RB

Producten  

RB 2503

Afslankend effect bij gebruik Groene Koffie moet nog worden beoordeeld

Vzr. RCC 7 augustus 2015, RB 2503, dossiernr. 2015/00589 (Afslankend effect Groene Koffie eerst worden getoetst)
Voorzitterstoewijzing. De uiting: Het betreft de aanbieding voor “De Tuinen Groene Koffie” op www.detuinen.nl. In de uiting wordt met betrekking tot dit product onder meer gezegd: “Ondersteunt de energiehuishouding en heeft een positieve invloed op de vetverbranding.” Het product bevat blijkens de ingrediëntendeclaratie op de website onder meer “Yerba Matte Leaf Extract”. De klacht: Klaagster stelt, samengevat, dat er geen betrouwbare gegevens zijn over het afslankende effect bij het gebruik van groene koffie tezamen met ‘Yerba Mate Extract’. Klaagster heeft ook geen betrouwbare bronnen kunnen vinden waaruit een positieve invloed op de verbranding.

Het oordeel van de voorzitter: 1)  De klacht is in het bijzonder gericht tegen het gedeelte van de uiting waarin met betrekking tot het aangeprezen product wordt gezegd: “heeft een positieve invloed op de vetbranding”. Niet in geschil is dat deze mededeling een gezondheidsclaim betreft als bedoeld in artikel 2 lid 5 van de Europese Verordening inzake voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen (Claimsverordening), en dan meer in het bijzonder een claim met betrekking tot een afslankend effect. Uit de uiting blijkt niet duidelijk op welk specifiek ingrediënt of op welke nutriënt de claim is gebaseerd. De voorzitter gaat er veronderstellenderwijs van uit dat de claim is gebaseerd op ‘Yerba Mate’ dat in de ingrediëntenlijst wordt genoemd en dat, zoals ook uit de informatie van de Keuringsraad KOAG/KAG blijkt, de enige stof in het product is die vooralsnog het gebruik van de onderhavige gezondheidsclaim onder de Claimsverordening kan rechtvaardigen. Het gaat om een botanical waarvoor nog geen gezondheidsclaims geautoriseerd zijn en ter zake waarvan de beoordeling momenteel ‘on hold’ staat.

2)  Vooropgesteld wordt dat de uiting volgens de Keuringsraad KOAG KAG niet in strijd is met de Claimsverordening omdat de gehanteerde claims in lijn zijn met de ‘on hold’ claims voor ‘Yerba Mate’ voor zover het betreft ‘Weightmanagement’ en ‘Invigoration of the body’. De voorzitter is eveneens van oordeel dat geen aanleiding bestaat om de onderhavige uiting in strijd met de Claimsverordening te achten. Er is sprake van een gezondheidsclaim met betrekking tot een botanische stof (Yerba Mate) die in het product is verwerkt, en die valt onder een overgangsregeling van de Claimsverordening. Hierdoor is de claim, indien aan de overige eisen wordt voldaan, niet in strijd met die verordening. Het feit dat deze overgangsregeling van toepassing is, ontslaat adverteerder echter niet van de verplichting om de werking van het product voldoende aannemelijk te maken. Dienaangaande is van belang dat de Europese Commissie nog geen beslissing heeft genomen over gezondheidsclaims voor de onderhavige botanische stof omdat deze nog niet door de EFSA is beoordeeld. Het feit dat deze stof om die reden op de ‘on hold’ lijst is geplaatst, impliceert derhalve nog geen enkel oordeel over de aannemelijkheid van de werking daarvan. Om die reden dient adverteerder, zolang deze beoordeling niet heeft plaatsgevonden en totdat de Europese Commissie de claim bij verordening heeft goedgekeurd, de werking van het product aannemelijk te maken indien deze, zoals in het onderhavige geval, gemotiveerd wordt betwist.

3)  Dat het aangeprezen product een afslankend effect heeft, is door adverteerder op geen enkele wijze aannemelijk gemaakt. In dit verband kon adverteerder op grond van het voorgaande niet volstaan met enkel te verwijzen naar de ‘on hold’ status. Deze status is immers, zoals blijkt uit het voorgaande, niet relevant voor de vraag of kan worden aangenomen dat‘Yerba Mate’ de aan deze stof toegeschreven afslankende werking heeft. Op grond hiervan oordeelt de voorzitter dat de uiting de gemiddelde consument een onjuist beeld geeft met betrekking tot de van het gebruik van het onderhavige product te verwachten resultaten als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de voorzitter van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet zou hebben genomen. Nu de werking niet aannemelijk is geworden, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

De beslissing van de voorzitter
Op grond van het voorgaande acht de voorzitter de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. De voorzitter beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
RB 2502

Kosten bij windenergie groter dan alleen energiekosten productie

RCC 6 augustus 2015, RB 2501, dossiernr. 2015/00585 (Kosten bij windenergie groter dan alleen energiekosten productie)
Gedeeltelijke aanbeveling. Belegging windenergie. De uiting: Het betreft een uiting in een op 30 april 2015 aan klager per e-mail gezonden “Nieuwsbrief speciale editie” met als “Subject”: Duurzaamnieuws special: veilig beleggen in windenergie 16”, afkomstig/“From”: “Duurzaamnieuws.nl”. De uiting heeft als titel: “Windenergie als veilige beleggingsoptie”. De klacht: De titel: “Windenergie als veilige beleggingsoptie” is misleidend, omdat een belegging in windenergie wel degelijk risicovol is. Ook de onderbouwing ‘Bij windenergie werkt dat juist andersom: een windmolen levert de energie die nodig was voor haar productie en plaatsing in minder dan 6 maanden terug’ is feitelijk onjuist, omdat de kosten veel groter zijn dan alleen de energiekosten voor de productie.

Het oordeel van de Commissie:
1. Naar het oordeel van de Commissie betreft de bestreden uiting niet een zuiver redactioneel artikel in een nieuwsbrief, maar houdt deze tevens een systematische directe aanprijzing in van de mogelijkheid om als (aanvullende) pensioenvoorziening te investeren in windenergie, meer in het bijzonder in het windpark Nobelwind. In dit park -zo blijkt uit de uiting- kan de geadresseerde van de nieuwsbrief participeren, en wel via Meewind. In de uiting wordt de lezer aangemoedigd om te participeren in Nobelwind; gesteld wordt: “Wilt u ook mee participeren in een toekomstbestendige energievoorziening met een financieel aantrekkelijk rendement? Informeer u dan op de website van Meewind. Vraag hier direct een informatiepakket aan:
• Per e-mail
• Per post
Bent u al deelnemer aan een fonds van Meewind en wilt u bijstorten? Kijk dan hier.” Onderaan de uiting wordt men geattendeerd op drie gratis toegankelijke informatiebijeenkomsten en wordt de mogelijkheid geboden zich daarvoor op te geven: “Meld u hier aan voor een van de bijeenkomsten”. Gelet op het bovenstaande is er sprake van reclame als bedoeld in artikel 1 van Nederlandse Reclame Code (NRC).

2. De titel van de uiting luidt: “Windenergie als veilige beleggingsoptie”. Klager heeft gesteld dat een belegging in windenergie wel degelijk risicovol is. Verweerders hebben deze stelling niet, althans onvoldoende weersproken. Naar het oordeel van de Commissie is de titel een absolute stelling die in de tekst eronder niet  althans onvoldoende wordt genuanceerd. Hierdoor kan de onjuiste indruk ontstaan dat beleggen in windenergie geheel veilig is, meer in het bijzonder dat daaraan geen of nauwelijks financiële risico’s zijn verbonden. In zoverre acht de Commissie de uiting voor de gemiddelde consument onduidelijk ten aanzien van de risico’s die investeren in windenergie met zich brengt als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b NRC. Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. De Commissie acht beide verweerders verantwoordelijk voor de onderhavige overtreding van de NRC, verweerder sub 1 als de in de uiting genoemde partij via welke kan worden geparticipeerd in het windpark Nobelwind en verweerder sub 2 als partij van wie de nieuwsbrief afkomstig is.

3. Klager heeft ook gesteld: “Ook de onderbouwing ‘Bij windenergie werkt dat juist andersom: een windmolen levert de energie die nodig was voor haar productie en plaatsing in minder dan 6 maanden terug’ is feitelijk onjuist, omdat de kosten veel groter zijn dan alleen de energiekosten voor de productie”. De Commissie acht niet duidelijk wat klager bedoelt met “de onderbouwing”. Blijkens het verweer van verweerder sub 2 heeft deze “de onderbouwing” opgevat in die zin dat klager doelt op een onderbouwing van de titel “Windenergie als veilige beleggingsoptie”.  Het komt de Commissie echter voor dat de mededeling ‘Bij windenergie …  voor de productie’ veeleer moet worden gezien in relatie tot het kopje erboven: “Windenergie is economie”. Wat hiervan zij, gezien de formulering van dit onderdeel van de klacht ziet de Commissie geen aanleiding om te oordelen dat de uiting ook gelet op de mededeling ‘Bij windenergie …  voor de productie’ in strijd is met de NRC.

De beslissing
Gelet op hetgeen in het oordeel onder 1 en 2 is overwogen acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met artikel 7 NRC. Zij beveelt verweerders aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken. Voor het overige wijst zij de klacht af.

RB 2501

Gsmweb.nl (geen) gratis smartphone bij abonnement

RCC 6 augustus 2015, RB 2500, dossiernr. 2015/00727 (Gsmweb.nl geen gratis smartphone bij abonnement)
Aanbeveling. Verlening abonnement mobiele telefonie. De uiting: Het betreft een aan klager gerichte ‘Direct Mail’, afkomstig van adverteerder met als onderwerp: “Reminder verlenging abonnement mobiele telefonie”. Hierin staat: “Als u nu verlengt kunt u een gratis smartphone uitzoeken of u kiest voor een sim only waarmee hoge kortingen op de abonnementskosten gerealiseerd kunnen worden”. (…) De klacht: In de uiting wordt gesuggereerd dat de consument die zijn (telefoon)abonnement bij adverteerder verlengt, een gratis smartphone kan uitzoeken. Gebleken is echter dat de consument die gebruik wil maken van de ‘gratis smartphone actie’ aan adverteerder een hoger bedrag aan abonnementskosten dient te voldoen dan wanneer hij geen gebruik maakt van de actie en slechts zijn abonnement verlengt zonder een beroep te doen op de ‘gratis’ telefoon. Klager acht de uiting om die reden misleidend.

Het oordeel van de Commissie:
Op grond van het bepaalde in artikel 8.5 van de Nederlandse Reclame Code (NRC) en punt 19 van de bij dit artikel behorende bijlage 1 is het onder alle omstandigheden misleidend om in een reclame een product als ‘gratis’ te omschrijven als de consument iets anders moet betalen dan de onvermijdelijke kosten om in te gaan op het aanbod en het product af te halen dan wel te laten bezorgen. In het onderhavige geval is sprake van een gecombineerd aanbod, aangezien de consument de smartphone alleen ‘gratis’ ontvangt bij de verlenging van zijn abonnement. Bij een dergelijk gecombineerd aanbod betekent de bepaling van punt 19 van bijlage 1 NRC, dat de kosten van het gratis product niet mogen worden terugverdiend door deze te verdisconteren in de prijs van het wel te betalen product (abonnement). Uit de door klager overgelegde e-mailcorrespondentie met adverteerder blijkt dat de in de reclame-uiting vermelde aanbieding: “Als u nu verlengt kunt u een gratis smartphone uitzoeken”, inhoudt dat de consument geen éénmalig bedrag voor de ‘gratis’ smartphone betaalt, maar dat hij het toestel als het ware afbetaalt doordat hij maandelijks een hoger bedrag aan abonnementskosten betaalt. Hiermee is volgens de Commissie vast komen te staan dat voor de ‘gratis’ smartphone wel degelijk kosten in rekening worden gebracht die in de abonnementskosten worden verdisconteerd, zodat sprake is van een onjuist gebruik van de aanduiding ‘gratis’. Gelet hierop is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. Gelet op het voorgaande wordt als volgt beslist.

De beslissing
De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
RB 2500

Sonos playbar voor die prijs ook bij concurrent

Vzr. RCC 7 augustus 2015, RB 2499, dossiernr. 2015/00755 (Sonos playbar voor die prijs ook bij concurrent)
Voorzitterstoewijzing. Misleiding. Sonos playbar. De uiting: Het betreft de aanbieding van een ‘Sonos playbar’ in de (huis-aan-huis en online) folder van adverteerder voor week 26-2015. Bij deze aanbieding staat, in een kader: “Alleen bij Klein Nu: € 699,00 Dit kan NIET! Maar we doen het toch!” De klacht: De uiting wekt sterk de indruk dat de Sonos playbar door adverteerder wordt aangeboden voor een speciale en lage prijs. Klager stelt echter, mede onder verwijzing naar een prijslijst op kieskeurig.nl, dat het product al lange tijd door concurrenten voor de prijs van € 699,-, wordt aangeboden, en dat de playbar op dit moment voor dezelfde prijs op de website van Sonos zelf staat. Klager acht de reclame daarom misleidend.

Het oordeel van de voorzitter:
In de bestreden uiting staat direct naast de beschrijving van de Sonos playbar een kader met daarin de mededelingen “Alleen bij Klein” en “Nu: € 699,00” en “Dit kan NIET! Maar we doen het toch!” Naar het oordeel van de voorzitter wordt hierdoor onmiskenbaar de indruk gewekt dat het product alleen bij adverteerder voor de onwaarschijnlijk lage prijs van € 699,- wordt aangeboden. Klager heeft echter voldoende aannemelijk gemaakt dat concurrenten dezelfde of een lagere prijs (€ 689,-) hanteren voor de Sonos playbar. Naar het oordeel van de voorzitter zal de gemiddelde consument de direct bij de prijs geplaatste mededelingen “Alleen bij Klein” en “Dit kan niet! Maar we doen het toch!” niet betrekken op het leverbaar zijn uit voorraad van de playbar of andere voordelen die adverteerder stelt aan te bieden. Gelet op het voorgaande gaat de uiting gepaard met onjuiste informatie ten aanzien van het bestaan van een specifiek prijsvoordeel als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder d van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Omdat de voorzitter voorts van oordeel is dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. Daarom wordt als volgt beslist.

De beslissing van de voorzitter
De voorzitter acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. Hij beveelt adverteerder aan om niet meer op een derge­lij­ke wijze reclame te maken.

RB 2499

Zinsnede 'met dezelfde of nog voordeligere tarieven' te absoluut

Vzr. RCC 11 augustus 2015, RB 2498, dossiernr. 2015/00773 (Met dezelfde of nóg voordeligere tarieven te absoluut)
Voorzittertoewijzing. Nutsvoorziening. De uiting: Het betreft de door adverteerder aan klager gezonden e-mail, in het bijzonder de eerste alinea daarvan. De klacht: In de eerste alinea suggereert adverteerder dat klager voordelig zijn energie-contract kan verlengen met “InControl met de iPhone 6”. Dat klinkt aantrekkelijk, maar bij het bekijken van de tarieven blijkt dat elektra wel goedkoper is, maar dat gas duurder is. Bovendien heeft het nieuwe contract een looptijd van 3 jaar en bedragen de vaste leveringskosten € 14,50 per maand, ofwel € 750,- per 3 jaar, terwijl klager daarvoor nu €  55,- per jaar betaalt. Gelet op het vorenstaande acht klager de uiting misleidend.

Het oordeel van de voorzitter:
In de gewraakte alinea zegt adverteerder bestaande klanten de mogelijkheid te geven uit dezelfde producten te kiezen als nieuwe klanten “Met dezelfde of nóg voordeligere tarieven.”. In klagers geval is daarvan geen sprake, integendeel. Hij zou, indien hij van dit aanbod gebruik zou hebben gemaakt onvoordeliger uit zijn geweest. Gelet hierop acht de voorzitter de zinsnede “Met dezelfde of nóg voordeligere tarieven” te absoluut. Blijkens het voorgaande is in de uiting onjuiste informatie verstrekt als bedoeld in artikel 8.2 aanhef van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de voorzitter van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

De beslissing van de voorzitter
Op grond van het hierboven overwogene acht de voorzitter de uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC en beveelt hij adverteerder aan voortaan niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
RB 2498

Geen 128GB SDkaart maar slechts korting bij de aanschaf

Vzr. RCC 11 augustus 2015, RB 2498, dossiernr. 2015/00765 (Onzorgvuldige tekst. Geen 128GB SD kaart maar korting)
VT voor zover nodig. Misleiding. SD kaart. De uiting: Het betreft de op 2 juli 2015 aan klager gezonder e-mail met de aanhef “Beantwoord 2 korte vragen voor een GRATIS gigagrote 128GB SD kaart t.w.v. 100,00 heer Ven” De klacht: Klager heeft de vragen beantwoord en daarbij stond “Beantwoord deze vragen en win”. Dit impliceert dat men bij beantwoording altijd prijs heeft. Vervolgens kreeg klager een e-mail met de mededeling “Helaas, u heeft de 128GB SSD niet gewonnen maar u bent wel de winnaar van de 20% korting op deze 128GB SD kaart, heer Ven”. Het is misleidend een SD te beloven, maar tenslotte slechts korting daarop te geven.

Het oordeel van de voorzitter: In de uiting wordt, bij juiste beantwoording van twee vragen, een 128GB SD kaart in het vooruitzicht gesteld, maar in plaats van een dergelijke kaart krijgt klager korting bij aanschaf van een kaart. Adverteerder erkent dat de tekst van de uiting onzorgvuldig is. Blijkens het voorgaande is in de uiting voor de gemiddelde consument onjuiste informatie verstrekt als bedoeld in artikel 8.2 aanhef van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de voorzitter van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

De beslissing van de voorzitter
Op grond van het hierboven overwogene acht de voorzitter de uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 van de Nederlandse Reclame Code en beveelt hij adverteerder, voor zover nodig, aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
RB 2497

Boodschap in videofilm Lactacyd voldoende duidelijk

RCC 6 augustus 2015, RB 2497, dossiernr. 2015/00694 (Boodschap Lactacyd duidelijk)
Afwijzing. Lactacyd. De uiting: Het betreft een videofilmpje over het product Lactacyd, welk filmpje klaagster gezien heeft via https://www.youtube.com/watch?v=kOekrjj4di0. Het filmpje (“vragen (v)uurtje met Lactacyd”) toont mensen die op straat worden geïnterviewd over het reinigen van de vagina. In beeld verschijnt de stelling: “je vagina wassen met water is genoeg” met een vraagteken door die stelling. De reactie van een man luidt: “Dat vraag ik me eigenlijk ook af”. In beeld verschijnt de vraag: “Hoe reinig jij je vagina?”. Diverse vrouwen antwoorden: “Met water”. Een van hen voegt daaraan toe: “plus een washandje eventueel”. In beeld verschijnt: “Fabel? of Feit? Water is goed genoeg om je vagina te wassen”. Een aantal mensen zegt: “Feit”. Sommigen antwoorden: “Fabel”, waarop een vrouw zegt: “Als je bijvoorbeeld aan het afwassen bent, kun je niet alleen water gebruiken”. Dan is te lezen: “Water is mild en verfrissend maar….. water alleen is niet goed genoeg water + Lactacyd milde reiniging langdurige verfrissing voorkomen van ongemakken”. Op straat reageren twee mensen: “Echt”, “Nooit geweten…”, waarna zij het product (in verpakking) tonen. Ten slotte verschijnt in beeld: “Bestel een gratis sample” en “Lactacyd”.

De klacht: In het filmpje worden mensen op straat -volgens klaagster:“(uiteraard geacteerd)”-ingelicht over hygiëne van intieme delen. Ze verkondigen daarbij dat de stelling  “Water is goed genoeg om je vagina te wassen” een fabel is en suggereren dat je dagelijks zeep (in hun bewoording: “frisse wasgel”) móet gebruiken. Dit is misleidend voor een groot deel van de bevolking dat niet goed is voorgelicht over persoonlijke hygiëne. Zij krijgen de boodschap dat ze zeep moeten gebruiken bij het wassen van de vagina, terwijl dat niet wetenschappelijk kan worden onderbouwd. Verder raakt de vergelijking met het doen van de afwas met afwasmiddel kant noch wal.

Het oordeel van de Commissie:
De Commissie vat de klacht op in die zin dat in de uiting wordt gesuggereerd dat je dagelijks zeep moet gebruiken om je vagina te wassen, en dat die suggestie onjuist is. De Commissie acht deze klacht ongegrond, en overweegt daartoe het volgende. In het filmpje, waarin volgens het verweer sprake is van een levensecht straatinterview,  wordt noch gesteld noch gesuggereerd dat “zeep” moet worden gebruikt voor het reinigen van de vagina. Overigens wordt ook niet gesproken over “frisse wasgel”, zoals klaagster volgens de klacht kennelijk veronderstelt. De Commissie begrijpt uit het verweer dat de volledige naam van het in de uiting besproken product “Lactacyd Verfrissende Wasgel” is. In de uiting wordt het product echter aangeduid als “Lactacyd”. Gelet op het voorgaande mist de klacht feitelijke grondslag en dient deze om die reden te worden afgewezen. Overigens is bij verweer meegedeeld dat adverteerder het eens is met klaagster dat het onwenselijk is en zelfs onverstandig om de vagina dagelijks te wassen met zeep, omdat dagelijks gebruik van zeep de natuurlijke zuurgraad van de vagina zou verstoren. Adverteerder heeft vervolgens meegedeeld dat Lactacyd wasgel het tegendeel van zeep is, in die zin dat het een ‘zuur’ product is, dat helpt de zure bescherming van de vagina in stand te houden. Bij verweer heeft adverteerder ook meegedeeld dat het bestreden filmpje deel uitmaakt van de website vaginapagina.nl en dat op die website staat dat Lactacyd geen zeep bevat en wordt benadrukt dat het wassen van de vagina met zeep geen goed idee is. In de uiting zegt een vrouw: “Als je bijvoorbeeld aan het afwassen bent, kun je niet alleen water gebruiken”. Deze uitspraak moet duidelijk worden gezien in de context van de eerdere mededeling van de vrouw dat de stelling “Water is goed genoeg om je vagina te wassen” een “Fabel” is. Volgens de vrouw is “Water” kennelijk in beide gevallen “niet goed genoeg”. Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.

De beslissing
De Commissie wijst de klacht af.
RB 2496

It's a German niet misleidend bij Zuid-Koreaanse Opel Karl

Vzr. RCC 7 augustus 2015, RB 2496, dossiernr. 2015/00758 ("It's a German" niet misleidend bij Zuid-Koreaanse Opel Karl)
Voorzittersafwijzing. Misleiding voornaamste kenmerk product. De klacht: Klager stelt dat in de televisiecommercial wordt gesuggereerd dat het om een model van Duitse kwaliteit gaat. In de uiting wordt de nadruk gelegd op de Duitse achtergrond van het merk Opel. Het in de televisiecommercial bedoelde model Karl is echter een in Zuid-Korea ontwikkelde en geproduceerde auto. Eigenlijk betreft het een Chevrolet/Daewoo Spark. Het betreft dus een Zuid-Koreaans product dat ook als zodanig dient te worden aangemerkt. Op grond van het voorgaande is volgens klager sprake van misleidende reclame.

Het oordeel van de voorzitter
1)  Kern van de klacht is dat er, anders dan in de televisiecommercial door de uitdrukkelijke verwijzing naar Duitse kwaliteit en Duitsers alsmede door de slogan “It’s a German” wordt gesuggereerd, geen sprake is van een in Duitsland vervaardigd product. Op zichzelf genomen is dit laatste juist. Adverteerder heeft erkend dat de auto, ondanks het voorgaande en de Duits klinkende naam ‘Karl’, niet in Duitsland wordt geproduceerd.

2)  Met betrekking tot de vraag of de gemiddelde consument door dit laatste wordt misleid is van belang welke betekenis deze consument aan de gesuggereerde Duitse herkomst van de auto zal toekennen. Klager stelt dat adverteerder hiermee verwijst naar Duitse kwaliteit, hetgeen blijkbaar ook de bedoeling van adverteerder is en waarschijnlijk zo door de gemiddelde consument zal worden opgevat. Van de televisiecommercial gaat derhalve in de eerste plaats de suggestie uit dat de aangeprezen auto van ‘Duitse kwaliteit’ is. Klager heeft niet gesteld dat de auto, nu deze niet in Duitsland wordt gefabriceerd, van een ‘andere’ kwaliteit is. De voorzitter ziet ook geen aanleiding om te oordelen dat de kwaliteit van de auto afwijkt van hetgeen de consument bij ‘Duitse’ kwaliteit verwacht. Daarnaast zal de gemiddelde consument naar het oordeel van de voorzitter op grond van de televisiecommercial veronderstellen dat de desbetreffende auto past bij auto’s van het Duitse merk Opel. In dit kader heeft adverteerder gesteld dat de Karl volledig nieuw is ontwikkeld door Duitse Opel engineers met behulp van Duitse technologie “om perfect bij het merk Opel aan te sluiten”.

3)  Uitgaande van het voorgaande zal de gemiddelde consument die op grond van de televisiecommercial verwacht een auto te kopen van ’Duitse’ kwaliteit die past bij het merk Opel, niet in zijn verwachtingen worden teleurgesteld. Op grond hiervan en mede in aanmerking genomen dat Opel door de consument waarschijnlijk als een Duits merk wordt beschouwd, acht de voorzitter de televisiecommercial niet misleidend. Derhalve wordt beslist als volgt.

De beslissing van de voorzitter
Gelet op het bovenstaande wijst de voorzitter de klacht af.

RB 2494

Actiepakker kansspel met 300 vragen en 90 cent per minuut aan kosten

RCC 4 augustus 2015, RB 2494; dossiernr. 2015/00610 (300 vragen en 90cent per minuut om deel te nemen)
Gedeeltelijke aanbeveling. Kansspel. Digitale marketing communicatie. De uiting: Het betreft door klager ontvangen reclame per e-mail van 7 mei 2015 voor een actie: “Win een JUMBO waardebon”. In stap 1 staat onder meer:“Je hebt mogelijk gewonnen! Jouw email is geselecteerd. Maak direct kans op deze Superdeal: Een JUMBO WAARDEBON t.w.v. € 500.-”. en “Gratis nieuwsbrief dienst Actiepakker. Actiepakker sluit elke aansprakelijkheid uit wanneer informatie in deze e-mail niet correct, onvolledig of het niet tijdig overkomt, evenals indien er schade ontstaat ten gevolge van deze e-mail. Contact: info@blz2.nl, Kuiperssingel 2, Drachten”. In stap 2 staat onder meer: “Deze actie is nog geldig tot 7 mei. Antwoord op deze 3 vragen zodat we kunnen zien of we je de waardebon kunnen opsturen. Ken je JUMBO? Ja. Neen”. In stap 3 staat onder meer: “Je kunt nu kijken of je de waardebon van € 500,- euro kan verdienen! Opgelet! Er zijn nog slechts 5 waardebonnen over. (…) Kijk voor je waardebon. Je kunt nu nog gedurende 52 seconden deelnemen. Aan de deelname kunnen voorwaarden verbonden zijn”.

In stap 4 staat onder meer: “WORD JIJ ONZE WINNAAR VANDAAG? Vul je gegevens in: Voornaam: E-mail: Telefoonnummer: (…)”. Onderaan de pagina staat in relatief kleine letters: “Het tarief van deze dienst is € 0,90 per minuut. Om deel te nemen aan deze dienst, bestaande uit in totaal 300 quizvragen per telefoon, vult u uw telefoonnummer in op de internetpagina en wordt er aan u een PIN code beschikbaar gesteld. Uw PIN code vult u in op de pagina, zoals weergegeven op uw beeldscherm, om deze dienst te activeren. Op het moment dat u de (telefoon)verbinding verbreekt, kunt u de dienst stoppen. Blijf dus aan de lijn, beluister de vragen en vul het juiste antwoord in met optie 1 of optie 2 via uw telefoon. Deelname aan deze dienst is mogelijk tussen 10/02/2015 en 01/07/2015. Degene met de meeste vragen goed wint. Voor informatie kunt u contact opnemen per e-mail nl@quiz-fun.com.my of bezoek de website https://quiz-fun.com.my/nl-nl/. Conversion Factory, handelende onder de naam Quiz-Fun, is gevestigd in Kuala Lumpur (….)”. In stap 5 staat onder meer: “WIN COMPUTER PRIZE ID: JUMBO WAARDEBON LIJN IS OPEN:   0.33 SEC (…) 1 Bel 0909-4555111 €0,90 per minuut en je krijgt een unieke pincode te horen … blijf aan de lijn … 2 Vul je code hier in: (….)”. Onderaan de pagina staat in relatief kleine letters dezelfde tekst als hierboven aangehaald onder “stap 4” (Het tarief ... gevestigd in Kuala Lumpur (…))”.

De klacht: De klacht kan als volgt worden samengevat. De tijdsdruk van een minuut bij stap 3 is bijzonder sluw, omdat men daardoor niet de tijd neemt om bij de stappen 4 en 5 de kleine lettertjes onderaan de pagina te lezen. Het gaat om 300 vragen, een tarief van 90 eurocent per minuut, minstens 10 seconden per vraag, derhalve om minstens 50 minuten, hetgeen betekent dat de kosten minstens 45 euro bedragen. De meeste mensen zullen afhaken na een paar minuten, maar dat is wel “kassa” voor Actiepakker. Klager maakt met name bezwaar tegen “die truc met die tijdsdruk”. Klager vraagt zich af of het niet misleidend is om mensen doelbewust af te leiden van informatie over de kosten. In stap 5 is wel een tarief vermeld bij het te bellen telefoonnummer, maar intussen ziet men de seconden wegtikken, en dus de kans op gratis shoppen kleiner worden. Ook dat is misleidend. Als men terug gaat naar de mail, kan men weer opnieuw beginnen, sterker nog: een paar dagen later kan men nog steeds doorklikken vanuit de mail. De mededeling in stap 3: “Deze actie is nog geldig tot 7 mei” is dan ook onjuist; de vermelde datum is steeds die van “de huidige dag”. Opmerkelijk is ook dat er elke keer “nog slechts 5 waardebonnen over” zijn, volgens stap 3. Klager vindt de onderhavige uiting nogal stuitend, en “zeker geen reclame voor de bedrijven die eraan deelnemen”. Eerder ontving klager een soortgelijke uiting van Actiepakker, toen betreffende een bouwmarkt.

Het oordeel van de Commissie: 1. De Commissie stelt voorop dat zij verweerder sub 2 (hierna ook: Jumbo) niet verantwoordelijk acht voor de bestreden uiting. Zij overweegt daartoe dat Jumbo voldoende aannemelijk heeft gemaakt, onder meer door te verwijzen naar een waarschuwing op haar website, dat haar naam zonder haar toestemming in de uiting is gebruikt en dat de in de uiting opgenomen actie niet (mede) door Jumbo is georganiseerd. 2. Ten aanzien van de inhoud van de bestreden uiting overweegt de Commissie het volgende. Deze uiting, die bestaat uit verschillende “stappen”, dient als één geheel te worden beoordeeld. In de e-mail, die het eerste onderdeel van de uiting vormt, wordt gewezen op de kans die de geadresseerde maakt om een Jumbo waardebon ter waarde van € 500,- te winnen. Daarbij wordt nog niet gewezen op het feit dat men, om kans te maken op deze waardebon, gebruik dient te maken van een telefonische informatiedienst van € 0,90 per minuut. Dat gebeurt pas nadat men 3 vragen heeft moeten beantwoorden, over welke vragen overigens is vermeld: “Antwoord op deze 3 vragen zodat we kunnen zien of we je de waardebon kunnen opsturen”, hetgeen doet vermoeden dat het enkel juist beantwoorden van de 3 vragen kan leiden tot het toesturen van de waardebon. Uiteindelijk blijkt uit het hierboven onder “de bestreden uiting” als “stap 4” aangeduide deel van de uiting dat een 0909-nummer voor € 0,90 per minuut moet worden gebeld om kans te maken op het winnen van de waardebon. Deze informatie is essentiële informatie die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te nemen. Deze informatie had naar het oordeel van de Commissie voor de consument direct kenbaar moeten zijn, bij eerste confrontatie met de uiting. Dit geldt temeer nu in “stap 4” staat: “Je kunt nu nog gedurende 52 seconden deelnemen. Aan de deelname kunnen voorwaarden verbonden zijn”. Deze mededeling zet de lezer mogelijk aan tot overhaaste deelname, zonder dat hij voldoende op de hoogte is van de aan deelname verbonden voorwaarden, meer in het bijzonder het feit dat het gaat om een betaalde informatiedienst. Gelet op het bovenstaande is er sprake van een te laat verstrekken van essentiële informatie die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te nemen als bedoeld in artikel 8.3 onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. 3. Klager heeft ook bezwaar gemaakt tegen de vermelding “Deze actie is nog geldig tot 7 mei”. De Commissie acht dit bezwaar gegrond, nu in de in de “stappen 4 en 5” opgenomen voorwaarden staat: “Deelname aan deze dienst is mogelijk tussen 10/02/2015 en 01/07/2015”, hetgeen onverenigbaar is met de mededeling “Deze actie is nog geldig tot 7 mei”. In zoverre gaat de uiting gepaard met onjuiste informatie als bedoeld in artikel 8.2 aanhef NRC. Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. De Commissie acht verweerders sub 1 en 3 beide verantwoordelijk voor de onderhavige overtredingen van de NRC.

De beslissing
Op grond van het voorgaande acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met artikel 7 NRC. Zij beveelt verweerders sub 1 en 3 aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.Ten aanzien van verweerder sub 2 wijst zij de klacht af.

RB 2490

Installatie Mediabox Ziggo duurt langer dan 30 minuten

'RCC 4 augustus 2015, RB 2490; dossiernr. 2015/00719 (Mediabox Ziggo heeft langere installatietijd dan 30 minuten)
Aanbeveling. Misleidende voornaamste kenmerken product. Ziggo mediabox.  De uitingen: Uiting 1Het betreft de verpakking van adverteerders mediabox waarop – voor zover van belang – onder meer staat: “Ziggo Digitale TV. Het omwisselen en installeren.” (…) “Binnen 30 minuten geïnstalleerd”. Uiting 2 De bij de mediabox van adverteerder behorende handleiding. Hierin staat onder meer: “D. Installatiegarantie”. (…) Als u wilt, kunt u binnen 8 weken na ontvangst van het installatiepakket een monteur aanvragen. Hij komt dan bij u thuis om gratis de Ziggo diensten aan te sluiten”. De klacht: Ten aanzien van uiting 1: In de reclame-uiting staat dat de installatie van de mediabox binnen 30 minuten is voltooid. Volgens klager is dat feitelijk onjuist. De installatie heeft in het geval van klager vele uren geduurd en volgens hem is dit een structureel probleem. Toen klager belde met de helpdesk van Ziggo bleek er namelijk een menu-optie te zijn voor de situatie dat de installatie van de mediabox langer duurt dan 30 minuten. Ten aanzien van uiting 2: Adverteerder biedt volgens de bij de mediabox bijgevoegde handleiding een installatiegarantie, hetgeen inhoudt dat er – in het geval een consument problemen ondervindt bij de installatie van de mediabox – kosteloos een monteur langskomt. Klager heeft echter ervaren dat de helpdesk van adverteerder hem slechts een monteur aanbood tegen betaling van € 60,- per uur.

Het oordeel van de Commissie:
Ten aanzien van uiting 1: De Commissie begrijpt de klacht aldus, dat volgens klager de onderhavige uiting misleidend is nu hierin staat: “binnen 30 minuten geïnstalleerd”, terwijl klager heeft moeten ervaren dat de installatie veel meer tijd in beslag nam. Vast is komen te staan dat de installatie van de mediabox niet in alle gevallen binnen de aangegeven 30 minuten wordt voltooid omdat zij (negatief) kan worden beïnvloed door factoren die kennelijk niet in de invloedsfeer van adverteerder liggen. Nu in de uiting in absolute zin staat: “binnen 30 minuten geïnstalleerd”, terwijl vast staat dat er een (geringe) kans bestaat dat de installatie niet binnen de aangeduide tijd kan worden voltooid, is de Commissie van oordeel dat er geen juiste informatie is verstrekt ten aanzien van de voordelen van de installatie van de mediabox als bedoeld onder b van artikel 8.2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Ten aanzien van uiting 2: Klager acht uiting 2 misleidend omdat hierin de indruk wordt gewekt dat de consument bij de installatie van de diensten van adverteerder – indien gewenst – binnen acht weken na aanschaf van de mediabox gratis hulp kan ontvangen van een monteur, terwijl klager heeft ervaren dat adverteerder hiervoor € 60,- per uur in rekening wilde brengen. Adverteerder heeft aangevoerd dat onduidelijk is wat er precies is afgesproken tijdens het klantcontact dat heeft plaatsgevonden tussen klager en adverteerder en dat elke consument die bij haar een mediabox bestelt een beroep kan doen op de door haar aangeboden installatiegarantie, hetgeen inhoudt dat hij – binnen een termijn van acht weken – recht heeft op een gratis monteur. De Commissie ziet geen aanleiding om aan te nemen dat de door adverteerder verstrekte informatie onjuist is, zodat hetgeen in de reclame-uiting wordt vermeld niet onjuist of misleidend kan worden geacht. Wellicht is in de onderhavige kwestie sprake geweest van een onjuiste mededeling van één van de medewerkers van de helpdesk van adverteerder; dit brengt echter niet met zich dat de bestreden uiting misleidend is. Op grond van het vorenstaande wordt als volgt beslist.

De beslissing
De Commissie acht op grond van het voorgaande reclame-uiting 1 in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. Zij beveelt – voor zover nodig – adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken. Voor het overige wijst de Commissie de klacht af.