RB

Producten  

RB 2191

KPN is niet enige aanbieder van Begin Gemist

RCC 14 juli 2014, RB 2191, dossiernr. 2014/00414A (KPN televisiecommercial)
Zie eerder RB 2189. Aanbeveling. Misleidende reclame. Het betreft een televisiecommercial van KPN waarin wordt gezegd: ”Geen gehaast meer met Begin Gemist van KPN, daarmee ga je direct terug naar het begin van het tv-programma, ook als je de tv net aanzet. Dat kan alleen bij KPN, met Begin Gemist. Begin Gemist is één van de vele extra’s bij ‘Alles-in-één-thuis’. Waarna onder in beeld in kleine letters de tekst verschijnt: ”ga naar kpn.com voor de voorwaarden en beschikbaarheid.” Klager stelt dat adverteerder ten onrechte verkondigt dat zij de enige aanbieder van de dienst Begin Gemist is. Klager maakt immers al enige tijd bij een andere aanbieder, te weten Telfort, van deze dienst gebruik. De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met artikel 7 NRC en beveelt adverteerder om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

Het oordeel van de Commissie
In de televisiecommercial wordt specifiek “alles-in-één-thuis” van KPN genoemd als het enige pakket op de markt waarbij men gebruik kan maken van Begin Gemist. Vaststaat echter dat ook Telfort een vergelijkbare dienst aanbiedt, zodat bedoelde mededeling onjuist dient te worden geacht. Dat Telfort een merk van KPN is, doet aan dit laatste niet af. In de televisiecommercial wordt Begin Gemist immers aangeprezen als een voordeel - in de zin van artikel 8.2 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC) - dat uniek is voor “alles-in-één-thuis” van KPN. Derhalve wordt het voordeel gekoppeld aan een specifiek product van KPN en niet tevens aan merken die eveneens tot het KPN concern kunnen worden gerekend. Overigens is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consument niet uit eigen wetenschap op de hoogte kan worden geacht van het feit dat Telfort een merk van KPN is. In de televisiecommercial staat ook geen verwijzing naar de andere KPN merken die eveneens Begin Gemist aanbieden. De consument zal Telfort daarom als een afzonderlijke, zelfstandige aanbieder beschouwen. Nu de gemiddelde consument door het voorgaande ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
RB 2190

Misleidende informatie over actie dagjes uit

RCC 24 juli 2014, RB 2190, dossiernr. 2014/00423 (Shell)
Aanbeveling. Misleidende reclame. Het betreft een folder over “DE SHELL DAGJES UIT-ACTIE”, waarin 50% korting wordt geboden op dagjes uit. Onder het kopje “OVERZICHT VAN DAGJES UIT” staat onder meer: “Zie hieronder een greep uit het aanbod voor de verschillende Dagjes Uit. Kijk voor het volledige en actuele aanbod* op www.shell.nl/voordeligdagjeuit”. De asterisk verwijst naar de mededeling links onderaan de folder: “Het aanbod kan gedurende de actieperiode wijzigen”. Onder het kopje “DIERENPARKEN” staat onder meer: “Dolfinarium”. Toen klaagster kaarten wilde bestellen voor het Dolfinarium bleek dat daarvoor geen gebruik kon worden gemaakt van de actie van 50% korting. Er wordt een ander aanbod gedaan: klaagster kan kaartjes bestellen met 25% korting. Klaagster meent echter dat zij in aanmerking komt voor 50% korting. De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met artikel 7 NRC.

Het oordeel van de Commissie
Dat het in het kader van de onderhavige actie ook kan gebeuren dat in het geheel geen korting wordt geboden, maar dat slechts de mogelijkheid bestaat te betalen door het inwisselen van AirMiles, acht de Commissie essentiële informatie die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te nemen. Nu deze informatie niet uitdrukkelijk in de onderhavige folder is opgenomen, is sprake van het verborgen houden van essentiële informatie als bedoeld in artikel 8.3 onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie, brandstof tanken bij Shell of aankopen doen in de shop, te nemen, dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Dat in de folder staat: “Kijk voor het volledige en actuele aanbod* op www.shell.nl/voordeligdagjeuit” en “* Het aanbod kan gedurende de actieperiode wijzigen”, leidt niet tot een ander oordeel. Deze mededelingen lijken veeleer te duiden op de vraag of, op een bepaald moment, op een bepaald in de folder vermeld “dagje uit”, zoals bijvoorbeeld het Dolfinarium, de actie “Tot 50% korting” nog van toepassing is. Niet duidelijk is dat in een aantal gevallen in het geheel geen korting wordt geboden, maar slechts de mogelijkheid bestaat te betalen met AirMiles. Ook maken de disclaimers niet duidelijk dat de maximale korting per beschikbare partner kan verschillen.

Adverteerder heeft bij verweer nog meegedeeld dat zij, na te hebben vernomen dat klaagster alleen op de korting via de vouchers had gerekend, het bureau Ticketsplus in gesprek heeft laten gaan met het Dolfinarium, en dat vervolgens puur uit klantvriendelijkheid naast de Miles Only actie aan klaagster exclusief 25% korting op de kaartjes is geboden. Naar het oordeel van de Commissie maakt dit alleen voor klaagster geldende aanbod bovenstaand oordeel niet anders.
RB 2189

Verwijzing naar voorwaarden op kpn.com volstaat

RCC 14 juli 2014, RB 2189, dossiernr. 2014/00414 (KPN radiocommercial)
Afwijzing. Geen misleiding. Het betreft een radiocommercial van KPN waarin wordt gezegd: ”Geen gehaast meer met Begin Gemist van KPN, daarmee ga je direct terug naar het begin van je favoriete tv-programma, ook als je de tv net aanzet. Dat kan alleen bij KPN, met Begin Gemist. Begin Gemist is één van de vele extra’s bij ‘Alles-in-één-thuis’. Nu de eerste zes maanden van 59 voor 35 euro per maand. Ga naar kpn.com voor de voorwaarden en beschikbaarheid.” De klacht: adverteerder wekt in de bestreden uiting ten onrechte de indruk dat haar dienst op alle programma’s en alle zenders beschikbaar is zonder bijkomende kosten. De Commissie wijst de klacht af.

Het oordeel van de Commissie
Met de vermelding in de uiting dat met Begin Gemist direct terug gegaan kan worden naar het begin van het favoriete programma, wordt naar het oordeel van de Commissie door adverteerder niet gesteld dat deze dienst beschikbaar is voor alle programma’s en zenders, te meer nu uitdrukkelijk wordt verwezen naar de toepasselijke voorwaarden en beschikbaarheid. Voorts geldt dat de dienst Begin Gemist voor een aantal zenders gratis is, zodat in zoverre terecht over een ‘extra’ bij het aangeprezen pakket kan worden gesproken. Dat daarnaast voor een aantal zenders voor Begin Gemist moet worden betaald, leidt niet tot het oordeel dat de reclame misleidend is. Het medium radio-commercial is gezien haar aard te beperkt om dergelijke specifieke informatie te vermelden. In zoverre kan adverteerder volstaan met te verwijzen naar de voorwaarden op haar website.
RB 2184

Onjuiste informatie over samenstelling en werking afslankdrankje

RCC 10 Juli 2014, RB 2184, dossiernr. 2014/00250 (Tommy Teleshopping)
Aanbeveling. Afslankdrank. Onjuiste informatie. Het betreft de uitingen voor ‘Alcachofa de Laon’ afslankdrankjes: 1. Een tv-uitzending van 15 minuten, met onder meer testimonials. Deze testimonials zijn te downloaden via de website www.tommyteleshopping.com (hierna: uiting 1). 2. Uitingen op de website www.tommyteleshopping.com (hierna: uiting 2). 3. De gebruiksaanwijzing van ‘Alcachofa de Laon’, te downloaden via de website www.tommyteleshopping.com (hierna: uiting 3). De klager heeft bezwaren over uitingen die worden gedaan over de werking en (medische) claims van het product. De Commissie acht de uitingen 1 en 3 in strijd met artikel 2 NRC en uiting 2 in strijd met de artikelen 2 en 7 NRC.

Het oordeel van de Commissie
Ad b.
Door adverteerder is niet gesteld noch is de Commissie gebleken dat er sprake is van één of meer goedgekeurde gezondheidsclaim(s) in de zin van de Claimsverordening waar het betreft enerzijds artisjok/cynarine en/of L-carnitine en anderzijds het afslankende of gewichtsbeheersende effect of een vermindering van het hongergevoel. Evenmin is gesteld of gebleken dat adverteerder zich kan beroepen op de overgangsregeling van 28 lid 6 aanhef en onder b van de Claimsverordening, in die zin dat er sprake is van één of meer zogenaamde “on hold claim/s” en van een bepaalde aanbevolen dagdosering.
Gelet op het bovenstaande zijn de uitingen in strijd met artikel 10 lid 1 Claimsverordening, voor zover daarin een verband wordt gelegd tussen (de ingrediënten van) Alcachofa de Laon enerzijds en een afslankend of gewichtsbeheersend effect of een vermindering van het hongergevoel anderzijds, zoals bijvoorbeeld in de mededelingen:
“Je verliest (..) je overgewicht” in uiting 1;
“Stilt de honger” in uiting 2;
“Bevordert de vetverbranding” in uiting 2;
“(…) cynarine, het (…) meest krachtige gewichtssupplement ooit bekend” in uiting 2 en
“(…) artisjokextract (…) het helpt bij gewichtsbeheersing” in uiting 3.
Voorts zijn de claims die zinspelen op de snelheid of mate van gewichtsverlies, zoals bijvoorbeeld: “Ik ben 13 kg kwijtgeraakt in 1 maand” in uiting 1, “cynarine, het snelste en meest krachtige gewichtsverliessupplement ooit bekend” in uiting 2 en “een verschillend aantal kilo’s afvallen” in uiting 3 in strijd met artikel 12 sub b van de Claimsverordening.
Ad c.
Adverteerder heeft niet weersproken dat het product een kunstmatige zoetstof bevat, namelijk sucralose. Gelet hierop acht de Commissie is de mededeling “Alcachofa de Laon ingrediënten zijn 100% natuurlijk” in uiting 2 onjuist. Aldus gaat de uiting gepaard met onjuiste informatie ten aanzien van de samenstelling van het product als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, zijn de uitingen misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.



RB 2183

Radio- en televisiecommercial voor 0.0 % bier is geen alcoholreclame

RCC 9 juli 2014, RB 2183, dossiernr. 2014/00435 (Amstel Radler)
Zie eerder RB 1807. Afwijzing. Bijzondere reclamecode. Niet-alcoholhoudende dranken.  Het betreft de televisiecommercial en radiocommercial voor “Amstel 0.0% Radler”. In de televisiecommercial worden beelden getoond van de kopgroep in een bergetappe in de Tour de France. Waarin de leider van de kopgroep vanuit de ploegleiderswagen, naar het gezien de vorm lijkt, een flesje bier wordt aangereikt. Even later deelt hij enkele van deze flesjes uit aan andere wielrenners van de kopgroep. De commentator in de commercial zegt onder andere “Ja, is dat een bidon? Nee joh, dat is bier!” Tijdens de beelden, waarin twee verpakkingen Amstel bier 0.0% Radler worden getoond, zegt de voice-over: “Amstel 0.0 Radler: de natuurlijke mix van Amstel bier en citroenwater is er nu ook alcoholvrij. Amstel 0.0 Radler, altijd verfrissend.” De klacht: de televisie- en radioreclame hebben betrekking op Amstel 0.0% Radler, maar kunnen volgens EUCAM tevens worden aangemerkt als alcoholreclame voor het merk Amstel en zijn alcoholhoudende Radler-varianten. De Commissie wijst de klacht af.

Het oordeel van de Commissie
In de commercials wordt Amstel 0.0% Radler aangeprezen als verfrissende dorstlesser die bij (top)sport gebruikt kan worden. Ook al wordt de kijker/luisteraar misschien even op het verkeerde been gezet over het drinken van bier door topsporters, is de situatie waarin dat gebeurt - een (berg)etappe in de Tour de France - zo onrealistisch dat voor de gemiddelde consument duidelijk is dat niet daadwerkelijk sprake is van het drinken van alcoholhoudend bier.

In de televisiecommercial wordt het logo van Amstel alleen getoond en in beide commercials wordt de naam Amstel alleen genoemd in combinatie met de toevoeging “0.0” of “0.0%”. Ook daardoor is voldoende duidelijk dat de reclame betrekking heeft op de alcoholvrije drank Amstel 0.0% Radler. In zoverre verschilt de onderhavige reclame van de televisiecommercial in dossier 2010/00381, over welke commercial de Commissie oordeelde dat daarin, naast reclame voor alcoholvrij bier, mede sprake was van reclame voor alcoholhoudend bier nu flesjes van dit alcoholhoudende bier in beeld werden gebracht en de naam en het logo van het biermerk, anders dan in de onderhavige reclame, niet steeds samen met “0.0%” werden getoond.

De vergelijking door EUCAM met de in dossier 1257/03.0157 beoordeelde reclame gaat eveneens mank. Die zaak uit 2003 betrof reclame voor Bavaria Malt op de shirts van een voetbalploeg, waarover het College van Beroep oordeelde dat door de lay-out van de merknaam Bavaria en het daaronder staande woord ‘malt’ op de shirts bij het publiek in het stadion of voor de televisie de nadruk bij uitstek lag op de naam Bavaria, waardoor mede sprake was van alcoholreclame. De onderhavige reclame-uitingen betreffen geen shirtreclame en reeds hierom kunnen de overwegingen van voornoemd College niet één op één worden overgenomen. Bovendien wordt in de hier aan de orde zijnde reclame geen ‘malt bier’ aangeprezen, maar een drank met de als gangbaar te beschouwen aanduiding voor alcoholvrije drank “0.0%”.

Het enkele gebruik van het woord “bier” maakt niet dat sprake is van reclame voor alcoholhoudende drank. Door adverteerder is voldoende aannemelijk gemaakt dat ‘bier’ een in de Bierverordening Productschap Dranken 2003 gereguleerd begrip is, dat ook alcoholvrije varianten omvat. Krachtens de Bierverordening mag en moet voor Amstel 0.0% Radler de aanduiding ‘alcoholvrij bier’ worden gebezigd.
De stelling van EUCAM dat het geven van een rondje en proosten sterke associaties oproepen met alcohol treft naar het oordeel van de Commissie evenmin doel. Deze handelingen zijn immers ook bij niet-alcoholhoudende drank niet ongebruikelijk.

Voor zover de mededeling door de voice-over aan het einde van beide commercials “De natuurlijke mix van Amstel bier en citroenwater is er nu ook alcoholvrij. Amstel 0.0 Radler” wellicht associaties mocht oproepen met alcoholhoudend Amstel bier, vloeien deze associaties voort uit het feit dat adverteerder zowel alcoholhoudend als alcoholvrij Amstel bier produceert. Het staat adverteerder vrij deze twee soorten bier te produceren en de mogelijke associatie met ander door adverteerder geproduceerd bier betekent daarom niet dat in dit geval sprake is van reclame voor alcoholhoudende drank. De mededeling door de voice-over heeft bovendien onmiskenbaar betrekking op de alcoholvrije variant van Amstel Radler.
Op andere blogs:
Hoogenraad & Haak



RB 2175

Crème kan DNA niet herstellen

RCC 4 juli 2014, RB 2175, dossiernr. 2014/00361 00361A (Lancaster)
Aanbeveling. Misleidende reclame. Het betreft een televisiereclame voor onder meer het huidverzorgingsproduct Lancaster 365 Cellular Elixer. Nadat eerst de aandacht is gevestigd op een nieuwe gezichtscrème van Lancaster, “Total age correction”, is aan het slot van de reclame het product Lancaster 365 Cellular Elixer te zien en zegt de voice-over: “Combineer met Lancaster 365, het actieve serum dat het DNA herstelt”. De klacht is dat DNA niet kan worden gerepareerd. Drie jaar geleden werd deze reclame ook uitgezonden. Toen oordeelde de Commissie naar aanleiding van een soortgelijke klacht dat de reclame gepaard gaat met onjuiste informatie en dat de uiting misleidend en daardoor oneerlijk is [RB 1002]. De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met artikel 7 NRC.

Het oordeel van de Commissie
Klager stelt, onder verwijzing naar dossier 2011/00178A, dat dezelfde reclame drie jaar geleden werd uitgezonden en dat de Commissie deze misleidend en oneerlijk heeft bevonden.
De Commissie stelt voorop dat laatstgenoemd dossier betrekking heeft op een andere televisiereclame voor hetzelfde product en dat in de betreffende reclame, voor zover hier van belang, werd gesteld: “365 Cellular Elixer reset elke dag het DNA van uw huid”.
De Commissie oordeelde -samengevat- dat zij het aannemelijk acht dat het aangeprezen product een bijdrage kan leveren aan het herstel van beschadigd DNA, zoals dat herstel door natuurlijke herstelprocessen wordt bewerkstelligd, met name in die zin dat het herstel wordt bevorderd en versneld, maar dat deze bijdrage aan het herstel niet de absolute en niet kennelijk overdreven claim “365 Cellular Elixer reset elke dag het DNA van uw huid” rechtvaardigt. De Commissie achtte de reclame misleidend en daardoor oneerlijk.
(…)
In de uiting wordt gezegd: “Lancaster 365, het actieve serum dat het DNA herstelt”. Hierdoor wordt de indruk gewekt dat het product zelfstandig in staat is het DNA de herstellen. Dit laatste is echter niet komen vast te staan. Niet duidelijk is dat, naar de Commissie begrijpt uit het verweer, met voornoemde mededeling bedoeld is dat Lancaster 365 een “bijdrage” levert aan het herstel van DNA. Gelet op het bovenstaande gaat de Commissie gepaard met onjuiste informatie ten aanzien van de van het gebruik van het product te verwachten resultaten als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
Op andere blogs:
Hoogenraad & Haak

RB 2170

Merkinbreuk Wittmann Patch en ongeldig CE-Certificaat kunstmatige kleefhuid

Vzr. Rechtbank Den Haag 10 juli 2014, RB 2170 (Starsurgical tegen Wittmann c.s.)
Uitspraak ingezonden door Marga Verwoert en Maarten Haak, Hoogenraad & Haak advocaten. Merkenrecht. Misleiding. Rectificatie. Starsurgical verkoopt kunstmatige kleefhuid, een medisch hulpmiddel om een buikwand na incisie meerdere malen te sluiten en openen. Deze techniek is ontwikkelt door het Medical College Wisconsin waar Wittmann werkzaam was. Starsurgical heeft het exclusieve productie/distributierecht gekregen en verkoopt dit onder de merknaam Wittman Patch. Onder vermelding van "Wittmann Patch" en CE-certificaten bieden Wittmann c.s. via hidih.com/.de kunstmatige kleefhuid aan. Ook staan Sigma medical en Intraven als distributeur vermeld voor Nederland respectievelijk Spanje. Merkinbreuk is niet bestreden en wordt verboden in de EU. Er dient twee maanden te worden gerectificeerd op de openingspagina's in het Duits, Engels en Spaans. Gebruik van ongeldig CE-Certificaat en -goedkeuring dient te worden gestaakt.

5.4. beveelt Wittmann om binnen één maand na betekening van dit vonnis en gedurende twee maanden een rectificatie te plaatsen op de openingspagina van www.hidih.com, www.hidih.de en www.novomedicus [5.5: www.sigma-medical.nl, 5.6: www.intraven.es] in de vorm van een deugdelijke vertaling in de Duitse en Engelse [5.6: Spaanse] taal van de volgende tekst, in zwarte letters tegen een witte achtergrond zonder verdere mededeling;
"Bij deze informeren wij onze relaties dat Starsurgical, Inc. houder is van het merk "Wittmann Patch" voor de Europese Gemeenschap en de exclusief gerechtigde distributeur van "Wittmann Patch" kunstmatige Kleefhuid in de Europese Gemeenschap. (...) is niet gerechtigd om kunstmatige kleefhuid onder de naam "Wittmann Patch" op de markt te brengen, te distribueren of te verkopen en is niet gelieerd aan en heeft niet gehandeld namens Starsurgucal danwel met Starsurgical's toestemming. (...) Het CE Certificaat en de goedkeuring waaronder voorheen de inbreukmakende "Wittmann Patch" is aangeboden, zijn niet langer geldig en mogelijk niet van toepassing op de geleverde producten.
RB 2167

Verborgen reclame online gokken

CvB 4 juli 2014, RB 2167, dossiernr. 2014/00327 (Unibet)
Aanbeveling. ALERT vernietigd. Herkenbaarheid reclame. Misleiding. Het betreft de website www.voetbalzone.nl voor zover daarop een pagina is te zien met de titel “Barcelona uit vorm volgens bookmaker licht favoriet in bekerfinale”. Op deze pagina staat voorts onder meer: “Barcelona wordt door bookmaker Unibet gezien als de favoriet, maar de ploeg van Gerardo Martino is totaal niet in vorm. Is een gokje op Real Madrid misschien de moeite waard? (…) Direct onder het artikel staat een kader waarin staat: “Barcelona – Athletic Bilbao 1 1.23 x 6,75 2 11.50 x € 10 = 12,30 Zet in!”. Het artikel waartegen de klacht zich richt, begint alsof het een normaal nieuwsartikel is. Het is in dezelfde stijl geschreven als de andere artikelen op Voetbalzone.nl. In de eerste alinea wordt vervolgens gezegd dat Barcelona door bookmaker Unibet als de favoriet wordt gezien en wordt de vraag gesteld of een gokje op Real Madrid misschien de moeite waard is. Vervolgens wordt uiteengezet dat Barcelona de laatste paar wedstrijden heeft verloren, terwijl Real Madrid juist heeft gewonnen. Hier is duidelijk sprake van native advertising, maar nergens wordt vermeld dat het een gesponsord bericht is. Er is sprake van een misleidende handelspraktijk in de zin van artikel 6:193b lid 2 sub a BW. Het College bevestigt de bestreden beslissing met dien verstande dat de onderhavige uitspraak niet als “Alert” zal worden verspreid.

Het oordeel van het College
1. Het College zal, gelet op grief 1, in de eerste plaats beoordelen of in het bestreden artikel sprake is van aanprijzing van diensten ten behoeve van Unibet. De Commissie heeft terecht overwogen dat daarbij van de totale uiting dient te worden uitgegaan. In dat kader zijn in het bijzonder de volgende aspecten van belang:

• in de kop van het artikel wordt melding gemaakt van een bookmaker die het voetbalteam Barcelona licht favoriet acht in een bekerfinale

• in de daaronder staande tekst wordt, na de mededeling dat woensdag de finale van de Copa del Rey wordt gespeeld en dat Barcelona door “bookmaker Unibet” wordt gezien als de favoriet en de mededeling dat dit team niet in vorm is, de vraag gesteld: “Is een gokje op Real Madrid misschien de moeite waard?”

• Hieronder volgt, na een opsomming van enkele recente wedstrijden, informatie over de opbrengst die een overwinning van Real oplevert, te weten 2,75 keer de inzet, terwijl een zege van Barcelona wordt beloond met 2,50 keer de inzet, terwijl bij een verlenging volgens het artikel 3,60 keer de inzet wordt terugbetaald

• direct onder het artikel staat een kader waarin wordt verwezen naar de wedstrijd Barcelona – Athletic Bilbao met daarnaast een berekening van kennelijk de opbrengsten van een bepaalde inzet en de oproep “Zet in!”.

2. Het College is op grond van het voorgaande van oordeel dat de uiting niet uitsluitend informatie van redactionele aard bevat. In de uiting wordt immers specifiek naar Unibet verwezen in verband met de vraag of “een gokje op Real Madrid misschien de moeite waard” is, gevolgd door gedetailleerde informatie over de opbrengsten bij diverse inzetten. Ook wordt de consument door middel van de woorden “Zet in” aangespoord in te zetten op een andere wedstrijd waarbij eveneens informatie over mogelijke opbrengsten wordt gegeven. Daar komt bij dat de Commissie in de beslissing beredeneerd heeft aangenomen dat de aansporing “Zet in” direct naar de website van Unibet linkt. Appellanten hebben niet gesteld dat deze aanname onjuist is. Ook het College gaat daarom ervan uit dat bij het artikel rechtstreeks naar de website van Unibet wordt gelinkt door middel van de oproep “Zet in”. Aldus prijst het artikel de diensten van Unibet aan. De consument wordt immers door de inhoud van het artikel ertoe verleid via Unibet op de uitslagen van wedstrijden te gaan gokken. Om die reden dient het artikel te worden aangemerkt als een reclame-uiting in de zin van artikel 1 NRC. Hieruit volgt dat grief 1 dient te worden verworpen.

3.
Dat het artikel als reclame voor Unibet is bedoeld, blijkt niet duidelijk uit de uiting. De aanduiding “advertorial” of een soortgelijke mededeling ontbreekt. Nu in de uiting op verhulde wijze reclame wordt gemaakt voor Unibet, wordt niet voldaan aan de eis dat reclame duidelijk als zodanig herkenbaar dient te zijn. Het College onderschrijft om die reden het oordeel van de Commissie dat de uiting in strijd is met het bepaalde in artikel 11.1 NRC. Tevens is, zoals de Commissie terecht heeft geoordeeld, de uiting in strijd met artikel 8.5 in verbinding met bijlage 1, punt 10 NRC. Appellanten hebben het oordeel van de Commissie dat sprake is van redactionele inhoud waarvoor is betaald, niet specifiek bestreden. Anders dan appellanten stellen, is in dit verband niet relevant of de reclame-uiting in strijd is met de vereisten van professionele toewijding en of deze het economische gedrag van de gemiddelde consument wezenlijk verstoort of kan verstoren. Het oordeel dat de uiting in strijd is met bijlage 1 bij de Nederlandse Reclame Code, impliceert immers dat deze onder alle omstandigheden misleidend is en reeds daarom oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. Dat de diensten van Unibet volgens de huidige regelgeving in Nederland zijn verboden nu zij niet over de noodzakelijke vergunning beschikt en of dit verbod in de toekomst blijft bestaan, doet in verband met het voorgaande niet ter zake. De grieven 2 en 3 worden derhalve eveneens verworpen.

4. Met grief 4 stellen appellanten het zogenaamde Alert aan de orde. Te dien aanzien overweegt het College als volgt. Ingevolge artikel 18 lid 4 van het Reglement van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep kan een Alert worden gedaan indien de omstandigheden van het geval dit rechtvaardigen. Bij de beslissing al dan niet een Alert aan de uitspraak te verbinden, kunnen derhalve diverse overwegingen een rol spelen. Appellanten hebben in zoverre gelijk dat in veel gevallen een Alert wordt uitgevaardigd als een adverteerder ondanks een eerdere aanbeveling opnieuw in de fout gaat. Het feit echter dat het op dit moment voor Unibet in Nederland is verboden online gokspelen aan te bieden en de deelneming daaraan hier te bevorderen, is echter eveneens een aspect dat van belang is bij de afweging of een Alert op zijn plaats is, evenals het feit dat, zoals hiervoor is geoordeeld, op verhulde wijze voor een dergelijke dienst reclame wordt gemaakt. De Commissie heeft deze aspecten derhalve terecht bij haar afweging kunnen betrekken.

5. Als nieuwe informatie waarover de Commissie nog niet kon beschikken, geldt dat Unibet inmiddels heeft besloten om met onmiddellijke ingang geen reclame meer te maken die is gericht op de Nederlandse markt, waardoor zij, naar zij stelt, de beslissing van de Commissie opvolgt. Het College ziet aanleiding om deze informatie bij bedoelde afweging te betrekken. Dit aspect en de onder 5.4 bedoelde aspecten tegen elkaar afwegend, is het College van oordeel dat op dit moment onvoldoende aanleiding bestaat om de uitspraak als een Alert te verspreiden. Het College beslist derhalve op dit punt anders dan de Commissie.  Nu grief 4 doel treft, wordt beslist als volgt.

RB 2165

Reclameverbod zuigelingenvoeding baby jonger dan 6 maanden

RCC 16 juni 2014, RB 2165, dossiernr. 2014/00353 (Hero Baby)
Aanbeveling. Zuigelingenvoeding. Het betreft een uiting in het maandblad Ouders van Nu. In de uiting, met de aanduiding ‘advertorial’, worden onder de kop “Darmkrampjes” door een voedingsdeskundige van het “voedingskundig team van Hero Baby” vragen behandeld over darmkrampjes bij baby’s. In de ‘kantlijn’ van de uiting staan onder andere ‘weetjes’ over krampjes. Onderin de uiting is een op de rug liggende baby afgebeeld. De klacht: In de uiting, die de vorm van een interview heeft, wordt het advies gegeven bij krampjes over te stappen op andere voeding. In het interview worden geen leeftijden genoemd. In de naast het interview geplaatste ‘weetjes’ staat dat “krampjes vanaf 4 maanden vaak afnemen”. Dit insinueert dat het advies om over te stappen op andere voeding betrekking heeft op baby’s jonger dan 6 maanden. De afgebeelde baby is ook jonger dan 6 maanden. Reclame voor zuigelingenvoeding voor baby’s jonger dan 6 maanden is niet toegestaan, zodat in deze uiting op subtiele wijze de wet wordt overtreden. De Commissie acht de reclame/uiting in strijd met het bepaalde in artikel 2 NRC.

Het oordeel van de Commissie
In de uiting wordt geadviseerd bij darmkrampjes een andere voeding te proberen “zoals Hero Baby Comfort”, van welk product niet is gesteld of gebleken dat dit alleen voor baby’s ouder dan 6 maanden bestemd is. De indruk dat Hero Baby Comfort ook voor baby’s van 0 tot 6 maanden met darmkrampjes wordt geadviseerd, wordt versterkt door het vermelden van de leeftijd van 4 maanden waarop de krampjes vaak gaan afnemen en door de foto van de baby die naar het oordeel van de Commissie - anders dan adverteerder heeft gesteld - niet duidelijk ouder dan 6 maanden is.

Ingevolge artikel 2 van de Warenwetregeling zuigelingenvoeding 2007 dient het verhandelen van volledige zuigelingenvoeding te geschieden met inachtneming van artikel 14 van Richtlijn 2006/141/EG. Laatstgenoemd artikel bepaalt dat het verboden is om reclame te maken voor volledige zuigelingenvoeding, anders dan in gespecialiseerde publicaties op het gebied van babyverzorging en in wetenschappelijke publicaties, en dat deze reclame slechts gegevens van wetenschappelijke en feitelijke aard mag bevatten die niet mogen impliceren noch doen geloven dat flesvoeding even goed of zelfs beter is dan borstvoeding.
RB 2156

Live MotoGP-wedstrijden niet live maar slechts samenvatting

RCC 5 juni 2014, RB 2156, dossiernr. 2014/00322 (Canal Digitaal)
Aanbeveling. Misleidende reclame. Het betreft de uiting op de website www.canaldigitaal.nl betreffende het “Sport1 + Motors-pakket”, in het bijzonder de volgende tekst: “Het Sport1 + Motors-pakket is als volgt samengesteld: De beste live-sportevenementen in HD-kwaliteit: met voetbal, tennis, golf, NBA basketbal, MotoGP, atletiek en beachvolleybal.” De klacht: de uiting belooft live uitzendingen van MotoGP. In werkelijkheid gaat het om samenvattingen, die (bij eerste uitzending) ’s nachts bekeken konden worden. Sport1 zendt wel alle wedstrijden (Moto1, Moto2 en MotoGP) live uit. Klager veronderstelt dat CanalDigitaal samenvattingen heeft ingekocht. De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

Het oordeel van de Commissie

In de bestreden uiting wordt zonder voorbehoud gesteld dat men bij een abonnement op het Sport1 + Motors-pakket “de beste live-sportevenementen in HD-kwaliteit: met voetbal, tennis, golf, NBA basketbal, MotoGP, atletiek en beachvolleybal” krijgt. Vast is komen te staan dat in ieder geval sinds enige tijd de MotoGP-wedstrijden niet live zijn uitgezonden, maar slechts in samenvattingen achteraf. De gemiddelde consument zal kunnen begrijpen dat bij het samenvallen van verschillende tot het pakket behorende sportevenementen niet alle evenementen live kunnen worden uitgezonden, maar hij hoeft er niet op bedacht te zijn dat van de specifiek genoemde live-sportevenementen in sommige gevallen slechts een samenvatting beschikbaar is.

Nu het voorgaande niet uit de uiting blijkt, gaat de uiting gepaard met onjuiste informatie ten aanzien van een van de voornaamste kenmerken van het aangeprezen product, te weten de van het Sport1 + Motors-pakket te verwachten gebruiksresultaten, als bedoeld in de aanhef en onder b van artikel 8.2 NRC. Nu de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over het afsluiten van het aangeprezen abonnement te nemen dat hij anders niet had genomen, acht de Commissie de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.