RB

Producten  

RB 1893

Claims Cranberry Monarda betreffende blaasontsteking in strijd met de wet

RCC 1 augustus 2013, dossiernr. 2013/00404 (A.Vogel Cranberry Monarda)
Medische- en gezondheidclaims. Strijd met de wet. Aanbeveling. Het betreft reclame voor het product A.Vogel Cranberry Monarda op www.avogel.nl en op www.gezondheidsplein.nl.

De klacht - Klager heeft de volgende bezwaren, waarbij verwezen wordt naar de aanduidingen van de bij de klacht overgelegde bijlagen. Klager benadrukt dat de klacht betrekking heeft op alle (toekomstige) aanprijzingen van het voedingssupplement A.Vogel Cranberry Monarda, die in strijd zijn met de in deze klacht door klager genoemde bepalingen uit de Nederlandse Reclame Code (NRC) en/of de wet. (Ad A t/m E).

Informatie Keuringsraad KOAG/KAG
De Keuringsraad heeft onder meer het volgende meegedeeld. De diverse reclame-uitingen voor het product A. Vogel Cranberry Monarda op de websites www.avogel.nl en www.gezondheidsplein.nl vallen onder de competentie van de Keuringsraad Aanprijzing Gezondheidsproducten (KAG). De website www.avogel.nl is in 2009 van een toelating door de KAG voorzien. De huidige tekst van deze website komt deels overeen met de toegelaten tekst. De site bevat echter ook teksten die de KAG niet zou toelaten. Aan de hand van de verschillende klachtonderdelen deelt de KAG mee dat er sprake is van medische claims met betrekking tot het voedingssupplement A. Vogel Cranberry Monarda en dat onder meer de artikelen 20 Warenwet en 84 Geneesmiddelenwet en de Verordening EG 1924/2006 zijn overtreden.

Het oordeel van de Commissie
De Commissie stelt voorop dat zij, zoals de voorzitter ter vergadering reeds heeft meegedeeld, niet kan oordelen over toekomstige reclame-uitingen en dat zij zich zal beperken tot het beoordelen van de aan haar voorgelegde, reeds openbaar gemaakte uitingen. Met betrekking tot de verschillende bezwaren oordeelt de Commissie als volgt.

Ad A sub i. Door de tekst “Vooral aanbevolen om blaasontsteking te voorkomen: • dagelijks een glas sap van cranberry’s (veenbessen)” wordt een drinkwaar aangeprezen met gebruikmaking van een vermelding die aan de waar eigenschappen toeschrijft inzake het voorkomen van een ziekte bij de mens. Dit is in strijd met artikel 20 lid 2 sub a Warenwet.  

Ad A sub ii. Daargelaten de vraag of adverteerder invloed kan uitoefenen op zoekresultaten naar aanleiding van de zoekopdracht “blaasontsteking” overweegt de Commissie het volgende. Naar het oordeel van de Commissie sluit het tweede zoekresultaat met de aanhef “Cranberry Monarda met Solidago: goed voor de blaas… - A. Vogel” bij het invoeren van de zoekterm “blaasontsteking” niet aan bij de zoekopdracht, omdat het woord “blaasontsteking” in dat zoekresultaat ontbreekt. Derhalve acht de Commissie het niet aannemelijk dat de gemiddelde consument een verband zal leggen tussen “blaasontsteking” en het voedingsupplement “Cranberry Monarda met Solidago”, in die zin dat men in geval van blaasontsteking baat zou hebben bij dit middel. Om die reden acht de Commissie dit onderdeel van de klacht ongegrond.

Ad B sub i. Daargelaten de vraag of adverteerder invloed kan uitoefenen op zoekresultaten naar aanleiding van de zoekopdracht “blaasprobleem” overweegt de Commissie het volgende. Naar het oordeel van de Commissie sluit het zoekresultaat met de aanhef “Cranberry Monarda met Solidago: goed voor de blaas… - A. Vogel” bij het invoeren van de zoekterm “blaasprobleem” niet aan bij de zoekopdracht, omdat het woord “blaasprobleem” in dat zoekresultaat ontbreekt. Derhalve acht de Commissie het niet aannemelijk dat de gemiddelde consument een verband zal leggen tussen “blaasprobleem” en het voedingsupplement “Cranberry Monarda met Solidago”, in die zin dat men in geval van een blaasprobleem baat zou hebben bij dit middel. Om die reden acht de Commissie dit onderdeel van de klacht ongegrond.

Ad B sub ii. Op de bestreden pagina wordt met betrekking tot de plant/vrucht “cranberry” gesteld: “Maar ook kenden ze al de werking bij urinewegproblemen en blaasproblemen”. Aldus wordt een eetwaar aangeprezen met gebruikmaking van een vermelding of voorstelling die aan de waar eigenschappen toeschrijft inzake het voorkomen, behandelen of genezen van een ziekte bij de mens, of die toespelingen maakt op zodanige eigenschappen. Dit is in strijd met artikel 20 lid 2 sub a Warenwet.  

Ad C. De claim “Cranberry is een beproefd middel dat gebruikt wordt om de blaas te ondersteunen” is een gezondheidsclaim als bedoeld in artikel 2 lid 2 sub 5 van de Claimsverordening. De claim stelt immers, althans wekt de indruk dat er een verband bestaat tussen een levensmiddel en de gezondheid. Ingevolge artikel 10 lid 1 van de Claimsverordening zijn gezondheidsclaims verboden, tenzij -onder meer- deze zijn opgenomen in de in de artikelen 13 en 14 Claimsverordening bedoelde lijsten van toegestane claims. Adverteerder heeft niet weersproken dat in die lijsten geen gezondheidsclaim is opgenomen voor cranberry. Om deze reden acht de Commissie de claim in strijd met artikel 10 lid 1 van de Claimsverordening.

Ad D. Beide “Ervaringen met Cranberry Monarda” op de bestreden, bij de klacht overgelegde webpagina van www.gezondheidsplein.nl moeten worden aangemerkt als reclame voor het in die “ervaringen” genoemde “Cranberry Monarda van A. Vogel”; de bewuste teksten houden een aanprijzing in van dit product en bevatten een hyperlink naar een pagina over dit product op www.avogel.nl/webwinkel/producten/cranberry-monarda-blaas.php (bijlage D3 bij de klacht). Deze reclame acht de Commissie echter niet duidelijk als zodanig herkenbaar en daardoor in strijd met artikel 11.1 NRC. Het lijkt immers over gebruikerservaringen te gaan en onderaan die ervaringen is vermeld: “Deze informatie wordt mede mogelijk gemaakt door A. Vogel”, welke vermelding lijkt te duiden op puur feitelijke informatie, maar de uitingen zijn, zoals hierboven al vermeld,  reclame. De beschrijvingen van beide ervaringen bevatten zogenaamde medische claims. Zo vertelt Victoria (37) dat zij op internet zocht naar oplossingen bij blaasontsteking. Zij zegt dat zij te weten kwam dat “er een natuurlijk gezondheidsproduct is dat je veilig kunt gebruiken als kuur bij acute klachten: “Cranberry Monarda van A. Vogel”. Gerda (58) die “last” heeft “van blaasontstekingen” vertelt dat ze naar de natuurwinkel ging waar haar met betrekking tot “Cranberry Monarda van A. Vogel” werd uitgelegd dat “de combinatie van verschillende planten zo goed was om een blaasontsteking tegen te gaan”. Voornoemde claims acht de Commissie in strijd met de artikelen 20 lid 2 sub a Warenwet en 84 lid 1 Geneesmiddelenwet. Zij overweegt daartoe dat een eetwaar wordt aangeprezen met gebruikmaking van vermeldingen of voorstellingen die aan de waar eigenschappen toeschrijven inzake het voorkomen, behandelen of genezen van een ziekte bij de mens, of die toespelingen maken op zodanige eigenschappen. Voorts wordt voornoemde eetwaar gepresenteerd als zijnde geschikt voor het genezen of voorkomen van een ziekte bij de mens en dient deze om die reden te worden aangemerkt als een geneesmiddel als bedoeld in artikel 1 lid 1 onder b van de Geneesmiddelenwet. Niet is gebleken dat voor dit geneesmiddel een handelsvergunning is verleend. Gelet daarop acht de Commissie de uiting in strijd met artikel 84 lid 1 Geneesmiddelenwet, ingevolge welke bepaling reclame voor een geneesmiddel waarvoor geen handelsvergunning is verleend, is verboden.

Ad E. Doordat men bij het aanklikken van de “Advertentie met betrekking tot a vogel cranberry”, welke advertentie verschijnt bij het invoeren van “a vogel cranberry blaasontsteking” op Google, en in welke advertentie onder meer staat: “Blaasontsteking A Vogel? – Veilig en betrouwbaar – avogel.nl”, terecht komt op een pagina over Cranberry Monarda op www.avogel.nl, wordt een verband gelegd tussen “blaasontsteking” en het voedingssupplement Cranberry Monarda. Aldus is er sprake van een medische claim die in strijd is met de artikelen 20 lid 2 sub a Warenwet en 84 lid 1 Geneesmiddelenwet, en wel om dezelfde redenen als hiervoor genoemd onder Ad D. Klager heeft in het algemeen gesteld dat reclame niet misleidend mag zijn, maar heeft niet nader toegelicht om welke reden(en) hij de verschillende reclame-uitingen misleidend acht. In zoverre acht de Commissie klager niet-ontvankelijk in zijn klacht.    

De beslissing
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen in het oordeel onder Ad A sub i, Ad B sub ii, Ad C, Ad D en Ad E, zijn de bestreden reclame-uitingen in strijd met artikel 2 NRC. De uiting op www.gezondheidsplein.nl is tevens in strijd met artikel 11.1 NRC. De Commissie beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken. Voor het overige wijst de Commissie de klacht af.

RB 1887

Geen sprake van 'zeker gewonnen cash-geldaandeel'

RCC 25 juli 2013, dossiernr. 2013/00497 (Euro-Shopping)
Forex Money for Exchange in Currency BankOnduidelijk en ondubbelzinnige informatie. Voornaamste kenmerken product. Aanbeveling. Het betreft een aan klaagster geadresseerde mailing van Euro-Shopping. Op de envelop is een “zegel” afgebeeld met de tekst: “DRINGENDE WAARDEZENDING ****AANDACHT**** “ Voorts staat op de envelop: “Wij hebben al meerdere malen geprobeerd u telefonisch te bereiken. U heeft nog slechts 10 dagen tijd om uw gegarandeerde cash geldprijs op te vragen!” De mailing bestaat voorts onder meer uit een brief met als kop: “Dringende prijsmededeling”,  een “Officiële Prijsbevestiging”, een “Bestel-/windocument” met “Cash geld-opvraag” en een kaartje waarop de ontvanger wordt aangespoord als “bevestigde cash geldwinnaar” de “gegarandeerde prijs” op te vragen door de documenten tijdig terug te sturen.

De klacht - De uiting bevat “allemaal leugens”. In de uiting wordt de indruk gewekt dat klaagster een prijs heeft gewonnen, die is “gegarandeerd” en “bevestigd”. Ook wordt gerefereerd aan een telefoongesprek dat niet heeft plaatsgevonden en beweert men meerdere malen te hebben geprobeerd klaagster te bereiken. Weliswaar staat hier en daar in de uiting in kleine letters “De uitkering gebeurt strikt volgens de deelnemingsvoorwaarden”, maar deze voorwaarden zijn niet meegestuurd.

Het oordeel van de Commissie
1) In de uiting wordt klaagster op verschillende plaatsen genoemd en gefeliciteerd als “officieel bevestigde cash geld-winnaar uit de € 10.600 categorie”. Om haar “zeker gewonnen cash geldaandeel in ontvangst te kunnen nemen”, dient klaagster te kiezen voor de voor haar “beste uitbetalingsoptie: per bankcheque of per overschrijving” en dient zij de “cash geld-opvraag op het bestel-/windocument” in te vullen en “beide binnen de 10 dagen (…) samen met een vrijblijvende bestelling of zonder” naar adverteerder terug te sturen. Hierna kan adverteerder aan klaagster haar “cash geldaandeel aan de € 10.600,00 doen toekomen”. Door bovengenoemde zinsneden, alsmede aanduidingen zoals “officiële prijsbevestiging” en “dringende waardezending”, wordt de indruk gewekt dat klaagster door de ‘documenten’ aan adverteerder toe te sturen gegarandeerd een substantieel geldbedrag in ontvangst kan nemen. De Commissie acht echter niet aannemelijk gemaakt dat daarvan daadwerkelijk sprake is. Nu – blijkens de deelnemingsvoorwaarden - de prijs blijkt te bestaan uit een aandeel in de totale winsom van € 10.600,00 en de hoogte van dit aandeel bepaald wordt door het aantal opgestuurde ‘cashgeldopvragen’, acht de Commissie de mogelijkheid reëel dat van een aanmerkelijk te winnen bedrag geen sprake is. In geval het prijsaandeel kleiner is dan € 2,-, wordt het tegoed zelfs in het geheel niet uitbetaald en is dus geen sprake van een “zeker gewonnen cash-geldaandeel”.

2) Gelet op het voorgaande is de Commissie van oordeel dat in de uiting onduidelijke en dubbelzinnige informatie wordt verstrekt over de van deelname aan het kansspel te verwachten resultaten, een van de voornaamste kenmerken van het aangeprezen product als bedoeld in de aanhef en onder b van artikel 8.2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Omdat de gemiddelde consument door de uiting ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting tevens misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

3) De deelnemingsvoorwaarden zijn in de mailing opgenomen. In zoverre kan klaagsters klacht niet slagen. De vermelding van de deelnemingsvoorwaarden neemt echter het misleidende karakter van de mailing niet weg. De voorwaarden, die zijn opgenomen in een blok met een grote hoeveelheid dicht op elkaar staande en daardoor moeilijk leesbare tekst, die bovendien aanvangt met “individuele leveringsvoorwaarden”, vallen onvoldoende op tegenover de sterk de aandacht trekkende boodschap van de mailing dat klaagster een “officiële cash geldwinnaar” is van een “gegarandeerde cash geldprijs”.

4) De mededeling op de envelop van de mailing dat adverteerder al meerdere keren heeft geprobeerd klaagster telefonisch te bereiken is, naar adverteerder heeft erkend, niet juist. De Commissie acht daarom deze mededeling, die bijdraagt aan de indruk dat sprake is van een aanmerkelijke prijs waarover adverteerder klaagster telefonisch op de hoogte had willen stellen, in strijd met de waarheid als bedoeld in artikel 2 NRC. 

De beslissing
De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in de artikelen 2 en 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken. Voor het overige wordt de klacht afgewezen.

RB 1884

Niet onaannemelijk dat onjuiste code is ingevoerd

Vz RCC 22 juli 2013, dossiernr. 2013/00428 (Lentekraskaart)
Loterij. Promotioneel kanspel. Voorzittersafwijzing. Het betreft het huis aan huis verspreide kraslot.

De klacht - Op de kaart staat een grijs vlak dat, naar klager op www.lentekrasactie.nl had gelezen, moest worden schoongekrabt. Daar verscheen de code PRG6112G met de mededeling “Je hebt gewonnen”. Nadat klager de code had ingevoerd, werd hem meegedeeld dat de code ongeldig was. Gelet hierop acht klager de uiting misleidend.

Het oordeel van de voorzitter
Aangezien klager in zijn klacht een andere code vermeldt dan die welke staat op de door hem meegestuurde kraskaart, acht de voorzitter het, ondanks klagers betwisting daarvan, niet onaannemelijk dat klager deze onjuiste code heeft ingetypt en om die reden het bericht “code ongeldig” kreeg. Nu adverteerder stelt dat hij geen probleem ondervond bij het intypen van de op de kraskaart vermelde code, acht de voorzitter de klacht ongegrond.

De beslissing van de voorzitter
Op grond van het hierboven overwogene wijst de voorzitter de klacht af.

RB 1881

Nergens-goedkoper-aanbieding klopt niet

RCC 18 juli 2013, dossiernr. 2013/00466 (Plus nergens-goedkoper-aanbieding)
Prijsvermelding. Claim. Aanbeveling. Het betreft adverteerders huis aan huis verspreide folder met aanbiedingen “Geldig in week 19  (zondag 5 t/m zaterdag 11 mei 2013)” waarin met betrekking tot enkele producten gesteld wordt “Dit product is nergens goedkoper”.
  
De klacht - Klagers bezwaar richt zich tegen de aanbieding van een krat Heineken bier, die in de actieweek wordt aangeboden voor € 9,99. Dit product wordt door Hoogvliet in de folder “geldig van woensdag 8 t/m dinsdag 14 mei 2013” aangeboden voor € 9,79 en is daar dus goedkoper. Adverteerder beroept zich voor de juistheid van deze mededeling op de actievoorwaarden op adverteerders website waarin onder meer staat dat de gewraakte mededeling alleen geldt ten opzichte van supermarkten in dezelfde vestigingsplaats. Een consument die de folder leest, zal niet op internet de actievoorwaarden gaan bekijken. Voorts is adverteerders vestiging in Benthuizen de enige supermarkt in Benthuizen, zodat volgens de actievoorwaarden van adverteerders hele assortiment gezegd kan worden dat dit het goedkoopst is. De folder wordt echter ook in Zoetermeer verspreid, waar meer supermarkten zijn, zodat gesuggereerd wordt dat adverteerder goedkoper is dan de aldaar gevestigde supermarkten. Gelet hierop maakt adverteerder reclame in strijd met het bepaalde in artikel 8.2 onder d van de Nederlandse Reclame Code (NRC).

Het oordeel van de Commissie 
Bij  de “nergens goedkoper”-aanbiedingen hanteert adverteerder een aantal beperkingen, die zijn opgenomen in de “Nergens Goedkoper” garantie-voorwaarden. Eén van deze beperkingen is dat de claim alleen geldt ten opzichte van supermarkten in dezelfde vestigingsplaats. Dit betekent dat de claim, voor zover de folder in Benthuizen is verspreid, geen betekenis heeft, aangezien er in Benthuizen geen andere supermarkten zijn dan de supermarkt van adverteerder. Nu adverteerder deze folder ook heeft verspreid in het nabijgelegen Zoetermeer, waar adverteerder evenmin een vestiging heeft, betekent dit dat de claim ook voor de huishoudens in Zoetermeer die deze uiting hebben ontvangen geen betekenis heeft. Gelet op het vorenstaande heeft de gewraakte mededeling, door het hanteren van de bewuste beperking in plaatsen waar adverteerder de enige supermarkt is of in plaatsen waar adverteerder de folder wel verspreid maar géén supermarkt heeft, geen betekenis. De consument wordt hierdoor op het verkeerde been gezet.

De in de uiting gebezigde claim “Nergens Goedkoper” acht de Commissie, gezien de bewuste beperking, in het onderhavige geval misleidend. Adverteerder verwijst naar de in de uiting staande actievoorwaarden, doch gezien het bovenstaande gevolg die de bewuste beperkende voorwaarde in dit geval heeft, kan adverteerder zich niet met succes op elders in de folder staande actievoorwaarden beroepen. Nu adverteerder heeft nagelaten bij de “nergens goedkoper”- aanbieding naar deze voorwaarde te verwijzen, is de Commissie van oordeel dat in de uiting sprake is van een omissie ten aanzien van het verstrekken van essentiële informatie die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te nemen, als bedoeld in artikel 8.3 onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts overweegt de Commissie dat het gebruikte medium tot het verstrekken van deze informatie geen beperking meebrengt. Nu de Commissie van oordeel is dat de gemiddelde consument er door het vorenstaande toe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen is de reclame-uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

De beslissing 
Op grond van het vorenstaande acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met artikel 7 NRC en beveelt zij adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

RB 1880

Nieuwe procedure beoordeling kruidensupplementen

KOAG/KAG, 'Keuringsraad Special' Keuringsraad nieuwsbrief augustus 2013, www.koagkag.nl
De gezondheidsclaim dient daadwerkelijk te zijn aangemeld en ‘on hold’ te zijn geplaatst https://ec.europa.eu/nuh­claims/resources/docs/claims_pending.pdf. Bij indiening van de uiting moet de aanvrager aangeven onder welk ID­nummer de claim ‘on hold’ staat, opdat de Keuringsraad dat ook kan verifiëren. Verder dienen de ingediende ‘conditions of use’ meegestuurd te worden.

  • Indien het product niet aan de bij indiening van de claim opgegeven ‘conditions of use’ voldoet, zal de dagdosering door middel van wetenschappelijke publicaties aanneme­lijk moeten worden gemaakt.
  • In de uiting moet duidelijk worden aangegeven welk kruid/botanical verantwoordelijk is voor het geclaimde gezondheidseffect, net als dat bij de goedgekeurde claims voor non­botanicals het geval is.
  • Behalve de Nederlandse vertaling van de ingediende (Engelstalige) bewoording van het gezondheidseffect, met uitzondering van medische claims, mogen ook andere be­woordingen worden gebruikt die naar het oordeel van de Keuringsraad voor de consument dezelfde betekenis heb­ben. De huidige Indicatieve lijst gezondheidsaanprijzingen (KAG­lijst) is hierbij een richtlijn. De alternatieve voorbeeld­bewoordingen van een vergelijkbare toegelaten gezondheidsclaim voor een non­botanical zullen in die beoordeling betrokken worden.
  • De ‘on hold’ claims (met uitzondering van medische claims) voor botanicals worden in het kader van zelfregulering beschouwd als waren ze voorlopig toegelaten. Bij gebruik van algemene niet­specifieke gezondheidsclaims (artikel 10.3 van Verordening 1924/2006), kunnen ze ook dienen ter invulling van de vereiste dat zo’n algemene claim gepaard moet gaan met een specifieke gezondheidsclaim.

Concreet betekent dit:
Verpakkingen

  • Huidige verpakkingen en bijsluiters van kruidenpreparaten met een verleende toelating voor onbepaalde tijd be­houden die vooralsnog, mits de claims op de verpakking goedgekeurde of ‘on hold’ claims zijn en zolang er niets aan wordt gewijzigd.
  • Nieuwe of gewijzigde verpakkingen en bijsluiters worden beoordeeld overeenkomstig bovengenoemde procedure. Verpakkingen die al langere tijd op de markt zijn, maar nog niet eerder ter beoordeling aan de KAG zijn voorgelegd, worden als nieuw beschouwd.
  • Indien de verpakking in de reclame­uiting wordt afgebeeld, zal ook die afbeelding mee beoordeeld worden. Als bepaalde op de ongewijzigde verpakking zichtbare teksten onder het nieuwe regime niet toelaatbaar zouden zijn, dan hoeft de verpakking niet te worden aangepast, maar volstaat het om de onrechtmatigheid op de afbeelding in de reclame­uiting te retoucheren.

Reclame-uitingen

  • Vanaf heden, of zoveel eerder als de toelatingstermijn is verstreken, worden alle reclame uitingen met gezond­heidsclaims voor kruidenpreparaten / supplementen met botanicals beoordeeld overeenkomstig bovengenoemde procedure.
  • Reclame­uitingen voor nieuwe of gewijzigde verpakkingen en bijsluiters worden pas in behandeling genomen als de verpakking/bijsluiter is in lijn is met de Claimsverordening.
  • Websites met een toelating voor onbepaalde tijd op basis van een ondertekend compliance­formulier, dienen eveneens te voldoen aan bovengenoemde procedure. De Keuringsraad zal in haar compliance­check op deze wijze monitoren. Het is uiteraard ook mogelijk om de gewijzigde teksten voor kruidenpreparaten opnieuw te laten beoor­delen.
RB 1878

Gratis, anoniem en geheel vrijblijvend - staat los van de koopovereenkomst

RCC 17 juli 2013, dossiernr. 2013/00427 (www.ikwilvanmijnautoaf.nl)
Contractenrecht. Algemene voorwaarden. Afwijzing. Het betreft een uiting op www.ikwilvanmijnautoaf.nl. Daarin staat onder meer: “Verkoop je auto in 1 dag. Ontvang zonder enige verplichting een bod. Gratis!” en: “Particulieren kiezen ervoor hun auto bij ons aan te bieden, omdat het gratis, anoniem en geheel vrijblijvend is.” en: “Wij controleren de aanmelding en plaatsen je auto in een afgeschermde online autoveiling waar onze erkende auto inkopers uitsluitend de autogegevens kunnen zien. Vervolgens ontvang je binnen 24 uur vrijblijvend het hoogste bod”.

De klacht - Klager heeft zijn auto op de in de uiting aangeprezen wijze aangeboden, daarbij afgaand op de woorden: “gratis, anoniem en geheel vrijblijvend”. In de uiting is wel vermeld: “Algemene voorwaarden”, maar toen klager overging tot het afsluiten van een koopovereenkomst, heeft hij de Algemene voorwaarden geaccepteerd, zonder deze te lezen. Klager ging ervan uitging dat die voorwaarden slechts een uitgebreide omschrijving zouden geven van “gratis, anoniem en geheel vrijblijvend”. Op basis van de algemene voorwaarden zijn aan klager 15% annuleringskosten in rekening gebracht, nadat klager de verkoop wegens een technisch defect moest annuleren. Klager vindt dat in de bestreden uiting dient te worden gewezen op afwijkende voorwaarden in geval van verkoop.

Het oordeel van de Commissie
In de bestreden uiting staat: “Particulieren kiezen ervoor hun auto bij ons aan te bieden, omdat het gratis, anoniem en geheel vrijblijvend is”. Hieruit volgt dat het aanbieden van een auto “gratis, anoniem en geheel vrijblijvend” is. Klager heeft ook niet weersproken dat aan het aanbieden ter verkoop van de auto geen kosten zijn verbonden. Klager heeft op enig moment na het aanbieden van de auto een koopovereenkomst gesloten. Het is een feit van algemene bekendheid dat het sluiten van een koopovereenkomst verplichtingen schept. Er wordt in de bestreden uiting ook niet gesuggereerd dat in geval van een koopovereenkomst, gesloten na het aanbieden van een auto, deze overeenkomst vrijblijvend kan worden geannuleerd. In de uiting wordt door middel van de vermelding “Algemene voorwaarden” verwezen naar algemene voorwaarden. In deze vermelding ligt niet de suggestie besloten dat deze voorwaarden slechts een uitgebreide omschrijving geven van de woorden “gratis, anoniem en geheel vrijblijvend”. Voorts heeft klager niet weersproken dat in de algemene voorwaarden staat dat indien de overeenkomst eenzijdig wordt verbroken, 15% van de verkoopprijs moet worden betaald.

De beslissing
De Commissie wijst de klacht af.

RB 1874

Getoonde effect kan niet geheel aan de mascara worden toegeschreven

RCC 22 juli 2013, dossiernr. 2013/00484 (False Lash Wings)
Voornaamste kenmerken product. Onjuiste informatie. Het betreft een televisiereclame waarin False Lash Wings mascara wordt aangeprezen. De tekst van de uiting luidt: “Ontdek het nieuwe valse wimper-effect. L’Oréal introduceert de nieuwe False Lash Wings mascara. Sla je vleugels uit. Het revolutionaire asymmetrische borsteltje verlengt je wimpers vanaf de aanzet en lift ze richting buitenkant van je oog, net zoals de vleugels van een vlinder, voor fenomenaal uitgewaaierd volume. Nieuw, False Lash Wings”. Tijdens het uitspreken van deze tekst ziet men onder meer dat de mascara wordt aangebracht en wat het resultaat daarvan is.
 
De klacht - De beelden zijn niet waarheidsgetrouw. Duidelijk is te zien dat de persoon bij wie de mascara wordt aangebracht, valse wimpers heeft. Hierdoor kan het resultaat dat wordt getoond, in werkelijkheid niet worden gecreëerd, als men geen valse wimpers heeft. Gelet hierop is de uiting misleidend.

Het oordeel van de Commissie
Adverteerder begint de reclame met de mededeling “Ontdek het nieuwe valse wimper-effect”, waarna het effect van “de nieuwe False Lash Wings mascara” wordt getoond aan de hand van een model. Getoond wordt dat de mascara op de wimpers van dit model wordt aangebracht en terwijl dit gebeurt, worden de wimpers niet alleen voller en langer, maar waaieren zij, kennelijk ten gevolge van de asymmetrische vorm van het borsteltje, ook iets uit. Door de verandering die men de wimpers tijdens het aanbrengen van de mascara ziet ondergaan, krijgt men de indruk dat het getoonde resultaat het valse wimpereffect is dat blijkens de uiting met de False Lash Wings mascara wordt bereikt. Als erkend is echter komen vast te staan dat het model voorzien is van insertwimpers, zodat het getoonde effect niet geheel aan de nieuwe mascara kan worden toegeschreven. Klaagster zegt duidelijk te hebben gezien dat de persoon bij wie de mascara wordt aangebracht, valse wimpers heeft en de Commissie acht het niet onaannemelijk dat meer mensen dit zullen hebben opgemerkt. Dit neemt echter de suggestie dat het geclaimde en getoonde “valse wimpereffect” resultaat kan worden bereikt door het enkele gebruik van de aangeprezen mascara, niet weg. De gemiddelde consument kan geacht worden te weten dat de lengte en het volume van wimpers mede bepalend zijn voor het met mascara te realiseren effect en hij/zij zal zich bewust zijn van het feit dat een zekere mate van overdrijving in reclame niet ongebruikelijk is. Van een toelaatbare overdrijving is in dit geval echter geen sprake, nu in deze uiting juist met betrekking tot deze mascara een uitzonderlijk effect wordt geclaimd, waarvan niet is gebleken dat dit met deze mascara alleen kan worden verwezenlijkt. Blijkens het voorgaande is de Commissie van oordeel dat in de reclame-uiting voor de gemiddelde consument onjuiste informatie wordt verstrekt ten aanzien van het van het gebruik van het product te verwachten resultaat als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden zijn de reclame-uitingen misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

De beslissing
Op grond van het vorenstaande acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met artikel 7 NRC en beveelt zij adverteerder, voor zo ver nodig, aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

RB 1873

Onjuiste mededelingen over colloïdaal zilver

Vz RCC 9 juli 2013, dossiernr. 2013/00390 (Zilverwater)
Strijd met wet. Voornaamste kenmerken product. Claims. Aanbeveling. Het betreft adverteerders website waarop “Colloïdaal zilver / zilverwater” wordt aangeprezen.
 
De klacht - Deze reclame-uiting bevat onjuistheden. Anders dan in de uiting staat is het colloïdaal zilver wel toxisch en geeft het ook reacties op andere medicijnen. Klaagster heeft ter onderbouwing daarvan een kopie overgelegd van de monografie van colloïdaal zilver van het National Center for Complementary and Alternative Medicine (NCCAM) evenals een kopie van de monografie van de Natural Medicines Comprehensive Database. Dat zilver vele jaren door de medische wereld werd gebruikt zegt niet zo veel. Dat geldt ook ten aanzien van aderlating. Nu er degelijk wetenschappelijk onderzoek naar zilver is gedaan, blijkt het geen effect op ziekten te hebben. Klaagster acht de uiting om die reden misleidend.

Het oordeel van de voorzitter van de Reclame Code Commissie
De voorzitter gaat ervan uit dat klaagster bezwaar maakt tegen de volgende mededelin­gen over de aard van het product en de werking daarvan: “is non-toxisch”, “geeft geen reacties op andere medicijnen”, “Colloïdaal zilver kan veel effectiever zijn dan de meer bekende antibiotica met al hun bijwerkingen en gold tot 1938 ook formeel als antibioticum”, “Is succesvol geble­ken bij de behandeling van vele ziektes”’ en “Druppel bij ontstekingen enkele keren per dag het zilverwater in oren en ogen”. De voorzitter is van oordeel dat het product aldus op zodanige wijze wordt aangeprezen, dat het dient te worden aangemerkt als een geneesmiddel in de zin van artikel 1 onder b van de Geneesmiddelenwet. Ingevolge artikel 84 van de Geneesmiddelenwet is het ver­boden om reclame te maken voor geneesmiddelen waarvoor geen handelsvergunning is verleend. Nu niet is gesteld of gebleken dat een dergelijke vergunning met betrekking tot het product is verleend, is de reclame in strijd met artikel 84 Geneesmiddelenwet. De uiting is om die reden tevens in strijd met de wet en derhalve met artikel 2 van de Ne­der­landse Reclame Code (NRC). Het feit dat in de uiting staat dat het product geen genees­middel is, leidt niet tot een ander oordeel, immers doet niet af aan het feit dat het product blij­kens het voorgaande als een geneesmiddel wordt gepresenteerd.
Op grond van het voorgaande doet de vraag of de uiting tevens misleidend is, in feite niet meer ter zake. Overigens ziet de voorzitter geen aanleiding om aan te nemen dat colloïdaal zilver de daaraan in de uiting toegeschreven werking heeft. Dit im­pli­ceert dat het ervoor moet worden gehouden dat de uiting tevens onjuiste informatie bevat over de van het aangeprezen product te verwachten resultaten als bedoeld in artikel 8.2 aan­hef en onder b NRC, welke resultaten als een van de voor­naamste kenmerken van het product moeten worden beschouwd. Omdat de gemiddelde consument door de uiting ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de bestreden uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

De beslissing
De voorzitter acht de reclame-uiting in strijd met artikel 2 respectievelijk artikel 7 NRC en beveelt adver­teer­der aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

RB 1871

Handelsvergunning nodig om reclame te mogen maken

RCC 16 juli 2013, dossiernr. 2013/00467 (Promensil)
Gezondheid. Bijzondere Reclamecode. Claims. Aanbeveling. Het betreft de advertentie waarin onder het kopje “Opvliegers? Stemmingswisselingen? Promensil helpt u door de overgang”, reclame wordt gemaakt voor Promensil.
  
De klacht - Klager stelt dat het product wordt aangeprezen als een alternatief voor geneesmiddelen. Voorts betwist klager de juistheid van de in de uiting gebezigde claims en stelt dat het middel niet de werking heeft die daaraan in de uiting wordt toegeschreven

Het oordeel van de Commissie
In de eerste plaats overweegt de Commissie dat de uiting openbaar is gemaakt nadat verweerder sub 2 in maart 2013 de merken en contributiecontracten van verweerder sub 1 had overgenomen. Gelet hierop dient ook verweerder sub 2 voor deze uiting verantwoordelijk te worden geacht. Voorts overweegt de Commissie dat klagers bezwaar, gelet op zijn stelling dat Promensil wordt aangeprezen als een alternatief voor geneesmiddelen, kennelijk hieruit bestaat dat de uiting medische claims bevat, terwijl Promensil, zoals ook in de uiting staat, een voedingssupplement is. Nu in de uiting is vermeld dat Promensil “plantaardige hormonen” bevat en vervolgens wordt gesteld dat het kennelijk op grond daarvan opvliegers, stemmingswisselingen en overmatige transpiratie “vermindert”, is sprake van medische claims waardoor aan het product geneeskundige eigenschappen worden toegeschreven en het middel dient te worden aangemerkt als een geneesmiddel in de zin van artikel 1 onder b van de Geneesmiddelenwet. Op grond van artikel 84 van de Geneesmiddelenwet is het verboden om reclame te maken voor een geneesmiddel waarvoor geen handelsvergunning is verleend. Nu niet is gesteld of gebleken dat voor Promensil een dergelijke vergunning is verleend, is de uiting in strijd met de wet en derhalve met artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Reeds hierom acht de Commissie, die kennis heeft genomen van de mededeling van verweerder sub 2, dat geen gebruik meer zal worden gemaakt van deze uiting, de klacht gegrond.

De beslissing
Op grond van het vorenstaande acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met artikel 2 NRC en beveelt zij de verweerders, voor zo ver nodig, aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

RB 1866

Intensiviteit of omvang niet bepalend voor agressieve reclame

CvB RCC 23 juli 2013, dossiernr. 2013/00294 (Heineken Starbottle)
Bijzondere Reclamecode. Agressieve reclame. (Gedeeltelijke) aanbeveling. Bevestiging. Het betreft een advertentie voor de “Star Bottle” van Heineken op de buitenzijde van de omslag (voor- en achterkant) van het dagblad Spits van 28 maart 2013 en op de binnenzijde van de omslag (alleen voorkant).

De klacht - Door de grootte, de opmaak, het intense kleurgebruik en het daardoor drammerige en propagandistische karakter van de advertenties is sprake van ongepaste beïnvloeding en daardoor van agressieve reclame in de zin van artikel 14.1 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de reclame ongepast is, is deze tevens in strijd met de goede smaak (artikel 2 NRC) en de professionele toewijding (artikel 7 NRC). Bovendien staat ten onrechte de educatieve slogan alleen op de achterzijde van de omslagadvertentie.

Het oordeel van de Commissie
1) De NRC bevat geen bepaling waarin grenzen worden gesteld aan de mate waarin reclame “drammerig” mag zijn. Het enkele feit dat adverteerder zich van een intensieve reclamecampagne bedient, leidt niet tot het oordeel dat sprake is van agressieve reclame als bedoeld in artikel 14.1 NRC. Ook kan niet worden geoordeeld dat de onderhavige advertenties door grootte, opmaak en kleurgebruik de keuzevrijheid van de gemiddelde consument (kunnen) beperken en/of aan het nemen van een geïnformeerd besluit over het aangeprezen product in de weg zouden staan.
2) Nu naar het oordeel van de Commissie geen sprake is van agressieve reclame, wijst zij de klacht dat de reclame door het agressieve karakter  daarvan tevens in strijd is met de goede smaak en de professionele toewijding af.
3) De onderhavige uitingen voor de Heineken Star Bottle betreffen reclame voor alcoholhoudende dranken waarop, naast het Algemene deel van de NRC, de Reclamecode voor Alcoholhoudende Dranken (RvA) van toepassing is. Krachtens artikel 32 lid 2 en 3 RvA moet alle printreclame voor zwakalcoholhoudende dranken zijn voorzien van het logo “Geen 16? Geen druppel”. De advertentie aan de binnenzijde van de omslag voldoet aan het bepaalde in genoemd artikel. Naar het oordeel van de Commissie is dat niet het geval bij de reclame aan de buitenzijde van de omslag, waarbij in de advertentie die zich aan de achterzijde van de krant bevindt het logo “Geen 16? Geen druppel” is opgenomen. Opengevouwen vormt de uiting op de omslag weliswaar één advertentie, maar bij een dichtgevouwen krant is niet (direct) duidelijk dat de uiting aan de voorzijde de helft is van een groter geheel. Naar het oordeel van de Commissie dient daarom de advertentie die aan de voorzijde van de omslag zichtbaar is, als zelfstandige uiting te voldoen aan de bepalingen van artikel 32 RvA betreffende het opnemen van het logo “Geen 16? Geen druppel”. Daarbij is van belang dat in de richtlijnen voor het tonen van het logo, die zijn opgenomen in de toelichting bij artikel 32 RvA, ten aanzien van de positie van het logo is bepaald dat “het logo in ieder geval duidelijk zichtbaar moet zijn”. Dat is bij de uiting op de voorzijde van de omslag niet het geval.
4) Gelet op het voorgaande wordt als volgt beslist. De beslissing van de Reclame Code Commissie [24 mei 2013] Op grond van hetgeen onder 3) is overwogen acht de Commissie de bestreden uiting op de buitenzijde van de omslag (voorkant) in strijd met het bepaalde in artikel 32 lid 3 RvA. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken. Voor het overige wijst de Commissie de klacht af.

Het oordeel van het College
1. Het College stelt voorop dat in beroep uitsluitend dient te worden beslist over de vraag of de bestreden reclame-uitingen als agressief in de zin van artikel 14.1 NRC dienen te worden aangemerkt. Dit artikel bevat een opsomming van om­standighe­den waaronder reclame agressief is. Het College leest in deze opsomming niet dat de omvang en de intensiteit van reclame-uitingen zelfstandig tot het oordeel kunnen lei­den dat sprake is van agressieve reclame. Het feit dat grootschalig en intensief voor een bepaald product reclame wordt gemaakt, kan immers niet tot het oordeel leiden dat reeds daardoor sprake zou kunnen zijn van intimidatie, dwang, met inbe­grip van het gebruik van lichamelijk geweld, en on­ge­paste beïn­vloeding. Het voor­gaande ligt niet anders indien reke­ning wordt gehou­den met de marktpo­si­tie van Heineken. Ook deze positie kan niet zelfstandig tot het oordeel leiden dat de bestre­den reclame-uitingen van Heineken agressief zijn in de zin van artikel 14.1 NRC. Tot slot merkt het College op dat de Nederlandse Recla­me Code geen grens stelt aan de mate waarin een bedrijf re­clame mag maken.

2. De primaire en subsidiaire grieven kunnen niet slagen. Derhalve wordt beslist als volgt.

De beslissing van het College van Beroep [23 juli 2013]
Het College bevestigt de beslissing van de Commissie voor zover in beroep aan de orde.