RB
RB 3838
10 juni 2024
Artikel

Laatste plekken voor de Actualiteitenlunch Reclamerecht

 
RB 3837
3 juni 2024
Artikel

Vacature Simmons & Simmons: Advocaat-stagiaire IP / Life Sciences

 
RB 3836
31 mei 2024
Artikel

Pinsent Masons Amsterdam zoekt voor haar octrooi- en Life Sciences team junior en senior advocaat-medewerkers

 
RB 1278

Pelgrimsreizen naar Mekka

Rechtbank Amsterdam 28 december 2011, LJN BV2255 (Pelgrimsreizen)

Als randvermelding: Reisbranche. Pelgrimsreizen naar Mekka, visa benodigd voor organisatie pelgrimsreizen, onrechtmatig handelen door visa af te nemen die aan andere reisorganisatie zijn toegekend, beëindiging samenwerkingsverband.

Feiten: Nederlanders die een pelgrimsreis willen maken dienen te beschikken over een visum. Visa worden niet aan individuele pelgrims verstrekt, maar alleen aan reisorganisaties die pelgrimsreizen organiseren en zich als zodanig bij de Saudische autoriteiten hebben aangemeld. Aangemelde en goedgekeurde reisorganisaties krijgen een aantal visa toegekend, waarvan die reisorganisaties jaarlijks afgifte kunnen vragen. Aan Sondus zijn per jaar 250 visa toegekend onder het organisatienummer [3430 en aan [A] zijn per jaar 70 visa toegekend onder organisatienummer 3229.

Sinds enkele jaren stellen de Saudische autoriteiten aan reisorganisaties die pelgrimsreizen organiseren onder andere de eis dat zij in het bezit zijn van een door de International Air Transport Association (hierna: IATA) afgegeven vergunning. [A] is in het bezit van een dergelijke IATA-vergunning, Sondus niet.

Partijen zijn een samenwerkingsovereenkomst overeengekomen. [A] heeft het samenwerkingsverband aangemeld bij de Saudische autoriteiten. [A] heeft daarbij ook Stichting Tefekkur als partner bij het samenwerkingsverband aangemeld. Aan Stichting Tefekkur zijn per jaar 50 visa toegekend onder organisatienummer 1362. Deze samenwerking wordt beëindigd en dat Sondus als gevolg van de beëindiging van de samenwerking niet langer geoorloofd bent naar derden toe de indruk te wekken dat de samenwerking voortduurt.

4.5.  Uit het voorgaande volgt dat van de uitzondering bedoeld onder 4.2 geen sprake is, zodat reeds op grond daarvan moet worden geoordeeld dat [A] onrechtmatig jegens Sondus heeft gehandeld door in 2010 (ook) de aan Sondus onder organisatienummer 3430 toegekende visa aan te vragen en af te nemen. [A] had zich behoren te onthouden van het inbreuk maken op de rechten die Sondus kon laten gelden op de aan haar onder organisatienummer 3430 toegekende visa, aangezien hij wist of kon weten dat dit ten koste zou gaan van Sondus. Hier komt nog bij dat [A] bewust heeft bijgedragen aan het laten ontstaan, althans het vergroten van de onduidelijkheid over het al dan niet voortbestaan van het samenwerkingsverband bij de Saudische Autoriteiten. (...)

4.6.  [A] dient de schade die Sondus heeft geleden als gevolg van het onrechtmatig handelen van [A] aan Sondus te vergoeden. Sondus vordert € 750,- per visum wegens gederfde winst. Zij stelt daartoe dat zij pelgrimsreizen had kunnen organiseren, indien zij over de aan haar toegekende visa had kunnen beschikken. Nog daargelaten of Sondus op korte termijn zelf over een IATA-vergunning had kunnen beschikken, hetgeen [A] betwist, heeft Sondus onvoldoende gesteld dat zij daadwerkelijk voornemens was de organisatie van pelgrimsreizen zelf ter hand te nemen. Daarbij is van belang dat voldoende is komen vast te staan dat Sondus tijdens het samenwerkingsverband de gehele organisatie van de pelgrimreizen door [A] heeft laten verzorgen en daarvoor ook al enige jaren zelf feitelijk geen pelgrimsreizen meer organiseerde. In het licht daarvan is het enkel aanstippen van de mogelijkheid om de organisatie zelf ter hand te nemen onvoldoende. (...)

 

De rechtbank
5.1.  verklaart voor recht dat de samenwerking tussen Sondus en [A], bekend bij de Saudische autoriteiten onder nummer 5591, als gevolg van de beëindiging daarvan door Sondus en de acceptatie daarvan door [A], op 4 mei 2010 is geëindigd,

5.2.  veroordeelt [A] tot betaling aan Sondus van een schadevergoeding van € 93.500,00 (drieënnegentig duizendvijfhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dat bedrag met ingang van 9 mei 2011 tot de dag van volledige betaling,

5.3.  veroordeelt [A] in de proceskosten, aan de zijde van Sondus tot op heden begroot op € 3.278,31,

 

RB 1277

450 ml vs 450 gr

RCC 13 december 2011, dossiernr. 2011/01102 (Mona-puddingbeker 450 ml vs 450 gr)

Uiting/Klacht: De aanbieding heeft betrekking op bekers met een inhoud van ‘450 ml’. Op de verpakking staat echter uitsluitend de inhoud in grammen. Hierdoor wordt de consument in verwarring gebracht en kan niet worden vastgesteld of de aanbieding juist is.

Adverteerder heeft aangevoerd dat de bewuste bekers alle 450 ml pudding bevatten, maar dat deze puddingen, ten gevolge van de samenstelling ervan, niet alle hetzelfde gewicht hebben. Klacht wordt afgewezen: Geen strijd met RVV of andere wet- en regelgeving.

Commissie:

Gelet op het voorgaande acht de Commissie het begrijpelijk dat de bewuste aanbieding - die immers ‘alle smaken’ pudding betreft - in de folder slechts wordt aangeduid met ‘ml’ en niet met grammen. Voorts acht de Commissie het, nu is gebleken dat er slechts één formaat beker is waarin de bewuste toetjes zijn verpakt, voor de gemiddelde consument voldoende duidelijk waarop de aanbieding betrekking heeft.

Niet is gesteld of gebleken dat de reclame-uiting in strijd is met de Reclamecode Voor Voedingsmiddelen (RVV) of andere wet- en regelgeving op het gebied van etikettering, voedingswaardeaanduidingen en voedings- en gezondheidsclaims.

RB 1276

Het systeem van megastallen

RCC 7 december 2011, dossiernr. 2011/01140 (Milieudefensie Dieren in megastallen)

Het betreft een radiocommercial en een filmpje op de website van Milieudefensie (en You Tube) waarin bezwaar wordt gemaakt tegen megastallen.

Klacht: Er bestaat geen feitelijke of wetenschappelijke onderbouwing voor de bewering en ten onrechte wordt in de uitingen een relatie gelegd tussen het houden van dieren in megastallen en strafbare handelingen door veehouders.

In de uitingen wordt het systeem van megastallen aangeklaagd, bij Monde van Martin Gaus. De kwalificatie "dierenmishandeling in het groot" overschrijdt niet de grens van het toelaatbare. Er worden geen individuele veehouders die megastallen bezitten beschuldigd. De klacht wordt afgewezen.

Commissie

In de bestreden uitingen wordt bij monde van Martin Gaus door Milieudefensie stelling genomen tegen het systeem van megastallen en worden luisteraars en kijkers opgeroepen te tekenen tegen megastallen. Het staat Milieudefensie in beginsel vrij haar mening over megastallen te geven en de wijze waarop Milieudefensie dat in de onderhavige reclame-uitingen doet, acht de Commissie niet van dien aard dat sprake is van strijd met de Nederlandse Reclame Code (NRC).  Door Milieudefensie is voldoende onderbouwd dat de leefomstandigheden van dieren in megastallen leiden tot ernstig en langdurig ongerief bij deze dieren. Naar het oordeel van de Commissie overschrijdt de kwalificatie “dierenmishandeling in het groot” die Milieudefensie hieraan geeft, niet de grenzen van het toelaatbare. Daarbij speelt een rol dat het in het kader van een maatschappelijk debat, waarin de onderhavige reclamecampagne gevoerd wordt, niet ongebruikelijk is een standpunt in scherpe bewoordingen duidelijk te maken. De Commissie acht voldoende duidelijk dat de uitingen geen beschuldiging inhouden van het plegen van strafbare feiten door individuele veehouders die dieren in megastallen houden.
RB 1275

Consumentenautoriteit gaat scherp toezien op onbetrouwbare webwinkels

Uit't nieuwsbericht: De Consumentenautoriteit gaat scherp toezien op onbetrouwbare webwinkels. Dit maakte de toezichthouder bekend bij de presentatie van haar Agenda 2012-2013. Bernadette van Buchem, directeur Consumentenautoriteit: “Steeds meer consumenten kiezen voor het gemak van online shoppen. Het aantal klachten over webshops die het bestelde product niet leveren of die het geld niet terugbetalen als men binnen de wettelijke termijn van de koop afziet neemt navenant toe. De Consumentenautoriteit wil snel optreden tegen webshops die de regels overtreden met als doel de consumentenschade te beperken en het vertrouwen te herstellen. De signalen die wij ontvangen via ons loket ConsuWijzer zijn daarbij belangrijke inbreng.” De andere speerpunten voor de komende periode zijn misleidende en agressieve telemarketing en misleidende reisprijzen.

1. Webwinkels
2. Misleidende en agressieve telemarketing
3. Misleidende prijzen reisbranche
4. Vooronderzoek en monitoring

5. Autoriteit Consument en Markt

1. Webwinkels
Met de toename van de online aankopen neemt het aantal vragen en klachten van consumenten ook toe. Deze betreffen met name:

  • dat bestelde producten niet worden geleverd
  • dat het herroepingsrecht niet correct wordt nageleefd
  • dat bepaalde webshops niet bereikbaar zijn voor vragen of klachten

De Consumentenautoriteit wil snel optreden tegen webwinkels die schade veroorzaken bij consumenten doordat zij de regels niet naleven. De toezichthouder kan bijvoorbeeld consumenten waarschuwen of ervoor zorgen dat een website uit de lucht wordt gehaald. Ook gaat de Consumentenautoriteit ondernemers voorlichten over de geldende regels.
Meer informatie over het aandachtsgebied webwinkels

2. Misleidende en agressieve telemarketing
Via het informatieloket ConsuWijzer melden veel consumenten vooral last te hebben van agressieve telefonische werving voor energie- en telecomcontracten, puzzelboekjes of goede doelen. De informatie die zij ontvangen is vaak verwarrend of onvolledig, waardoor zij soms ongewild een overeenkomst hebben afgesloten. De Consumentenautoriteit wil hier een eind aan maken door zowel met de sector af te spreken dat de regels beter worden nageleefd als op te treden tegen bedrijven die de regels overtreden.

Meer informatie over het aandachtsgebied misleidende en agressieve telemarketing

3. Misleidende prijzen reisbranche
Bij het online boeken van een reis of vliegticket blijkt er vaak een groot verschil te zijn tussen de prijs waarmee wordt geadverteerd en de prijs die de consument uiteindelijk moet betalen. Tijdens het boekingsproces wordt de consument vaak geconfronteerd met allerlei onverwachte kosten als reserveringskosten. De Consumentenautoriteit kan optreden tegen ‘lokprijzen’ en sancties opleggen. Daarnaast zal de toezichthouder samen met de betrokken organisaties de kennis bij de bedrijven over de geldende regels voor prijstransparantie bevorderen.

Meer informatie over het aandachtsgebied misleidende prijzen reisbranche

4. Vooronderzoek en monitoring
De Consumentenautoriteit start twee vooronderzoeken:

1. naar garantie en conformiteit bij mobiele telefoons
2. online games en jonge consumenten
Deze onderzoeken zijn erop gericht om o.a. via ConsuWijzer signalen te verzamelen en zo in kaart te brengen of er mogelijk sprake is van sectorbrede consumentenproblemen en zo ja, wat daarvan de omvang is.

Meer informatie over de vooronderzoeken

5. ACM
De Consumentenautoriteit gaat per 1 januari 2013 samen met de NMa (Nederlandse Mededingingsautoriteit) en OPTA (Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit) verder onder de naam ACM (Autoriteit Consument en Markt). De nieuwe toezichthouder wil markten laten werken om de belangen van consumenten te waarborgen. Hiertoe richt de ACM zich op drie pijlers: consumentenbescherming, sectorspecifiek markttoezicht en mededingingstoezicht. Deze agenda zal een belangrijke basis vormen voor de werkzaamheden van de consumentendirectie van de ACM.

Download de Agenda 2012-2013 van de Consumentenautoriteit (pdf, 25MB)

RB 1273

Onjuiste cijfers over rechtspraak

Uit't persbericht. Incassobureau Intrum Justitia heeft recent een persbericht uitgegeven met onjuiste cijfers over de rechtspraak. Bij de aankondiging van een overeenkomst met een online arbitrage-instituut, gaf het bedrijf aan 'bijna acht keer sneller' een proces te kunnen afronden dan bij de rechtbank.

'De traditionele rechter heeft gemiddeld 62 weken nodig voor de afronding van een proces', schrijft Intrum Justitia in zijn persbericht. Het bedrijf beroept zich daarbij op cijfers uit het jaarverslag van de Rechtspraak die niet alleen betrekking hebben op incassozaken. In werkelijkheid duurt de afhandeling van incassozaken gemiddeld 16 weken. Van een lang en slepend proces, zoals het bedrijf suggereert, is geen sprake.

Lees meer hier.

RB 1272

Jaarlijkse griepprik

RCC 22 december 2011, dossiernr. 2011/01042 (Griepprik)

Het betreft mededelingen met betrekking tot de “jaarlijkse griepprik”: een gerichte brief van een huisarts, op de website RIVM.nl en folders die van de site gedownload kunnen worden.

Klacht: Voor zover de door huisartsen en/of verweerder verspreide informatie als reclame dient te worden aangemerkt, stelt klager, kort weergegeven, dat sprake is van misleidende reclame met een gezondheidsclaim, die niet conform de huidige wetenschappelijke criteria is onder­bouwd. Klager verwijst naar een informatiebron (een artikel in het Pharmaceutisch Weekblad) waarin de effectiviteit van de griepprik ter discussie wordt gesteld.

De klacht wordt afgewezen met een uitgebreide bespreking als volgt:

2. Voor zover het de informatie betreft die in de brief van een huisarts staat, komt het de Com­missie voor dat verweerder voor deze uiting niet verantwoordelijk is. Overigens is de Commissie van oordeel dat deze brief niets anders dan een oproep aan de geadresseerde bevat om de griepprik te komen halen, met de reden waarom de griepprik aan de geadresseerde wordt aangeboden, te weten het behoren tot een risicogroep. Nu in deze oproep elke vorm van aanprijzing ontbreekt, is geen sprake van reclame in de zin van de artikel 1 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Los daarvan merkt de Commissie op dat het tot de zorgplicht van de huisarts behoort om patiënten die tot een risicogroep beho­ren de mogelijkheid te bieden tot het krijgen van een griepprik. Het aanbieden van deze griepprik kan, zoals verweerder voldoende heeft onderbouwd, op basis van de huidige stand van de wetenschap gerechtvaardigd worden geacht. Niet valt in te zien waarom huisartsen onder deze omstandigheden geen oproep aan patiënten zouden mogen sturen in verband met het krijgen van de griepprik.

3. Ten aanzien van de informatie op de website www.rivm.nl is de Commissie eveneens van oordeel dat geen sprake is van een aanprijzing in de zin van artikel 1 NRC. De informatie op deze website dient te worden beschouwd als een toelichting van zuiver feitelijke aard op
de griepprik en de reden waarom deze wordt aangeboden. Dat daarbij in bepaalde opzichten wordt gewezen op po­sitieve aspecten van de griepprik, te weten de vermindering van de kans op griep en de aan griep verbonden risico’s, leidt niet tot een ander oordeel. Het gaat
om informatie waarin uitsluitend wordt verantwoord waarom de griepprik wordt aangeboden.
 
4. Overigens geldt ook ten aanzien van de bestreden uitingen op de website dat op grond van hetgeen verweerder gemotiveerd heeft aangevoerd, de informatie die daarop over de griepprik wordt gegeven, geacht moet worden te zijn opgesteld overeenkomstig de huidige stand van de weten­schap. Naar het oordeel van de Commissie bevat de informatie op de website niets anders dan een voor de patiënt begrijpelijke weergave van de geldende weten­schappelijke opvattingen op dit terrein, teneinde de consument de noodzakelijke informatie over de griepprik te bieden. Dat blijkbaar ook anders kan worden gedacht over het te ver­wach­ten effect van de griepprik, doet voor het onderhavige geschil niet ter zake, nu dit op grond van het voorgaande niet tot het oordeel kan leiden dat de bestreden uitingen in strijd met de Neder­landse Reclame Code zijn.
RB 1271

Herleef de passie. Begin een affaire.

RCC 16 december 2011, dossiernr. 2011/01080 (vreemdgaan / scheidingen oproep minnaar / minnares te nemen bij relatie)

Afwijzing, maar wel leuk om te vermelden.

Het betreft een radioreclame waarin een vrouw het volgende zegt:
“Heb je een relatie maar is de spanning verdwenen?
Wanneer heb je voor het laatst gehoord dat je aantrekkelijk en begeerlijk bent?
Mis je de romantiek en de aandacht?
Ga naar victoriamilan.nl.
Een nieuwe website voor wie in een relatie zit, maar op zoek is naar een discrete minnaar of minnares.
Herleef de passie. Begin een affaire.
Victoriamilan.nl”.
 
De klacht: Een reclame met de oproep om een minnaar of minnares te zoeken, wanneer de spanning uit je relatie is, vindt klaagster in strijd met de goede zeden. Bovendien luisteren ook kinderen naar de radio; zij krijgen de indruk dat “dit soort dingen normaal zijn”. Ook om deze reden is de uiting in strijd met het fatsoen of de goede zeden.

RCC: Bij de beantwoording van de vraag of een reclame-uiting in strijd is met het fatsoen en/of de goede zeden stelt de Commissie zich terughoudend op, gelet op het subjectieve karakter van die criteria.
Met betrekking tot de onderhavige uiting stelt de Commissie voorop dat het adverteerder vrij staat reclame te maken voor de door haar aangeboden dienst. De wijze waarop adverteerder dat in dit geval doet, acht de Commissie -voornoemde terughoudendheid in acht genomen- niet van dien aard, dat de Nederlandse Reclame Code wordt overtreden, ook niet voor zover de reclame wordt beluisterd door kinderen. Dat niet iedereen de uiting zal waarderen, leidt niet tot een ander oordeel.

RB 1270

Schonere brandstoffen

Vz RCC 22 december 2011, dossiernr. 2011/01233 (Tank en Autowascentrum - ZWART Milieuvriendelijke/schonere brandstoffen)

Op de website www.bpzwart.nl staat de volgende mededeling: “Na de verhuizing in 2000 naar de locatie aan de Ookmeerweg zijn we gaan samenwerken met BP en kunt u sindsdien bij ons terecht voor benzine, diesel, lpg en de milieuvriendelijke en schonere ultimate brandstoffen.”
 
Klager stelt dat de aanduiding “milieuvriendelijke en schonere” voor brandstoffen in strijd met de Milieu reclame Code (MRC) is. Voorzitter wijst de klacht toe op basis van artikel 2 MRC:

Niet in geschil is dat de aanduiding “milieuvriendelijke en schonere” voor brandstoffen in strijd met de MRC is. Meer in het bijzonder acht de voorzitter deze aanduiding in strijd met artikel 2 MRC.
 
De voorzitter neemt nota van het feit dat adverteerder de fout heeft erkend en gecorrigeerd. Dit kan evenwel niet tot een andere beslissing leiden nu klager de klacht heeft gehandhaafd. Tot slot doen zich geen feiten of omstandigheden voor die aanleiding zou kunnen geven voor een “openbare aanbeveling”, zoals klager verzoekt. Derhalve wordt beslist als volgt.