RB

Producten  

RB 2151

Prijs Citroën zonder BTW niet misleidend

CBb 10 juni 2014, RB 2151, dossiernr. 2014/00105 (Citroën)
Afwijzing bevestigd. Misleidende reclame. Het betreft een televisiecommercial waarin met betrekking tot de aanschaf van een Citroën C1 onder meer wordt gezegd: “Joris koopt deze maand ook een auto maar dan tegen 0% BTW en 0% rente” en een reclame-uiting op www.google.nl waarin onder meer staat: “De Citroën C1 decemberactie: 0% BTW + 0% Rente”. De klacht: in de reclame-uitingen wordt gesteld dat de Citroën C1 tijdelijk in prijs is verlaagd, omdat over de aanschaf van een Citroën C1 in het kader van deze actie 0% BTW wordt berekend. Deze informatie is niet juist. De belastingwetgeving biedt ondernemers niet de mogelijkheid om producten te verkopen zonder dat BTW wordt berekend. In werkelijkheid heeft adverteerder de prijs zodanig verlaagd dat een nieuwe “kale” prijs is ontstaan die met de belastingen die daarover worden berekend gelijk is aan de oude prijs zonder BTW. Het College heeft de bestreden beslissing dat er geen sprake is van misleiding bekrachtigd.

Het oordeel van het College
1. In beroep is geen klacht gericht tegen het oordeel van de Commissie dat de gemiddeld geïnformeerde omzichtige en oplettende gewone consument bekend mag worden verondersteld met het feit dat men over de nieuwprijs van een auto altijd btw verschuldigd is. Ook het College gaat hiervan uit. Appellant stelt evenwel dat de reclame ook bij minder dan gemiddeld geïnformeerde consumenten geen misverstand mag wekken. In hetgeen appellant aldus aanvoert, kan echter geen aanleiding worden gevonden om af te wijken van de maatstaf van de hiervoor bedoelde gemiddeld geïnformeerde consument. In de Nederlandse Reclame Code is vastgelegd dat dit de toepasselijke maatman is. De reclame is voorts gericht op een algemeen publiek en niet op een specifieke doelgroep, zodat dient te worden aangesloten bij de verwachtingen van de “gewone” gemiddelde consument.

2. Aan appellant kan worden toegegeven dat de mededeling “0% btw” feitelijk niet juist is, nu wel degelijk het gebruikelijke percentage btw is verschuldigd bij de aanschaf van de aangeprezen auto. Uitgaande evenwel van het feit dat, zoals vermeld, de gewone gemiddelde consument bekend is met het gegeven dat over de nieuwprijs van een auto altijd btw verschuldigd is, zal deze consument, zoals de Commissie terecht heeft overwogen, een reclame-uiting die inhoudt dat men “0%” btw verschuldigd is aldus begrijpen dat sprake is van een bijzondere kortingsactie waarbij een korting wordt gegeven ter waarde van het btw-bedrag. Anders dan appellant betoogt, is er dus evenmin aanleiding om te veronderstellen dat deze consument zal verwachten dat de fiscus zal afzien van heffing van btw. Naar het oordeel van het College zijn acties waarbij een adverteerder onder uitdrukkelijke verwijzing naar de verschuldigde btw korting aanbiedt, inmiddels ook algemeen bekend, en zal de uiting ook hierom niet tot verwarring leiden bij de gemiddelde consument.

3. Appellant heeft geen grief gericht tegen de overweging van de Commissie dat op de website van Citroën waarnaar de bestreden advertentie op Google blijkbaar linkt, specifieke informatie over de actie staat. Met betrekking tot de televisiecommercial merkt het College op dat de consument in verband met de actie wordt opgeroepen de website van Citroën te bekijken, terwijl in beeld een verwijzing naar de actievoorwaarden op deze website verschijnt. Aldus heeft Citroën, mede in aanmerking genomen de mogelijkheden van de gebruikte media, de gemiddelde consument voldoende geïnformeerd over de verdere voorwaarden van de actie. Van misleiding is derhalve geen sprake.

RB 2150

Logo Vriendenloterij op 'Tjoep' voor kinderen niet toegestaan

RCC 27 mei 2014, RB 2150, dossiernr. 2014/00341 (Vriendenloterij)
Aanbeveling. Bijzondere Reclamecode. Kansspelen. Reclame gericht op kinderen. Het betreft de afbeelding van het logo van de VriendenLoterij op de ‘tjoep’ die bij de Koningsspelen 2014 is uitgedeeld aan alle deelnemende kinderen. Het is regel dat kansspelaanbieders zich met hun reclame niet richten op de jeugd. Klager acht het daarom onbegrijpelijk en onjuist dat kinderen door middel van het logo van de VriendenLoterij op de gratis uitgedeelde tjoep moedwillig worden geconfronteerd met reclame voor een gokspel. Ondanks de sponsoring van de Koningsspelen door de VriendenLoterij hoort haar reclame niet thuis op de tjoep. De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel III.1 RVK. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken

Het oordeel van de Commissie
In de eerste plaats dient de vraag beantwoord te worden of sprake is van een reclame-uiting van de VriendenLoterij, nu dit door de VriendenLoterij wordt betwist. De Commissie beantwoordt deze vraag bevestigend. Op de tjoep staat onder het grote logo van de Koningsspelen 2014 kleiner, maar duidelijk zichtbaar, het logo van de VriendenLoterij, tussen de -minder duidelijke- logo’s van de twee organiserende stichtingen. De afbeelding van het logo van de VriendenLoterij kan naar het oordeel van de Commissie niet anders opgevat worden dan als een openbare aanprijzing van de VriendenLoterij met het doel de (naams)bekendheid van de loterij te vergroten en de deelname aan de loterij te bevorderen. Aldus is sprake van reclame waarop – krachtens de (toelichting op de) algemene bepaling – de Reclamecode voor Kansspelen die worden aangeboden door vergunninghouders ingevolge de Wet op de kansspelen (RVK) 2013 van toepassing is.
Nu voor de reclame gebruik gemaakt is van de tjoep die tijdens de Koningsspelen 2014 is uitgedeeld aan deelnemende basisschoolleerlingen, heeft de VriendenLoterij reclame gemaakt in strijd met artikel III.1 RVK 2013, waarin is bepaald dat kansspelaanbieders hun reclame voor kansspelen niet specifiek op minderjarigen richten.
RB 2149

“There’s no limit” stimuleert niet tot onverantwoorde consumptie Heineken

Vz. RCC 27 mei 2014RB 2149, dossiernr. 2014/00335 (Heineken)
Voorzittersafwijzing. Bijzondere Reclamecode. Alcohol. Het betreft de televisiecommercial met als thema “Vier de Oranjekoorts”. In deze commercial is een carnavalsoptocht te zien met daarbij een wagen van Heineken. Vervolgens spelen zich in hoog tempo diverse gebeurtenissen af. Hierbij wordt een instrumentele versie van het nummer No Limit van 2Unlimited gespeeld, waarbij de woorden “there’s no limit” door het publiek worden meegezongen. De klacht is dat in de televisiecommercial in strijd met artikel 1 van de Reclamecode voor alcoholhoudende dranken (RV) 2014 overmatige of anderszins onverantwoorde consumptie van alcoholhoudende drank wordt gestimuleerd. Dit is het gevolg van de duidelijk hoorbare woorden “there’s no limit” die het onverantwoord (veel) consumeren van Heineken bier suggereren. De voorzitter wijst de klacht af.

Het oordeel van de voorzitter
De klacht is gebaseerd op een specifieke interpretatie die klager aan de televisiecommercial geeft. Klager brengt op basis van zijn interpretatie de tekst “there’s no limit” in verband met het nuttigen van alcoholhoudende drank. Naar het oordeel van de voorzitter ligt die interpretatie niet voor de hand en zal de kijker de televisiecommercial ook niet op die wijze uitleggen. Daarbij overweegt de voorzitter dat zich in de televisiecommercial in hoog tempo diverse spectaculair bedoelde gebeurtenissen afspelen. De meegezongen tekst “there’s no limit” verwijst onmiskenbaar naar die gebeurtenissen. Deze houden verband met het wereldkampioenschap voetballen en met Heineken bier, maar niet met het overmatig of anderszins onverantwoord consumeren van alcoholhoudende drank. Ook overigens roept de televisiecommercial niet op tot dergelijk gedrag. Op grond hiervan kan de klacht niet slagen.
RB 2146

Hoge Raad: Telefoonabonnement met gratis telefoon is een consumentenkrediet

HR 13 juni 2014, ECLI:NL:HR:2014:1385 (telefoonabonnement met 'gratis' telefoon)
De Hoge Raad beantwoordt de prejudiciële vraag aldus dat een telefoonabonnement inclusief toestel zoals hiervoor in 3.2 omschreven, ter zake van de verkrijging van de mobiele telefoon in beginsel dient te worden aangemerkt als
a.    een koop en verkoop op afbetaling als bedoeld in art. 7A:1576 lid 1 BW;
b.    een krediettransactie als bedoeld in art. 1, aanhef en onder a, sub 2e, Wck (oud) indien de overeenkomst is gesloten voor 25 mei 2011;
c.    een kredietovereenkomst als bedoeld in art. 7:57 lid 1, aanhef en onder c, BW indien de overeenkomst is gesloten op of na 25 mei 2011, tenzij sprake is van een krediet zonder rente en kosten als bedoeld in art. 7:58 lid 2, onder e, BW,
een en ander tenzij de aanbieder stelt en zo nodig aannemelijk maakt dat de door de consument verschuldigde abonnementskosten niet (mede) strekken tot afbetaling van de telefoon.

Gestelde vraag: De kantonrechter heeft als prejudiciële vraag gesteld of telefoonabonnementen, waarbij een ("gratis") telefoon aan de consument ter beschikking wordt gesteld, zijn te kwalificeren als een consumentenkrediet als bedoeld in de Wck (tot 25 mei 2011) dan wel als bedoeld in titel 2A van boek 7 BW (vanaf 25 mei 2011), ofwel dat dergelijke overeenkomsten zijn te kwalificeren als koop op afbetaling als bedoeld in artikel 7A:1576 e.v. BW

RB 2144

Pijprokende stripdokter valt niet onder Reclamecode voor Tabaksproducten

RCC 20 mei 2014, RB 2144, dossiernr. 2014/00205 (Brabants Dagblad)
NIB bevestigd. Afwijzing. Tabak. Het betreft de strip “Elsje” in het Brabants Dagblad van 27 februari 2014. Daarin zegt Elsje tegen de dokter: “Dokter, m`n hond denkt nog steeds dat ie een kat is”. De klacht is dat de dokter een pijp rookt, en dat gebeurt regelmatig in de onderhavige strip, die in meer bladen van het Wegener concern verschijnt, zoals bijvoorbeeld De Stem. Klager acht de uiting in strijd met de artikelen 8.1 en 8.2 van de Reclamecode voor Tabaksproducten (RvT) en misleidend. De Commissie bevestigt de beslissing van de voorzitter, inhoudende afwijzing van de klacht.

Het oordeel van de Commissie
Naar het oordeel van de Commissie betreft de bestreden uiting een uiting van redactionele aard in het Brabants Dagblad en geen reclame in de zin van artikel 1 van de Nederlandse Reclame (NRC). De tekening van een deel van een stripfiguur, die kennelijk een pijp rookt, en als dokter wordt aangeduid, betekent niet dat de uiting een aanprijzing inhoudt van goederen, diensten en/of denkbeelden door een adverteerder of geheel of deels ten behoeve van deze.
RB 2142

Aanbieding "MyPrime" geldt slechts voor bestaande klanten met een vernieuwd Power Pakket

Vz. RCC 19 mei 2014, RB 2142, dossiernr. 2014/00287 (www.upc.nl)
Voorzitterstoewijzing. Ontbrekende informatie. Misleidende en oneerlijke reclame. Het betreft de website www.upc.nl voor zover daarop een aanbieding voor “MyPrime” stond. Klager stelt, kort samengevat, dat in de uiting staat dat ook bestaande klanten van MyPrime gebruik kunnen maken. Wil men echter als bestaande klant met een Power Pakket van dat aanbod gebruik maken, dan dient men eerst een nieuw Power Pakket abonnement met adverteerder af te sluiten. Dit staat niet in de uiting. Daar staat dat MyPrime voor bestaande klanten met een Power Pakket gratis is. De voorzitter acht de reclame-uiting, zoals deze luidde ten tijde van het indienen van de klacht, in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. De voorzitter beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

Het oordeel van de voorzitter

1. De voorzitter is, ook na het gevoerde verweer, van oordeel dat de klacht de Commissie aanleiding zal geven een aanbeveling te doen. Hij overweegt daartoe het volgende.

2. In de uiting staat zonder verdere toelichting dat MyPrime gratis is “bij onze Power Pakketten” en dat dit “Ook voor bestaande klanten” is. Vaststaat echter dat bestaande klanten met een Power Pakket uitsluitend voor gratis MyPrime in aanmerking komen, indien zij hun abonnement “vernieuwen”. Uit hetgeen partijen hebben aangevoerd blijkt immers dat MyPrime uitsluitend gratis is bij de “vernieuwde” Power Pakketten van adverteerder. Naar het oordeel van de voorzitter had adverteerder, naar zij niet heeft weersproken, deze voorwaarde in de uiting dienen te vermelden. Nu zij dit niet heeft gedaan, is sprake van het ontbreken van essentiële informatie als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts kan de gemiddelde consument (in dit geval in het bijzonder de klant met een bestaand Power Pakket) ertoe worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet zou hebben genomen.

3. Adverteerder stelt dat zij, kennelijk naar aanleiding van de klacht, de uiting al op 1 april 2014 heeft aangepast. Dit op zichzelf genomen te waarderen handelen kan evenwel niet afdoen aan het feit dat op grond van het voorgaande de uiting, zoals deze luidde ten tijde van het indienen van de klacht, misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC dient te worden geacht. Wel zal de voorzitter met het voorgaande rekening houden door te bepalen dat de aanbeveling wordt gedaan voor zover nog nodig.
RB 2135

Redcoon.nl mededeling 48-uurs levering misleidend

RCC 14 mei 2014, RB 2135, dossiernr. 2014/00286 (Redcoon)
Aanbeveling. Leveringstijd. Misleidende reclame. Het betreft de op adverteerders website www.redcoon.nl bij verscheidene producten staande mededeling “48-uurs levering”. De klacht is dat de vermelding van een levertijd van 48 uur misleidend is. Deze 48 uur gaan namelijk niet in op het moment van bestellen, zoals op grond van de uiting mag worden aangenomen, maar pas na verzending van het product uit het magazijn. Dit laatste blijkt uit de FAQ. In de Algemene Voorwaarden, waarmee klager bij zijn bestelling akkoord is gegaan, wordt niets gezegd over voorwaarden aan de 48-uurs levering. De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

Het oordeel van de Commissie
In de bestreden uiting wordt bij het betreffende aangeboden product zonder (verwijzing naar een) voorbehoud meegedeeld: “48-uurs levering”. Deze mededeling zal bij de gemiddelde consument de indruk wekken dat men er op kan rekenen dat men het bestelde product binnen 48 uur na bestelling ontvangt. Adverteerder blijkt de levertermijn van 48 uur echter te laten ingaan op het moment van verzending van het product uit het magazijn, nadat de voor verwerking van de bestelling noodzakelijke werkzaamheden door adverteerder zijn uitgevoerd. Bovendien blijkt uit het verweer het tijdstip van bestelling – voor of na 22.00 uur – van belang te zijn voor het kunnen voldoen aan de beloofde “48-uurs levering”.

Gelet op het voorgaande acht de Commissie de mededeling “48-uurs levering”, nu daarbij geen verwijzing is opgenomen naar de voorwaarden waaronder deze gegarandeerde levertermijn geldt, te absoluut. Hierdoor is sprake van een op onduidelijke wijze verstrekken van essentiële informatie die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te nemen als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Omdat de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Dat onder de veelgestelde vragen op adverteerders website een toelichting op de (start van de) 48-uurs levertermijn is opgenomen, neemt het misleidende karakter van de bestreden uiting niet weg, nu de uiting geen verwijzing bevat naar deze uitleg van het begrip “48-uurs levering”, op welke uitleg de gemiddelde consument niet bedacht zal zijn.

Voorts blijkt uit de in het verweer aangehaalde tekst (“wil je het pakket de volgende dag (maandag tot en met zaterdag) al ontvangen, geef dit dan op de voorafgaande dag vóór 22.00 uur door”) niet dat bestelling vóór 22.00 uur een voorwaarde is voor de ontvangst van het product binnen 48 uur. De aangehaalde mededeling staat in een bericht dat in de brievenbus van een persoon die een bestelling heeft gedaan, wordt achtergelaten, wanneer het bestelde artikel niet door PostNL kan worden afgeleverd.

Of in het geval van klager sprake is geweest van een incident doet niet ter zake, nu het gaat om de informatie die adverteerder in de uiting dient te geven over de voorwaarden waaronder de genoemde levertijd geldt.
RB 2134

Aromed.nl claims over voedingssupplementen, blessure olie en neus inhaler misleidend

Vz. RCC 19 mei 2014, RB 2134, dossiernr. 2014/00128 (www.aromed.nl)
Voorzitterstoewijzing. Gezondheid. Misleidende reclame. Het betreft de website www.aromed.nl, waarbij de klacht is toegespitst op de aanprijzing van de voedingssupplementen WIN CoQ10 en WinOmega3 Complex alsmede op de aanprijzing van de producten Symphita blessure olie en Mentha neus inhaler.De klacht: de Keuringsraad KOAG KAG stelt, kort samengevat, dat de bestreden passages van de onderhavige website in strijd zijn met de Geneesmiddelenwet respectievelijk de Warenwet en Verordening (EG) 1924/2006 (hierna: de Claimsverordening). Hierdoor is de uiting in strijd met artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts stelt de Keuringsraad KOAG KAG dat de uitingen tevens misleidend zijn op grond van artikel 7 NRC in verbinding met artikel 8.2 aanhef en onder a en b NRC. De voorzitter acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 2 NRC en beveelt de adverteerder om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

Het oordeel van de voorzitter
1) De voorzitter is, ook na het gevoerde verweer, van oordeel dat de klacht de Commissie aanleiding zal geven een aanbeveling te doen. Hij overweegt daartoe het volgende.

Ten aanzien van het voedingssupplement WIN CoQ10

2.1) Niet weersproken is dat de volgende mededelingen over dit voedingssupplement als medische claims dienen te worden beschouwd die zijn verboden op grond van artikel 20 lid 2 sub a van de Warenwet respectievelijk in strijd zijn met artikel 84 Geneesmiddelenwet:

• “WIN CoQ10 is een voedingssupplement (…) waarvan is aangetoond dat het helpt bij het verlagen van de bloeddruk en verbeteren van de symptomen in verband met hartaandoeningen.”

• “Waarschijnlijk helpt het ook bij het verbeteren van de hersenfunctie”

• “Het beschermende effect van WIN’s CoQ10 op het hart kan de veroudering van de met het hart- en vaatstelsel geassocieerde cellen vertragen.”

• “Indicatie Verminderde geheugen.”

2.2. Met betrekking tot de volgende mededelingen staat als onweersproken vast dat deze in strijd met artikel 10 lid 1 van de Claimsverordening zijn, nu de claims niet door de Europese Commissie zijn geautoriseerd en op de lijst met toegestane claims zijn geplaatst:

• “Eigenschappen Bevordert een gezond hart, Bloedsomloop regulerend, Energie regulerend, Energieproductie ondersteunend, Gunstige invloed bloeddruk, Immuunsysteem stimulerend, Neurologische functies in stand houdend.

• “Indicatie (…) Vermoeidheid.”

Ten aanzien van het voedingssupplement WinOmega3 Complex

3.1) Niet weersproken is dat de volgende mededelingen over dit voedingssupplement als medische claims dienen te worden beschouwd die zijn verboden op grond van artikel 20 lid 2 sub a van de Warenwet respectievelijk in strijd zijn met artikel 84 Geneesmiddelenwet:

• “(…) ter bevordering van een gezonder hart, gezondere gewrichten (…), verbeterde vertering.”

• “(…) voor een optimaal gunstig effect op de normale ontstekingsreactie van het lichaam.”

3.2. Met betrekking tot de volgende mededelingen staat als onweersproken vast dat deze in strijd zijn met artikel 10 lid 1 Claimsverordening, nu de claims voor “omega3” niet door de Europese Commissie zijn geautoriseerd en op de lijst met toegestane claims zijn geplaatst, terwijl met betrekking tot de claims die wel zijn toegelaten voor EPA en DHA in de uiting een koppeling met specifieke nutriënten ontbreekt evenals de verplichte vermeldingen voor het gebruik van de claim:

• “Indicatie: bloeddruk, gewricht bewegelijkheid, gewrichtsfunctie.”

• “Eigenschappen: Beschermend, Bevorderend een gezond hart, Cognitieve helderheid stimuleren, Gezond cholesterolniveau bevorderend, Gunstige invloed bloeddruk, Ondersteunt hart en bloedvaten, Soepele gewrichten ondersteunend, Spijsverteringskanaal stimulerend.”

Ten aanzien van Symphita blessure olie

4) Niet weersproken is dat de volgende mededelingen over dit product als medische claims dienen te worden beschouwd die zijn verboden krachtens artikel 84 Geneesmiddelenwet:

• “(…) werkt helend”

• “(…) waardoor de doorbloeding verbetert”

• ”Indicatie (…) Spierblessures, Sportblessures.”

Ten aanzien van Mentha neus inhaler

5) Niet weersproken is dat de volgende mededelingen over dit voedingssupplement als medische claims dienen te worden beschouwd die zijn verboden op grond van artikel 84 Geneesmiddelenwet:

• “Indicatie (…) Verstopte neus, Volle bijholte.”

Conclusie
6) De gewraakte mededelingen dienen op grond van het voorgaande in strijd met de wet en daarmee in strijd met artikel 2 NRC te worden geacht. Gelet hierop doet niet meer ter zake of de uitingen oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC zijn, zodat op deze grondslag niet afzonderlijk hoeft te worden beslist.
RB 2132

Hyundai-in-actie.nl advertentie misleidend

RCC 12 mei 2014, RB 2132, dossiernr. 2014/00193 (www.hyundai-in-actie.nl)
Aanbeveling. Misleidende reclame. Het betreft adverteerders website www.hyundai-in-actie.nl, waarop een Hyundai i10 wordt aangeboden met de tekst: “Van € 9.995,- nu voor € 8.990,-“. De klacht: klaagster heeft op woensdag 12 februari 2014 telefonisch aan adverteerder gevraagd of deze actie nog gold, welke vraag bevestigend werd beantwoord. Vervolgens is een afspraak gemaakt voor 13 februari 2014. Toen klaagster op 13 februari 2014 met haar man bij adverteerder langs ging, deelde de verkoper mee dat de actie niet meer gold. Klaagster heeft haar ongenoegen hierover geuit, maar omdat zij en haar man al langer bezig waren met het zoeken naar een nieuwe auto, besloten ze te accepteren dat de actie voorbij was. Na overeenstemming bereikt te hebben over de prijs (met inruil van hun huidige auto) is een koopcontract getekend op basis van de normale (catalogus)prijs, met de toezegging dat de actie zo snel mogelijk van de website verwijderd zou worden. De week daarop bleek adverteerder echter nog actief op de nog steeds op de website staande actie te “acteren”. Gelet hierop voelen klaagster en haar man zich misleid. De Commissie acht de reclame uiting in strijd met artikel 7 NRC en beveelt de adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

Het oordeel van de Commissie
Op adverteerders website www.hyundai-in-actie.nl wordt de Hyundai i10 aangeboden “Nu voor € 8.990,-“.

Partijen verschillen van mening over de vraag of klaagster, toen zij met haar man op 13 februari 2014 bij adverteerder was om van deze actie gebruik te maken, daar (nog) gebruik van heeft kunnen maken.

Klaagster heeft haar stelling dat de op adverteerders website staande actie -anders dan haar telefonisch op 12 februari 2014 was meegedeeld- op 13 februari 2014 niet meer gold, gemotiveerd toegelicht.

Adverteerder heeft klaagster stelling dat zij op 13 februari 2014 niet meer van de actie gebruik kon maken, onvoldoende inhoudelijk weersproken. Adverteerder heeft zich in zijn reactie op de klacht namelijk slechts uitgelaten over de (hoogte van de) inruilwaarde van klaagsters auto onder verwijzing naar een later opgemaakte factuur, maar is -hoewel dit op adverteerders weg lag- niet ingegaan op klaagsters herhaalde mededeling dat de betreffende verkoper haar meermalen heeft meegedeeld dat de actie niet meer gold en ten onrechte (nog) op de website stond.

Op grond van het vorenstaande is de Commissie van oordeel dat klaagster aannemelijk heeft gemaakt dat zij, hoewel zij duidelijk heeft laten weten van de op adverteerders website staande actie gebruik te willen maken, daar desondanks geen gebruik (meer) van heeft kunnen maken.

Blijkens het voorgaande is onjuiste informatie verstrekt als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder d van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
RB 2131

HEMA kraskaart is gezamenlijke actie met Nationale Postcodeloterij

RCC 6 mei 2014, RB 2131, dossiernr. 2014/0222 (Hema en Nationale Postcodeloterij)
Ontbrekende informatie kraskaart. Persoonlijke gegevens. Afwijzing. Het betreft de gedurende de actie ‘HEMA Winweken’ bij aanschaf van HEMA producten verstrekte kraskaart met wincode voor “Gratis kans op 1 jaar gratis winkelen of één van de andere prijzen”. De klacht: het lot moet worden geactiveerd via de website hemawinweken.nl. Dit suggereert, ondanks de kleine afbeelding van het logo van de NPL op het lot, dat sprake is van een actie van de HEMA. Op het lot wordt niet vermeld dat het een gezamenlijke actie van HEMA en NPL is. Bij het activeren van de wincode op de website wordt gevraagd om telefoonnummer en e-mailadres in te vullen. Hoewel in de voorwaarden staat dat het invullen van deze gegevens optioneel is, kan alleen na het opgeven van e-mailadres en telefoonnummer worden bekeken of je een prijs hebt gewonnen. Zo krijg je dus “de postcodeloterij op je dak” en “eenmaal bekend bij de postcodeloterij kom je er niet meer van af”. De voorzitter heeft de klacht afgewezen.

Het oordeel van de voorzitter
De voorzitter begrijpt de klacht aldus dat volgens klaagster op de bestreden kraskaart de indruk wordt gewekt dat sprake is van een actie van de HEMA, terwijl niet aan de actie deelgenomen kan worden zonder persoonlijke gegevens achter te laten die door NPL gebruikt worden voor een ander doel dan deze actie.

Naar het oordeel van de voorzitter blijkt door de afbeelding van het logo van NPL op de kraskaart voldoende dat bij de HEMA Winwekenactie sprake is van (een zekere) samenwerking met NPL. Op de website hemawinweken.nl, waarop de wincode geactiveerd kan worden, wordt vervolgens toegelicht waaruit de samenwerking met NPL bestaat. Op deze site wordt voorts, onder de links ‘Zo werkt het’ en ‘Actievoorwaarden’, voldoende duidelijk gemaakt dat voor het meedoen aan de actie geen verplichting bestaat om een lot van NPL aan te schaffen en dat de deelnemer optioneel via opt-in akkoord kan gaan met telefonische benadering door NPL voor een aanbod tot deelname aan de loterij en/of benadering via e-mail door NPL of HEMA. De voorzitter acht voldoende aannemelijk dat het opgeven van telefoonnummer en e-mailadres dient voor de afhandeling van de actie en dat deze gegevens niet dienen voor benadering van de deelnemer door NPL (en/of HEMA) met een aanbod indien daartoe niet door middel van de betreffende opt-in toestemming is gegeven. Daarom kan niet worden gezegd dat men door het meedoen aan de HEMA Winwekenactie “aan de postcodeloterij vast zit”.