RB

Producten  

RB 942

Olvarit peutermenu - toelaatbare overdrijving

RCC 11 mei 2011, Dossiernrs. 2011/00236 en 2011/00236A (Olvarit peutermaaltijd)

Reclamerecht. Televisiecommercial over Olvarit peutermenu. Daarin zie je peuters die hun bordje groenten niet opeten en wordt gezegd dat 79% van de peuters te weinig groente binnen krijgt. Klager 1 stelt dat er niet wordt gerefereerd aan wetenschappelijk onderzoek en dat er sprake is van overdrijving waardoor ouders schuldgevoel wordt aangepraat. Klager 2 stelt dat er sprake is van onjuiste weergave werkelijkheid omdat losse groenten worden afgezet tegen samengestelde maaltijd. Verweerder stelt dat uiting gebaseerd is op onderzoeksrapport RIVM, geen bedoeling om schuldgevoel te creëren, alleen groenten tegenover Olvarit afzetten is om boodschap duidelijk te maken, niet om te impliceren peuters alleen groenten voor te zetten.

Commissie oordeelt dat verweerder voldoende aannemelijk gemaakt dat percentage is gebaseerd op rapport RIVM, dit onderdeel van klacht 1 treft daarom geen doel. Ook is de grens van het toelaatbare niet overschreden als het gaat over aanpraten schuldgevoel. Wijst klacht 1 af. Commissie oordeelt over klacht 2 als volgt: sprake van duidelijke en herkenbare overdrijving dus toelaatbaar, wijst klacht 2 ook af.

2011/00236. Tegenover de niet onderbouwde ‘inschatting’ van klager dat het in de commercial genoemde percentage peuters dat te weinig groenten binnen krijgt niet juist is, heeft adverteerder naar het oordeel van de Commissie voldoende aannemelijk gemaakt dat het genoemde percentage van 79% is gebaseerd op onderzoeksresultaten van het RIVM.
Dit onderdeel van de klacht treft daarom geen doel.
2011/00236A. In de commercial wordt meegedeeld dat uit onderzoek is gebleken dat 79% van de peuters te weinig groenten binnen krijgt. Deze boodschap wordt geïllustreerd met beelden van peuters die met de op hun bord liggende groenten spelen en deze niet opeten. Het tonen van enkel groenten op een bord is geen weergave van een werkelijke maaltijd zoals deze aan peuters zal worden voorgezet. Naar het oordeel van de Commissie maakt dit de uiting echter niet misleidend, nu de beelden een voor de consument duidelijke en herkenbare overdrijving bevatten om het onderwerp van de uiting -het eten van groenten door peuters- te benadrukken. Een dergelijke duidelijke en herkenbare overdrijving wordt toelaatbaar geacht.

Lees de gehele uitspraak 2011/00236 hier (link en pdf)
Lees de gehele uitspraak 2011/00236A hier (link en pdf )

RB 933

Overtreding Woningwet alleen op betrekking op vervanging lamellen

Raad van State 18 mei 2011, LJN BQ4936 (Dagelijks bestuur stadsdeel centrum tegen sigarenmagazijn)

Reclamerecht. Sigarenmagazijn heeft o.a. rolluik vernieuwd en reclame aangebracht op zijpenanten van het pand. Stadsdeel heeft het magazijn opgedragen deze incl. gehele rolluikbak te verwijderen. De rechtbank heeft het het sigarenmagazijn in het gelijk gesteld op bovengenoemde punten en het stadsdeel gaat hiertegen in beroep.

Raad van State: Rechtbank heeft terecht overwogen dat de overtreding van art. 40 lid 1 aanhef en onder a Woningwet alleen betrekking heeft op vervanging lamellen en niet op gehele rolluik, nu het omhulsel al was aangebracht door eerdere huurder. Het betoog omtrent de reclame op de zijpenanten slaagt. De rechtbank heeft ten onrechte het beroep op het gelijkheidsbeginsel beoordeeld. Deze grond was niet in het beroepschrift aan de orde gesteld en daarom hoefde het stadsdeel er geen rekening mee te houden dat het behandeld zou worden bij de rechtbank. Verklaart hoger beroep gegrond, vernietigt uitspraak rechtbank op het punt van de reclame op zijpenanten, bevestigt de uitspraak voor het overige voor zover aangevallen.

2.4.1. De overtreding waar de last op ziet betreft het bouwen zonder bouwvergunning, als bedoeld in artikel 40, eerste lid, aanhef onder a, van de Woningwet. Vast staat dat het vervangen van de lamellen door [sigarenmagazijn] aangemerkt dient te worden als bouwen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Woningwet en daarvoor een bouwvergunning is vereist. Het dagelijks bestuur was dan ook bevoegd om ten aanzien van [sigarenmagazijn] handhavend op te treden tegen de vervangen lamellen. Het dagelijks bestuur wordt niet gevolgd in zijn betoog dat, nu de rolluikbak en de lamellen tezamen als één bouwwerk dienen te worden beschouwd en dat voor het vervangen van de lamellen werkzaamheden aan de rolluikbak met de daarin bevestigde ophang- en oprolconstructie hebben plaatsgevonden, het ook bevoegd was om ten aanzien van [sigarenmagazijn] handhavend op te treden tegen de aan de voorgevel aangebrachte rolluikbak. De rolluikbak is niet aangebracht door [sigarenmagazijn] en het aanbrengen daarvan kan dan ook niet als een door hem begane overtreding worden aangemerkt. De rechtbank heeft derhalve terecht overwogen dat de overtreding van artikel 40, eerste lid, aanhef en onder a, van de Woningwet door [sigarenmagazijn] slechts betrekking heeft op de vervanging van de lamellen.
(...)
2.6.1. Dit betoog slaagt. De rechtbank heeft ten onrechte het beroep op het gelijkheidsbeginsel, dat [sigarenmagazijn] in strijd met de goede procesorde eerst ter zitting bij de rechtbank heeft gedaan, beoordeeld. Deze grond is niet in het beroepschrift aan de orde gesteld. Het dagelijks bestuur behoefde er niet op bedacht te zijn dat het beroep op het gelijkheidsbeginsel, dat eerder in de bezwaarprocedure wel onderdeel van het geding uitmaakte maar in het beroepschrift niet, ter zitting bij de rechtbank opnieuw en verder uitgebreid met nieuwe gevallen aan de orde zou worden gesteld. Daarbij valt ook niet in te zien dat [sigarenmagazijn] de door hem ter zitting aangedragen gevallen niet eerder naar voren heeft kunnen brengen, zodat het dagelijks bestuur daarop naar behoren had kunnen reageren.

Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf)

RB 938

Evenwichtig kwantitatief wervings- en reclamebeleid

Holland Casino: naleving overheidsbeleid, Kamerstukken II 2010/11, 32 636, nr. 4.

37. Heeft het kabinet inmiddels gereageerd op de in 2010 aangescherpte Gedrags- en reclamecode kansspelen? Zo ja, wat was zijn reactie?

Ik ben nog met het Nederlands Kansspel Platform in overleg over de aanscherping van de Gedrags- en reclamecode kansspelen. Ik zal de Kamer hierover binnenkort nader informeren.

38. Zijn er in de huidige regelgeving beperkingen opgenomen voor de hoeveelheid reclame die kansspelaanbieders mogen maken? Zo ja, welke? Zo niet, waarom is dit niet het geval? Staat er regelgeving op stapel met daarin beperkingen voor de hoeveelheid reclame die gemaakt mag worden?

De Gedrags- en reclamecode kansspelen bevat een aantal kwalitatieve bepalingen maar geen bepalingen die beperkingen opleggen ten aanzien van de hoeveelheid reclame die kansspelaanbieders mogen maken.

39 t/m 41. Waarom oefent het ministerie van Veiligheid en Justitie geen preventief toezicht uit op reclame-uitingen van Holland Casino en andere kansspelaanbieders? Is preventief toezicht niet effectiever om een evenwichtig wervings- en reclamebeleid te garanderen? Wat is de reden dat er geen preventief toezicht wordt uitgeoefend op de Gedrags- en reclamecode door het ministerie van Veiligheid en Justitie? Waarom wordt er vooral achteraf een terughoudend marketingbeleid door Holland Casino toegepast? Is het kabinet van plan om het marketingbeleid vooraf te laten monitoren en toetsen?

Bij de regulering van wervings- en reclameactiviteiten van de landelijke vergunninghouders is indertijd bewust gekozen voor het instrument van zelfregulering. Zelfregulering leidt tot vermindering van de regeldruk, vergroot het draagvlak bij de betrokkenen organisaties en draagt bij aan de bereidheid tot naleving van de regels. Een systeem van preventief toezicht op reclame-uitingen is niet goed verenigbaar met dat uitgangspunt en leidt bovendien tot aanzienlijke administratieve lasten voor de kansspelvergunninghouders. De toenmalige minister van Justitie heeft in zijn brief van 27 juli 200912, over de evaluatie van de Gedrags- en reclamecode kansspelen, aangegeven vooralsnog te willen vasthouden aan het instrument van zelfregulering. In elk geval voor de nabije toekomst deelt het kabinet dit voornemen. De eventuele toetreding van nieuwe vergunninghouders tot de kansspelmarkt, zoals aangekondigd in de brief van 19 maart 2011, zal tot een nadere invulling leiden van het wervings- en reclamebeleid.

Lees gehele lijst met vragen en antwoorden hier (link)
Gedrags- en reclamecode kansspelen

RB 937

UK ASA Adjudications 18 en 25 mei

Ook de Advertising Standards Authorization, de RCC in Groot-Britannië, heeft een bundel uitspraken gepubliceerd. Categorieën variëren van opticiëns, sms over sports bar, email service provider Yahoo!, isolatiematerialen, wijnreclame, stofzuiger, waterzuiveringsmechanisme, sportapparatuur voor in je broekzak, therapie en haarsupplementen .

Zie plaatje hieronder (klik voor vergroting), klik voor de directe site hier.

 

Specsavers Optical Group Ltd
A national press ad for Specsavers was headlined "Some opticians charge extra for digital retinal photography. At Specsavers, we don't”. Text underneath stated “Many opticians charge for using the latest optical technology. You pay once for your ‘normal’ eye test, then pay again for digital retinal photography, a sophisticated process that uses a digital camera to take a picture of the back of your eye and help your optician monitor the health of your eyes ... We also believe that as many...

The Cross Sports Bar
A text message, from a sports bar, stated "Live @ The Cross Sports Bar Tonight Barcelona v Arsenal 7.45pm. Wednesday Spurs v AC Milan 7.45pm. Everton v Blues 8pm."

Yahoo UK Ltd
An ad on a login screen, for an e-mail service provider, was headed "Faster is funner. Introducing the 2x faster New BT Yahoo! Mail. Find out more about BT Yahoo! Mail Beta". The ad pictured two females in a convertible sports car. The passing scenery was blurred.

Black Mountain Insulation Ltd
Claims in a brochure, titled "SHEEP'S WOOL INSULATION warmer safer smarter", viewed on Black Mountain Insulation's website on 7 February 2011, included "Man made insulation can only be disposed of into landfill; no recycling system is currently in place".

J Sainsbury plc
A national press ad, for a supermarket, was headed “3 for £10 Enjoy a glass with family and friends. Sainsbury’s Try something new today”. Below the header was a photograph of three bottles of wine. The bottles of wine were labelled “Hardys Bin 53”, “Mondelli Pinot Grigio” and “Mondelli Montepulciano D’Abruzzo”. At the foot of the image was a label which stated “£8.99 each”. Small print read “OFFER ENDS 22ND FEBRUARY 2011 ... SUBJECT TO AVAILABILITY. SELECTED STORES ONLY. WHILE STOCKS LAST...

Miele Company Ltd
A Miele vacuum cleaner brochure made the following claims about suction, allergy and hygiene, pick-up performance and odour removal: "the S4 delivers up to 2000 W of suction power", "The S7 comes with an impressive 1800 W of suction power"; "Advanced 12 stage filtration system ensures clean air is expelled back into the room, perfect for an allergy free environment", "... with a traffic light sensor to monitor when the carpet is hygienically clean" (for the Allergotec Floorhead); "Miele S7...

Stationbridge Ltd
A leaflet for a water treatment device made a number of efficacy claims which included “Our alkaline water is a powerful and effective antioxidant, and can minimise the accumulation of cancerous or damaged cells by decreasing the amount of free radicals in the body", "Alkaline water with its higher pH can help balance the body's overly acidic state, destroying the optimum environment for diseases to thrive", "Signs of Ageing: The body needs to be properly hydrated to stay feeling young and...

Walker 37 Ltd
A national press ad, for Airogym exercise cushion, stated "Airogym™is a small, pocket sized inflatable exercise cushion clinically proven to increase blood flow through the veins by up to 5 times. It has wide ranging application markets to help in any of the following situations: Elderly or people of any age exercise. Reduce the risk of DVT in travellers. Diabetic circulation. Effectiveness of dialysis treatment. Physio/Post-Op patients".

Cha-Zen
A press ad, for a therapy, was headed “CRYSTAL BED THERAPY Are you depressed? Are you stressed out? Are you ill and tired? Are you fed up with life? Are you experiencing financial difficulties? Are you going through mental and emotional conflict? Do you want more love and harmony in your life? Change your life by using Crystal Bed Therapy.”. Further text stated "It clears, balances and energises the chakras and energy centres in the body to promote healing, health and wellbeing. After a...

Lifes2good UK Ltd
A national press ad for a hair supplement seen in August 2010 was headed “How Sue tackled thin, wispy hair ...”. Text stated “Viviscal can help by providing the nutrients needed for healthy hair ... Scientists have found that certain nutrients can help actively growing hair. The key ingredient in Viviscal supplements is a rich compound of marine extracts, organic soluble silica and fortified vitamin C. A testimonial from the actress Sue Holderness stated “I liked the fact that Viviscal is...

RB 926

Warenwet van toepassing omdat het oraal genuttigd kan worden

RCC 28 maart 2011, Dossiernr. 2011/00038 (ProstEase)

Reclamerecht. Uiting betreft een aan klager geadresseerde folder over ProstEase. Klager stelt dat de zinsnede "uw prostaatproblemen" misleidend is. Ook bezwaar tegen dit product als herstelmiddel. Verweerder stelt dat ProsEase als natuurlijk voedingssuplement wordt aangeprezen en niet als vervanging voor medisch advies of medicatie. 

Commissie oordeelt de Warenwet van toepassing omdat het product oraal genuttigd kan worden. Er is in uiting sprake van verboden claim (art. 20 lid 2 onder a Warenwet) nu gesuggereerd wordt dat ProstEase prostaatproblemen kan genezen. Ook valt product onder art. 1 onder b Geneesmiddelenwet en ontbreekt de vereiste handelsvergunning om reclame te maken (strijd met art. 84 Geneesmiddelenwet). Strijd met art. 2 NRC en Bijzonder Reclame Code onder a (KOAG/KAG). Gedeelte van klacht over zinsnede "uw prostaatproblemen" afgewezen omdat folder is gestuurd naar doelgroep waarvan 96% problemen heeft met prostaat.

2. Ingevolge artikel 20 lid 2 onder a van de Warenwet is het verboden eet- en drinkwaar aan te prijzen met gebruikmaking van vermeldingen of voorstellingen, die aan de waar eigenschappen toeschrijven inzake het voorkomen, behandelen of genezen van een ziek­te van de mens, of die toespelingen maken op zodanige eigenschappen. De mede­deling in de reclame-uiting dat ProstEase prostaatproblemen kan oplossen en genezen, dient naar het oordeel van de Commissie te worden opgevat als een verboden claim in de zin van artikel 20 lid 2 onder a van de Warenwet. De uiting is daarom in strijd met artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC).

3. Voorts is de Commissie van oordeel dat het product ProstEase op zodanige wijze wordt aanbevolen, dat het dient te worden aangemerkt als een geneesmiddel in de zin van artikel 1 onder b van de Geneesmiddelenwet. Op grond van artikel 84 van de Geneesmiddelen-wet is het verboden om reclame te maken voor geneesmiddelen waarvoor geen handelsvergunning is verleend. Niet in geschil is dat ten aanzien van het product ProstEase een dergelijke vergunning ontbreekt. Ook om deze reden is de uiting in strijd met artikel 2 NRC.

4. Nu er, gelet op hetgeen onder 3 is overwogen, sprake is van publieksreclame voor een geneesmiddel, doet het ontbreken van een toelatingsstempel van de Keuringsraad KOAG de reclame-uiting in strijd zijn met de Bijzondere Reclame Code onder a.

5. Volgens de bestreden uiting heeft 96% van alle mannen boven 45 jaar last van prostaatproblemen. De Commissie gaat ervan uit dat de uiting is gezonden aan (een gedeelte van) deze doelgroep. Zij acht het niet misleidend dat in de uiting wordt gesproken over “uw prostaatproblemen”, al zal niet iedere ontvanger van de uiting daadwerkelijk prostaatproblemen ondervinden. Dit gedeelte van de klacht wordt daarom afgewezen.

Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf)
Regelingen: NRC; Bijzondere Reclame Code; Warenwet; Geneesmiddelenwet

RB 922

33% besparing, verkeerde berekening

RCC 13 april 2011, Dossiernr. 2011/00259

Reclamerecht. Aanprijzing voordeelpas zonnestudio: prijs €37,50, voor €50 euro zontegoed, save 33%. Klager stelt dat de besparing 12,50 is, dus maar 25% korting. Verweerder stelt: €37,50 + 33% = €50, dus stelling in uiting klopt. 
Commissie acht dat er sprake is van €12,50 korting dus 25% besparing op normale prijs. Sprake van onjuiste informatie (art. 8.2 onder d NRC) en daarom in strijd met art. 7 NRC.

In de bestreden uiting wordt de voordeelpas met een waarde van € 50,- aangeboden voor de prijs van € 37,50. Naar het oordeel van de Commissie zal de gemiddelde consument deze aanbieding begrijpen als een korting van € 12,50 op de reguliere prijs van € 50,-, wat neerkomt op een besparing van 25%.

Nu in de uiting wordt gesteld dat sprake is van een besparing van 33%, gaat de uiting gepaard met onjuiste informatie ten aanzien van het prijsvoordeel als bedoeld in artikel 8.2 onder d van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie – te weten de aanschaf van de voordeelpas – te nemen dat hij anders niet zou hebben genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf)
Regeling: NRC art. 7, art. 8.2 onder d

RB 921

Tele2 mobiel: 300 min voor 12,50 p.m.

RCC 13 april 2011, Dossiernr. 2011/00232

Reclamerecht. Internetbanner met Tele2 mobiel aanbieding: 300 minuten voor 12,50 per maand. Klager stelt dat deze aanbieding geldt voor tweejarig abonnement, waarbij het actietarief alleen voor het eerste jaar geldt en het tweede jaar 27,50 per maand moet worden betaald. Verweerder stelt dat banner te weinig ruimte biedt voor alle voorwaarden, daarom wordt verwezen naar website waarop alle essentiële informatie staat.

Commissie oordeelt dat er sprake is van onjuiste informatie (art. 8.3 onder c NRC) omdat essentiële informatie over de maandelijkse kosten op de banner ontbreekt. Acht de uiting in strijd met art. 7 NRC.

Op deze banner worden 300 belminuten voor € 12,50 per maand bij een gratis Samsung Galaxy S telefoon aangeboden. Vast staat dat de aanbieding betrekking heeft op een tweejarig mobiel abonnement, waarvan de maandelijkse kosten alleen gedurende het eerste jaar € 12,50 bedragen en gedurende het tweede jaar € 27,50. Naar het oordeel van de Commissie moeten de maandelijkse kosten gedurende de gehele looptijd van het tweejarige abonnement worden beschouwd als een van de kernvoorwaarden van het abonnement, die reeds in de banner zelf vermeld hadden dienen te worden. De Commissie volgt adverteerder niet in diens stelling dat de banner als medium daartoe te beperkte ruimte biedt. Dat de informatie is op te vragen via de in de banner opgenomen link naar de website van Tele2 neemt niet weg, dat adverteerder blijkens het voorgaande te laat essentiële informatie heeft verstrekt die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te nemen als bedoeld in artikel 8.3 onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). De Commissie is voorts van oordeel dat de bestreden uiting de gemiddelde consument ertoe kan brengen een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet zou hebben genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf)
Regeling: NRC art. 7 en art. 8.3 onder c

RB 919

Q10 en paradontale aandoeningen

RCC 11 mei 2011, Dossiernr. 2011/00093

Reclamerecht. Aanprijzing Lamberts Co-enzym Q10 30mg op website. Klager vindt deze uiting in strijd met art. 2, art.4, art. 6 t/m 9 NRC nu in uiting o.a. staat: "Een gebrek aan CoQ10 wordt geassocieerd met parodontale aandoeningen." Ook acht klager uiting in strijd met reclamecode van Keuringsraad KOAG/KAG. Verweerder zegt advertentie te hebben aangepast aan de regels.

Commissie toetst alleen aan NRC. Zij vat geciteerde zin uit de uiting op als verboden medische claim (art. 20 lid 2 onder a Warenwet) en oordeelt dat er strijd is met art. 2 NRC. Ook acht zij dat er sprake is van onjuiste informatie (art. 8.2 aanhef en onder b NRC) dus in strijd met art. 7 NRC. Voor wat betreft de overige onderdelen, treft de klacht geen doel.

2) Op het in de bestreden uiting aangeprezen product Lamberts Co-enzym Q10 30mg, dat in de vorm van capsules in de handel wordt gebracht en om die reden kan worden aangemerkt als een voor orale nuttiging door de mens bestemd middel, is de Warenwet van toepassing. Ingevolge artikel 20 lid 2 onder a van de Warenwet is het verboden eet- en drinkwaar aan te prijzen met gebruikmaking van vermeldingen of voorstellingen, die aan de waar eigenschappen toeschrijven inzake het voorkomen, behandelen of genezen van een ziek­te van de mens, of die toespelingen maken op zodanige eigenschappen. De mededeling “Een gebrek aan CoQ10 wordt geassocieerd met parodontale aandoeningen (tandvlees)” dient naar het oordeel van de Commissie te worden opgevat als een verboden medische claim in de zin van artikel 20 lid 2 onder a van de Warenwet. De uiting is daarom in strijd met artikel 2 NRC.

3) Klager heeft voorts aangevoerd dat sprake is van misleidende reclame, nu de uiting “onwaar en onjuist” is. Adverteerder heeft daarop niet aannemelijk gemaakt dat Lamberts Co-enzym Q10 30mg de in de uiting daaraan toegeschreven heilzame werking ten aanzien van parodontitis heeft. Dit impliceert dat de uiting onjuiste informatie bevat over de van het product te verwachten resultaten als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b NRC, welke resultaten als een van de voornaamste kenmerken van het product moeten worden beschouwd. Om die reden is de uiting tevens misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf)
Regelingen: NRC art. 2, art. 7, art. 8.2 aanhef en onder b; Warenwet art. 20 lid 2 onder a
Zie ook eerdere uitspraak over soortgelijk product: RB 896

RB 911

Nee/Ja-sticker niet nageleefd door [een acupuncturist]

Voorzitter RCC 2 mei 2011, Dossiernr. 2011/00249 ([een acupuncturist])

Reclamerecht. Folder [een acupunturist] is in brievenbus met Nee/ Ja-sticker gedeponeerd. Voorzitter maakt gebruik van bevoegdheid in art. 12 lid 1 aanhef en onder a Reglement RCC en CVB. Klacht is onweersproken en verweerder heeft niet gereageerd op brief klager. Voorzitter beslist dat art. 3.1 Code VOR is overtreden en doet aanbeveling.

Aangezien klager onweersproken heeft meegedeeld dat de bewuste reclame-uiting is gede­poneerd in klagers brievenbus, die voorzien is van een NEE/JA-sticker - naar de voorzitter aanneemt een sticker als vermeld in bijlage 1 bij de Code Verspreiding Ongeadresseerd Reclamedrukwerk (Code VOR) – en afzender niet heeft gereageerd op de brief die klager op 11 januari 2011 aan afzender heeft verzonden naar aanleiding van de ontvangst van de folder, is artikel 3.1 Code VOR overtreden.

Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf)
Regeling: Reglement RCC en CVB art. 12.1 lid 1 aanhef en onder a; Code VOR art. 3.1
Zie ook eerdere uitspraken over Nee/Ja-sticker: RB 830; RB 819; RB 783; RB 509

RB 910

AH Bonusactie Syoss misleidend

Voorzitter RCC 12 mei 2011, Dossiernr. 2011/00202 (AH Bonus Syoss)

Reclamerecht. Bonusfolder AH met actie tweede product gratis van Syoss. Klager stelt dat uiting indruk wekt dat alle Syoss producten onder de actie vallen, echter de hairspray was uitgesloten. Verweerder erkent de klacht en wil product aan klager vergoeden. Voorzitter oordeelt dat Commissie klacht zal toewijzen. Overweegt dat er sprake is van onjuiste informatie (art. 8.2 aanhef en onder d NRC) en daarom in strijd met art. 7 NRC. Doet aanbeveling.

 De voorzitter is van oordeel dat de Commissie de klacht zal toewijzen. Hij overweegt daartoe het volgende.

Adverteerder heeft erkend dat de advertentie als misleidend kan worden opgevat, nu deze ten onrechte de indruk wekt dat de actie “2e gratis” ook geldt voor andere Syoss producten dan de twee in de Bonusfolder afgebeelde Syoss producten Gelet hierop is sprake van on­juiste informatie over het bestaan van een specifiek prijsvoordeel als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder d van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de voorzitter van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting mislei­dend en daar­door oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf)
Regeling: NRC art. 7, art. 8.2 aanhef en onder d
Zie ook eerdere uitspraak over AH Bonus actie tweede product gratis (RB 887)