RB

Producten  

RB 1808

Vorm van beïnvloeding met het kennelijke doel het voorschrijven, ter hand stellen of gebruiken

CvB RCC 19 juni 2013, dossiernr. 2013/00073 (hoofdpijn.nl)
Medicijnen. Vorm van beïnvloeding. Kennelijke doel. Aanbeveling. Het betreft een radiospotje met tag-on (hierna ook: radiocommercial), waarin het volgende wordt gezegd: “Wordt jouw dag regelmatig verpest door hoofdpijn? En helpen de pijnstillers van de drogist niet? Misschien heb je migraine. Doe de hoofdpijntest op hoofdpijn.nl. Je huisarts kan specifieke medicijnen tegen migraine voorschrijven die jouw dag weer mooi kunnen maken”. Tag-on: “Laat je dag niet verpesten door migraine. Meer weten? Ga naar hoofdpijn.nl”.

De klacht - In de uiting spoort het farmaceutische bedrijf MSD mensen ongevraagd aan om te testen of men migraine heeft, om vervolgens naar de dokter te gaan en impliciet om medicijnen tegen migraine te halen, zoals medicijnen van MSD. Dit is verkapte reclame voor een medicijn, onder het mom van het geven van informatie en zorg over de gezondheid van de luisteraar. Ten onrechte wordt gesuggereerd dat in geval van hoofdpijn medicijnen nodig zijn en dat indien de huidige medicijnen niet helpen, zwaardere medicijnen nodig zijn. Impliciet wordt een diagnose vastgesteld zonder de persoon en diens klachten en omstandigheden te kennen. De arts moet wel stevig in zijn schoenen staan om de “zelfdiagnose” van de cliënt af te wijzen. Hoofdpijn zou ook op een gezonde manier kunnen worden opgelost door bijvoorbeeld meer te slapen, minder hard te werken, meer te ontspannen en je stress en problemen op te lossen. Mogelijke normale reacties op ongezond leven worden nu onnodig gemedicaliseerd. Dit houdt de klachten in stand ten behoeve van het kunnen afzetten van meer medicijnen.

Naar het oordeel van de Commissie moet de wijze waarop in de radiocommercial “specifieke medicijnen tegen migraine” onder de aandacht van het publiek worden gebracht, namelijk door deze voor te stellen als mogelijke oplossing bij hoofdpijn in geval van migraine, meer in het bijzonder door de mededeling “die jouw dag weer mooi kunnen maken”, worden aangemerkt als een vorm van beïnvloeding met het kennelijke doel het voorschrijven, ter hand stellen of gebruiken van een geneesmiddel te bevorderen, dan wel het geven van de opdracht daartoe. Door MSD is niet weersproken dat er ook andere vormen van behandeling van migraine kunnen zijn, die tussen de arts en de patiënt kunnen worden besproken en in plaats van medicijngebruik in het individuele geval door de arts kunnen worden aanbevolen. Door eenzijdig in de radiocommercial te wijzen op de mogelijkheid van gebruik van een ander medicijn is sprake van beïnvloeding van het publiek met het kennelijke doel het voorschrijven, ter hand stellen of het gebruiken van een geneesmiddel te bevorderen.

Dat in de uiting niet wordt gesproken over of verwezen naar een “specifiek medicijn tegen migraine” van een bepaalde aanbieder, zoals bijvoorbeeld het -naar ter vergadering door MSD is meegedeeld, enige door MSD op de markt gebrachte middel tegen migraine Maxalt®, met een marktaandeel van ongeveer 20%, leidt niet tot een ander oordeel. Aannemelijk is immers dat het door MSD op de markt gebracht middel zal meeliften met het met de verschafte informatie beoogde ruimere gebruik van middelen van deze aard.

Nu de onderhavige uiting via de radio bij uitstek (ook) voor anderen dan beroepsbeoefenaren als bedoeld in artikel 82, onder a Geneesmiddelenwet (zoals onder meer arts, apotheker, tandarts en verloskundige) is bestemd, is sprake van publieksreclame in de zin van de Geneesmiddelenwet. Omdat het bij ''specifieke medicijnen tegen migraine” gaat om geneesmiddelen die uitsluitend op recept ter hand mogen worden gesteld, is artikel 85 van de Geneesmiddelenwet en derhalve artikel 2 NRC overtreden.

De beslissing - Op grond van het voorgaande acht de Commissie de radiocommercial in strijd met artikel 2 NRC. Zij beveelt verweerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken. Voor het overige wijst de Commissie de klacht af.

Het oordeel van het College 

9. De grief kan niet slagen. Derhalve wordt beslist als volgt.

De beslissing van het College van Beroep - Bevestigt de beslissing van de Commissie.

RB 1807

Klacht: Amstel Radler reclame suggereert positief effect op lichaam en geest

Klacht bij RCC tegen Amstel Radler.
Ingezonden door Maarten van Heeren, LinkedIn-profiel.
Onjuiste informatie. Onjuist positief effect. Het betreft een klacht tegen de reclame voor Amstel Radler.

De klacht - De RVA wordt door Amstel met de verschillende vormen van reclame voor Amstel Radler met grove voet getreden, op vele vlakken. Er wordt een feitelijk onjuist positief effect op lichaam en geest gesuggereerd. Er wordt overmatig en onverantwoord alcoholgebruik getoond en gestimuleerd. En het gebruik van alcohol in het verkeer wordt gestimuleerd, of het gevaar daarvan gebagatelliseerd. Naast het stoppen van alle hierboven genoemde reclame-uitingen (de commercial, de website, de marketingdirecteur, de verpakking) is een rectificatie op zijn plaats, omdat de gedane suggesties pertinent onjuist zijn en daardoor een gevaar kunnen vormen voor de volksgezondheid. Dit met name omdat de campagne al geruime tijd loopt en op agressieve wijze een nieuw product in de markt poogt te zetten. Oftewel, het kwaad is al geschied.

Lees verder

RB 1805

Initiatiefvoorstel verhoging alcoholleeftijd aangenomen

Beers and GlasswareLees het persbericht. Op 18 juni is het initiatiefwetsvoorstel van de Tweede Kamerleden Voordewind (ChristenUnie), Van der Staaij (SGP), Hilkens (PvdA) en Bruins Slot (CDA) beoogt op één na alle leeftijdsgrenzen van 16 jaar uit de Drank- en Horecawet te verhogen naar 18 jaar, aangenomen

Het gaat om:
1.  de verstrekkingsleeftijdsgrens voor zwakalcoholhoudende drank, zowel voor gebruik ter plaatse, als voor gebruik elders dan ter plaatse en zowel voor directe, als voor indirecte verstrekking;
2. de leeftijd waarop een jongere (zonder toezicht) als bezoeker aanwezig mag zijn in een slijtlokaliteit;
3. de leeftijd waaronder een jongere strafbaar is als hij in het openbaar alcohol bezit (met uitzondering van jongeren van 16 en 17 jaar die in de horeca of (sport)kantine werken).

De leeftijdsgrens van 16 jaar waarvan niet wordt voorgesteld die te verhogen tot 18 jaar is de minimumleeftijd van het dienstdoende personeel in horeca- en slijtlokaliteiten inclusief barvrijwilligers in (sport)kantines.

Voorgesteld wordt verder de preventie en handhaving op lokaal niveau te verankeren door in de wet op te nemen dat gemeenteraden periodiek aangeven wat het gemeentelijk beleid is ten aanzien van preventie van alcoholgebruik, met name onder jongeren. In het plan dient ook te worden vastgelegd hoe invulling wordt gegeven aan het handhavingsbeleid in deze.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.

Het initiatiefwetsvoorstel

RB 1804

Nieuwe bierfles en standaard bolglas van 25cl

Vz RCC 3 juni 2013, dossiernr. 2013/00344 (Nieuwe flesje palm)
Afwijzing. Afmetingen. Klager stelt dat het laten zien van een vol Palm glas na het uitschenken van het nieuwe flesje misleidend is. Het is volgens klager onmogelijk dat een glas vol geschonken wordt met een bierflesje, omdat het nieuwe flesje ruim 15% minder inhoud heeft.

Adverteerder stelt onder meer dat de in de commercial getoonde nieuwe bierfles en het gebruikte standaard bolglas allebei een inhoudsmaat van 25 cl hebben. De inhoudsmaten zijn op elkaar afgestemd en in de commercial wordt gewerkt met reguliere items. De passage waarbij het glas wordt ingeschonken is niet gemanipuleerd. Het glas kan met één fles in één keer worden volgeschonken.

Klager stelt dat met de in de reclame-uiting getoonde nieuwe bierfles in werkelijkheid het getoonde bierglas niet volgeschonken kan worden. Aldus stelt klager dat sprake is van misleidende reclame als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Adverteerder heeft echter voldoende aannemelijk gemaakt dat de inhoudsmaat van de nieuwe bierfles en het getoonde standaard bierglas zodanig op elkaar zijn afgestemd, dat de inhoud van de nieuwe bierfles voldoende is om het bierglas - in één keer - vol te schenken. Niet gebleken is dat het inschenken van het glas op enigerlei wijze is gemanipuleerd. Derhalve is geen sprake van misleiding en [omissie]
 
Op grond van het voorgaande is niet gebleken van strijd met artikel 8 aanhef en onder b NRC. Ook overigens is niet gebleken van strijd met de Reclamecode voor Alcoholhoudende dranken (RVA) 2012. Dkan de klacht kan derhalve niet slagen.
RB 1802

Geen seksueel overschrijdend gedrag bij KPN Compleet

RCC 3 juni 2013, dossiernr. 2013/00348 (KPN Compleet) - dossier 2013/00348A
Subjectieve normen. Grenzen van het toelaatbare. Humoristische wijze. Voldoende duidelijk. Afwijzing. Het betreft een televisiecommercial voor “KPN Compleet”. In woord en beeld wordt meegedeeld dat de vader van een gezin “helemaal blij” wordt van KPN Compleet, waardoor hij ook blij is en blijft als om 6.00 uur de wekker gaat, hij in de stromende regen een autoband moet verwisselen, een hond in zijn mouw bijt en zijn jonge dochter met een punkvriendje thuiskomt. De vader moet voorts (als enige) hard lachen als dit vriendje de moeder van het gezin een tik tegen haar billen geeft.

De klacht 2013/00348 - Klaagster werkt met cliënten die slachtoffer zijn van seksueel overschrijdend gedrag. Het ongewenst slaan tegen de billen van een ander is niet iets om te lachen. Het vriendje in de commercial zou moeten worden aangesproken op zijn gedrag in plaats van te worden aangemoedigd door het gelach van de vader. Met deze reclame geeft KPN het verkeerde voorbeeld aan mensen die niet bekend zijn met de grenzen van het toelaatbare, zowel pleger als slachtoffer.

De klacht 2013/00348A - De reclame-uiting is respectloos jegens vrouwen, druist in tegen algemene normen en waarden in Nederland, geeft het verkeerde voorbeeld en is seksistisch en dom.

Het oordeel van de Commissie in 00348

De Commissie vat de klacht aldus op dat klaagster de televisiecommercial in strijd met de goede smaak en/of het fatsoen dan wel nodeloos kwetsend acht als bedoeld in de artikelen 2 en 4 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Bij de beantwoording van de vraag of een reclame-uiting in strijd is met (één van) deze criteria stelt de Commissie zich terughoudend op, gezien het subjectieve karakter daarvan.
Met inachtneming van deze terughoudendheid is de Commissie van oordeel dat in de onderhavige uiting de grenzen van het toelaatbare niet zijn overschreden. In de televisiecommercial wordt op een duidelijk overdreven en humoristisch bedoelde wijze tot uitdrukking gebracht dat de vader zo blij is met KPN Compleet, dat verschillende op zich ongewenste gebeurtenissen zijn humeur niet bederven. Nu voldoende duidelijk blijkt dat de vader lacht om situaties die in het algemeen niet als lachwekkend worden ervaren, ligt in de uiting niet de suggestie besloten dat het gedrag van het punkvriendje tegenover de moeder toelaatbaar is. De Commissie heeft er begrip voor dat niet iedereen de reclame zal waarderen, maar dit leidt niet tot een ander oordeel. Op grond van het voorgaande wordt als volgt beslist.

De beslissing
De Commissie wijst de klacht af.

Het oordeel van de Commissie in 00348A

De Commissie vat de klacht aldus op dat klaagster de televisiecommercial in strijd met de goede smaak en/of het fatsoen dan wel nodeloos kwetsend acht als bedoeld in de artikelen 2 en 4 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Bij de beantwoording van de vraag of een reclame-uiting in strijd is met (één van) deze criteria stelt de Commissie zich terughoudend op, gezien het subjectieve karakter daarvan. Met inachtneming van deze terughoudendheid is de Commissie van oordeel dat in de onderhavige uiting de grenzen van het toelaatbare niet zijn overschreden. In de televisiecommercial wordt op een duidelijk overdreven en humoristisch bedoelde wijze tot uitdrukking gebracht dat de vader zo blij is met KPN Compleet, dat verschillende op zich ongewenste gebeurtenissen zijn humeur niet bederven. Nu voldoende duidelijk blijkt dat de vader lacht om situaties die in het algemeen niet als lachwekkend worden ervaren, ligt in de uiting niet de suggestie besloten dat het gedrag van het punkvriendje tegenover de moeder toelaatbaar is. De Commissie heeft er begrip voor dat niet iedereen de reclame zal waarderen, maar dit leidt niet tot een ander oordeel. Op grond van het voorgaande wordt als volgt beslist.

De beslissing
De Commissie wijst de klacht af.

RB 1801

Verband tussen de Buteyko methode en andere ziektes

RCC 4 juni 2013, dossiernr. 2013/00356 (Buteyko Methode)
Misleiding. Onjuiste informatie. Onvoldoende wetenschappelijke onderbouwing. Aanbeveling. Het betreft de aanprijzing van de Buteyko Methode op adverteerders website www.buteyko-instituut.nl. Op de homepagina staat onder meer: “Maar als te veel ademen een gewoonte wordt, schaadt het de gezondheid. Men noemt dat Chronische hyperventilatie. Het ontregelt allerlei processen in het lichaam en veroorzaakt ziektes zoals: astma, (...), vele vage (en vaak onbegrepen) hyperventilatieklachten (en nog veel meer)” Door te klikken op de link “en nog veel meer” wordt een samenvatting getoond van “Buteyko’s lijst met meer dan 150 aandoeningen die verband houden met chronische, verborgen hyperventilatie”.

Voorts staat op de homepagina: “De Buteyko Methode herstelt de natuurlijke, ontspannen ademhaling. Het neemt daarmee de oorzaak van deze ziektes weg (…)” en: “Recent Medisch onderzoek, uitgevoerd door artsen in landen zoals Australië, Canada, Nieuw Zeeland en Engeland laat zien dat de methode echt werkt en een stevige wetenschappelijke basis heeft.” Op de website is onder de kop “Test Je Ademhaling” een beschrijving van de ademhalingstest “Controle Pauze” opgenomen alsmede een interpretatie van de testresultaten.

De klacht - Gesuggereerd wordt dat de genoemde ziektes en aandoeningen alleen veroorzaakt worden door een verkeerde ademhaling, die met de Buteyko methode kan worden opgelost. Het verband met de genoemde ziektes is echter niet wetenschappelijk bewezen. Of sprake is van een verkeerde ademhaling kan worden getest via de op de website opgenomen “Controle Pauze”. Volgens deze test voldoet echter niemand aan de volgens Buteyko correcte ademhaling. Klager meent dat sprake is van misleiding en “pure oplichterij”.

Het oordeel van de Commissie
1) In de bestreden uiting wordt gesteld dat chronische hyperventilatie een groot aantal met name genoemde ziektes veroorzaakt en dat de Buteyko methode de oorzaak van deze ziektes wegneemt. Ter onderbouwing van de juistheid van deze stelling, die door klager is bestreden, heeft adverteerder het boek “Leven zonder astma” overgelegd en heeft hij verwezen naar een aantal in dit boek en op de website genoemde studies betreffende het effect van de Buteyko methode bij astma. Als erkend is komen vast te staan dat in het westen geen onderzoeksresultaten beschikbaar zijn betreffende het verband tussen de Buteyko methode en andere ziektes dan astma. Ook al kan naar het oordeel van de Commissie op grond van de gepubliceerde onderzoeken (in Australië, Nieuw Zeeland en Engeland) niet worden uitgesloten dat een behandeling met de Buteyko methode een gunstig effect heeft bij astmapatiënten, daarmee is niet voldoende (wetenschappelijk) onderbouwd dat chronische hyperventilatie de oorzaak is van astma en alle andere in de uiting genoemde ziektes en aandoeningen dan wel dat de Buteyko methode bij al deze ziektes en aandoeningen “echt werkt”.

2) De Commissie acht voldoende aannemelijk gemaakt dat de Controle Pauze binnen de Buteyko methode een belangrijk instrument vormt om de ademhaling te meten en een diagnose te stellen. Voor zover klager heeft bedoeld bezwaar te maken tegen (de verwijzing op de website naar) de Controle Pauze als testinstrument, wordt de klacht afgewezen.

3) Hoewel de Commissie een beschrijving van de Controle Pauze op zichzelf genomen toelaatbaar acht, volgt uit hetgeen onder 1) is overwogen dat in het kader van de interpretatie van de Controle Pauze niet mag worden gezegd dat een diepe en zware ademhaling “serieuze gezondheidsproblemen kan veroorzaken”.

4) Op grond van hetgeen onder 1) en 3) is overwogen wordt het ervoor gehouden dat de uiting gepaard gaat met onjuiste informatie als bedoeld in de aanhef van artikel 8.2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Omdat de Commissie voorts van oordeel is dat de gemiddelde consument door de uiting ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie - in dit geval behandeling volgens de Buteyko methode - te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

De beslissing
Op grond van hetgeen onder 1), 3) en 4) is overwogen acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken. Voor het overige wijst de Commissie de klacht af.

RB 1798

Proefsachet probiotica

RCC 30 mei 2013, dossiernr. 2013/00309 (Service Apotheek)
Ongewenste reclame. Voedingssuplement. Gezondheidclaim. Kenmerken product. Het betreft een reclame-uiting voor het product Service Apotheek Bifido Lacto Complex, bestaande uit een brochure over probiotica en een kaart met daarop een proefsachet van genoemd product, die tezamen in een door de apotheek aan klager verstrekt medicijnzakje zaten.

De klacht - Klager maakt in de eerste plaats bezwaar tegen de ontvangst van ongevraagde en ongewenste reclame in het medicijnzakje van de apotheek. Voorts voert klager aan dat Service Apotheek aldus reclame maakt voor een product dat in de vrije verkoop is, waarvan het positieve effect niet wetenschappelijk is onderbouwd maar waarvan wel ernstige complicaties, zelfs overlijden, zijn beschreven. Deze reclame is in strijd met de van een apotheker te verwachten deskundigheid, onafhankelijkheid en betrouwbaarheid op het gebied van medicatiebewaking.

Het oordeel van de Commissie
 1) Hoewel in de brochure met als kop “Probiotica” geen specifiek product wordt genoemd, is deze brochure samen met een proefsachet van het voedingssupplement “Service Apotheek Bifido Lacto Complex” aan klager aangeboden, zodat de inhoud van de brochure onlosmakelijk met dit product van Service Apotheek verbonden is. Aldus vormen de brochure en het proefsachet een reclame-uiting voor “Service Apotheek Bifido Lacto Complex”.
2) De NRC bevat geen algemeen verbod op het ongevraagd aanbieden van een proefverpakking van een voedingsmiddel met een algemene beschrijving van de werking daarvan in een medicijnzakje. Voor zover de klacht is gericht tegen de wijze waarop de onderhavige reclame klager heeft bereikt, wordt de klacht daarom afgewezen.

3) Inhoudelijk acht de Commissie de reclame-uiting echter wel in strijd met de NRC. Zij overweegt daartoe het volgende.
4) “Service Apotheek Bifido Lacto Complex” is een voedingssupplement. Ingevolge artikel 20 lid 2 onder a van de Warenwet is het verboden eet- en drinkwaar aan te prijzen met gebruikmaking van vermeldingen of voorstellingen, die aan de waar eigenschappen toeschrijven inzake het voorkomen, behandelen of genezen van een ziek­te van de mens, of die toespelingen maken op zodanige eigenschappen. In de brochure staat, op de pagina met de aanhef “Het belang van probiotica”, onder meer het volgende: “Met de toename in de hoeveelheid chronische ziekten, neemt ook het belang van probiotica toe” en “Naast het verschil in activiteit van de verschillende stammen, verschillen ziektebeelden ook sterk van elkaar. Zo hebben allergieën voornamelijk bacteriën nodig die actief zijn op het derde niveau om het overactieve immuunsysteem te onderdrukken. Reizigersdiarree heeft daarentegen bacteriën nodig die voornamelijk actief zijn op het eerste niveau. Op het eerste niveau gaan probiotische stammen de bacterie die de diarree veroorzaakt te lijf.” en “Omdat een multispecies probioticum actief is op alle niveaus in de darm, kan een multispecies preparaat ook worden ingezet op verstoringen in de darm die zich afspelen op alle niveaus.” De hiervoor genoemde mede­delingen dienen naar het oordeel van de Commissie te worden aangemerkt als verboden claims in de zin van artikel 20 lid 2 onder a van de Warenwet. De uiting is daarom in strijd met artikel 2 NRC, waarin is bepaald dat reclame in overeenstemming dient te zijn met de wet.
5) Voorts dienen naar het oordeel van de Commissie verschillende mededelingen in de brochure te worden aangemerkt als gezondheidsclaims in de zin van artikel 2 lid 5 van de EG Verordening nr. 1924/2006 inzake voedings- en gezondheidsclaims (hierna: de Claimsverordening). Dit is (bijvoorbeeld) het geval bij de mededelingen dat “ter aanvulling van een tekort aan ‘goede’ darmbacteriën een hooggedoseerd probioticum kan worden gebruikt om de darmflora weer op orde te krijgen” en “een aanvulling met een probioticum zorgt dat zowel het aantal als de kwaliteit van de darmbacteriën wordt verhoogd.” Voorts wordt gesteld “Een goede darmflora is dus van essentieel belang voor een goede gezondheid. Probiotica spelen daarbij een grote rol” en “Een multispecies probioticum kan dan ook voor een breed scala aan darmgerelateerde gezondheidsindicaties worden ingezet.” In Verordening (EU) Nr. 432/2012 van 16 mei 2012, die op 14 december 2012 van toepassing is geworden, is opgesomd welke gezondheidsclaims voor levensmiddelen toelaatbaar zijn. Met betrekking tot probiotica blijken op de lijst geen toegelaten gezondheidsclaims voor te komen. Hieruit volgt dat de reclame-uiting, waarin gezondheidseffecten van probiotica in het algemeen en het voedingssupplement “Service Apotheek Bifido Lacto Complex” in het bijzonder worden geclaimd, in strijd is met artikel 10 lid 1 van de Claimsverordening en daardoor in strijd met de wet als bedoeld in artikel 2 NRC. Dit houdt tevens in dat sprake is van strijd met artikel 3 lid 1 van de Reclamecode voor Voedingsmiddelen (RVV).
6) Nu de bestreden uiting reeds op grond van hetgeen hiervoor is overwogen in strijd met de NRC en de RVV wordt geacht, komt de Commissie aan de beoordeling van (een voldoende onderbouwing van) de werking van het aangeprezen product niet toe.

De beslissing
De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 2 NRC en artikel 3 lid 1 RVV. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken. Voor het overige wijst de Commissie de klacht af.

RB 1797

“Rentevrije 50/50 deal” onvoldoende duidelijk

RCC 3 juni 2013, dossiernr. 2013/00361 (50/50 deal)
Misleidend. Prijsvermelding. Onvoldoende duidelijk. Het betreft een banner op klagers Yahoo webmail waarin onder de aanhef “De nieuwe  Skoda Citigo” deze Skoda wordt aangeprezen “vanaf € 3.995,-“, met de mededeling “Rentevrije 50/50 deal”. De klacht - Als men doorklikt naar de Skoda-website blijkt deze auto voor een bedrag “vanaf € 7.990,-“ verkrijgbaar te zijn. Misschien heeft het ermee te maken dat in de uiting gesproken wordt van een “50/50 deal”. Nu de auto niet voor een bedrag vanaf € 3.995,- verkrijgbaar is, acht klager de uiting misleidend.

Het oordeel van de Commissie
Uit de reclame-uiting blijkt niet dan wel onvoldoende duidelijk wat de prijs van de Skoda Citigo is. De vermelding “Vanaf 3.995,-“ zal immers door de consument zo worden uitgelegd dat de totaalprijs van de auto minimaal € 3.995,- bedraagt. Dit blijkt niet het geval te zijn. Het bedrag “vanaf € 3.995,-“ is maar de helft van de prijs. Dat wordt niet duidelijk gemaakt door de enkele woorden “Rentevrije 50/50 deal”. Niet is vermeld of de genoemde prijs “vanaf € 3.995-” het bedrag is waarop de 50/50 deal nog kan worden toegepast of dat dit reeds 50% is van het bedrag waarvoor de Skoda verkrijgbaar is.

De beslissing
Op grond van het voorgaande acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

RB 1796

Netto bijtelling: € 184,- te absoluut

RCC 3 juni 2013, dossiernr. 2013/00358 (netto bijtelling)
Misleidend. Te absoluut. Het betreft de radioreclame waarin de Peugeot 508 Hybride 4 wordt aangeprezen en waarin onder meer wordt gezegd: “verbruik: zuinig, 14% bijtelling: ook zuinig. Netto bijtelling: € 184,- Meer weten? Ga naar peugeot.nl”. De klacht - Ten onrechte wordt gesproken over “netto bijtelling”. Er bestaat slechts bijtelling van een bepaald percentage van de prijs van een auto bij het inkomen. Het nettobedrag is afhankelijk van wat men verdient.

Het oordeel van de Commissie
Adverteerder heeft erkend dat het bedrag van de netto bijtelling afhankelijk is van de prijs van de auto en het inkomen van degene die de auto koopt. De mededeling “netto bijtelling: € 184,-“ is derhalve te absoluut en daardoor misleidend. Adverteerder stelt zich op het standpunt dat de klacht ongegrond is, omdat de uiting niet kan worden gezien als een uitnodiging tot aankoop. Het feit dat een reclame-uiting niet als een uitnodiging tot aankoop kan worden gezien, betekent niet dat de informatie die wel in de reclame-uiting wordt verstrekt, niet juist zou hoeven zijn.

De beslissing van de Commissie
Op grond van het voorgaande acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

RB 1795

Groter voordeel gesuggereerd dan waarvan werkelijk sprake is

Vz. RCC 3 juni 2013, dossiernr. 2013/00269 (geen 35% korting)
Samsung GT-P7100 Galaxy Tab 10.1v Unboxing 001 BestBoyZMisleidend. Prijsvermelding. Onjuiste informatie. Aanbeveling Klagers bezwaar betreft een huis-aan-huis verspreide folder waarin een Samsung Galaxy Tab 2 10.1 wordt aangeboden met de mededeling “35% korting, incl. € 50,- cashback”, “Normaal: € 409,-, nu: € 265”. De klacht - De normale prijs is nooit € 409,- geweest, maar was rond de € 320,- en nu wordt deze tablet zelfs aangeboden voor € 270,-. Er is dus geen sprake van 35% korting, maar alleen van een voordeel van € 50,-. Gelet hierop is de uiting misleidend.

Het oordeel van de voorzitter
Adverteerder stelt dat de in de advertentie als “normaal” aangeduide prijs van € 409,- de adviesprijs is, maar dit staat niet in de advertentie. Daar wordt deze adviesprijs de normale prijs genoemd, terwijl het woord “normaal” erop duidt dat dit de prijs is waarvoor deze Samsung tablet doorgaans door adverteerder wordt aangeboden als er geen actie is met betrekking tot dit product. Naar klager onweersproken heeft gesteld, wordt deze tablet door adverteerder “normaal” aangeboden voor een bedrag van “rond de € 320,-”
Door bij de berekening van het voordeel uit te gaan van de hogere en in de praktijk zelden gehanteerde adviesprijs, wordt een groter voordeel gesuggereerd dan waarvan in werkelijkheid sprake is.     

De beslissing
Op grond van het hierboven overwogene acht de voorzitter de uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC en beveelt hij adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.