RB

Algemene regels  

RB 1022

Verwijdering reclame-uiting

Raad van State 29 juni 2011, LJN BQ9649 (Energiedirect tegen college B&W Utrecht)

Bij schrijven van 15 mei 2009 heeft het college Energiedirect medegedeeld dat het op 14 mei 2009 de door het bureau Jack Liberties namens haar aangebrachte reclame-uitingen en objecten bij wijze van bestuursdwang direct heeft verwijderd. Voorts heeft het haar daarbij medegedeeld dat het de kosten van het afvoeren en doen afvoeren en/of opslaan en doen opslaan van de reclame-uitingen en objecten op haar zal verhalen.

2.3. Energiedirect betoogt dat de rechtbank heeft miskend dat de situatie niet zo spoedeisend was, dat het college haar geen termijn om zienswijzen naar voren te brengen hoefde te gunnen en geen begunstigingstermijn hoefde te stellen. Zij voert daartoe aan dat het college op de hoogte was van haar identiteit, omdat op alle uitingen haar naam met vermelding van de website en het telefoonnummer stond. Indien het haar zijn voornemen kenbaar zou hebben gemaakt, zou zij direct tot verwijdering van eventueel illegaal geplaatste reclameborden zijn overgegaan. Voorts heeft het zijn oordeel dat de situatie spoedeisend was niet toereikend gemotiveerd. Een zodanig spoedeisende situatie deed zich niet voor, aldus Energiedirect.

2.3.1. Het betoog slaagt. Het college zag zich in de ochtend van 14 mei 2009 geconfronteerd met een gecoördineerde agressieve reclameactie. De rechtbank heeft echter ten onrechte overwogen dat het college zich op het standpunt mocht stellen dat de vereiste spoed zich er tegen verzette het besluit tot toepassing van bestuursdwang tevoren op schrift te stellen en Energiedirect gelegenheid te bieden om de reclameborden zelf te verwijderen. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat met de van de borden gemaakte foto's, noch anderszins, aannemelijk is gemaakt dat de situatie in de binnenstad van Utrecht zo gevaarzettend was, dat op alle locaties onmiddellijk optreden geboden was. Dat het college, als gesteld, frames heeft geplaatst op veilige plaatsen, betekent niet dat borden op andere plaatsen daarom steeds onveilig zijn. Dat het college bij het aanbrengen van uitingen buiten deze frames direct pleegt te handhaven, biedt evenmin een aanknopingspunt voor het aannemen van de gestelde spoed. Geconfronteerd met deze actie kon en mocht het college in een besluit tot toepassing van bestuursdwang een - uiterst korte - begunstigingstermijn stellen, waarbinnen Energiedirect de tenuitvoerlegging van het besluit had kunnen voorkomen door zelf onmiddellijk maatregelen te treffen en daartoe contact met haar te zoeken. Niet is gebleken dat het college een poging heeft ondernomen om in contact te komen met Energiedirect. De gestelde door het college bij de directeur van reclamebureau Jack Liberties ten aanzien van het ongedaan maken van de actie en het bekendmaken van de opdrachtgever ondervonden weerstand, de hoeveelheid meldingen, noch het belang gelegen in de verkeersveiligheid, vormden voldoende reden om daarvan af te zien. Het college was op de hoogte van de identiteit van Energiedirect, omdat op alle uitingen haar naam met vermelding van de website en het telefoonnummer stond.

Het oordeel dat het college zich ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat de vereiste spoed zich er tegen verzette het besluit tot toepassing van bestuursdwang tevoren op schrift te stellen en Energiedirect een termijn te gunnen om de reclameborden zelf te verwijderen, brengt mee dat het college de kosten van de toepassing van die bestuursdwang niet op Energiedirect heeft mogen verhalen. De overige beroepsgronden behoeven geen bespreking.

RB 1021

Afslankkuren propaganderen

Antwoord Kamervragen Aanhangsel Handelingen II 2010/11,  2 915.

Het off-label voorschrijven bij de aanbieders van HCG afslankkuren is nog in onderzoek. De Inspectie blijft bij haar standpunt dat er geen enkele onderbouwing is voor het voorschrijven van HCG voor afvallen. Hierbij moet de kanttekening worden gemaakt dat art. 68 van de Geneesmiddelenwet, dat regels stelt aan off-label voorschrijven, nog niet bestuurlijk beboetbaar is. Bij de wijziging van de Geneesmiddelenwet zal dit wel mogelijk worden. De Inspectie overweegt thans de inzet van tuchtrecht.

Vraag 4 Wat is uw visie op de stelling van deze artsen dat juridisch «off-label» gebruik in dit geval is toegestaan?

Off-label gebruik is een soms onmisbare mogelijkheid voor een behandelaar bij patiëntenzorg. Volgens art. 68 van de Geneesmiddelenwet is voorschrijven buiten de geregistreerde indicatie alleen onder voorwaarden geoorloofd. Het is geoorloofd als daarover binnen de beroepsgroep protocollen en standaarden zijn ontwikkeld. Als protocollen en standaarden nog in ontwikkeling zijn, is overleg tussen de behandelend arts en apotheker noodzakelijk. In het geval van HCG als afslankmiddel is hiervan geen sprake. Aanbieders kunnen zich dus niet beroepen op deze uitzonderingen. HCG is expliciet niet geregistreerd als middel bij afslanken en met de huidige kennis is geen rechtvaardiging denkbaar voor gebruik van HCG om af te vallen. In de officiële registratieteksten voor Pregnyl wordt gebruik om af te vallen zelfs uitgesloten.

Vraag 8 Bij hoeveel artsen en instituten is, naar inzicht van de IGZ, de praktijk van het verstrekken van HCG-slankheidskuren en/of het adverteren daarmee gestopt na hun brief van 6 december 2010?

Op basis van de meldingen en eigen onderzoek had de Inspectie in december 2010 zicht op 24 aanbieders van HCG afslankkuren. In negen gevallen is de reclame na de waarschuwing verwijderd of is de website uit de lucht gehaald. In twee gevallen bleek na onderzoek dat geen HCG als afslankkuur wordt aangeboden, maar een voedingssupplement waaraan dezelfde eigenschappen worden toegeschreven. Dit product bevat geen HCG hormoon. Bij zes aanbieders is overtreding vastgesteld, waarvoor de inspectie nu bestuurlijke boetes voorbereidt. De overige zeven zijn nog in onderzoek.

Vraag 9 Kunt u opheldering verschaffen over de omstandigheden die ertoe geleid hebben dat deze personen en instituten nog steeds HCG-kuren openlijk op internet aanbieden, niet tegenstaande het feit dat IGZ over genoemde machtsmiddelen beschikt?

Met het oog op de zorgvuldigheid duurt het enige tijd voordat een boete ook daadwerkelijk wordt opgelegd. Bij recidive kan de Inspectie een tweede hogere boete opleggen.

Vraag 10 Deelt u de mening dat het ongewenst is dat ten eerste overheidsinstanties strenge maatregelen aankondigen en die vervolgens niet uitvoeren en dat ten tweede dat burgers zo openlijk de aanwijzingen kunnen negeren van instanties die belast zijn met handhaving van de wet?

De maatregelen zijn in uitvoering.

RB 1019

Vakantie terugverdienen is misleiding

RCC 14 juni 2011, Dossiernr. 2011/00389 (Traders Only)

Reclamerecht. Er zijn e-mailberichten verstuurd met als onderwerp: "Dit bericht betaalt je volgende vakantie." Klager stelt dat deze berichten reclame zijn omdat ze (in)direct diensten van TradersOnly aanprijzen maar niet als zodanig herkenbaar zijn. Toestemming voor verzending ontbreekt, TradersOnly heeft zich niet als adverteerder heeft gepresenteerd en uitingen voldoen niet aan voorwaarden voor vergelijkende reclame. Klacht is gemotiveerd weersproken.
Commissie oordeelt dat berichten als reclame gekwalificeerd moeten worden, nu er sprake is van directe en systematische aanprijzing. Deze zijn voor de geadresseerde ook als zodanig herkenbaar. Wel strijd met art. 1.3 Code E-mail want toestemming geadresseerden ontbreekt. Strijd met art. 2.2 Code E-mail want niet makkelijk bereikbaar voor geadresseerde. Voorts strijd met art. 13 aanhef en onder a en c NRC want niet voldaan aan voorwaarden vergelijkende reclame. Voor het overige wordt de klacht afgewezen.

Regelingen: NRC art. 13 aanhef en onder a en c; Code E-mail art. 1.3, art. 2.2

Lees de gehele uitspraak hier (link / pdf)

RB 1016

Geen vermelding 0900-tarief

Vz RCC 12 mei 2011, Dossiernr. 2011/00207 (Boedelbak)

Reclamerecht. Vermelding 0900-nummer op huurauto's, aanhangwagens en website van adverteerder. Klager stelt dat geen tarief bij 0900-nummer wordt vermeld dus strijd met art. 8.1 RTI. Verweerder betreurt onjuiste vermelding, zal tarief vermelden.
Voorzitter oordeelt dat Commissie klacht zal toewijzen. Het staat vast dat op aanhangwagens en op de website het 0900-nummer zonder tariefvermelding staat. Strijd met art. 8.1 RTI. Doet aanbeveling.

Vaststaat dat op de huif van de door adverteerder verhuurde aanhangwagens een 0900-nummer staat zonder vermelding van het tarief, hetgeen in strijd is met artikel 8.1 RTI.

Adverteerder heeft toegezegd de vermelding van het 0900-nummer op haar website in deze zin aan te passen, dat daar het tarief wordt genoemd. Klaagster heeft daarop haar klacht met betrekking tot de website voorwaar­delijk ingetrokken, te weten onder de voorwaarde dat ad­verteerder deze toe­zegging gestand doet. Bij brief van 8 mei 2011 heeft klaagster meege­deeld dat bovenaan de website van adverteerder nog steeds opvallend het 0900-nummer staat zonder vermelding van het tarief, en dat zij daarom haar klacht handhaaft. Nu ook de voorzitter is gebleken dat in ieder geval op de startpagina van de website van adverteerder het 0900-nummer wordt genoemd zonder vermelding van het tarief, heeft adverteerder voor wat betreft de website eveneens in strijd met artikel 8.1 RTI gehandeld.

Lees de gehele uitspraak hier (link / pdf)
Regeling: RTI art. 8.1

RB 1015

Alert voor Vistaprint

RCC 16 mei 2011, Dossiernr. 2011/00274 (Onduidelijheid over uploadkosten)

Reclamerecht. Een aan klager gericht aanbod op website voor 250 visitekaartjes voor 2,50 euro met door klager ingesteld ontwerp en tekst. Klager stelt dat als hij deze kaartjes wil bestellen, er 3,75 euro extra in rekening wordt gebracht voor het logo. Verweerder heeft klacht gemotiveerd weersproken.
Commissie oordeelt dat het onvoldoende duidelijk is dat uitsluitend indien een eerder geüploade afbeelding wordt gebruikt, geen extra kosten worden berekend. Sprake van onduidelijke informatie (art. 8.2 onder d NRC) dus strijd met art. 7 NRC. Doet aanbeveling en brengt uitspraak onder de aandacht van breed publiek (art. 17 lid 1 onder h jo. 18 lid 4 Reglement RCC en CVB).

In de gewraakte uiting wordt aan klager de mogelijkheid geboden om, via de link ‘Bestel nu’ 250 visitekaartjes met zijn eigen ontwerp en afbeelding te bestellen voor € 2,50. Vervolgens wordt in het bestelproces, naar blijkt uit de stukken van adverteerder, opnieuw de mogelijkheid geboden om ‘uw afbeelding’ te uploaden. Naar is gebleken worden, indien voor deze mogelijkheid wordt gekozen, voor het uploaden opnieuw extra kosten in rekening gebracht.

Ook wordt op deze pagina de mogelijkheid geboden om ‘een eerder geüploade foto’ te gebruiken (‘gebruik een eerder geüploade foto’). De Commissie acht het echter voor de gemiddelde consument onvoldoende duidelijk dat, uitsluitend indien men deze link gebruikt, wordt voorkomen dat er extra kosten voor het uploaden in rekening worden gebracht.

Lees de gehele uitspraak hier (link / pdf)
Regelingen: NRC art. 7, art. 8.2 onder d; Reglement RCC en CVB art. 17 lid 1 onder h, art. 18 lid 4
Lees eerdere soortgelijke uitspraak over Vistaprint hier: RB 710

RB 1014

Onvoldoende als reclame herkenbaar

RCC 17 mei 2011, Dossiernr. 2011/00321 (Nationale Postcode Loterij)

Reclamerecht. Een aan klager geadresseerde mailing met op voorzijde envelop de tekst "betreft uw reservering" en op achterzijde "indien onbestelbaar retourneren naar Nationale Postcode Loterij." Klager acht onduidelijk wie afzender is want onduidelijk lettertype, dus strijd met art. 2 CBR en uiting niet duidelijk als reclame herkenbaar dus strijd met art. 11.1 NRC. Verweerder stelt dat envelop wel leesbaar is en dat het haar vrij staat reclame op pakkende wijze te presenteren. Envelop duidelijk herkenbaar als reclame.
Commissie oordeelt dat door de tekst "betreft uw reservering" niet voldoende duidelijk is dat het gaat om reclame. Strijd met art. 11.1 NRC. Dat op de achterzijde de afzender wordt vermeld, leidt niet tot ander oordeel. Geen strijd met art. 2 CBR want op achterkant envelop gemakkelijk herkenbare vermelding van naam en adres adverteerder. Doet aanbeveling.

Van de tekst: “BETREFT UW RESERVERING” in combinatie met de door het venster zichtbare naam en het adres van de geadresseerde gaat voor de gemiddelde consument de suggestie uit dat de envelop informatie bevat over een door hem of haar gedane reservering. Niet duidelijk, althans niet voldoende duidelijk is dat het -naar tussen partijen vast staat- gaat om reclame van NPL.

Lees de gehele uitspraak hier (link / pdf)
Regelingen: NRC art. 11.1; CBR art. 2
Lees eerdere soortgelijke uitspraak over de NPL hier: RB 983

RB 1013

iPod cadeau bij inschrijving

VzRCC 16 mei 2011, Dossiernr. 2011/00282 (LOI)

Reclamerecht. Uiting op de radio over inschrijven voor opleiding van LOI en daarbij een iPod cadeau krijgen. Klager stelt dat hij zich heeft ingeschreven, maar geen iPod kreeg omdat zijn cursusgeld minder dan 200 euro p.m. is. Verweerder heeft verweer gevoerd.

Voorzitter oordeelt dat Commissie klacht zal afwijzen. In uiting wordt nadrukkelijk verwezen naar actievoorwaarden op website. Gemiddelde consument zal deze voor aanschaf eerst raadplegen. Uit actievoorwaarden blijkt dat totale cursusgeld van 200 euro of meer leidt tot iPod cadeau. Wijst klacht af.

In de commercial wordt nadrukkelijk gewezen op de actievoorwaarden op de website. Van de gemiddelde consument kan worden verwacht dat hij, indien hij naar aanleiding van de bewuste actie geïnteresseerd raakt in een cursus, alvorens zich in te schrijven, eerst deze actievoorwaarden raadpleegt.

Uit de voorwaarden blijkt duidelijk dat men een iPod Shuffle ontvangt bij opleidingen met een lesgeldverplichting van € 200,- of meer (en overigens niet: € 200,- per maand, zoals klager stelt).

Lees de gehele uitspraak hier (link / pdf)

RB 1012

Omgeboekte reis duurder

Vz. RCC 16 mei 2011. Dossiernr. 2011/00286

Reclamerecht. Uiting in brochure over reis naar Thailand vanaf 1399 euro. Klaagster stelt dat op verzoek van adverteerder reis werd omgeboekt en dat deze daardoor 400 euro p.p. duurder was geworden. Vond waarschuwing nodig, nu annulering niet meer mogelijk was. Verweerder heeft verweer gevoerd.
Voorzitter oordeelt dat Commissie klacht zal afwijzen. Uiting is niet in strijd met NRC, ook al is omgeboekte reis duurder. In uiting wordt nl. vanaf-prijs genoemd en verwezen naar website. Wijst klacht af.

Dat bij het wijzigen van de boeking voor de nieuwe reis een hogere prijs gold, brengt niet mee dat de reclame-uiting in strijd is met de Nederlandse Reclame Code. In de brochure staat duidelijk dat sprake is van een vanaf-prijs en wordt verwezen naar de website, waarop, naar door adverteerder is gesteld, de op dat moment geldende prijs wordt vermeld. Gelet op het voorgaande kan de klacht naar het oordeel van de voorzitter niet slagen.

Lees de gehele uitspraak hier (link / pdf)

RB 1010

Alert voor Sunweb

RCC 16 mei 2011, Dossiernr. 2011/00269 (Sunweb)

Reclamerecht. Aanbieding voor vakantie naar Bulgarije voor 399 euro per persoon. Klaagster stelt dat deze vakantie niet voor genoemd bedrag geboekt kon worden. Verweerder stelt door technische fout de prijs niet juist op website stond. Sprake van menselijke fout.

Commissie oordeelt dat er sprake is van onjuiste informatie t.a.v. de prijs (art. 8.2 onder d NRC) nu de aangeboden reis niet voor genoemde prijs beschikbaar was. Menselijke fout komt voor rekening van adverteerder. Strijd met art. 7 NRC. Doet aanbeveling en brengt uitspraak onder aandacht van breed publiek (art. 17 lid 1 jo. 18 lid 4 Reglement RCC en CVB).

Geklaagd wordt over het feit dat een reis werd aangeboden die achteraf voor de aangeboden prijs niet beschikbaar bleek te zijn. Aldus is in de uiting onjuiste informatie verschaft ten aanzien van de prijs van het product, als bedoeld in artikel 8.2 onder d van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de Commissie van oordeel dat deze onjuiste informatie de gemiddelde consument ertoe kan brengen een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de bewuste mededeling misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. Het feit dat, naar adverteerder aanvoert, de onderhavige situatie het gevolg is van een menselijke fout, doet niet aan het voorgaande af, nu deze omstandigheid voor rekening van adverteerder dient te komen.

Lees de gehele uitspraak hier (link / pdf)
Regelingen: NRC art. 7, art. 8.2 onder d; Reglement RCC en CVB art. 17 lid 1, art. 18 lid 4

RB 1009

Banner leek teveel op nieuwsbericht

RCC 17 mei 2011, Dossiernr. 2011/00311 (Postcode Loterij)

Reclamerecht. Banner op website met tekst "Hoogeveen in rep en roer?" Klager stelt dat het lijkt alsof er nieuws is in Hoogeveen, echter het blijkt om banner voor Postcode Loterij te gaan. Verweer is gemotiveerd weersproken.

Commissie oordeelt dat de tekst niet voldoende duidelijk maakt dat het om reclame gaat. Afwijking kleuren en lettertype met normale nieuwsberichten niet voldoende. Strijd met art. 11.1 NRC. Doet aanbeveling.

Van de tekst: “Hoogeveen in rep en roer? Lees nu ?” op de onderhavige nieuwssite www.telegraaf.nl gaat voor de gemiddelde consument de suggestie uit dat deze mededeling betrekking heeft op een nieuwsbericht betreffende Hoogeveen, dat men elders op de site kan lezen. Niet, althans niet voldoende duidelijk is dat het -naar tussen partijen vast staat- gaat om reclame van NPL.
Gelet hierop acht de Commissie de uiting niet duidelijk als reclame herkenbaar en daardoor in strijd met artikel 11.1 Nederlandse Reclame Code (NRC).

Lees de gehele uitspraak hier (link / pdf)
Regeling: NRC art. 11.1
Zie ook eerdere uitspraken over de Postcode Loterij: RB 983; RB 962; RB 771