België voldoet niet aan verplichtingen uit Richtlijn OHP
HvJ EU 10 juli 2014, RB 2172, zaak C-421/12 (Commissie/België) - dossier
Oneerlijke handelspraktijken. De Commissie stelt dat België niet heeft voldaan aan de verplichtingen die op hem rusten krachtens artikel 3, lid 1 juncto artikel 2, sub b en d, van de richtlijn 2005/29 (oneerlijke handelspraktijken), door beoefenaars van een vrij beroep, tandartsen en kinesisten van de werkingssfeer van de wet betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming uit te zonderen.
Daarnaast bepalen de artikelen 20, 21 en 29 van diezelfde wet dat elke aankondiging van een prijsvermindering moet verwijzen naar een door de wet vastgestelde prijs, in casu de laagste prijs die is gevraagd tijdens de maand vóór de eerste dag van de betrokken aankondiging. Voorts verbieden die bepalingen, enerzijds, een prijsvermindering voor een periode van meer dan een maand aan te kondigen en, anderzijds, dergelijke aankondigingen voor minder dan een dag te doen. Volgens de Commissie verzet de richtlijn oneerlijke handelspraktijken zich tegen dergelijke strengere nationale bepalingen. Bovendien stelt de Commissie dat de in de wet betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten opgenomen verbodsbepaling op colportage en het verbod dat bepaalde producten via de ambulante handel worden verkocht, net als bij de tweede tekortkoming ook in dit geval richtlijn 2005/29 geen dergelijke verbodsbepalingen bevat en zich dus tegen die nationale bepalingen verzet.
Het Hof verklaart voor recht dat België door het handhaven van eerder genoemde bepalingen de krachtens op hem rustende verplichtingen van de richtlijn oneerlijke handelspraktijken niet is nagekomen.
42 Het Koninkrijk België heeft toegegeven dat de eerste grief gegrond is, maar stelt dat de door de Commissie aangevoerde niet-nakoming in feite „gecorrigeerd” is door de gevolgen van de arresten nr. 55/2011 van 6 april 2011 en nr. 192/2011 van 15 december 2011 waarbij het Grondwettelijk Hof de artikelen 2, 2°, en 3, § 2, van de wet van 6 april 2010 ongrondwettig heeft verklaard.
43 In herinnering zij echter gebracht dat volgens vaste rechtspraak van het Hof een lidstaat zich niet op nationale bepalingen, praktijken of situaties kan beroepen ter rechtvaardiging van de niet-nakoming van verplichtingen die voortvloeien uit normen van Unierecht (zie met name arresten Commissie/Luxemburg, C‑450/00, EU:C:2001:519, punt 8, en Commissie/Luxemburg, C‑375/04, EU:C:2005:264, punt 11).
61 Bijgevolg is een dergelijke nationale regeling, waarbij praktijken die niet zijn vermeld in bijlage I bij richtlijn 2005/29 in het algemeen worden verboden, zonder dat individueel wordt getoetst of zij „oneerlijk” zijn volgens de in de artikelen 5 tot en met 9 van die richtlijn geformuleerde criteria, niet te rijmen met de inhoud van artikel 4 van die richtlijn en is zij in strijd met de door die richtlijn nagestreefde volledige harmonisatie, ook al beoogt die regeling een hoger niveau van consumentenbescherming tot stand te brengen (zie in die zin arrest Plus Warenhandelsgesellschaft, EU:C:2010:12, punten 41, 45 en 53).
72 Artikel 4 van richtlijn 2005/29 verzet zich tegen de handhaving van dergelijke strengere nationale maatregelen, behoudens het bepaalde in artikel 3, lid 5, van die richtlijn, namelijk dat „[d]e lidstaten [...] gedurende een periode van zes jaar, te rekenen vanaf 12.06.2007 op het bij deze richtlijn geharmoniseerde gebied nationale bepalingen [kunnen] blijven toepassen die strenger of prescriptiever zijn dan de bepalingen van deze richtlijn en die uitvoering geven aan richtlijnen die clausules voor minimale harmonisatie bevatten”.
78 Gelet op een en ander is het Koninkrijk België de krachtens de artikelen 2, sub b en d, 3 en 4, van richtlijn 2005/29 op hem rustende verplichtingen niet nagekomen, door beoefenaars van een vrij beroep, tandartsen en kinesisten uit te sluiten van de werkingssfeer van de wet van 14 juli 1991, waarbij richtlijn 2005/29 in intern recht is omgezet, door de artikelen 20, 21 en 29 van de wet van 6 april 2010 te handhaven en door artikel 4, lid 3, van de wet van 25 juni 1993 en artikel 5, lid 1, van het koninklijk besluit van 24 september 2006 te handhaven.1) Het Koninkrijk België is
– door beoefenaars van een vrij beroep, tandartsen en kinesisten uit te sluiten van de werkingssfeer van de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument, zoals gewijzigd bij de wet van 5 juni 2007, waarbij richtlijn 2005/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2005 betreffende oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten op de interne markt en tot wijziging van richtlijn 84/450/EEG van de Raad, richtlijnen 97/7/EG, 98/27/EG en 2002/65/EG van het Europees Parlement en de Raad en van verordening (EG) nr. 2006/2004 van het Europees Parlement en de Raad („richtlijn oneerlijke handelspraktijken”) is omgezet in Belgisch recht;
– door de artikelen 20, 21 en 29 van de wet van 6 april 2010 betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming te handhaven, en
– door artikel 4, lid 3, van de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten, zoals gewijzigd bij de wet van 4 juli 2005, en artikel 5, lid 1, van het koninklijk besluit van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante activiteiten te handhaven,
de krachtens de artikelen 2, sub b en d, 3 en 4 van richtlijn 2005/29 op hem rustende verplichtingen niet nagekomen.
2) Het Koninkrijk België wordt verwezen in de kosten.
Aanbeveling. Misleidende reclame. Onjuiste informatie. Het betreft: 1. Een uiting op www.anwb.nl. Daarin staat naast “leden topper”: “alle Human Nature-kleding en -accessoires 1+1 gratis*”. De asterisk verwijst naar de mededeling onderaan: “Alle combinaties zijn mogelijk. M.u.v. jassen, regenkleding en thermische onderkleding”. 2. Uitingen in de vorm van, zoals klaagster stelt, “grote reclame-bollen op de ruiten en in de winkel” met dezelfde tekst. Klaagster, lid van de ANWB, wilde in een vestiging van de ANWB een Human Nature helm en een Human Nature skibril kopen. Bij de kassa werd echter geen korting verleend. Ook in de webwinkel bleek geen korting te worden verrekend. De bewuste helm en skibril vallen in de categorie Human Nature accessoires en niet onder de uitzonderingen. Klaagster vindt de reclame misleidend. De Commissie acht de uiting in strijd met artikel 7 NRC.
Uitspraak ingezonden door Marga Verwoert en Maarten Haak,
Gedeeltelijke Aanbeveling. Het betreft: 1) de folder waarin de Marvel Superhelden-actie van PLUS wordt aangeprezen, meer specifiek de volgende tekst: “Vind jij een gouden Spider-man? Tussen alle Marvel Super Helden zit een ‘special edition’: de Gouden Spider-man. Als je deze vindt, win je altijd één van de vette prijzen!”. 2) de televisiecommercial betreffende de PLUS Superhelden-actie. De klacht: in de folder wordt meegedeeld dat bij het aantreffen van een gouden spiderman “altijd één van de vette prijzen” wordt gewonnen. Toen klagers kinderen adverteerders website bezochten om te zien welke prijs zij gewonnen hadden met hun gouden spiderman, zagen zij echter teleurgesteld de mededeling dat zij niets hadden gewonnen. Een krant die zelf kan worden uitgeprint is immers amper een prijs te noemen. De Commissie acht de onder 1 beschreven reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 1 KJC en wijst de klacht voor het overige af.
Afwijzing. Bijzondere Reclamecode. Het betreft een televisiereclame waarin een meisje in bed ligt te slapen, met naast zich een fantasiepoppetje, een zogenaamd zorgenvriendje. Plotseling doet ze het licht aan omdat ze denkt dat er een monster onder haar bed zit. Het zorgenvriendje gaat kijken, vindt daar een slof van het meisje en zegt: “MMM… monster, oh, oh. Hier je voetenmonster”. Het zorgenvriendje pakt de slof en gooit deze naar het meisje, waarna ze samen moeten lachen. Terwijl gezongen wordt: “Vertel ons al je zorgen en we eten ze op” eet het zorgenvriendje een paar zorgen op, in de vorm van grote blauwe ovaalvormige pillen, en gaan ze weer slapen. Tot slot wordt gezegd: “Al je zorgen weg met het zorgenvriendje. Nu in de winkel.” De klacht is dat de doelgroep van de uiting kleine kinderen zijn en voor hen is de uiting onduidelijk en misleidend. De Commissie wijst de klacht af.
Aanbeveling. ALERT vernietigd. Herkenbaarheid reclame. Misleiding. Het betreft de website www.voetbalzone.nl voor zover daarop een pagina is te zien met de titel “Barcelona uit vorm volgens bookmaker licht favoriet in bekerfinale”. Op deze pagina staat voorts onder meer: “Barcelona wordt door bookmaker Unibet gezien als de favoriet, maar de ploeg van Gerardo Martino is totaal niet in vorm. Is een gokje op Real Madrid misschien de moeite waard? (…) Direct onder het artikel staat een kader waarin staat: “Barcelona – Athletic Bilbao 1 1.23 x 6,75 2 11.50 x € 10 = 12,30 Zet in!”. Het artikel waartegen de klacht zich richt, begint alsof het een normaal nieuwsartikel is. Het is in dezelfde stijl geschreven als de andere artikelen op Voetbalzone.nl. In de eerste alinea wordt vervolgens gezegd dat Barcelona door bookmaker Unibet als de favoriet wordt gezien en wordt de vraag gesteld of een gokje op Real Madrid misschien de moeite waard is. Vervolgens wordt uiteengezet dat Barcelona de laatste paar wedstrijden heeft verloren, terwijl Real Madrid juist heeft gewonnen. Hier is duidelijk sprake van native advertising, maar nergens wordt vermeld dat het een gesponsord bericht is. Er is sprake van een misleidende handelspraktijk in de zin van artikel 6:193b lid 2 sub a BW. Het College bevestigt de bestreden beslissing met dien verstande dat de onderhavige uitspraak niet als “Alert” zal worden verspreid.
Afwijzing. Voeding. Subjectieve normen. Het betreft een post die op 5 mei 2014 geplaatst is op adverteerders Facebook pagina https://www.facebook.com/KFC.Nederland. Boven de afbeelding van twee krokante kippenvleugeltjes (‘hotwings’) staat de tekst: “FREEDOM GIVES YOU WINGS”. De klacht: klager vindt de afbeelding van twee hotwings van plofkippen die amper een A4’tje hebben om op te leven, met daarboven de tekst “Freedom gives you wings”, misleidend, hypocriet en macaber. Ook de andere klachten komen er op neer dat het walgelijk is om op 5 mei deze advertentie te plaatsen en om te adverteren met dierenleed. De Commissie wijst de klacht af.
Afwijzing. Voeding. Kenmerken product. Het betreft een uiting op www.yangasportswater.com. Daarin staat onder meer: “Yanga Sports Water is gemaakt van zuiver plantaardige stoffen”. De klacht: blijkens de ingrediëntenlijst bevat het product grotendeels synthetische en chemische stoffen zoals E950/952/954/955/202. Deze stoffen kunnen de volgende bijwerkingen hebben: kankerverwekkend, toename cholesterolgehalte, allergie risico’s, beschadiging immuunsysteem, aantasting lever en nieren, geboorteafwijkingen, astma, netelroos en darmstoornissen. Klager vindt de boodschap van puur en gezond misleidend. Er wordt alleen gesproken over de vitamines die het product bevat, en niet over risico’s zoals hiervoor genoemd. In klagers sportschool Fit4Free die het product verkoopt, staat bij de automaten geen waarschuwing voor gezondheidsrisico’s. De Commissie wijst de klacht af.
Gedeeltelijke aanbeveling. Vergelijkende en misleidende reclame. Het betreft een aantal uitingen (genummerd van 1 t/m 6) op adverteerders website www.lightwaynederland.nl en in de folder “lightway® daglichtsystemen”. De klacht: Techcomlight is exclusief distributeur voor de Benelux van Solatube daglichtsystemen, waarvan de producent wereldwijd markleider in buisvormige daglichtsystemen is. Daylight Company/Lightway verhandelt eveneens buisvormige daglichtsystemen. In de bestreden uitingen, waarin adverteerder reclame maakt voor haar daglichtsystemen in het algemeen en de Blue Performance in het bijzonder, zijn (absolute) superioriteitsclaims opgenomen. De Commissie acht de onder 1, 3, 4, 5 en 6 beschreven reclame-uitingen in strijd met het bepaalde in de aanhef en onder a van artikel 13 NRC. De onder 2 en 4 beschreven uitingen acht zij in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. Voor het overige wijst de Commissie de klacht af.
Aanbeveling. Prijsvermelding. Het betreft een uiting op www.klm.com. Daarin staat onder de aanhef “Retourprijzen Key West” onder meer: “Amsterdam Schiphol (AMS) Key West, Key West Intl (EYW) 1 volwassene, economy class”. Onderaan de uiting staat een overzicht met diverse retourprijzen, al naar gelang de maand van vertrek. Bij april 2014 staat: “EUR 730”. Onderaan het overzicht van prijzen staat: “Inclusief belastingen en toeslagen, exclusief (EUR 10) boekingskosten (een creditcardtoeslag kan van toepassing zijn)”. Klaagster boekte tijdens de KLM-Werelddealweken op 16 januari 2014 twee tickets voor de vlucht Amsterdam - Key West. Op grond van de aanbieding tijdens de Werelddealweken zou deze vlucht in april € 730,- (+ € 10,- boekingskosten) per ticket kosten. Na afronden van de bestelling bleek de prijs echter € 1003,48 per ticket te bedragen. Volgens KLM gaat het om een beperkt aantal stoelen, maar dan dienen de vluchten waarvoor geen stoelen meer beschikbaar zijn van de site te worden gehaald of dient de aanbieding te worden gestaakt. Zoals blijkt uit de bij de klacht overgelegde afdruk van de uiting wordt nergens een voorbehoud gemaakt betreffende een beperkt aantal stoelen. De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met de artikelen III onder 1 RR en V onder 1 RR.