RB

Producten  

RB 1798

Proefsachet probiotica

RCC 30 mei 2013, dossiernr. 2013/00309 (Service Apotheek)
Ongewenste reclame. Voedingssuplement. Gezondheidclaim. Kenmerken product. Het betreft een reclame-uiting voor het product Service Apotheek Bifido Lacto Complex, bestaande uit een brochure over probiotica en een kaart met daarop een proefsachet van genoemd product, die tezamen in een door de apotheek aan klager verstrekt medicijnzakje zaten.

De klacht - Klager maakt in de eerste plaats bezwaar tegen de ontvangst van ongevraagde en ongewenste reclame in het medicijnzakje van de apotheek. Voorts voert klager aan dat Service Apotheek aldus reclame maakt voor een product dat in de vrije verkoop is, waarvan het positieve effect niet wetenschappelijk is onderbouwd maar waarvan wel ernstige complicaties, zelfs overlijden, zijn beschreven. Deze reclame is in strijd met de van een apotheker te verwachten deskundigheid, onafhankelijkheid en betrouwbaarheid op het gebied van medicatiebewaking.

Het oordeel van de Commissie
 1) Hoewel in de brochure met als kop “Probiotica” geen specifiek product wordt genoemd, is deze brochure samen met een proefsachet van het voedingssupplement “Service Apotheek Bifido Lacto Complex” aan klager aangeboden, zodat de inhoud van de brochure onlosmakelijk met dit product van Service Apotheek verbonden is. Aldus vormen de brochure en het proefsachet een reclame-uiting voor “Service Apotheek Bifido Lacto Complex”.
2) De NRC bevat geen algemeen verbod op het ongevraagd aanbieden van een proefverpakking van een voedingsmiddel met een algemene beschrijving van de werking daarvan in een medicijnzakje. Voor zover de klacht is gericht tegen de wijze waarop de onderhavige reclame klager heeft bereikt, wordt de klacht daarom afgewezen.

3) Inhoudelijk acht de Commissie de reclame-uiting echter wel in strijd met de NRC. Zij overweegt daartoe het volgende.
4) “Service Apotheek Bifido Lacto Complex” is een voedingssupplement. Ingevolge artikel 20 lid 2 onder a van de Warenwet is het verboden eet- en drinkwaar aan te prijzen met gebruikmaking van vermeldingen of voorstellingen, die aan de waar eigenschappen toeschrijven inzake het voorkomen, behandelen of genezen van een ziek­te van de mens, of die toespelingen maken op zodanige eigenschappen. In de brochure staat, op de pagina met de aanhef “Het belang van probiotica”, onder meer het volgende: “Met de toename in de hoeveelheid chronische ziekten, neemt ook het belang van probiotica toe” en “Naast het verschil in activiteit van de verschillende stammen, verschillen ziektebeelden ook sterk van elkaar. Zo hebben allergieën voornamelijk bacteriën nodig die actief zijn op het derde niveau om het overactieve immuunsysteem te onderdrukken. Reizigersdiarree heeft daarentegen bacteriën nodig die voornamelijk actief zijn op het eerste niveau. Op het eerste niveau gaan probiotische stammen de bacterie die de diarree veroorzaakt te lijf.” en “Omdat een multispecies probioticum actief is op alle niveaus in de darm, kan een multispecies preparaat ook worden ingezet op verstoringen in de darm die zich afspelen op alle niveaus.” De hiervoor genoemde mede­delingen dienen naar het oordeel van de Commissie te worden aangemerkt als verboden claims in de zin van artikel 20 lid 2 onder a van de Warenwet. De uiting is daarom in strijd met artikel 2 NRC, waarin is bepaald dat reclame in overeenstemming dient te zijn met de wet.
5) Voorts dienen naar het oordeel van de Commissie verschillende mededelingen in de brochure te worden aangemerkt als gezondheidsclaims in de zin van artikel 2 lid 5 van de EG Verordening nr. 1924/2006 inzake voedings- en gezondheidsclaims (hierna: de Claimsverordening). Dit is (bijvoorbeeld) het geval bij de mededelingen dat “ter aanvulling van een tekort aan ‘goede’ darmbacteriën een hooggedoseerd probioticum kan worden gebruikt om de darmflora weer op orde te krijgen” en “een aanvulling met een probioticum zorgt dat zowel het aantal als de kwaliteit van de darmbacteriën wordt verhoogd.” Voorts wordt gesteld “Een goede darmflora is dus van essentieel belang voor een goede gezondheid. Probiotica spelen daarbij een grote rol” en “Een multispecies probioticum kan dan ook voor een breed scala aan darmgerelateerde gezondheidsindicaties worden ingezet.” In Verordening (EU) Nr. 432/2012 van 16 mei 2012, die op 14 december 2012 van toepassing is geworden, is opgesomd welke gezondheidsclaims voor levensmiddelen toelaatbaar zijn. Met betrekking tot probiotica blijken op de lijst geen toegelaten gezondheidsclaims voor te komen. Hieruit volgt dat de reclame-uiting, waarin gezondheidseffecten van probiotica in het algemeen en het voedingssupplement “Service Apotheek Bifido Lacto Complex” in het bijzonder worden geclaimd, in strijd is met artikel 10 lid 1 van de Claimsverordening en daardoor in strijd met de wet als bedoeld in artikel 2 NRC. Dit houdt tevens in dat sprake is van strijd met artikel 3 lid 1 van de Reclamecode voor Voedingsmiddelen (RVV).
6) Nu de bestreden uiting reeds op grond van hetgeen hiervoor is overwogen in strijd met de NRC en de RVV wordt geacht, komt de Commissie aan de beoordeling van (een voldoende onderbouwing van) de werking van het aangeprezen product niet toe.

De beslissing
De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 2 NRC en artikel 3 lid 1 RVV. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken. Voor het overige wijst de Commissie de klacht af.

RB 1797

“Rentevrije 50/50 deal” onvoldoende duidelijk

RCC 3 juni 2013, dossiernr. 2013/00361 (50/50 deal)
Misleidend. Prijsvermelding. Onvoldoende duidelijk. Het betreft een banner op klagers Yahoo webmail waarin onder de aanhef “De nieuwe  Skoda Citigo” deze Skoda wordt aangeprezen “vanaf € 3.995,-“, met de mededeling “Rentevrije 50/50 deal”. De klacht - Als men doorklikt naar de Skoda-website blijkt deze auto voor een bedrag “vanaf € 7.990,-“ verkrijgbaar te zijn. Misschien heeft het ermee te maken dat in de uiting gesproken wordt van een “50/50 deal”. Nu de auto niet voor een bedrag vanaf € 3.995,- verkrijgbaar is, acht klager de uiting misleidend.

Het oordeel van de Commissie
Uit de reclame-uiting blijkt niet dan wel onvoldoende duidelijk wat de prijs van de Skoda Citigo is. De vermelding “Vanaf 3.995,-“ zal immers door de consument zo worden uitgelegd dat de totaalprijs van de auto minimaal € 3.995,- bedraagt. Dit blijkt niet het geval te zijn. Het bedrag “vanaf € 3.995,-“ is maar de helft van de prijs. Dat wordt niet duidelijk gemaakt door de enkele woorden “Rentevrije 50/50 deal”. Niet is vermeld of de genoemde prijs “vanaf € 3.995-” het bedrag is waarop de 50/50 deal nog kan worden toegepast of dat dit reeds 50% is van het bedrag waarvoor de Skoda verkrijgbaar is.

De beslissing
Op grond van het voorgaande acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

RB 1796

Netto bijtelling: € 184,- te absoluut

RCC 3 juni 2013, dossiernr. 2013/00358 (netto bijtelling)
Misleidend. Te absoluut. Het betreft de radioreclame waarin de Peugeot 508 Hybride 4 wordt aangeprezen en waarin onder meer wordt gezegd: “verbruik: zuinig, 14% bijtelling: ook zuinig. Netto bijtelling: € 184,- Meer weten? Ga naar peugeot.nl”. De klacht - Ten onrechte wordt gesproken over “netto bijtelling”. Er bestaat slechts bijtelling van een bepaald percentage van de prijs van een auto bij het inkomen. Het nettobedrag is afhankelijk van wat men verdient.

Het oordeel van de Commissie
Adverteerder heeft erkend dat het bedrag van de netto bijtelling afhankelijk is van de prijs van de auto en het inkomen van degene die de auto koopt. De mededeling “netto bijtelling: € 184,-“ is derhalve te absoluut en daardoor misleidend. Adverteerder stelt zich op het standpunt dat de klacht ongegrond is, omdat de uiting niet kan worden gezien als een uitnodiging tot aankoop. Het feit dat een reclame-uiting niet als een uitnodiging tot aankoop kan worden gezien, betekent niet dat de informatie die wel in de reclame-uiting wordt verstrekt, niet juist zou hoeven zijn.

De beslissing van de Commissie
Op grond van het voorgaande acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

RB 1795

Groter voordeel gesuggereerd dan waarvan werkelijk sprake is

Vz. RCC 3 juni 2013, dossiernr. 2013/00269 (geen 35% korting)
Samsung GT-P7100 Galaxy Tab 10.1v Unboxing 001 BestBoyZMisleidend. Prijsvermelding. Onjuiste informatie. Aanbeveling Klagers bezwaar betreft een huis-aan-huis verspreide folder waarin een Samsung Galaxy Tab 2 10.1 wordt aangeboden met de mededeling “35% korting, incl. € 50,- cashback”, “Normaal: € 409,-, nu: € 265”. De klacht - De normale prijs is nooit € 409,- geweest, maar was rond de € 320,- en nu wordt deze tablet zelfs aangeboden voor € 270,-. Er is dus geen sprake van 35% korting, maar alleen van een voordeel van € 50,-. Gelet hierop is de uiting misleidend.

Het oordeel van de voorzitter
Adverteerder stelt dat de in de advertentie als “normaal” aangeduide prijs van € 409,- de adviesprijs is, maar dit staat niet in de advertentie. Daar wordt deze adviesprijs de normale prijs genoemd, terwijl het woord “normaal” erop duidt dat dit de prijs is waarvoor deze Samsung tablet doorgaans door adverteerder wordt aangeboden als er geen actie is met betrekking tot dit product. Naar klager onweersproken heeft gesteld, wordt deze tablet door adverteerder “normaal” aangeboden voor een bedrag van “rond de € 320,-”
Door bij de berekening van het voordeel uit te gaan van de hogere en in de praktijk zelden gehanteerde adviesprijs, wordt een groter voordeel gesuggereerd dan waarvan in werkelijkheid sprake is.     

De beslissing
Op grond van het hierboven overwogene acht de voorzitter de uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC en beveelt hij adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

RB 1794

Geen korting op Appleproducten is misleidend

RCC 3 juni 2013, dossiernr. 2013/00342 (Dixons verbouwingsleegverkoop)
Misleidend. Ontbrekende informatie. Het betreft een huis-aan-huis verspreide reclamefolder van het Dixons filiaal in Harderwijk waarin een “verbouwingsleegverkoop” wordt aangekondigd met kortingen oplopend van 10% op woensdag 30 januari 2013 tot 35% op zaterdag 2 februari 2013. Onderin de folder staat, in kleine letters: “Korting alleen geldig op de huidige winkelvoorraad. Max. 3 artikelen per klant.”

De klacht - Toen klager in de actieperiode de betreffende Dixons winkel bezocht om een Apple iPad met korting te kopen, werd hem door een medewerker meegedeeld dat de kortingsactie niet op Apple producten van toepassing was, omdat Apple nooit korting op zijn producten zou verlenen. In de reclamefolder staat echter niet dat Apple producten uitgesloten zijn.

Het oordeel van de Commissie 
Als niet weersproken is komen vast te staan dat Apple producten uitgesloten waren van de vier dagen durende kortingsactie in het Dixons filiaal in Harderwijk. Deze beperkende voorwaarde betreft naar het oordeel van de Commissie essentiële informatie die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te nemen en die hem daarom tijdig en op duidelijke wijze moet worden verstrekt. Daarvan is in het onderhavige geval geen sprake. In de folder staat immers alleen dat de korting geldig is “op de huidige winkelvoorraad”, maar wordt niet vermeld dat de actie niet van toepassing is op producten van Apple. Aldus is sprake van een omissie van essentiële informatie als bedoeld in de aanhef en onder c van artikel 8.3 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Omdat de gemiddelde consument door de uiting ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

De beslissing
De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

RB 1793

Door beweringen aangemerkt als een geneesmiddel

RCC 21 mei 2013, dossiernr. 2013/00227 (Geneeskundige eigenschappen)
Misleiding. Geneeskundige eigenschappen. Handelsvergunning. Het betreft een via de brievenbus ontvangen folder met betrekking tot het product Stirling Health Collagen Gold. Daarin staat onder meer:
“Draai de werking van de tand des tijds terug met het unieke Collagen Gold!, voor het behoud van soepele gewrichten, (..) goed voor de bloedsomloop en bloeddruk, goed voor uw hart, (..) verscherpt uw verstand en verbetert uw geheugen en iedereen boven de 30 heeft Collagen Gold nodig voor ten minste 1 van deze redenen!”.
 
De klacht - Het klopt wel dat de voedingsstoffen in de bewuste tabletten gezond zijn, maar indien men gezond eet, heeft men geen aanvulling met die stoffen nodig. Een onderzoek zal uitwijzen dat de tabletten bij mensen met normale eetgewoonten geen gezondheidswinst opleveren. Gesuggereerd wordt echter dat iedereen boven 30 jaar baat heeft bij de tabletten. Een aantal claims is medisch van aard, zoals bijvoorbeeld “goed voor de bloedsomloop” en “verbetert uw geheugen”. In zoverre is er sprake van een geneesmiddel. Voorts is een aantal claims zeker niet waar.
 

Informatie Keuringsraad KOAG/KAG
De uiting valt onder de competentie van de Keuringsraad KAG en is niet ter preventieve toetsing aan de KAG voorgelegd. Indien dit wel was gebeurd, was de uiting niet van een toelatingsnummer voorzien, om de volgende redenen. Er wordt gebruik gemaakt van gezondheidsclaims die in strijd zijn met artikel 13.1 EG 1924/2006, de Europese Verordening inzake voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen. Voorts bevat de uiting medische claims. Aan het product worden geneeskundige eigenschappen toegeschreven zoals bijvoorbeeld “artritis en gewrichtspijn”, “huidproblemen”, “problemen met de bloedsomloop, inclusief hoge bloeddruk” en “last van slechter zicht”. Dit is in strijd met artikel 84 van de Geneesmiddelenwet. Bovendien is de uiting in strijd met diverse bepalingen van de Code Aanprijzing Gezondheidsproducten. 

Het oordeel van de Commissie
In de uiting staat onder een aantal claims met betrekking tot Collagen Gold: “Iedereen boven de 30 heeft Collagen Gold nodig voor ten minste 1 van deze redenen!”. De juistheid van deze absolute stelling heeft adverteerder niet aannemelijk gemaakt. In zoverre gaat de uiting gepaard met onjuiste informatie als bedoeld in artikel 8.2 aanhef  van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
In de uiting wordt met betrekking tot Collagen Gold onder meer meegedeeld: “Of u nu last heeft van artritis en gewrichtspijn, huidproblemen, (..) , problemen met de bloedsomloop, inclusief hoge bloeddruk, last van slechter zicht (..) ; dan is hier het middel dat zowel aan de binnenkant als aan de buitenkant van het lichaam zijn werk doet en daarbij snel verbazende resultaten oplevert in alle probleemgebieden !!!!”.

Naar het oordeel van de Commissie wordt het product “Collagen Gold” in elk geval door de hiervoor aangehaalde beweringen gepresenteerd als zijnde geschikt voor het genezen of voorkomen van een gebrek bij de mens, waardoor het product dient te worden aangemerkt als een geneesmiddel in de zin van artikel 1 onder b van de Geneesmiddelenwet. Aangezien niet is gebleken dat voor dit geneesmiddel een handelsvergunning is verleend, is de uiting in strijd met artikel 84 Geneesmiddelenwet en daardoor in strijd met artikel 2 NRC.

De beslissing
De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met de artikelen 2 en 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

RB 1791

Alleen voor ‘geen-watjes' leidt tot sociaal voordeel

RCC 27 mei 2013, dossiernr. 2013/00214 (wwww.ikbengeenwatje.nl) - dossier 2013/00214A
Kinderen. Discriminatie. Het betreft de website www.ikbengeenwatje.nl,  op de landingspagina waarvan kinderen worden aangemoedigd zich te laten vaccineren. Aanbeveling.

De klacht 2013/00214 - In een reclamecampagne van verweerder, waarin kinderen worden uitgenodigd om zich te laten vaccineren, worden kinderen die zich niet laten vaccineren “watjes” genoemd. Geen enkel kind is een watje. Door deze campagne worden kinderen uitgesloten en kunnen zij gepest worden. Hierdoor schaadt de campagne kinderen en is deze jegens hen respectloos. Kinderen die zich wel hebben laten vaccineren krijgen een “cool bandje” en bij de op de website afgebeelde bandjes staat “Alleen voor ‘geen-watjes!’”, hetgeen discriminerend is.

De klacht 2013/00214A - Door de op de gewraakte pagina gebezigde teksten worden kinderen onder druk gezet om zich te laten vaccineren en vervolgens worden zij ertoe aangezet om kinderen die niet meedoen uit te schelden voor “watje”. Of men zich wil laten vaccineren is een vrije keuze en de keuzevrijheid wordt door deze uiting geschonden. Tevens is de uiting discriminerend, door de wijze waarop kinderen daarin worden aangesproken. Klaagster acht de uiting op grond van het vorenstaande in strijd met de artikelen 2 en 3 van de Kinder- en Jeugdreclamecode (KJC). Klaagster vraagt zich voorts af of vaccins geneesmiddelen zijn en zo ja, dan acht klaagster de uiting ook in strijd met artikel 23 van de Code publieksreclame voor geneesmiddelen.

Het oordeel van de Commissie in 00214

Met betrekking tot het bepaalde in artikel 3 KJC overweegt de Commissie dat de uiting daarmee in strijd is nu verweerder aan het zich hebben laten vaccineren, het zijn van “geen-watje” heeft gekoppeld. In de uiting ligt besloten dat kinderen die zich hebben laten vaccineren, daarvan sociaal voordeel (kunnen) hebben. Verweerder heeft ook erkend dat daarin wordt geappelleerd aan een sociaal aspect, teneinde de gewenste vaccinatiegraad te bereiken. Kinderen worden gestimuleerd om samen naar de vaccinatiedag te gaan en hen wordt een “cool bandje” “Alleen voor ‘geen-watjes’” in het vooruitzicht gesteld, als zij zich hebben laten vaccineren. Met het bandje kan een kind laten zien dat het “geen watje” is en het bandje kan aldus worden opgevat als een bewijs van stoerheid, waarmee een kind zich kan onderscheiden van een kind dat géén bandje heeft. De uiting speelt onmiskenbaar in op dit als sociaal voordeel te beschouwen aspect en bevat de suggestie dat kinderen die zich niet laten vaccineren “watjes” zijn en in ieder geval aan die kinderen een sociaal voordeel wordt onthouden. Dat de bandjes gratis zijn te verkrijgen doet aan het vorenstaande niet af. Deze dragen immers het opschrift “Ik ben geen watje” en dat opschrift refereert weer aan het gevaccineerd zijn.

Gelet op het boven overwogene acht de Commissie de uiting in strijd met artikel 3 KJC.

 De beslissing
Op grond van het hierboven overwogene acht de Commissie de uiting in strijd met het bepaalde in artikel 3 van de Kinder- en Jeugdreclamecode en beveelt zij de verweerder, voor zover nodig, aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken. Voor het overige wijst zij de klacht af.

Het oordeel van de Commissie in 2013/00214A

Bij de beoordeling van de uiting heeft de Commissie in aanmerking genomen dat een zo groot mogelijke deelname aan het door verweerder in het kader van het Rijksvaccinatieprogramma georganiseerde speciale vaccinatiedagen, in het belang is van de volksgezondheid. Met betrekking tot het bepaalde in artikel 2 KJC overweegt de Commissie dat de uiting daarmee niet in strijd is, omdat deze voldoet aan de in deze bepaling genoemde criteria.

Met betrekking tot het bepaalde in artikel 3 KJC overweegt de Commissie dat de uiting daarmee in strijd is nu verweerder aan het zich hebben laten vaccineren, het zijn van “geen-watje” heeft gekoppeld. In de uiting ligt besloten dat kinderen die zich hebben laten vaccineren, daarvan sociaal voordeel (kunnen) hebben. Verweerder heeft ook erkend dat daarin wordt geappelleerd aan een sociaal aspect, teneinde de gewenste vaccinatiegraad te bereiken. Kinderen worden gestimuleerd om samen naar de vaccinatiedag te gaan en hen wordt een “cool bandje” “Alleen voor ‘geen-watjes’” in het vooruitzicht gesteld, als zij zich hebben laten vaccineren. Met het bandje kan een kind laten zien dat het “geen watje” is en het bandje kan aldus worden opgevat als een bewijs van stoerheid, waarmee een kind zich kan onderscheiden van een kind dat géén bandje heeft. De uiting speelt onmiskenbaar in op dit als sociaal voordeel te beschouwen aspect en bevat de suggestie dat kinderen die zich niet laten vaccineren “watjes” zijn en in ieder geval aan die kinderen een sociaal voordeel wordt onthouden. Dat de bandjes gratis zijn te verkrijgen doet aan het vorenstaande niet af. Deze dragen immers het opschrift “Ik ben geen watje” en dat opschrift refereert weer aan het gevaccineerd zijn. Gelet op het boven overwogene acht de Commissie de uiting in strijd met artikel 3 KJC.

Tot slot overweegt de Commissie dat een uitnodiging om deel te nemen aan een vaccinatiedag, niet kan worden aangemerkt als het aanprijzen van een geneesmiddel, zodat de Geneesmiddelenwet niet op de uiting van toepassing is.  

De beslissing
Op grond van het hierboven overwogene acht de Commissie de uiting in strijd met het bepaalde in artikel 3 van de Kinder- en Jeugdreclamecode en beveelt zij de verweerder, voor zover nodig, aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken. Voor het overige wijst zij de klacht af.

RB 1785

Geen wetenschappelijke onderbouwing alcoholisch kruidenmiddel

Vz. RCC 28 mei 2013, dossiernr. 2013/00183 (Microbioticum)
Misleiding. Voornaamste kenmerken product. Onjuist en oneerlijk. Aanbeveling. Het betreft drie pagina’s van adverteerders website www.microbioticum.com waarop Microbioticum wordt aangeprezen.

De klacht - Microbioticum is een alcoholisch kruidenmiddel dat antibiotica overbodig zou maken voor alle zoogdieren en vogels. Klaagster acht de uiting misleidend aangezien er geen enkele wetenschappelijke onderbouwing van de claim is. Klaagster verwijst in dit verband naar de  uitspraak van de Reclame Code Commissie van 5 mei 2009, dossier 2009/00194.

De klacht (vervolg) - De mededeling “onderbouwt effectief de weerstand en helpt bij infecties” heeft geen betekenis en is misleidend. Microbioticum is een alcoholisch extract dat, aldus de “Samenstelling”, acht kruiden bevat. Bij elk van de kruiden staat wat de werking daarvan is. Aangezien Microbioticum niet de hele plant bevat, is het de vraag of Microbioticum de eigenschappen bezit die aan de verschillende kruiden worden toegeschreven. Klaagster betwijfelt overigens of die kruiden de eigenschappen hebben die in de uiting daaraan worden toegeschreven. Voorts betreffen de daarbij genoemde referenties slecht enkele kruiden en geen kruidenmengsels en er staat evenmin bij of zij voor dier of mens gelden. Ten aanzien van de werkzaamheid stelt klaagster dat men in zijn algemeenheid kan stellen dat verschillende producten bij verschillende dieren een andere werking kunnen hebben voornamelijk door verschillen in absorptie, (re)distributie en biotransformatie in lever en excretie in gal, urinewegen en faeces.

Vanwege de onjuiste claims bestaat het gevaar dat effectieve behandeling onnodig lang wordt uitgesteld, hetgeen tot financiële schade kan leiden en/of de gezondheid van mens en/of dier kan schaden. Overigens geeft goedkeuring door de AID aan dat de bestanddelen van Microbioticum voor toevoeging aan diervoeder zijn toegelaten, maar dit zegt niets over de werkzaamheid van het middel. Klaagster verwijst, ter onderbouwing van haar klacht, naar verschillende door haar overgelegde bijlagen en concludeert dat de uiting misleidend.

Het oordeel van de voorzitter
Klaagster heeft gemotiveerd weersproken dat Microbioticum de werking heeft die adverteerder daaraan in de uiting toeschrijft. Adverteerder heeft geen verweer gevoerd, zodat de Commissie constateert dat adverteerder de juistheid of de eerlijkheid van de reclame niet aannemelijk heeft gemaakt.

De beslissing van de voorzitter
Op grond van het hierboven overwogene acht de voorzitter de uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC en beveelt hij adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

RB 1783

Nieuwsbrief KoningsPrijs onvoldoende duidelijk

RCC 3 juni 2013, dossiernr. 2013/00345 (KoningsPrijs)
Onduidelijk. Kansspel. Winkansen KoningsPrijs.
Het betreft de op 17 april 2013 per e-mail aan klager gezonden nieuwsbrief van NPL betreffende de “KoningsPrijs van € 4,4 miljoen”, waarin onder meer staat: “Wilt u in de prijzen […] vallen als de KoningsPrijs op uw postcode valt? Dat kan…als u vóór 27 april gaat meespelen met een extra lot in de Postcode Loterij.” In de e-mail is een button opgenomen met de tekst “Ja, ik speel mee voor € 4,4 miljoen“.

De klacht - In de uiting wordt gesuggereerd dat een extra lot gekocht moet worden om mee te dingen naar de KoningsPrijs, wat inhoudt dat loten waarmee al wordt gespeeld nu niet meedingen. Op de website van NPL staat echter: “Bent u al deelnemer? Dan maakt u al kans op de KoningsPrijs.” De tekst van de nieuwsbrief is misleidend.

Het oordeel van de Commissie
In de uiting wordt niet duidelijk gemaakt dat men als deelnemer al kans op de prijs maakt en door het bestellen van een extra lot (slechts) zijn aandeel in de prijzenpot vergroot.
Aldus wordt in de uiting onvoldoende duidelijk gemaakt hoe de kansen op het winnen van de KoningsPrijs liggen. Dat de nieuwsbrief alleen aan deelnemers van de NPL is gestuurd, zoals door NPL is aangevoerd, leidt niet tot een ander oordeel. Ook indien de geadresseerden van de nieuwsbrief op de hoogte zijn van andere aanbiedingen van de NPL waarbij de kans op een prijs wordt vergroot door het meespelen met (een) extra lot(en), betekent dit niet dat de onderhavige uiting bij de ontvangers van de nieuwsbrief geen verwarring kan veroorzaken over de noodzaak om mee te spelen met een extra lot om mee te kunnen dingen naar de KoningsPrijs. Ook het feit dat men er na het aanklikken van de button alsnog op wordt gewezen dat men als deelnemer hoe dan ook al kans maakt op de KoningsPrijs, maakt de beslissing niet anders. Die mededeling is immers tegenstrijdig aan het bericht in de nieuwsbrief, zodat niet helder is wie aan de trekking mee mag doen. 

De beslissing
De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel II.3 RVK. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

RB 1779

Misleidend: Media Markt verhoogt haar prijzen voorafgaand aan acties niet

RCC 22 mei 2013, dossiernr. 2013/00282 (BTW weg ermee-actie)
Onjuiste mededeling. Gemiddelde consument. Het betreft de volgende mededeling op adverteerders website, op de pagina betreffende  de voorwaarden van de “BTW Weg Ermee-actie”: “Media Markt verhoogt haar prijzen voorafgaand aan acties niet om vervolgens de korting te verlenen. Alleen de prijzen van tijdelijke aanbiedingen die in de week voor de actie in flyers en advertenties zijn verschenen, worden aangepast naar het prijsniveau van voor de uiting in de flyer of advertentie.”

Toen klager tijdens de eind januari 2013 gehouden “BTW Weg Ermee-actie” bij Media Markt een Acer Aspire ultrabook wilde kopen, bleek hem dat de actieprijs van dit product werd berekend vanaf de adviesprijs van de leverancier. Media Markt hanteert echter altijd een laagsteprijsgarantie en berekent buiten actieperioden nooit de adviesprijs. De mededeling op de website dat voorafgaand aan een actie de prijzen niet worden verhoogd, is dus onjuist.

Het oordeel van de Commissie
De gemiddelde consument zal de bestreden mededeling “Media Markt verhoogt haar prijzen voorafgaand aan acties niet om vervolgens de korting te verlenen. Alleen de prijzen van tijdelijke aanbiedingen die in de week voor de actie in flyers en advertenties zijn verschenen, worden aangepast naar het prijsniveau van voor de uiting in de flyer of advertentie” aldus opvatten dat de prijs van producten tijdens acties wordt gebaseerd op de gebruikelijke, voorafgaand aan de betreffende actie door Media Markt gehanteerde prijs. Door bij de berekening van de actieprijs tijdens de “BTW Weg Ermee-actie” uit te gaan van een hogere dan de gebruikelijk door Media Markt gerekende prijs, is de bestreden mededeling “Media Markt verhoogt haar prijzen voorafgaand aan acties niet om vervolgens de korting te verlenen” niet juist.

De beslissing
De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.