke bijdrage aan de energietransitie. Enkele uitingen in de campagne worden als misleidend bestempeld. Zo ontbreekt bij de online banners een verwijzing naar de fossiele activiteiten van Shell, wat consumenten een overdreven positief beeld kan geven van de duurzaamheid van het bedrijf. Fossiele activiteiten vormen immers nog steeds de kern van Shells bedrijfsmodel, iets wat volgens het College duidelijk vermeld had moeten worden.