Buitenlands spaargeld: depositogarantiestelsel
Reclamerecht. Tweede Kamer, 2011Z07640. Vragen over Nederlandse garanties over buitenlands spaargeld.
Vraag (PvdA-kamerlid Plasterk):
Hoe verhoudt deze manier van informeren zich tot de regel dat geen reclame mag worden gemaakt over een depositogarantiestelsel? Druist de bij vraag 2 genoemde aanprijzing niet in tegen het Nederlandse belang? Bent u niet van mening dat er geen Nederlands belang mee gediend is dat buitenlandse spaarders via het internet hun geld naar Nederlandse banken brengen, met garantie van de Nederlandse overheid?
Antwoord (Minister van Financiën, De Jager):
Tekst over het Nederlandse DGS [red. depositogarantiestelsel]
 De vraagsteller verwijst naar een tekst over het Nederlandse DGS op de  Belgische internetsite van de Rabobank. Naar aanleiding van de  aangehaalde tekst wil ik benadrukken dat alle kosten voor het DGS ten  laste komen van de banken, niet ten laste van de schatkist. Verder is  relevant om op te merken dat banken, op basis van Europese regelgeving  en de Wft, potentiële en bestaande depositohouders dienen te informeren  welk DGS op hen van toepassing is. Tegelijkertijd geldt echter dat het  een financiële onderneming op grond van artikel 3:264, lid 1, Wet op het  financieel toezicht (Wft) niet is toegestaan deze informatie voor  reclamedoeleinden te gebruiken. Lid 2 van dit artikel staat wel toe dat  een bank in een reclame-uiting vermeldt dat op haar een vangnetregeling  van toepassing is. Het is niet aan mij om te oordelen of de informatie  die de Rabobank op haar website had opgenomen in strijd is met lid 1 van  dit artikel. De Nederlandsche Bank (DNB) ziet hierop toe en kan zo  nodig direct of indirect corrigerend optreden. Echter, ik kan me  voorstellen dat de door de vraagsteller aangehaalde tekst wervend over  kan komen, en dat de tekst niet voldoende tot uitdrukking brengt dat de  kosten van het DGS ten laste komen van de banken. Ook de Rabobank heeft  aangegeven dat de tekst op de Belgische website van de Rabobank de  suggestie wekte dat deze voor reclamedoeleinden was bedoeld. De Rabobank  heeft aangegeven dat dit niet had mogen gebeuren en heeft de tekst  aangepast om deze suggestie weg te nemen.
Lees de kamervragen met antwoord hier
Reclamerecht. Op website staat dat bedrijf al 30 jaar actief is. Klaagster stelt dat dit vorm van zekerheid suggereert en vindt dit niet het geval nu Dago pas sinds 2009 in de KvK is ingeschreven. Voorzitter oordeelt dat klaagster betwist dat Dago al 30 jaar bestaat en verweerder juistheid van deze mededeling niet heeft aangetoond. Hierdoor is sprake van onjuiste informatie (art. 8.2 aanhef 
Reclamerecht. PMA voordelen nieuwsbrief. Klager heeft aangegeven geen digitale nieuwsbrieven van PMA te willen ontvangen. Na aanmelden bonus, waarbij e-mailadres moest worden opgegeven, ontvangt klager echter weer nieuwsbrief. Klager stelt dat Code e-mail wordt overtreden. Verweerder stelt dat via nieuwsbrief mogelijkheid tot afmelden bestaat, maar dat door fout in software e-mailadres van klager was geactiveerd. Inmiddels is fout hersteld en zal klager geen nieuwsbrieven meer ontvangen volgens verweerder. Nu verweerder de klacht heeft erkend, oordeelt de voorzitter dat verweerder in strijd met art. 1.3 
Reclamerecht. Op website wordt staat aanbieding voor vliegticket naar Manilla vanaf 575 euro. Klager stelt dat hij meerdere malen geprobeeerd heeft ticket voor deze prijs te boeken binnen 8 uur nadat aanbieding online kwam en dat het hem nooit gelukt is. Klager acht de uiting daarom misleidend. Verweerder stelt dat aanbieding geldt op basis van beschikbaarheid en in de door klager gekozen periode was vlucht met deze prijs niet beschikbaar.
 Prejudiële vragen van 
Reclamerecht. Televisiecommercial van C-1000 waarin aanbieding voor DE koffie wordt vermeld. Klager stelt dat niet duidelijk is in de uiting dat, maar max. 4 pakken koffie per klant kunnen worden gekocht en acht de uiting misleidend. Verweerder stelt dat  in de televisiecommercial onvoldoende tijd en ruimte beschikbaar is voor vermelden van de beperking. In de C-1000 reclamefolder wordt de beperking wel vermeld en verweerder vindt dat hiermee voldoende duidelijk is gecommuniceerd naar de klanten. De Commissie oordeelt dat de beperking van wezenlijk belang is en daarmee vermeld dient te worden in de televisiecommercial. Verwijzing naar folder is niet voldoende en Commissie ziet niet in waarom televisiecommercial niet voldoende ruimte biedt voor vermelden beperking. Daarom is volgens de Commissie sprake van een omissie (art. 8.3 aanhef en onder C 
Reclamerecht. Radiocommercial over Bataviastad: 365 days of fashion. Klager stelt dat uiting indruk wekt dat Bataviastad 365 dagen per jaar open is, terwijl zij gesloten is op eerste kerstdag en nieuwjaarsdag. Verweerder stelt dat de slogan "365 days of fashion" erop doelt dat de consument voor elke dag van het jaar geschikte kleding kan vinden in Bataviastad. De Commissie is van mening dat de uiting stelt dat Bataviastad 365 dagen per jaar open is. Niettemin acht zij de uiting niet misleidend, nu het een feit van algemene bekendheid is dat op eerste kerstdag en nieuwjaarsdag winkels vaak gesloten zijn. Gemiddelde consument zal daarom voor een bezoek eerst controleren of Bataviastad open is. Commissie wijst de klacht af.
De Autoriteit Financiële Markten (AFM) heeft op 22 april 2011 een bestuurlijke boete van € 50.000,- aan Dealer Totaal Concept B.V. (DTC) opgelegd voor niet-passend advies bij het aangaan van overeenkomsten van consumptief krediet en betalingsbeschermers. DTC is een financiële dienstverlener die bemiddelt in consumptieve kredieten en betalingsbeschermers. Een betalingsbeschermer verzekert de consument tegen terugval in inkomen bij arbeidsongeschiktheid, werkloosheid of overlijden.
RCC 13 april 2011, Dossiernr. 2011/00244 (Volvo)