RB

Algemene regels  

RB 2153

Informatie over dataverbruik misleidend

RCC 2 juni 2014, RB 2153, dossiernr. 2014/00333 (hollandsenieuwe)
Gedeeltelijke aanbeveling. Misleidende reclame. Ontbrekende informatie. Het betreft de website www.hollandsnieuwe.nl waarin op de subpagina www.hollandsnieuwe.nl/klantenservice, onder de rubriek “Verbruik & Opwaarderen” een aantal vragen wordt beantwoord, alsmede de op www.hollandsnieuwe.nl/sim-only onder het kopje “toelichting” staande tekst. De klacht: vroeger werd op adverteerders website vermeld dat je dataverbruik werd afgerond op 100 KB per sessie. Dat is nu niet meer het geval. Gesteld wordt dat je kunt zien hoeveel data je hebt verbruikt of nog over hebt in “mijn hollandsnieuwe” en met de app van hollandsnieuwe. Dit is misleidend aangezien de applicatie Data counter alleen aangeeft wat je werkelijk hebt verbruikt, terwijl adverteerder het internetverbruik afrondt. De Commissie wijst een deel van de klacht af. Ten aanzien van het afronden van het verbruik stelt de Commissie dat dit in strijd is met artikel 7 NRC.

Het oordeel van de Commissie
1. Adverteerder heeft klagers bezwaar tegen de als bijlage 1 en 2 aangehechte uitingen gemotiveerd weersproken. Klanten van adverteerder kunnen op de website www.hollandsnieuwe.nl/klantservice exact zien hoeveel MB’s zij de afgelopen 12 contractmaanden hebben verbruikt en welk bedrag daarvoor in rekening is gebracht. Met betrekking tot de lopende contractmaand is het om technische redenen niet mogelijk daar het exacte verbruik te vermelden. Van deze lopende contractmaand wordt alleen het opgebouwde tegoed vermeld en wat daarvan nog over is en aan de hand daarvan kan men uitrekenen hoeveel er is verbruikt. Wil men ook met betrekking tot de lopende maand over de exacte datagegevens beschikken, dan dient men daarvoor een app te installeren, zoals op bijlage 1 en 2 is vermeld.

Gelet op het vorenstaande acht de Commissie klagers onderhavige bezwaar ongegrond.

2. Uit de toelichting die staat op de door klager overgelegde uitdraai van www.hollandsnieuwe.nl/sim-only blijkt niet of sprake is van een afronding (naar boven dan wel naar beneden) en evenmin per welke eenheid er 100 KB op het data tegoed in mindering wordt gebracht.

Aldus is sprake van een verborgen houden van een essentiële informatie die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te nemen als bedoeld in artikel 8.3 onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, is de gewraakte zinsnede misleidend en oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
RB 2151

Prijs Citroën zonder BTW niet misleidend

CBb 10 juni 2014, RB 2151, dossiernr. 2014/00105 (Citroën)
Afwijzing bevestigd. Misleidende reclame. Het betreft een televisiecommercial waarin met betrekking tot de aanschaf van een Citroën C1 onder meer wordt gezegd: “Joris koopt deze maand ook een auto maar dan tegen 0% BTW en 0% rente” en een reclame-uiting op www.google.nl waarin onder meer staat: “De Citroën C1 decemberactie: 0% BTW + 0% Rente”. De klacht: in de reclame-uitingen wordt gesteld dat de Citroën C1 tijdelijk in prijs is verlaagd, omdat over de aanschaf van een Citroën C1 in het kader van deze actie 0% BTW wordt berekend. Deze informatie is niet juist. De belastingwetgeving biedt ondernemers niet de mogelijkheid om producten te verkopen zonder dat BTW wordt berekend. In werkelijkheid heeft adverteerder de prijs zodanig verlaagd dat een nieuwe “kale” prijs is ontstaan die met de belastingen die daarover worden berekend gelijk is aan de oude prijs zonder BTW. Het College heeft de bestreden beslissing dat er geen sprake is van misleiding bekrachtigd.

Het oordeel van het College
1. In beroep is geen klacht gericht tegen het oordeel van de Commissie dat de gemiddeld geïnformeerde omzichtige en oplettende gewone consument bekend mag worden verondersteld met het feit dat men over de nieuwprijs van een auto altijd btw verschuldigd is. Ook het College gaat hiervan uit. Appellant stelt evenwel dat de reclame ook bij minder dan gemiddeld geïnformeerde consumenten geen misverstand mag wekken. In hetgeen appellant aldus aanvoert, kan echter geen aanleiding worden gevonden om af te wijken van de maatstaf van de hiervoor bedoelde gemiddeld geïnformeerde consument. In de Nederlandse Reclame Code is vastgelegd dat dit de toepasselijke maatman is. De reclame is voorts gericht op een algemeen publiek en niet op een specifieke doelgroep, zodat dient te worden aangesloten bij de verwachtingen van de “gewone” gemiddelde consument.

2. Aan appellant kan worden toegegeven dat de mededeling “0% btw” feitelijk niet juist is, nu wel degelijk het gebruikelijke percentage btw is verschuldigd bij de aanschaf van de aangeprezen auto. Uitgaande evenwel van het feit dat, zoals vermeld, de gewone gemiddelde consument bekend is met het gegeven dat over de nieuwprijs van een auto altijd btw verschuldigd is, zal deze consument, zoals de Commissie terecht heeft overwogen, een reclame-uiting die inhoudt dat men “0%” btw verschuldigd is aldus begrijpen dat sprake is van een bijzondere kortingsactie waarbij een korting wordt gegeven ter waarde van het btw-bedrag. Anders dan appellant betoogt, is er dus evenmin aanleiding om te veronderstellen dat deze consument zal verwachten dat de fiscus zal afzien van heffing van btw. Naar het oordeel van het College zijn acties waarbij een adverteerder onder uitdrukkelijke verwijzing naar de verschuldigde btw korting aanbiedt, inmiddels ook algemeen bekend, en zal de uiting ook hierom niet tot verwarring leiden bij de gemiddelde consument.

3. Appellant heeft geen grief gericht tegen de overweging van de Commissie dat op de website van Citroën waarnaar de bestreden advertentie op Google blijkbaar linkt, specifieke informatie over de actie staat. Met betrekking tot de televisiecommercial merkt het College op dat de consument in verband met de actie wordt opgeroepen de website van Citroën te bekijken, terwijl in beeld een verwijzing naar de actievoorwaarden op deze website verschijnt. Aldus heeft Citroën, mede in aanmerking genomen de mogelijkheden van de gebruikte media, de gemiddelde consument voldoende geïnformeerd over de verdere voorwaarden van de actie. Van misleiding is derhalve geen sprake.

RB 2150

Logo Vriendenloterij op 'Tjoep' voor kinderen niet toegestaan

RCC 27 mei 2014, RB 2150, dossiernr. 2014/00341 (Vriendenloterij)
Aanbeveling. Bijzondere Reclamecode. Kansspelen. Reclame gericht op kinderen. Het betreft de afbeelding van het logo van de VriendenLoterij op de ‘tjoep’ die bij de Koningsspelen 2014 is uitgedeeld aan alle deelnemende kinderen. Het is regel dat kansspelaanbieders zich met hun reclame niet richten op de jeugd. Klager acht het daarom onbegrijpelijk en onjuist dat kinderen door middel van het logo van de VriendenLoterij op de gratis uitgedeelde tjoep moedwillig worden geconfronteerd met reclame voor een gokspel. Ondanks de sponsoring van de Koningsspelen door de VriendenLoterij hoort haar reclame niet thuis op de tjoep. De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel III.1 RVK. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken

Het oordeel van de Commissie
In de eerste plaats dient de vraag beantwoord te worden of sprake is van een reclame-uiting van de VriendenLoterij, nu dit door de VriendenLoterij wordt betwist. De Commissie beantwoordt deze vraag bevestigend. Op de tjoep staat onder het grote logo van de Koningsspelen 2014 kleiner, maar duidelijk zichtbaar, het logo van de VriendenLoterij, tussen de -minder duidelijke- logo’s van de twee organiserende stichtingen. De afbeelding van het logo van de VriendenLoterij kan naar het oordeel van de Commissie niet anders opgevat worden dan als een openbare aanprijzing van de VriendenLoterij met het doel de (naams)bekendheid van de loterij te vergroten en de deelname aan de loterij te bevorderen. Aldus is sprake van reclame waarop – krachtens de (toelichting op de) algemene bepaling – de Reclamecode voor Kansspelen die worden aangeboden door vergunninghouders ingevolge de Wet op de kansspelen (RVK) 2013 van toepassing is.
Nu voor de reclame gebruik gemaakt is van de tjoep die tijdens de Koningsspelen 2014 is uitgedeeld aan deelnemende basisschoolleerlingen, heeft de VriendenLoterij reclame gemaakt in strijd met artikel III.1 RVK 2013, waarin is bepaald dat kansspelaanbieders hun reclame voor kansspelen niet specifiek op minderjarigen richten.
RB 2149

“There’s no limit” stimuleert niet tot onverantwoorde consumptie Heineken

Vz. RCC 27 mei 2014RB 2149, dossiernr. 2014/00335 (Heineken)
Voorzittersafwijzing. Bijzondere Reclamecode. Alcohol. Het betreft de televisiecommercial met als thema “Vier de Oranjekoorts”. In deze commercial is een carnavalsoptocht te zien met daarbij een wagen van Heineken. Vervolgens spelen zich in hoog tempo diverse gebeurtenissen af. Hierbij wordt een instrumentele versie van het nummer No Limit van 2Unlimited gespeeld, waarbij de woorden “there’s no limit” door het publiek worden meegezongen. De klacht is dat in de televisiecommercial in strijd met artikel 1 van de Reclamecode voor alcoholhoudende dranken (RV) 2014 overmatige of anderszins onverantwoorde consumptie van alcoholhoudende drank wordt gestimuleerd. Dit is het gevolg van de duidelijk hoorbare woorden “there’s no limit” die het onverantwoord (veel) consumeren van Heineken bier suggereren. De voorzitter wijst de klacht af.

Het oordeel van de voorzitter
De klacht is gebaseerd op een specifieke interpretatie die klager aan de televisiecommercial geeft. Klager brengt op basis van zijn interpretatie de tekst “there’s no limit” in verband met het nuttigen van alcoholhoudende drank. Naar het oordeel van de voorzitter ligt die interpretatie niet voor de hand en zal de kijker de televisiecommercial ook niet op die wijze uitleggen. Daarbij overweegt de voorzitter dat zich in de televisiecommercial in hoog tempo diverse spectaculair bedoelde gebeurtenissen afspelen. De meegezongen tekst “there’s no limit” verwijst onmiskenbaar naar die gebeurtenissen. Deze houden verband met het wereldkampioenschap voetballen en met Heineken bier, maar niet met het overmatig of anderszins onverantwoord consumeren van alcoholhoudende drank. Ook overigens roept de televisiecommercial niet op tot dergelijk gedrag. Op grond hiervan kan de klacht niet slagen.
RB 2152

Onjuiste prijsvermelding last minute reis GoMundo

RCC 26 mei 2014, RB 2152, dossiernr. 2014/00321 (Go Mundo)
Aanbeveling. Bijzondere Reclamecode. Reizen. Duidelijke prijsvermelding. Het betreft de prijsvermelding voor een last minute reis naar hotel “Sunshine Vacation Club Corfu” op adverteerders website www.gomundo.nl (subpagina https://www.gomundo.nl/sunshine-vacation-club-corfu/corfu/griekenland/hotel). In de uiting staat onder het kopje “Prijzen”: “last minute vertrek 11 mei € 357. Toen klaagster de reis met vertrekdatum 11 mei 2014 boekte, werd uiteindelijk een prijs van €476 getoond. Desgevraagd deelde adverteerder klaagster telefonisch mee dat de wijziging van de prijs het gevolg is van wisselende tarieven van de vliegmaatschappij. Klaagster vindt dit een vreemd verhaal en vraagt zich af of dit zo kan. De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel IV lid 1 RR. Zij beveelt adverteerder om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

Het oordeel van de Commissie
De bestreden uiting met boekingsmodule betreft een uitnodiging tot aankoop waarop de Reclamecode Reisaanbiedingen (RR) van toepassing is. Ingevolge het bepaalde in artikel IV lid 1 RR zijn aanbieders van reisdiensten in hun uitnodigingen tot aankoop op dezelfde wijze als in reclame-uitingen conform artikel III lid 1 RR gehouden tot het hanteren van correcte en duidelijke prijzen.
Naar het oordeel van de Commissie voldoet de bestreden uiting niet aan deze verplichting ten aanzien van prijsvermelding in de uitnodiging tot aankoop. Als erkend is komen vast te staan dat de weergegeven lastminuteprijs kan verschillen van de daadwerkelijk op dat moment voor een lastminutereis geldende prijs. Ook bij de door klaagster geboekte reis met vertrekdatum 11 mei 2014 is dit het geval, nu na keuze voor de accommodatie op de webpagina een lastminuteprijs van € 357,- wordt geadverteerd, terwijl bij boeking de op dat moment werkelijk geldende prijs € 476,- blijkt te zijn. Het in artikel III lid 1 RR besloten liggende vereiste van duidelijke en correcte prijzen staat in de weg aan het vermelden van een, naar later blijkt, onjuiste lastminuteprijs. Dat deze onjuistheid het gevolg is van een - wellicht tijdelijke - technische onvolkomenheid van het systeem, ontslaat adverteerder niet van de verplichting om op de website juiste prijzen te vermelden. Hierbij is niet van belang dat de lastminuteprijs alleen wordt getoond nadat de keuze voor een bepaalde accommodatie is gemaakt. Ook op dat moment kan de getoonde lastminuteprijs de consument er immers toe brengen die accommodatie - via adverteerders website - te boeken.



RB 2148

Opname kosten ruimbagage niet vereist in geadverteerde prijs

Vz. RCC 27 mei 2014, RB 2148, dossiernr. 2014/00229 (SRC cultuurvakanties)
Voorzittersafwijzing. Bijzondere Reclamecode. Reizen. Het betreft de Reisgids SRC Cultuurvakanties en dan in het bijzonder de beschrijving van een pakketreis met chartervlucht naar Sardinië en Corsica op pagina’s 128 en 129 van die gids. In het informatiekader op pagina 129 staat onder meer: “Niet inbegrepen Toeslag ruimbagage transavia.com”. Klaagster stelt dat ruimbagage bij een rondreis onvermijdbaar is en dat de kosten daarvan in de geadverteerde prijs inbegrepen dienen te zijn. Volgens klaagster is het feitelijk niet mogelijk bij een rondreis te volstaan met handbagage, zodat men noodgedwongen ruimbagage dient mee te nemen. De voorzitter wijst de klacht af.

Het oordeel van de voorzitter
Adverteerder stelt terecht dat het aan de consument is om te kiezen of hij al dan niet ruimbagage meeneemt. Deze kostenpost is derhalve naar zijn aard vermijdbaar. Dat consumenten in veel gevallen bij een rondreis wel ruimbagage zullen meenemen, is onvoldoende om de daaraan verbonden kosten als onvermijdbaar aan te merken. Dit impliceert dat adverteerder, zoals zij in het onderhavige geval ook heeft gedaan, kan volstaan met een vermelding waaruit blijkt dat eventuele ruimbagage afzonderlijk in rekening zal worden gebracht en een verwijzing naar de website waar de daaraan verbonden kosten zijn te vinden. De voorzitter heeft ambtshalve geconstateerd dat deze kosten (met enige moeite) op de in de uiting genoemde website (www.transavia.com) zijn te vinden en dat de hoogte daarvan varieert naar gewicht. Op grond van het voorgaande kan de klacht niet slagen.
RB 2147

Abonnement Koningin Julianatoren van 189 euro is niet gratis

Vz. RCC 27 mei 2014, RB 2147, dossiernr. 2014/00336 (Koningin Julianatoren)
Voorzitterstoewijzing. Misleidende reclame. Het betreft een televisiecommercial van ‘Jul’s Gezinsabonnement’ waarin wordt gezegd : “voor maar 189 Euro mag je het hele seizoen gratis naar binnen zo vaak als je wilt. Ook opa’s, oma’s, broertjes, zusjes en natuurlijk je vader en moeder mogen mee. En je kan gratis of voor maar de helft naar heel veel andere attractieparken in Nederland en België.”. De klacht is dat adverteerder ten onrechte in de uiting vermeld dat je voor €189 een jaar lang gratis naar binnen kunt omdat €189 niet gratis is. Het is onbeperkt toegang kopen. Dit is veel geld en alles behalve gratis. De voorzitter acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. Hij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

Het oordeel van de voorzitter
In de uiting wordt een gezinsabonnent aangeboden voor € 189,-- waarmee het hele gezin en de opa’s en oma’s het hele seizoen gratis toegang tot het park van adverteerder verkrijgen. Krachtens artikel 8.5 in combinatie met punt 19 van de bij dit artikel behorende Bijlage 1 bij de Nederlandse Reclame Code (NRC) is onder alle omstandigheden sprake van misleidende reclame indien een product wordt omschreven als “gratis” (of soortgelijke bewoordingen) terwijl de consument iets anders moet betalen dan de onvermijdelijke kosten om in te gaan op het aanbod en het product af te halen dan wel dit te laten bezorgen. Nu als erkend is komen vast te staan dat geen sprake is van gratis toegang, maar van onbeperkte toegang na betaling van € 189,--, is sprake van een onjuist gebruik van de aanduiding ‘gratis’. Gelet hierop is de reclame-uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
RB 2144

Pijprokende stripdokter valt niet onder Reclamecode voor Tabaksproducten

RCC 20 mei 2014, RB 2144, dossiernr. 2014/00205 (Brabants Dagblad)
NIB bevestigd. Afwijzing. Tabak. Het betreft de strip “Elsje” in het Brabants Dagblad van 27 februari 2014. Daarin zegt Elsje tegen de dokter: “Dokter, m`n hond denkt nog steeds dat ie een kat is”. De klacht is dat de dokter een pijp rookt, en dat gebeurt regelmatig in de onderhavige strip, die in meer bladen van het Wegener concern verschijnt, zoals bijvoorbeeld De Stem. Klager acht de uiting in strijd met de artikelen 8.1 en 8.2 van de Reclamecode voor Tabaksproducten (RvT) en misleidend. De Commissie bevestigt de beslissing van de voorzitter, inhoudende afwijzing van de klacht.

Het oordeel van de Commissie
Naar het oordeel van de Commissie betreft de bestreden uiting een uiting van redactionele aard in het Brabants Dagblad en geen reclame in de zin van artikel 1 van de Nederlandse Reclame (NRC). De tekening van een deel van een stripfiguur, die kennelijk een pijp rookt, en als dokter wordt aangeduid, betekent niet dat de uiting een aanprijzing inhoudt van goederen, diensten en/of denkbeelden door een adverteerder of geheel of deels ten behoeve van deze.
RB 2143

Vacaturekrant verstuurt ongewenste reclame per e-mail

Vz. RCC 19 mei 2014, RB 2143, dossiernr. 2014/00308 (reclame per e-mail)
Voorzitterstoewijzing. Direct marketing. E-mail. Het betreft een vacaturekrant die zonder toestemming reclame per e-mail verzend. Klager maakt bezwaar tegen het feit dat hij reclame per e-mail van afzender blijft ontvangen hoewel hij aan afzender kenbaar heeft gemaakt dat hij niet meer door afzender benaderd wil worden. De voorzitter is van oordeel dat afzender heeft gehandeld in strijd met artikel 1.3 sub a in verbinding met artikel 5.1 Code e-mail.

Het oordeel van de voorzitter

De voorzitter is, ook na het gevoerde verweer, van oordeel dat de klacht de Commissie aanleiding zal geven een aanbeveling te doen. Hij overweegt daartoe het volgende.

Als erkend is komen vast te staan dat afzender in strijd met artikel 1.3 sub a in verbinding met artikel 5.1 van de Code reclame via e-mail 2012 (Code e-mail) reclame via e-mail aan klager heeft verzonden, zodat de klacht zal worden toegewezen.

Van schending van de Code e-mail als gevolg van een structurele oorzaak of onwil aan de zijde van afzender is op grond van hetgeen afzender heeft aangevoerd geen sprake. Voorts begrijpt de voorzitter dat klager inmiddels niet meer in de database van afzender staat, zodat een nieuwe fout zich niet meer zou moeten kunnen voordoen. Op grond hiervan en mede gelet op het feit dat afzender excuses heeft aangeboden, zal de hierna te vermelden aanbeveling worden gedaan uitsluitend voor zover nog nodig.
RB 2141

Claims “FormaSlim proteïne dieet” niet toegestaan

RCC 20 mei 2014, RB 2141, dossiernr. 2014/00272 (FormaSlim)
Aanbeveling. Voeding en gezondheid. Misleidende reclame. Onvolledige en onjuiste informatie. Het betreft reclame voor het “FormaSlim proteïne dieet” op www.formaslim.eu. Daarin staat onder meer “Slank worden en slank blijven met uw gewichtscoach”. De klacht omvat dat de reclame op diverse punten in strijd is met artikel 10 lid 1 van de EG-verordening 1924/2006 inzake voedings- en gezondheidsclaims (hierna de Claimsverordening) en misleidend. Klager concludeert dat gedane mededelingen in strijd zijn met de Claimsverordening en dat onvolledige en onjuiste informatie wordt verstrekt over de van het gebruik van het product te verwachten resultaten. De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met artikel 2 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

Het oordeel van de Commissie
Met betrekking tot de verschillende bestreden mededelingen overweegt de Commissie het volgende.

Ad a.
De mededelingen “Slank worden en slank blijven” en “Gebruik de producten om slanker te worden en om slank te blijven”, die in de bestreden uiting worden gedaan in relatie tot het FormaSlim proteïne dieet, zijn gezondheidsclaims als bedoeld in artikel 2 lid 5 van de Claimsverordening. Ingevolge artikel 10 lid 1 van de Claimsverordening zijn gezondheidsclaims verboden, tenzij (onder meer) is voldaan aan de voorwaarde dat

-voor zover hier relevant- de claim is opgenomen in de in artikel 13 Claimsverordening bedoelde lijst van toegestane claims. Dit laatste is niet het geval.

Ingevolge de EU-verordening 432/2012 (tot vaststelling van een lijst van toegestane gezondheidsclaims voor levensmiddelen die niet over ziekterisicobeperking en de ontwikkeling en gezondheid van kinderen gaan) is, waar het betreft gewichtsverlies, voor een “Maaltijdvervangend product voor gewichtsbeheersing” de navolgende claim toegestaan:

“De vervanging van twee dagelijkse maaltijden van een energiebeperkt dieet door een maaltijdvervangend product draagt bij tot gewichtsverlies”. Als voorwaarde voor het gebruik van die claim geldt onder meer dat het betreffende levensmiddel voldoet aan de in Richtlijn 96/8/EG vastgestelde specificaties voor levensmiddelen als bedoeld in artikel 1, lid 2 onder b), van die richtlijn.

Adverteerder heeft niet weersproken dat de producten van adverteerder “niet worden neergezet als maaltijdvervangers”. In de uiting staat onder het kopje “Hoe werkt het Proteïne Dieet?” weliswaar: “Met maaltijdvervangers op weg naar ketose”, maar niet is komen vast te staan dat er sprake is van één of meer maaltijdvervangende producten als bedoeld in Richtlijn 96/8/EG, welke richtlijn is geïmplementeerd in de Warenwetregeling Energiebeperkte diëten.

Voor zover er overigens al sprake zou zijn van één of meer maaltijdvervangende producten, stelt de Commissie vast dat voornoemde toegestane claim of een daarmee overeenstemmende claim niet voorkomt in de bestreden uiting.

Gelet op het bovenstaande acht de Commissie de uiting, voor wat betreft de mededelingen “Slank worden en slank blijven” en “Gebruik de producten om slanker te worden en om slank te blijven” in strijd met artikel 10 lid 1 Claimsverordening en daardoor in strijd met de wet als bedoeld in artikel 2 NRC.

Nu de uiting reeds gelet op het voorgaande in strijd is met de NRC, komt de Commissie niet toe aan beoordeling van de vraag of de mededelingen “Slank worden en slank blijven” en “Gebruik de producten om slanker te worden en om slank te blijven” de uiting tevens misleidend doen zijn.

Ad b.
De in relatie tot het FormaSlim proteïne dieet gedane mededelingen:

-“Proteïne dieet”

-“Het FormaSlim is een eiwitrijk afslankprogramma”.

-“verzadigend” en

-“Het dieet beperkt de opname van koolhydraten en vetten en is samengesteld uit proteïnen (eiwitten). Het dieet bestaat uit eiwitten en aminozuren met een zuiverheid van 100% om ervoor te zorgen dat u alleen vet massa verliest en dat uw spiermassa wordt behouden”

zijn gezondheidsclaims als bedoeld in artikel 2 lid 5 van de Claimsverordening. Ingevolge artikel 10 lid 1 van de Claimsverordening zijn gezondheidsclaims verboden, tenzij (onder meer) is voldaan aan de voorwaarde dat -voor zover hier relevant- de claim is opgenomen in de in artikel 13 Claimsverordening bedoelde lijst van toegestane claims. Dit laatste is niet het geval. Meer in het bijzonder bevat deze lijst geen toegestane claims voor eiwitten in relatie tot afvallen/afslanken/gewichtsverlies dan wel verzadigd gevoel. Integendeel, blijkens de bij de klacht overgelegde lijst met “Non-authorised” claims zijn dergelijke claims niet toegestaan. Evenmin is gebleken dat voornoemde lijst toegestane claims bevat voor “aminozuren” in relatie tot afvallen/afslanken/gewichtsverlies dan wel verzadigd gevoel.

Gelet op het bovenstaande acht de Commissie de uiting, voor wat betreft de mededelingen

-“Proteïne dieet”

-“Het FormaSlim is een eiwitrijk afslankprogramma”.

-“verzadigend” en

-“Het dieet beperkt de opname van koolhydraten en vetten en is samengesteld uit proteïnen (eiwitten). Het dieet bestaat uit eiwitten en aminozuren met een zuiverheid van 100% om ervoor te zorgen dat u alleen vet massa verliest en dat uw spiermassa wordt behouden”

in strijd met artikel 10 lid 1 Claimsverordening en daardoor in strijd met de wet als bedoeld in artikel 2 NRC.

Nu de uiting reeds gelet op het voorgaande in strijd is met de NRC, komt de Commissie niet toe aan beoordeling van de vraag of de mededelingen

-“Proteïne dieet”

-“Het FormaSlim is een eiwitrijk afslankprogramma”.

-“verzadigend” en

-“Het dieet beperkt de opname van koolhydraten en vetten en is samengesteld uit proteïnen (eiwitten). Het dieet bestaat uit eiwitten en aminozuren met een zuiverheid van 100% om ervoor te zorgen dat u alleen vet massa verliest en dat uw spiermassa wordt behouden”

de uiting tevens misleidend doen zijn.