RB

Producten  

RB 1541

De Mercedes-Benz mag "gewelddadig" genoemd worden

RCC 30 oktober 2012, zaaknr. 2012/00823 (klager tegen adverteerder)

In het Haarlems Dagblad staat de bestreden uiting: Onder de foto van een Mercedes-Benz G 63 AMG: “De Mercedes-Benz G 63 AMG ziet er gewelddadig uit – en is dat ook”.

Daaronder staat onder de aanhef: “Gewelddadig Test Mercedes-Benz G 63 AMG” onder meer: 

“Mag je het gewelddadig noemen? Bijna wel, al bepaalt natuurlijk de bestuurder zelf wat hij doet met al dat vermogen. In elk geval heeft Mercedes-Benz twee supersnelle versies toegevoegd aan het gamma van de vernieuwde G-klasse: de G 63 AMG en de G 65 AMG.  Wij reden in de Franse Alpen, waar (….). Geen gebied waar je als een razende doorheen rijdt, je wilt genieten van de natuur. Maar de G-klasse roept onvermoede driften in jezelf boven. Het is geweldig om het gaspedaal in te trappen, om te genieten van het vermogen van 400 kW. Het roffelende geluid van de uitlaat geeft een enorme kick. (...)”.

De klager stelt dat het woord “Gewelddadig” in de uiting zodanig wordt herhaald en onderbouwd, dat er ingespeeld wordt op agressiviteit in het rijgedrag. De Commissie wijst de klacht af, er is sprake van in de reclame niet ongebruikelijke en toelaatbare overdrijving.

Aangezien de klacht niet verder is onderbouwd, is niet duidelijk welke bepaling(en) van de NRC klaagster overtreden acht. Voor zover de Commissie de uiting als reclame mocht aanmerken, meent HDC Media dat deze uiting niet in strijd is met de NRC. Volledigheidshalve voert HDC Media aan dat de Code voor Personenauto’s (CvP) niet van toepassing is, omdat HDC Media geen deel uitmaakt van de branche zoals bedoeld in sectie 2 sub a CvP en hierdoor niet gebonden is aan de bepalingen van de CvP.

Het oordeel van de Commissie:
Bovenaan de pagina waarvan de bestreden uiting deel uitmaakt, staat “Advertorial”, op zodanige wijze dat naar het oordeel van de Commissie de gehele pagina als advertorial moet worden aangemerkt. Niet voldoende duidelijk is dat de pagina -zoals aangevoerd namens Het Haarlems Dagblad- enerzijds advertenties bevat en anderzijds artikelen over mobiliteit.

De bestreden uiting over de Mercedes-Benz G 63 AMG houdt onmiskenbaar een aanprijzing in van deze auto en naar het oordeel van de Commissie dient Mercedes in dit geval, waarin sprake is van een advertorial, als adverteerder te worden aangemerkt. Daarbij acht de Commissie het niet van belang of de uiting al dan niet tegen betaling is geplaatst.

De Commissie vat de klacht op in die zin dat de reclame appelleert aan of oproept tot agressief of verkeersonveilig gedrag als bedoeld in artikel 3 CvP. De Commissie acht deze klacht ongegrond. Naar haar oordeel verwijst de tekst van de uiting niet in ernst naar agressief of verkeersonveilig gedrag, maar is er sprake van in reclame niet ongebruikelijke en toelaatbare overdrijving.
 
Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist. 
De Commissie wijst de klacht af.
 

RB 1538

Iedereen weet dat een tweedehands auto gebreken vertoond

RCC 25 oktober 2012, dossiernr. 2012/00854 (klager tegen Adverteerder Autotrack.nl)

Het betreft een televisiecommercial voor AutoTrack.nl. In de commercial is een jongeman te zien die  twijfelt over de aankoop van een tweedehands auto die niet is gecheckt door AutoTrack.nl. Indien hij besluit de auto toch te kopen, dan komt hij, volgens het in de commercial geschetste scenario, er al snel achter “dat de kilometerstand niet klopt” en komt hij, nadat hij de auto in verband met een rokende motor naar de garage heeft gebracht,  “voor onverwachte uitgaven te staan”. Hierdoor heeft hij geen geld meer voor een fatsoenlijke vakantie en loopt hij de vrouw van zijn leven mis, welke vrouw de dochter blijkt te zijn van een rijke zakenman die hem in zijn miljardenbedrijf wil opnemen, waardoor hij in een mooi huis kan wonen en in twee grote auto’s kan rijden. De voice-over zegt: “Koop dus altijd een auto via AutoTrack.nl. Dan weet je zeker dat je goed zit.” Terwijl de tekst “AutoTrack.nl. De zorgvuldige autosite” in beeld is te zien, met voice-over: “AutoTrack.nl. Alles gecheckt, wel zo relaxed.”

Volgens de klager wordt door de mededeling de indruk gewekt dat een aankoop bij Autotrack.nl verantwoord is. De auto die klager via AuoTrack.nl heeft gekocht, bleek meteen gebreken te vertonen. Klager heeft een keuringsrapport van de ANWB een factuur van de garage overgelegd. Klager acht de reclame misleidend.

De RCC concludeert dat Autotrack.nl een platform website is waarop vraag naar en aanbod bij elkaar worden gebracht. AutoTrack.nl verkoopt zelf geen auto’s. Daarom mag de gemiddelde consument er niet van uitgaan dat alle auto's op technische mankementen zijn gecontroleerd. Bovendien wordt op de website AutoTrack.nl duidelijk vermeld en toegelicht welke objectieve gegevens in de advertenties voorafgaand aan publicatie op de website worden gecontroleerd. De commercial is duidelijk overdreven.

Het verweer
aarlijks worden bijna 800.000 auto’s aangeboden via AutoTrack.nl. Het is voor de gemiddelde consument voldoende duidelijk dat AutoTrack.nl niet in alle auto’s een proefrit gaat maken en deze technisch laat keuren. Daarnaast is het een feit van algemene bekendheid dat tweedehands (en nieuwe) auto’s gebreken kunnen hebben. In de reclame-uiting of op de website wordt geen garantie gegeven over de staat van de auto.
De televisiecommercial maakt gebruik van de overdrijvende vorm, om de boodschap dat de consument zorgeloos op de website op zoek kan gaan naar een gebruikte of een nieuwe auto sterk uit te drukken. De commercial is niet misleidend.

Het oordeel van de Commissie
 
Adverteerder biedt met AutoTrack.nl een website aan waarop vraag naar en aanbod van nieuwe en gebruikte auto’s bij elkaar worden gebracht. AutoTrack.nl verkoopt zelf geen auto’s. Gelet hierop mag de gemiddelde consument er niet van uitgaan dat de slogans “Dan weet je zeker dat je goed zit” en “Alles gecheckt, wel zo relaxed”  betekenen dat alle op de website  te koop aangeboden auto’s door AutoTrack.nl op technische mankementen zijn gecontroleerd en dat afwezigheid van dergelijke gebreken wordt gegarandeerd. Bovendien wordt op de website AutoTrack.nl voldoende duidelijk vermeld en toegelicht welke objectieve gegevens in de advertenties voorafgaand aan publicatie op de website worden gecontroleerd.

Naar het oordeel van de Commissie is de vorm van de televisiecommercial evenmin misleidend, nu voor de gemiddelde consument voldoende herkenbaar is dat sprake is van een sterke overdrijving.
 
De beslissing
De Commissie wijst de klacht af.
 

RB 1533

Weldadige warme sensatie en geur is onvoldoende onderbouwd of aangetoond

Vz (toewijzing) RCC 24 oktober 2012, dossiernr. 2012/00839 (Penis XXL crème)

Reclamerecht. Klaagster stelt, kort samengevat, dat het onduidelijk is of het gaat om een penisvergrotend of erectiestimulerend middel. Voor geen van beide toepassingen is de beweerde werkzaamheid van jojoba-olie of enig andere (niet nader genoemde) stof in de crème, wetenschappelijk aangetoond.

De voorzitter is van oordeel dat de klacht de Commissie aanleiding zal geven tot het doen van een aanbeveling. Hij overweegt daartoe het volgende.

De voorzitter acht het voldoende duidelijk dat in de uiting een erectiestimulerend middel wordt aangeprezen, mede door de bewering dat de crème een weldadige uitwerking heeft op de doorbloeding van de zwellichamen. De enkele toelichting van adverteerder dat de crème helpt bij een erectie door het veroorzaken van een warme sensatie en geur, is onvoldoende om aan te nemen dat de crème (of enig van haar bestanddelen) een rechtstreekse en louter fysieke uitwerking heeft op de zwellichamen.

Nu een dergelijke uitwerking ook niet op enig andere wijze wordt onderbouwd of aangetoond, bevat de uiting onjuiste informatie ten aanzien van een van de voornaamste kenmerken van de aangeprezen crème, te weten de van het gebruik te verwachten resultaten als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Omdat de gemiddelde consument door de uiting tevens ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

RB 1532

Onbeperkt alles in abonnement T-Mobile te absoluut

RCC 25 oktober 2012, dossiernr. 2012/00837B (klager tegen T-Mobile)

(status: 5 november: Nog niet onherroepelijk geworden beslissing) Het betreft een billboard voor "onbeperkt alles" van T-Mobile. Op het billboard staat onder meer: "Onbeperkt alles internet, bellen en sms*" De asterisk verwijst naar de tekst onderaan de uiting: "Na het overschrijden van je maandelijkse datategoed wordt de snelheid teruggebracht naar 64 kb/s. Bellen en smsen naar nationale nummers, met uitzondering van betaalde nummers en diensten. Kijk voor meer informatie over de T-Mobile Onbeperkt Voordeel bundels op t-mobile.nl."

De klacht is dat de suggestie gewekt wordt dat de consument een abonnement of bundel kan afsluiten waarmee hij onbeperkt gebruik kan maken van internet, sms en bellen. Dat is onjuist. De bestreden uiting misleidend. T-Mobile stelt dat er sprake is van een teaser reclame, bovendien mag, zoals in Rechtbank Amsterdam 18 mei 2011, LJN BQ6506), RB 949, en van de gemiddelde consument worden verwacht dat hij kennis neemt van de aan hem verstrekte informatie.

Er blijkt immers bij overschrijding van het maandelijkse datategoed een verlaging van de internetsnelheid te worden toegepast die - naar T-Mobile niet heeft weersproken - feitelijk tot gevolg heeft dat verschillende mobiele internetdiensten - waaronder diensten die naar hedendaagse maatstaven geacht kunnen worden te behoren tot normaal (mobiel) internetgebruik, zoals YouTube - niet meer (goed) functioneren. Dit is een belangrijke beperking waarop de gemiddelde consument op basis van de aanduiding "onbeperkt alles" niet bedacht zal zijn.

(...) De gemiddelde consument zal uit deze mededeling niet begrijpen dat het terugbrengen van de snelheid een beperking van de internetmogelijkheden inhoudt, in die zin dat sommige diensten feitelijk onbruikbaar worden.

De RCC is van oordeel dat de claim "onbeperkt alles" te absoluut is.

Gelet op het voorgaande is de Commissie van oordeel dat de claim "onbeperkt alles" te absoluut is. Aan dit oordeel doet niet af dat de billboard/abri reclame geen uitnodiging tot aankoop maar (als) een teaser reclame (bedoeld) is. Dat met de uiting wordt geprobeerd de nieuwsgierigheid van de consument te prikkelen neemt niet weg dat de in de uiting gedane mededelingen en verstrekte informatie juist en voldoende duidelijk moeten zijn en de gemiddelde consument niet op het vekeerde been mogen zette. De misleiding die het gevolg is van het voorgaande, wordt niet weggenomen door de informatie op de website. De billboard/abri reclame is een zelfstandige uiting en dient ook los van de website aan de eisen van de NRC te voldoen.

(...) De beslissing:

Gelet op hetgeen onder "ad a)" is overwogen, acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. Zij beveelt de adverteerder aan om niet meer op dergelijke wijze reclame te maken.

Op andere blogs:
SOLV (Absolute claims en kleine lettertjes in reclame)

RB 1522

De iPhone refurbished is een reeds gebruikte iPhone

RCC 3 oktober 2012, dossiernr. 2012/00803, dossiernr. 2012/00803-I (klager tegen Groupon)

Het betreft de aanbieding van een ”iPhone4 16 GB refurbished, inclusief accessoires (waarde € 599)” voor € 399,- plus € 10,- verzendkosten op adverteerders website www.groupon.nl,

“Deze iPhones zijn refurbished, dit betekent dat de producten na fabricage een kwaliteitstest niet goed doorstaan hebben. Na reparatie zijn deze opnieuw gecertificeerd door de fabrikant. Ze zijn dan ook qua kwaliteit geheel te beschouwen als nieuw, zo zit er bijvoorbeeld ook gewoon garantie van een 1 jaar op, geleverd door Eprokom.”

De klacht gaat over dat de iPhone niet nieuw bleek te zijn, maar duidelijk sporen van gebruik vertoonde. De Commissie acht zowel Groupon als Eprokom verantwoordelijk voor de bestreden uiting met daarin het aanbod van de iPhone4 16 GB refurbished. De RCC oordeelt dat de uiting onjuist informatie verstrekt over voornaamste kenmerken van het product, dat de gemiddelde consument door de uiting ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet genomen had. De commissie beveelt de adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

In de uiting wordt als toelichting op de aanduiding “refurbished” meegedeeld: “dit betekent dat de producten na fabricage een kwaliteitstest niet goed doorstaan hebben. Na reparatie zijn deze opnieuw gecertificeerd door de fabrikant. Ze zijn dan ook qua kwaliteit geheel te beschouwen als nieuw, zo zit er bijvoorbeeld ook gewoon garantie van een 1 jaar op, geleverd door Eprokom.” Naar het oordeel van de Commissie wordt door deze omschrijving de indruk gewekt dat de aangeboden iPhones direct na fabricage, voordat zij in gebruik zijn genomen, zijn gereviseerd. Het is echter - als door Groupon in dossier 2012/00803 erkend - komen vast te staan dat de iPhones al gebruikt (kunnen) zijn en daarvan sporen (kunnen) vertonen.

Gelet op het vorenstaande gaat de bestreden uiting gepaard met onjuiste informatie over een van de voornaamste kenmerken van het aangeprezen product, te weten de uitvoering, als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Omdat de Commissie voorts van oordeel is dat de gemiddelde consument door de uiting ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

RB 1520

Prijs reclameren (arrest)

HvJ EU 18 oktober 2012, zaak C-428/11 (Purely Creative e.a.) - persbericht

Prejudiciële vragen gesteld door Court of Appeal (England & Wales) (Civil Division).

Uitlegging van bijlage 1, punt 31, van richtlijn 2005/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2005 betreffende oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten op de interne markt en tot wijziging van richtlijn 84/450/EEG van de Raad, richtlijnen 97/7/EG, 98/27/EG en 2002/65/EG van het Europees Parlement en de Raad en van verordening (EG) nr. 2006/2004 van het Europees Parlement en de Raad („Richtlijn oneerlijke handelspraktijken”) (PB L 149, blz. 22) – Praktijk die erin bestaat een consument mee te delen dat hij een prijs heeft gewonnen, waarbij hem voor het reclameren van de prijs verschillende opties worden aangeboden en hij verplicht wordt kosten te maken waarvan de hoogte verschilt naargelang de gekozen optie.

Uit't persbericht: Agressieve praktijken van handelaars die bij de consument de bedrieglijke indruk wekken dat hij al een prijs heeft gewonnen, terwijl hij bepaalde kosten moet maken om deze te ontvangen, zijn verboden. Deze praktijken zijn verboden, zelfs indien de kosten die de consument dient te dragen, minimaal zijn ten opzichte van de waarde van de prijs of de handelaar geen enkele winst opleveren.

Antwoord: Paragraph 31, second indent, of Annex I to Directive 2005/29/EC of the European Parliament and of the Council of 11 May 2005 concerning unfair business-to-consumer commercial practices in the internal market and amending Council Directive 84/450/EEC, Directives 97/7/EC, 98/27/EC and 2002/65/EC of the European Parliament and of the Council and Regulation (EC) No 2006/2004 of the European Parliament and of the Council (‘the Unfair Commercial Practices Directive’) must be interpreted as prohibiting aggressive practices by which traders, such as those at issue in the main proceedings, give the false impression that the consumer has already won a prize, while the taking of any action in relation to claiming that prize, be it requesting information concerning the nature of that prize or taking possession of it, is subject to an obligation on the consumer to pay money or to incur any cost whatsoever;

 

It is irrelevant that the cost imposed on the consumer, such as the cost of a stamp, is de minimis compared with the value of the prize or that it does not procure the trader any benefit;

It is also irrelevant that the trader offers the consumer a number of methods by which he may claim the prize, at least one of which is free of charge, if, according to one or more of the proposed methods, the consumer would incur a cost in order to obtain information on the prize or how to acquire it;

It is for the national courts to assess the information provided to consumers in the light of recitals 18 and 19 in the preamble to Directive 2005/29 and Article 5(2)(b) thereof, that is to say, by taking into account whether that information is clear and can be understood by the public targeted by the practice.
RB 1518

De auto gaat niet op elektrische kracht 500 km

RCC 3 oktober 2012 zaaknr.2012/00810 (klager tegen adverteerder)

Misleidende reclame. Elektrische auto Opel Ampera.

Beelden van de televisiecommercial voor de Opel Ampera tonen een drietal extreme sportprestaties (zoals o.a. duiken tot 101 meter diep in 1 adem) afgewisseld met beelden van een Opel Ampera. 
Een voice-over zegt: “Alleen echte pioniers gaan verder dan alle anderen. De nieuwe Opel Ampera. Dé elektrische auto die je verder brengt.” In beeld verschijnt de tekst: “Opel Ampera. Elektrisch aangedreven, rijdt 500 km.”

De klacht isdat het elektrisch rijdend bereik van de Opel Ampera slechts 60 kilometer bedraagt. Daarna rijdt de auto op benzine, en is de auto vanwege zijn gewicht relatief onzuinig. De auto rijdt dus niet 500 kilometer elektrisch zoals in de commercial wordt gesuggereerd.

Door beide eigenschappen gecombineerd te noemen als in de laatste zinsnede, wordt naar het oordeel van de Commissie bij de gemiddelde consument de indruk gewekt dat de elektrisch aangedreven Ampera geen fossiele brandstof nodig heeft om 500 kilometer te kunnen rijden. Deze indruk wordt versterkt door de context van de uiting, waarin de nieuwe Opel Ampera - naast de getoonde beoefenaars van extreme sporten.
De reclame is in het oordeel van de commissie in strijd met Nederlands Reclame Code.
 

RB 1517

Vragenlijst over waardering geneesmiddel valt onder reclame

CGR 27 september 2012, Advies AA12.075

Reclame. Onderzoek wetenschappelijk verantwoord. Vragenlijst.

Wereldwijd lijden volgens opgave van [X] naar schatting 300 miljoen mensen aan [aandoening B]. Het doel van het onderzoek is vast te stellen aan welk  middel, [C] of een eerder door de patiënt gebruikt concurrerend middel, de  voor [aandoening B] behandelde patiënten de voorkeur geven in de dagelijkse praktijk. Dit onderzoek wordt gedaan met een vragenlijst waarop de patiënt op een schaal van zeven kan aangeven hoe hij het gebruik van [middel C] in de onderzoeksperiode waardeert ten opzichte van een eerder door hem gebruikt vergelijkbaar geneesmiddel.

Door de wijze waarop dit onderzoek wordt uitgevoerd en het betreffende geneesmiddel daardoor onder de aandacht van artsen wordt gebracht kan onder omstandigheden sprake zijn van reclame voor dat geneesmiddel. Blijkens de Gedragscode Geneesmiddelen Reclame wordt onder reclame verstaan: iedere aanprijzing van geneesmiddelen en daarmee samenhangende diensten of denkbeelden, daaronder begrepen het aanbieden of vragen van diensten of goederen in de omgang tussen vergunninghouders en beroepsbeoefenaren. Dergelijke onderzoeken zijn daarom slechts toelaatbaar indien de dienst die van de arts tegen beloning voor zijn medewerking wordt gevraagd “van belang is voor de uitoefening van de geneeskunst, de farmacie, de tandheelkunst of de verloskunst” (art. 94 onder a Geneesmiddelenwet) en indien het betreffende onderzoek niet leidt tot ”irrationeel voorschrijfgedrag” (art. 5 onder b Uitwerking). Het voorgenomen niet-WMO-plichtig onderzoek voldoet niet aan de eisen van de Gedragscode Geneesmiddelenreclame en 94a Geneesmiddelenwet.

 

2.4 Zowel ten aanzien van de vraag of deelname aan dit onderzoek door artsen die daarvoor een beloning ontvangen in het belang is van een goede uitoefening van de geneeskunde als ten aanzien van de vraag of de opzet van het onderzoek, afgezet tegen het belang van de geneeskunde bij dit onderzoek, voldoende wetenschappelijk verantwoord is zijn bij de Commissie ernstige bedenkingen gerezen die resulteren in een negatief advies.

De slotsom is dat het door [X] voorgenomen niet-WMO-plichtig onderzoek niet voldoet aan de eisen die de Gedragscode Geneesmiddelenreclame en artikel 94 a Geneesmiddelenwet aan een dergelijk onderzoek stellen.

RB 1508

Bepaald product in een rode kleur

CGR Codecommissie geneesmiddelen 20 september 2012, (AA12.084)

Reclameuiting. Geneesmiddelen. Negatief advies CGR.

Verzoekster wil klanten van apotheek A informeren over de verkrijgbaarheid van geneesmiddelen. Verzoekster heeft het voornemen om iedere twee maanden een informatiebulletin aan genoemde apotheken te versturen en vraagt te beoordelen of de opzet en inhoud van het informatiebulletin in overeenstemming zijn met de gedragscode. De Codecommissie komt tot een negatief advies over het laatste stuk van het informatiebulletin. Bepaalde producten zijn met een rode kleur opgenomen in het informatiebulletin. Op die manier wordt er extra belangstelling voor bepaalde producten gewekt. Dat leidt er toe dat van reclame gesproken moet worden.

"(...)Verzoekster heeft een tweetal stukken aan de Codecommissie verstrekt. Het eerste stuk
houdt een toelichting in op de activiteiten van [apotheek A] en een vermelding van een aantal producten die in het assortiment zijn of zullen worden opgenomen. Het tweede stuk is de assortimentslijst, waarin een groot aantal verkrijgbare artikelen en hun prijs wordt vermeld."

(...)"De eerste bladzijde van het eerste stuk kan niet als reclame worden aangemerkt. Het bevat slechts algemene informatie."

"(...)Het tweede stuk roept geen bezwaar op behoudens waar een bepaald product in een rode
kleur in de lijst is opgenomen. Verzoekster heeft niet aangegeven waarom bepaalde
producten met die kleur zijn opgenomen."

(...)De Codecommissie moet er daarom van uit gaan 2/2 dat dit is gebeurd omdat daardoor extra belangstelling voor die producten wordt gewekt. Dat leidt er toe dat van reclame gesproken moet worden.

(...) De Codecommissie meent dat uit het bovenstaande valt af te leiden in welke opzichten negatief moet worden geoordeeld. De gekozen benadering brengt mee dat verzoekster niet veel meer zal kunnen doen dan zakelijke informatie te verstrekken over wat zij kan leveren en dat zij daarbij geen speciale belangstelling voor één of meer van die producten zal mogen wekken."

RB 1506

Claim flexibele gewrichten dient aannemelijk te worden gemaakt

Vzr. RCC 13 september 2012, 2012/00635, (klager tegen Adverteerder Finitro)

Misleidende reclame-uiting, onjuiste informatie (art.8.2 onder b), in strijd met art. 7 NRC.

Het betreft een reclame-uiting in een Engelstalige e-mail waarin adverteerder een aanbod doet voor “a cure of Finitro for an entire year” onder de volgende mededeling: “As you already know, Finitro is regarded as the cure for maintaining flexible joints. Finitro also supports the production, construction and maintenance of cartilage in the neck, knee-, hands and other joints.”

De klacht is dat de beweringen omtrent het product van Finitro niet feitelijk zijn onderbouwd. De adverteerder claimt dat haar product bijdraagt aan de aanmaak, de opbouw en het behoud van kraakbeen in de gewrichten. Adverteerder heeft niet aannemelijk gemaakt dat het product de werking heeft die aldus in de reclame-uiting daaraan wordt toegeschreven. De voorzitter doet een aanbeveling.

De voorzitter is van oordeel dat de Commissie de klacht zal toewijzen. Hij overweegt daartoe het volgende.

In de uiting wordt het product van adverteerder aangeprezen als een middel om flexibele gewrichten te behouden. Voorts claimt adverteerder dat haar product bijdraagt aan de aanmaak, de opbouw en het behoud van kraakbeen in de gewrichten. Adverteerder heeft niet aannemelijk gemaakt dat het product de werking heeft die aldus in de reclame-uiting daaraan wordt toegeschreven.

Blijkens het voorgaande is geen juiste informatie verstrekt over de van het gebruik van het product te verwachten resultaten, een van de belangrijkste kenmerken van het product als bedoeld onder b van artikel 8.2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de voorzitter van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.