RB
RB 3869
25 november 2024
Artikel

Laatste plekken: Jurisprudentielunch Merken-, Modellen- en Auteursrecht op woensdag 27 november 2024

 
RB 3867
11 november 2024
Uitspraak

HvJ EU: Parfümerie Akzente

 
RB 3866
8 november 2024
Artikel

Carly van der Beek treedt toe als Senior Associate bij Pinsent Masons Nederland

 
RB 1317

Annuleringsverzekering, een facultatieve extra

Conclusie AG HvJ EU 1 maart 2012, zaak C-112/11 (ebookers.com Deutschland)  - persbericht

Prejudiciële vragen OLG Keulen, Duitsland.

Volgens advocaat-generaal Mazák mag een reisbureau geen vliegtickets verkopen waaraan automatisch een annuleringsverzekering is gekoppeld. Dergelijke „facultatieve extra’s” mogen alleen worden aangeboden op een „opt-in”-basis

Vraag: „Ziet artikel 23, lid 1, van verordening [nr. 1008/2008], volgens hetwelk facultatieve prijstoeslagen op duidelijke, transparante en ondubbelzinnige wijze aan het begin van elk boekingsproces worden medegedeeld en door de passagier op een ‚opt-in’-basis moeten worden aanvaard, ook op kosten die in verband met vliegreizen voor diensten van derden (hier: de aanbieder van een annuleringsverzekering) zijn gemaakt en die de verkoper van de vliegreis in zijn totale prijs samen met de prijs van de vlucht aan de passagier aanrekent?”

Conclusie „Het begrip ‚facultatieve prijstoeslagen’ als bedoeld in artikel 23, lid 1, van verordening (EG) nr. 1008/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 24 september 2008 inzake gemeenschappelijke regels voor de exploitatie van luchtdiensten in de Gemeenschap (Herziening), moet in die zin worden uitgelegd dat daaronder vallen de kosten van door derden aangeboden diensten – bijvoorbeeld de kosten van het afsluiten van een annuleringsverzekering als die welke in het hoofdgeding aan de orde is – wanneer de dienst en de daarvoor aan te rekenen prijs worden aangeboden samen met een vlucht en kunnen worden geboekt in hetzelfde proces als de vlucht en wanneer die prijs aan de klant wordt aangerekend door de maatschappij die de vlucht verkoopt samen met het passagierstarief als deel uitmakend van een totale prijs.”

RB 1316

De afgestudeerde mondhygiëniste

Vz (toewijzing) RCC 8 februari 2012, dossiernr. 2012/00030 (De afgestudeerd mondhygiëniste)

Het betreft een omschrijving bij een van de medewerkers van de praktijk op de website van adverteerder: “Afgestudeerd in 1998 aan het ACTA te Amsterdam”. Adverteerder heeft klagers bezwaar, te weten dat de bewuste medewerker niet aan het ACTA is afgestudeerd, niet weersproken. Evenmin heeft zij stukken overgelegd waaruit blijkt dat deze claim overeenstemt met de waarheid.
 
Derhalve is niet komen vast te staan dat de desbetreffende persoon is afgestudeerd aan het ACTA. Gelet hierop is de voorzitter van oordeel dat de uiting gepaard gaat met onjuiste informatie zoals bedoeld in arti­kel 8.2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de voorzitter van oordeel dat de gemiddelde con­sument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de bewuste mededeling misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

RB 1315

Als intermediair richten op hoger opgeleiden

Vz afwijzing RCC 8 februari 2012, dossiernr. 2012/00024 (Promovendum)

Discriminatie. Strijd met Zorgverzekeringswet. Het betreft een radiocommercial voor Promovendum waarin onder meer wordt gezegd: “Wij zijn Promovendum en bieden aan HBO’ers, academici en hoger personeel de meest voordelige en complete zorgverzekering van Nederland (…)”

Klacht: Een verzekeraar die op sociale klasse dan wel op opleidingsniveau selecteert, is niet vrij toegankelijk voor iedereen. Het voorgaande is in strijd met de wet, nu hierin is bepaald dat de zorg en derhalve de verzekering voor iedere inwoner van Nederland vrij toegankelijk te zijn. Klager wijst in dit kader op artikel 3 lid 1 van de Zorgverzekeringswet.

Voorzitter: Naar het oordeel van de voorzitter staat het adverteerder vrij om zich, zoals zij stelt, als intermediair te richten op hoger opgeleiden. Adverteerder heeft voorts aangevoerd dat haar zorgverzekering voor eenieder toegankelijk is. Aldus voldoet adverteerder aan de vereisten in het bepaalde in het door klager genoemde wetsartikel in de Zorgwet.

Gelet op het voorgaande is naar het oordeel van de voorzitter evenmin sprake van discriminatie in de zin van de Grondwet.

RB 1314

Eenmalig per bericht

RCC 13 februari 2012, dossiernr. 2011/01184 (Cartracks)

In beide uitingen is te lezen: “Eenmalig € 1,50 per bericht” en “Maximaal 3 berichten. € 1,50 per bericht”. In de uiting op internet staat bovendien: “DIT IS GEEN ABONNEMENT” en “Dit is GEEN abonnementsdienst” en in de televisiereclame: “Eenmalige dienst”.

Klager meent dat met deze aanduiding de dienst eenmalig €1,50 kost, maar bij drie berichten kost deze €4,50. Verweer: als er minder informatie beschikbaar is over een auto worden minder dan 3 berichten verzonden.

Naar het oordeel van de Commissie blijkt aldus uit elk van de uitingen in haar geheel voldoende duidelijk dat de aangeboden sms-dienst inhoudt dat men maximaal 3 berichten kan ontvangen, waarbij één bericht € 1,50 kost. De klacht wordt afgewezen.

RB 1313

Reacties klanten is medische claim

RCC 1 november 2011, dossiernr. 2011/00908 (Keuringsraad tegen Drogisterij.net)

Met samenvatting van Eva Rog-den Ouden, Hoogenraad & Haak.

De Keuringsraad heeft bij de Reclame Code Commissie een aantal klachten ingediend tegen de webwinkel Drogisterij.net. Volgens de Keuringsraad zetten de prijsaanbiedingen en de afprijzing van geneesmiddelen op deze website de consument aan tot het kopen van meer geneesmiddelen dan nodig. Dit zou in strijd zijn met artikel 31 in combinatie met artikel 7 van de Code voor Publieksreclame voor Geneesmiddelen (PCG). Ook zou Drogisterij.net in strijd handelen met artikel 84 lid 3 Geneesmiddelenwet (Gmw). Dit artikel verbiedt reclame die het rationele gebruik van een geneesmiddel niet bevordert wegens het ontbreken van een objectieve voorstelling van zaken. De Commissie acht zich niet bevoegd te toetsen aan de CPG nu deze geen deel uitmaak van de NRC. Dit is overigens per 1 januari 2012 wél mogelijk, want dat is de CPG wel onderdeel van de Nederlandse Reclame Code. Volgens de Commissie kan verder het afprijzen van geneesmiddelen niet op zichzelf worden aangemerkt als een inbreuk op artikel 84 lid 3 Gmw. De klacht wordt op dit onderdeel afgewezen.

De Keuringsdienst vindt het misleidend om gezondheidsproducten – die geen geneesmiddelen zijn, zoals Pharma Nord Bio-Glucosamine - onder de ‘tab’ geneesmiddelen aan te bieden en ten onrechte een Register van Geneesmiddelen (GVR) nummer te vermelden. Dit geeft de consument onjuiste informatie en is ook in strijd met artikel 84 Gmw. Deze gezondheidsproducten worden immers aangeprezen als geneesmiddel zonder dat daarvoor een handelsvergunning is verleend. De Commissie is het hiermee eens.

Ook bevatten de aanprijzingen van de verschillende gezondheidsproducten volgens de Keuringsraad verboden medische claims. Dit is in strijd met artikel 20 lid 2 (a) Warenwet. Bijvoorbeeld: Lucovitaal Cranberry X-tra Forte Capsules 50%: voorkomt blaasontsteking. Ook de reacties die door consumenten bij de producten worden geplaatst bevatten medische claims. Drogisterij.net zegt toe alle productomschrijvingen na te lopen en medische claims van consumenten weg te halen. Ook is volgens haar de website zo aangepast dat bij de gezondheidsproducten inmiddels geen reacties meer kunnen worden geschreven. Dit laatste is niet het geval. De Commissie volgt ook hier de Keuringsraad. De aangehaalde aanprijzingen en reacties zijn volgens de Commissie verboden claims (artikel 20 lid 2 (a) Warenwet) dus Drogisterij.net handelt in strijd met de wet. Omdat de adverteerder ook niet aannemelijk heeft gemaakt dat de aangeprezen producten die werking hebben die daaraan in de uiting wordt toegeschreven, bevat de website ook onjuiste informatie (artikel 8.2 aanhef en (b) NRC). Nu is geoordeeld dat sprake is van publieksreclame voor geneesmiddelen en de toelatingsstempel van de Keuringsraad KOAG/KAG ontbreekt, handelt Drogisterij.net ook in strijd met de Bijzondere Reclame Code onder (a). Werk aan de (web)winkel dus…

 

Eva Rog – den Ouden

RB 1312

Onduidelijk dat Tom Waits zelf niet meedeed

RCC 1 februari 2012, dossiernr. 2011/01205 (Tom Waits' rain dogs revisited)

Misbruik naam artiest. Klager, een groot fan van deze artiest, heeft twee kaartjes besteld voor het aangekondigde concert dat in het NRC met een advertentie is aangekondigd met de woorden: Tom Waits' Rain Dogs Revisited met o.a. waarna een aantal meewerkende artiesten worden opgesomd. Tijdens het concert bleek dat Tom Waits zelf niet meedeed en het concert door andere artiesten gegeven werd. Klager acht de advertentie, waarin de naam van Tom Waits groot is weergegeven, misleidend.

Commissie:
Naar het oordeel van de Commissie blijkt uit de advertentie onvoldoende duidelijk dat Tom Waits zelf tijdens het aangekondigde concert niet optreedt. Betwijfeld moet worden of het gebruik van de apostrof, die er op moet duiden dat het een concert is met werk van Tom Waits, maar niet door hemzelf gegeven, door de gemiddelde consument in die zin wordt begrepen. Bovendien sluit de aanduiding “Met o.a.” boven de opsomming van meewerkende artiesten niet uit dat het een concert van Tom Waits betreft waaraan ook andere artiesten hun medewerking verlenen.

Gelet op het vorenstaande gaat de bestreden uiting gepaard met voor de gemiddelde consument onduidelijke informatie ten aanzien van de aard van het product als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder a van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Omdat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, acht de Commissie de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. Dat op de website waarnaar in de uiting wordt verwezen meer informatie over het concert wordt gegeven, neemt het misleidende karakter van de uiting niet weg.

Gelet op het vorenstaande wordt als volgt beslist.

De beslissing
De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

RB 1311

Producten niet overal verkrijgbaar

Vz (afwijzing) 3 november 2011, dossiernr. 2011/00768 (Mega magazijn opruiming: producten niet overal verkrijgbaar)

Het betreft een reclamefolder in verband met de “Mega magazijn opruiming”. In deze folder wordt onder meer een “Samsung G2 Harddisk 320 Gb” (hierna: het product) aan­geboden voor € 18,75. Op de desbetreffende pagina van de folder staat onder meer: “Producten niet overal verkrijgbaar”. De actie was geldig van 9 augustus 2011 tot en met 21 augustus 2011. Op de ingangsdatum was klager als eerste in de winkel, echter het product bleek uitverkocht te zijn, evenals in andere filialen.

Naar het oordeel van de voorzitter heeft adverteerder aannemelijk gemaakt dat het product op 9 augustus 2011 in verschillende filialen nog beschikbaar was. Gelet op het vorenstaande en gezien het feit dat onderaan de voorpagina van de folder duidelijk staat “Producten niet overal verkrijgbaar”, acht de voorzitter de klacht ongegrond.  

RB 1310

HEMA paté altijd 1 euro (per 100 gram)

Vz toewijzing RCC 22 februari 2012, dossiernr. 2012/00083 (HEMA paté altijd 1 euro (per 100 gram)

Klaagster moest €1,63 afrekenen voor haar cranberry paté bij de HEMA. De medewerkster wees op het bordje bij de patés waarop staat €1 en dat de prijs is aangeduid per 100 gram. De hoeveelheidsaanduiding is echter niet vermeld in de folder en op de verpakking. Dit is eenmalige foutief opgemaakt in de folder, zo geeft HEMA toe.

Voorzitter: Adverteerder heeft erkend dat cranberry paté – eenmalig en per abuis - in de folder en op de verpakking is aangeprezen met de tekst “altijd 1,-”, zonder dat daarbij is vermeld dat deze prijs geldt per 100 gram. Aldus is sprake van een omissie als bedoeld in artikel 8.3 onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Omdat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, acht de voorzitter de bestreden uitingen misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

RB 1309

Nu, naar Dubai

Vz. RCC 10 augustus 2011, dossiernr. 2011/00644 (Nu, naar Dubai)

Klacht betreft de radiocommercial, waarbij een reis pas vanaf oktober voor 399 kan worden gemaakt en in de komende vakantieperiode kost deze reis twee maal zoveel:
“Nieuw bij Arke: Dubai. Waan je miljonair, geniet van alle luxe en een overdaad aan zon, zee en strand. Nu, naar Dubai met introductiekorting al vanaf 399 euro, je hoort het goed: 399 euro. Zo houd je nog voldoende over om te shoppen. Met Arke naar Dubai. Arke.nl, dacht ’t wel.”

Voorzitter:
De voorzitter is van oordeel dat de Commissie de klacht zal afwijzen. Hij overweegt daartoe het volgende. Anders dan klager aanvoert, wordt in de uiting niet gesteld dat adverteerder de mogelijkheid biedt om nu c.q. in de komende vakantieperiode voor 399 naar Dubai te reizen. Aangezien het, naar klager ook heeft erkend, ook werkelijk mogelijk is om bij adverteerder voor 399 euro een reis naar Dubai te boeken, acht de voorzitter de klacht ongegrond.

RB 1308

Schapenvacht is imitatievel

Vz (toewijzing) RCC 23 februari 2012, dossiernr. 2012/00144 (Schapenvacht is hoogpolig tapijt in de vorm van schapenvel)

Het betreft een huis-aan-huis folder van Karwei waarin onder meer een “Schapen­vacht" in diverse kleuren wordt aangeboden voor de prijs van € 14,99.  In de folder en ook in de winkel wordt niet kenbaar gemaakt dat het om een imitatievacht gaat.

De adverteerder meent dat de term schapenvacht voor dit soort imitatieproducten algemeen gebruik is. En mogelijk is het niet voor iedereen evident dat je niet voor die prijs een echte schapenhuid koopt.

De voorzitter doet een aanbeveling op basis van 8.2 onder a NRC - duidelijke informatie:

In de bestreden reclame-uiting wordt een “Schapenvacht” aange­boden zonder dat daarbij wordt vermeld dat het om een imitatievacht gaat. Dit laatste blijkt ook verder niet uit de uiting. Naar het oordeel van de voorzitter zal de ge­mid­delde consument op grond daarvan ver­on­der­stellen dat het om een echte vacht gaat. Het feit dat een echte schapenvacht blijkbaar aanzienlijk duurder is dan de in de uiting genoemde prijs ad € 14,99, doet aan dit oordeel niet af. De ge­mid­delde consument kan immers niet op de hoogte worden geacht van de gebruikelijke prijzen van echte schapenvachten.