RB

Producten  

RB 907

Manna actie in strijd met RVA

RCC 28 maart 2011, Dossiernr. 2011/00231 (Manna)

Reclamerecht. Actie van restaurant Manna op website. Klager acht uiting in strijd met art. 20 RVA. Verweerder stelt dat er sprake is van een ludieke actie en dat er geen reclame wordt gemaakt voor alcolhoudende dranken.
Commissie oordeelt dat er sprake is van uiting in zin van NRC. Oordeelt deze in strijd met art. 20 RVA omdat er gratis flessen worden weggegeven. Doet aanbeveling.

Vooropgesteld is de Commissie van oordeel dat sprake is van een reclame-uiting in de zin van artikel 1 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). In de tekst worden zowel het restaurant, als de rosé van Manna, onder de aandacht gebracht. Dat, naar verweerder stelt, sprake is van een ludieke actie, doet hier niet aan af.

Nu deze reclame-uiting een actie betreft waarbij gratis flessen rosé wijn worden weggegeven, is deze uiting in strijd met artikel 20 RVA, waarin is bepaald dat reclame waarbij alcoholhoudende drank door een lid van de branche gratis aan particulieren wordt aangeboden niet is toegestaan.

Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf)
Regelingen: NRC art. 1; RVA art. 20

RB 903

NL Energie Maatschappij - vergelijking met andere energiebedrijven

RCC 29 maart 2011, Dossiernrs. 2011/00160, 2011/00160A, 2011/00171

Reclamerecht. Uitingen van de Nederlandse Energie Maatschappij. Vergelijking met Essent en Nuon waar verband wordt gelegd tussen overnames en omhoog gaan prijzen. Klagers achten deze uitingen oneerlijk, misleidend en discriminerend. Commissie oordeelt dat verweerder onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat verband tusen overname en prijsverhoging bestaat. Acht de suggestie daarom onjuist (art. 8.2 onder d NRC). Oordeelt uitingen in strijd met art. 7 en art. 13 aanhef en sub a NRC. Doet aanbeveling en wijst klacht voor het overige af, want geen sprake van discriminatie.

Klacht over vergelijking met Essent. Klager vindt dit geen stijl hebben. Commissie oordeelt dat er sprake is van vergelijkende reclame, maar of reclame aan voorwaarden hiervoor voldoet is niet in geschil. Indien klager uiting in strijd acht met art. 2 NRC (goede smaak/fatsoen) of art. 4 NRC (onnodig kwetsend), moet Commissie zich terughoudend opstellen bij beoordeling i.v.m. subjectiviteit criteria. Acht grens van het toelaatbare niet overschreden. Wijst klacht af.

2011/00160. De Commissie is van oordeel dat adverteerder onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat, zoals in de commercials wordt gesuggereerd, de overname van Essent door het Duitse bedrijf RWE en de overname van NUON door het Zweedse bedrijf Vattenfall tot gevolg hebben dat de tarieven van Essent dan wel de NUON daadwerkelijk worden of zijn verhoogd en dat het daardoor voor de klanten van Essent en de NUON ‘honderden euro’s scheelt’ wanneer men overstapt naar adverteerder. Derhalve acht de Commissie de in de commercials gewekte suggestie onjuist.

Gelet op het voorgaande gaan de commercials naar het oordeel van de Commissie gepaard met onjuiste informatie ten aanzien van de prijs van het product als bedoeld in artikel 8.2 onder d NRC. De Commissie is voorts van oordeel dat de gemiddelde consument, naar aanleiding van deze onjuiste informatie, ertoe gebracht zou kunnen worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet zou hebben genomen. Op grond van voorgaande zijn de commercials misleidend in de zin van artikel 8 NRC en daarom oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. Voorts is sprake van ontoelaatbare vergelijkende reclame in de zin van artikel 13 aanhef en sub a NRC.

Lees de gehele uitspraak 2011/00160 hier (link en pdf).

2011/00160A.De Commissie is van oordeel dat adverteerder echter onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat, zoals in de commercial wordt gesuggereerd, de overname van NUON door het Zweedse bedrijf Vattenfall tot gevolg heeft dat de tarieven van de NUON daadwerkelijk worden of zijn verhoogd (en dat het daardoor voor de klanten van NUON ‘honderden euro’s scheelt’ wanneer men overstapt naar adverteerder). Derhalve acht de Commissie deze in de commercial gewekte suggestie onjuist.

Gelet op het voorgaande gaat de commercial naar het oordeel van de Commissie gepaard met onjuiste informatie ten aanzien van de prijs van het product als bedoeld in artikel 8.2 onder d NRC. De Commissie is voorts van oordeel dat de gemiddelde consument, naar aanleiding van deze onjuiste informatie, ertoe gebracht zou kunnen worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet zou hebben genomen.

Op grond van voorgaande is de commercial misleidend in de zin van artikel 8 NRC en daarom oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. Voorts is sprake van ontoelaatbare vergelijkende reclame in de zin van artikel 13 aanhef en sub a NRC.

Lees de gehele uitspraak 2011/00160A hier (link en pdf)

2011/00171. De Commissie stelt voorop dat sprake is van vergelijkende reclame. Het maken van vergelijkende reclame is op zichzelf niet ontoelaatbaar, mits deze voldoet aan de voorwaarden zoals genoemd in artikel 13 a tot en met h. Of de reclame aan deze voorwaarden voldoet is in het onderhavige geval niet in geschil.

Voor zover klager de reclame in strijd acht met de goede smaak of het fatsoen zoals bedoeld in artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC) dan wel onnodig kwetsend acht in de zin van artikel 4 NRC, oordeelt de Commissie als volgt.

Gelet op het subjectieve karakter van deze criteria, stelt de Commissie zich, bij de beantwoording van de vraag of reclame daarmee in strijd is, terughoudend op. De Commissie acht de commercial, mede gelet op deze terughoudendheid, niet van dien aard, dat de grens van het toelaatbare wordt overschreden.

Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf)
Regeling: NRC art. 2, art. 4, art. 7, art. 8.2 onder d, art. 13 aanhef en onder a
Vergelijkbare zaak: RB 678

RB 902

Hoofdprijs gewonnen?

RCC 28 maart 2011, Dossiernr. 2011/00100 (Garant-o-matic)

Reclamerecht. Verschillende mailings over prijzen "Wintertrekking." Klager acht teksten suggestief dus misleidend. Acht ook ontbreken van adres gerechtsdeurwaarder die trekking verricht onjuist en verwijst naar besluit Consumentenautoriteit van 21 september 2010. Verweerder stelt dat trekking in overeenstemming is met Gedragscode Promotionele Kansspelen (GPK). Vindt ook dat uit mailing duidelijk blijkt dat deelnemer slechts kanshebber is op hoofdprijs. Reglement staat in mails. Uitspraak Consumentenautoriteit gaat over ander type promotioneel kansspel.

Commissie gaat niet in op besluit Consumentenautoriteit. Verstaat klagers bezwaar als agressieve reclame (art. 14.2 NRC.) Acht dat uiting niet indruk wekt dat hoofdprijs is gewonnen. Ook vervolgmails zijn voldoende duidelijk. Ontbreken naam en adres gerechtdeurwaarder is niet in strijd met NRC of wet. Wijst klacht af.

3. Hoewel naar het oordeel van de Commissie door de aanhef van de aanvangsmailing (GD786C) “Bericht inzake afwikkeling van de betaling van een nog niet uitbetaalde hoofdprijs van € 100.000,00 in de ‘Wintertrekking’” op het eerste gezicht de indruk zou kunnen ontstaan dat de geadresseerde van de mailing (bijna) de hoofdprijs heeft gewonnen, wordt deze indruk door het vervolg van de mailing op voldoende duidelijke wijze weggenomen. Zo staat reeds in de eerste alinea dat wordt overgegaan tot uitbetaling van de hoofdprijs “na controle en goedkeuring van het correcte Bestelformulier dat voldoet aan de voorwaarden zoals hieronder vermeld” en staat in het vetgedrukte en onderstreepte gedeelte “Als u tijdig en correct uw Bestelformulier terugstuurt en u voldoet aan de onderstaande onder A, B en C vermelde voorwaarden, dan zal deze Hoofdprijs in de ‘Wintertrekking’ van € 100.000,00 aan u worden uitbetaald, want dan bent u de winnares.” Blijkens voorwaarde C moet bij controle het deelnamenummer van de geadresseerde gelijk zijn aan het vooraf getrokken winnende deelnamenummer.
Voorts is in de mailing het reglement van de actie opgenomen.

4. Gelet op het vorenstaande wordt naar het oordeel van de Commissie in de bestreden uiting niet de indruk gewekt dat de geadresseerde reeds de hoofdprijs van  € 100.000 heeft gewonnen, maar wordt voor de gemiddelde consument voldoende duidelijk gemaakt dat en aan welke bepaalde voorwaarden moet zijn voldaan om voor de prijs van € 100.000 in aanmerking te komen. Nu de looptijd van de Wintertrekking 2010/2011 nog niet is verstreken, is de winnaar nog niet bekend. De Commissie ziet geen aanleiding op voorhand ervan uit te gaan dat in het geheel geen prijs wordt toegekend. Klager kan met een beroep op artikel 4 lid 6 GPK en artikel 8 van het actiereglement een overzicht van de uitgekeerde prijzen opvragen bij Garant-O-Matic.

5. De Commissie acht eveneens voldoende duidelijk dat in de vervolgmailings nieuwe deelnamenummers worden toegekend waarmee onder dezelfde voorwaarden als met het eerder verstrekte nummer (opnieuw) aan de Wintertrekking of het Garant-O-Matic Prijzengala kan worden deelgenomen. In de vervolgmailings, die eveneens vergezeld gaan van het actiereglement, wordt niet gesteld of gesuggereerd dat door het niet insturen van het nieuwe deelnamenummer, gekoppeld aan een nieuwe bestelling, de deelname aan de actie met een eerder ingestuurd deelnamenummer vervalt.

Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf)
Regeling: NRC art. 14.2

RB 896

IT’S PURE UBIQUINON

RCC 11 mei 2011, Dossiernr. 2011/00091

Reclamerecht. Reclame voor product IT’S PURE UBIQUINON Q10 100MG op website. Klager acht uiting in strijd met art. 2, art. 4, art. 6 t/m 9 NRC en strijd met reclamecode van KOAG/KAG. Verweerder zegt abusievelijk verkeerde productteksten te hebben geplaatst en heeft deze verwijderd. Ook reactie van KOAG/KAG. Commissie beperkt zich tot toetsing aan NRC en oordeelt uiting in strijd met art. 2 NRC omdat er sprake is van verboden medische claim (art. 20 lid 2 onder a Warenwet). Ook in strijd met art. 7 NRC want sprake van onjuiste informatie (art. 8.2 aanhef en onder b NRC). In zoverre de klacht gaat over in strijd met art. 4, 6 en 9 NRC treft deze geen doel en wijst deze af. Doet aanbeveling.

1) De Commissie stelt voorop dat zij zich bij de beoordeling van reclame-uitingen beperkt tot toetsing van die uitingen aan de NRC. Voor zover klager met zijn opmerking dat de uiting in strijd is met “de reclame code van de Keuringsraad KOAG/KAG” doelt op de Code Aanprijzing Gezondheidsproducten overweegt de Commissie dat zij in beginsel niet bevoegd is reclame-uitingen te toetsen aan de CAG.

2) Op het in de bestreden uiting aangeprezen product IT’S PURE UBIQUINON Q10 100MG, dat in de vorm van capsules in de handel wordt gebracht en om die reden kan worden aangemerkt als een voor orale nuttiging door de mens bestemd middel, is de Warenwet van toepassing. Ingevolge artikel 20 lid 2 onder a van de Warenwet is het verboden eet- en drinkwaar aan te prijzen met gebruikmaking van vermeldingen of voorstellingen, die aan de waar eigenschappen toeschrijven inzake het voorkomen, behandelen of genezen van een ziek­te van de mens, of die toespelingen maken op zodanige eigenschappen. Het hiervoor onder “De bestreden reclame-uiting” weergegeven tekstgedeelte bevat mededelingen over de gunstige werking van IT’S PURE UBIQUINON Q10 100MG op bloedend en terugtrekkend tandvlees, het versnellen door Q10 van de energieomzetting in het tandvlees met als gevolg dat de tanden weer muurvast zitten en het tandvlees dat dankzij Q10 weer een gezonde kleur heeft, niet meer bloedt en prima aansluit. Deze mededelingen dienen naar het oordeel van de Commissie te worden opgevat als een verboden medische claim in de zin van artikel 20 lid 2 onder a van de Warenwet. De uiting is daarom in strijd met artikel 2 NRC.

3) Klager heeft voorts aangevoerd dat sprake is van misleidende reclame, nu de uiting “onwaar en onjuist” is. Adverteerder heeft daarop niet aannemelijk gemaakt dat IT’S PURE UBIQUINON Q10 100MG de in de uiting daaraan toegeschreven heilzame werking ten aanzien van parodontitis heeft. Dit impliceert dat de uiting onjuiste informatie bevat over de van het product te verwachten resultaten als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b NRC, welke resultaten als een van de voornaamste kenmerken van het product moeten worden beschouwd. Om die reden is de uiting tevens misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

4) Niet kan worden geoordeeld dat de uiting een bedreiging vormt voor de lichamelijke volksgezondheid of dat hierin geappelleerd wordt aan gevoelens van angst als bedoeld in de artikelen 4 en 6 NRC. Evenmin is sprake van getuigschriften, attesten of verklaringen van deskundigen in de zin van artikel 9 NRC. In zoverre treft de klacht geen doel.

Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf)
Regelingen: NRC art. 2, art. 4, art. 6 t/m 9; Warenwet art. 20 lid 2 onder a

RB 890

1+1 actie Gilette bij Kruidvat misleidend

RCC 1 april 2011, Dossiernr. 2011/00150 (Gilette scheermesjes)

Reclamerecht. Uiting op website en uiting in winkel van Kruidvat over aanbieding 1+1 gratis op het gehele Gilette assortiment. Klager kocht twee 3-packs Gilette scheergel en moest de prijs van de twee producten betalen omdat volgens caissière de actie 1+1 gratis niet gold voor dit product. Nu dit niet bleek uit uitingen vindt klager deze misleidend. Verweerder stelt dat het ging om een actieverpakking en dat duidelijk is dat de 1+1 gratis actie niet voor actieverpakking geldt, dus vindt dat er geen sprake is van misleiding.

Commissie oordeelt dat er geen voorbehoud is gemaakt bij de 1+1 gratis actie en klager daarom terecht in de veronderstelling verkeerde dat tweede product gratis zou zijn. Acht de uiting onduidelijk (art. 8.2 aanhef en onder d NRC) en misleidend dus in strijd met art. 7 NRC. Doet aanbeveling.

 

De mededeling “1+1 gratis” betekent dat men bij aanschaf van één product, er één product gratis bij krijgt. Klager verkeerde, naar het oordeel van de Commissie, daardoor terecht in de veronderstelling dat hij bij aanschaf van een 3-pack Gillette Fusion scheergel een tweede 3-pack Gillette Fusion scheergel gratis zou krijgen. Bovenin de uiting staat dat de actie geldt voor een keuze uit het hele Gillette heren en dames assortiment en dat alle combinaties mogelijk zijn. Er wordt geen enkel voorbehoud gemaakt, ook niet in de verschillende asterisken waarnaar in de tekst wordt verwezen. Er was dan ook geen enkele reden om te veronderstellen dat de actie niet zou gelden voor een 3-pack Gillette Fusion scheergel. Nu de actie niet voor dit product blijkt te gelden, acht de Commissie de uiting misleidend.

Blijkens het voorgaande acht de Commissie de uiting voor de gemiddelde consument  onduidelijk als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder d van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf)
Regeling: NRC art. 7 en art. 8.2 aanhef en onder d.

RB 883

Proost!

RCC 11 april 2011, Dossiernr. 2011/00257 (Gall&Gall)

Reclamerecht. Digitale nieuwsbrief en website van Gall&Gall met reclame voor wijn. Klager stelt dat uiting in strijd is met art. 1 RvA nu overmatige consumptie wordt gestimuleerd. Ook acht klager de voorpagina van het boekje op de website in strijd met art. 18 RvA. Verweerder stelt dat er geen sprake is van strijd met art. 1 RvA en zegt dat er sprake is van reclame voor Gall&Gall en niet specifiek voor de wijn. De wijnfles is onderdeel van het logo van Gall&Gall.

Commissie oordeelt dat het verweerder vrij staat op wervende manier reclame te maken en dat er geen sprake is van stimulering van overmatige alcoholconsumptie. Acht uitingen derhalve niet in strijd met art. 1 RvA. Ook oordeelt Commissie dat uitingen in overeenstemming zijn met art. 18 RvA nu het boekje als geheel dient te worden gezien. Wijst klacht af.

Met betrekking tot de verschillende uitingen overweegt de Commissie het volgende:

Ad 1. De Commissie stelt voorop dat het adverteerder vrij staat om in reclame voor alcoholhoudende drank op een wervende manier te wijzen op de prijs van die drank. De wijze waarop dat in dit geval gebeurt, leidt niet tot het oordeel dat de uiting in strijd is met artikel 1 RvA, waarop klager zich beroept.
Door de woorden ‘Met zulke prijzen… blijf je proosten’ -waarbij sprake is van enige in reclame gebruikelijke overdrijving, nu men in het algemeen niet veel vaker dan één maal proost- wordt naar het oordeel van de Commissie geen overmatige of anderszins onverantwoorde consumptie gesuggereerd of gestimuleerd. Daarbij komt dat voor zover al vaker dan één maal wordt geproost, dat niet per definitie betekent dat meer dan anders wordt gedronken. Met één glas kan immers meermalen worden geproost.

Ad 2. Naar het oordeel van de Commissie moet de voorpagina van het ‘100 wijnen boekje’ niet op zichzelf worden beschouwd, maar in combinatie met de inhoud van dat boekje en dient dit geheel te worden aangemerkt als een reclame-uiting van Gall & Gall.

Adverteerder heeft meegedeeld dat de “100 wijnen onder 5 euro” zoals bedoeld op de voorpagina alle zijn opgenomen in het boekje, elk onder aanduiding van plaats, streek of land herkomst.
Gelet op het bovenstaande is er sprake van reclame die in overeenstemming is met artikel 18 RvA, waarin -voor zover hier van belang- staat: “Toegestaan is slechts reclame voor alcoholhoudende drank onder aanduiding van de merk of handelsnaam, en bij wijn tevens onder aanduiding van de plaats, streek of land van herkomst”.

Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf)
Regeling: RvA art. 1, art. 18

RB 879

Adapter retour onmogelijk zonder contact

Voorzitter RCC 7 april 2011, Dossiernr. 2011/00172 (adapter retour)

Reclamerecht. Uiting op www.adaptercentrum.nl over "niet goed, geld terug"-garantie. Klager stelt geen contact te hebben kunnen krijgen met adverteerder om accu te retourneren. Klaagt ook over logo thuiswinkelkeurmerk op de website. Verweerder stelt aan klager te hebben laten weten dat accu geretourneerd kon worden. Nu klager deze onderhands heeft verkocht, kan verweerder niets meer voor hem doen aldus verweerder.

Voorzitter acht dat Commissie klacht zal toewijzen en baseert zich op het volgende: nu klager geen contact kon krijgen met adverteerder en dit niet door verweerder is weersproken, is niet voldaan aan eis van art. 15c lid 1 aanhef en onder b BW. Hierdoor handelt adverteerder in strijd met art. 2 NRC. Voorzitter kan niet oordelen over logo thuiswinkelkeurmerk op website nu klager hier geen bewijs van heeft overlegd en laat het derhalve buiten beschouwing. Voorzitter doet aanbeveling.

1)  De voorzitter is van oordeel dat de Commissie de klacht zal toewijzen. Hij overweegt daartoe het volgende.
2)  In de reclame-uiting staat als voorwaarde voor het terugstorten van het aankoopbedrag dat het product dient te worden retour gezonden, waarna binnen vijf dagen het aankoopbe­drag wordt teruggestort. Klager, die een niet-passende accu bij adverteerder heeft gekocht, heeft in verband hiermee diverse malen tevergeefs contact gezocht met adverteerder. Nu klager on­weersproken heeft gesteld dat hij, ondanks diverse pogingen, geen con­tact kon krijgen met adverteerder, is niet voldaan aan de eis van artikel 15c  lid 1 aanhef en onder b BW, dat adverteerder - kort gezegd - gege­vens dient te noemen die op gemakkelijke en directe wijze een snel contact en rechtstreekse en effectieve communicatie met hem moge­lijk ma­ken. Als gevolg hiervan heeft geen com­mu­nicatie kun­nen plaatsvinden tussen klager en ad­verteerder over de terugzending als bedoeld in de gewraakte uiting. Al­dus heeft adver­teer­der niet vol­daan aan een wettelijke verplichting die zich ook uitstrekt tot de reclame-uiting, en heeft adverteerder daardoor gehandeld in strijd met artikel 2 van de Ne­derlandse Recla­me Code (NRC).

Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf)
Regeling: NRC art. 2

RB 873

Vectone tarieven misleidend

Voorzitter RCC 7 april 2011, Dossiernr. 2011/00146 (Vectone tarieven)

Reclamerecht. Smsbericht van 5 november 2010 waarin en website waarop staat dat voor 1ct/minuut naar vaste nummers in Marokka kan worden gebeld. Klager stelt dat hij op 6 november naar vast nummer in Marokko heeft gebeld, maar tarief nog niet was aangepast. Commissie leest deze klacht als dat het niet mogelijk was voor het tarief in genoemde sms naar Marokko te bellen. Nu adverteerder dit niet heeft betwist, is er volgens Commissie sprake van onjuiste informatie (art. 8.2 aanhef en onder d NRC en daarom misleidend. Voorzitter acht uitingen dus in strijd met art. 7 NRC en doet aanbeveling.

De voorzitter vat klagers bezwaar aldus op dat het, nadat adverteerder aan klager een sms bericht had gestuurd met de hierboven onder a bedoelde tekst, niet mogelijk was op voor 1 cent per minuut naar een vast nummer in Marokko te bellen.

Adverteerder heeft hetgeen klager stelt niet betwist, op grond waarvan de voorzitter van oordeel is dat adverteerder het geen hij in de advertentie stelt, niet is nagekomen.

Blijkens het voorgaande is onjuiste informatie verstrekt als bedoeld in artikel 8.2 aanhef  en onder d van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de voorzitter van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden zijn beide  reclame-uitingen misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf).
Regeling: NRC art. 7 en art. 8.2 aanhef en onder d

RB 876

Reclame met citaten uit medische tijdschrift verboden?

HvJ EU 5 mei 2011, zaak C-249/09 (Novo Nordisk AS tegen Ravimiamet) Prejudiële vragen van Tartu ringkonna kohus, Estland.

Reclamerecht. Receptplichtige geneesmiddelen voor menselijk gebruik (UR-geneesmiddelen). Richtlijn 2001/83/EG. In medisch tijdschrift opgenomen geneesmiddelenreclame die is gericht op personen die gerechtigd zijn geneesmiddelen voor te schrijven of af te leveren (beroepsbeoefenaren). Mogelijkheid om informatie op te nemen die niet voorkomt in de van overheidswege goedgekeurde samenvatting van productkenmerken (SmPC). Geldt ook voor geneesmiddelenreclame richting beroepsbeoefenaren. Regels van toepassing op citaten ontleend aan medische tijdschriften of wetenschappelijke werken.

Verboden om in geneesmiddelenreclame gericht op beroepsbeoefenaren in tegenspraak met SmPC . Wat mag wel: beweringen die de in de SmPC opgenomen inlichtingen aanvullen, op voorwaarde dat deze beweringen de informatie uit de SmPC bevestigen of preciseren in een zin die ermee verenigbaar is en zonder de aard ervan te wijzigen, mits deze beweringen niet misleidend zijn (art. 87 lid 3 Richtlijn 2001/83/EG, vgl. 84 lid 4 Gw en art. 4.3 Gedragscode Geneesmiddelenreclame), deze beweringen het rationeel voorschrijfgedrag bevorderen door het objectief voor te stellen zonder de eigenschappen ervan te overdrijven (art. 87 lid 3 Richtlijn 2001/83/EG, vgl. art. 84 lid 3 Gw en art. 4.3 Gedragscode Geneesmiddelenreclame) en mits eventuele citaten, tabellen, illustraties etc. die zijn ontleend aan medische tijdschriften of wetenschappelijke werken getrouw worden weergegeven met de juiste bronvermelding (art. 92 lid 2 en 3 Richtlijn 2001/83/EG, vgl. art. 91 lid 4 Gw, art. 5.7 Gedragscode Geneesmiddelenreclame).

13. Bij beslissing van 6 juni 2008 heeft de Ravimiamet Novo Nordisk gelast de publicatie van de reclame voor het geneesmiddel Levemir te beëindigen en in de reclame voor dit geneesmiddel geen gegevens op te nemen die niet voorkomen in de samenvatting van de kenmerken van dit geneesmiddel (hierna: „bestreden beslissing”).

35. Gelet op een en ander, dient op de eerste vraag te worden geantwoord dat artikel 87, lid 2, van richtlijn 2001/83 aldus moet worden uitgelegd dat het tevens de aan medische tijdschriften of aan wetenschappelijke werken ontleende citaten omvat die voorkomen in reclame voor een geneesmiddel die gericht is op personen die gerechtigd zijn om geneesmiddelen voor te schrijven of af te leveren. (...)

41. Wat meer in het bijzonder artikel 87, lid 2, van deze richtlijn betreft, waarvan de uitlegging door de verwijzende rechter wordt gevraagd, dient vooreerst te worden vastgesteld dat de bewoordingen ervan verbieden dat in reclame voor een geneesmiddel beweringen worden opgenomen die in strijd zijn met de samenvatting van de kenmerken van het product.

42. De aspecten van reclame voor een geneesmiddel mogen met name nooit therapeutische indicaties, farmacologische eigenschappen of andere kenmerken suggereren die in tegenspraak zouden zijn met de samenvatting van de kenmerken van het geneesmiddel dat door de bevoegde autoriteit werd goedgekeurd bij de verlening van de vergunning voor het in de handel brengen van dit geneesmiddel.

43. Opgemerkt dient echter te worden dat de wetgever van de Unie in artikel 87, lid 2, van richtlijn 2001/83 niet heeft bepaald dat alle aspecten van reclame voor een geneesmiddel identiek moeten zijn aan die welke voorkomen in de samenvatting van de kenmerken van dit geneesmiddel. Deze bepaling vereist slechts dat de betrokken aspecten in overeenstemming zijn met deze samenvatting.

44. Wanneer het, zoals in het hoofdgeding, gaat om reclame die gericht is op beroepsbeoefenaars in de gezondheidssector, moet artikel 87, lid 2, van richtlijn 2001/83 gelezen worden in samenhang met de artikelen 91 et 92 van deze richtlijn. (…)

48. In die omstandigheden mag artikel 87, lid 2, van richtlijn 2001/83 niet aldus worden uitgelegd dat het vereist dat alle beweringen die voorkomen in reclame voor een geneesmiddel die gericht is op personen die gerechtigd zijn het voor te schrijven of af te leveren moeten voorkomen in de samenvatting van de kenmerken van het product of moeten kunnen worden afgeleid uit de in deze samenvatting verstrekte gegevens. Een dergelijke uitlegging zou immers zowel artikel 91, lid 1, als artikel 92 van deze richtlijn elke betekenis ontnemen. Deze bepalingen staan toe dat in reclame die gericht is op beroepsbeoefenaars in de gezondheidssector bijkomende gegevens worden verstrekt, onder voorbehoud van de verenigbaarheid ervan met bedoelde samenvatting.

49. Ten einde, overeenkomstig punt 47 van de considerans van richtlijn 2001/83, bij te dragen tot de voorlichting van personen die gerechtigd zijn om een geneesmiddel voor te schrijven of af te leveren en rekening houdend met de wetenschappelijke kennis waarover deze in vergelijking met het publiek in het algemeen beschikken, mag reclame voor een geneesmiddel die gericht is op dergelijke personen ook gegevens bevatten die verenigbaar zijn met de samenvatting van de kenmerken van het product, die een bevestiging of precisering zijn van de gegevens die, overeenkomstig artikel 11 van de betrokken richtlijn in de betrokken samenvatting voorkomen, op voorwaarde dat deze aanvullende gegevens in overeenstemming zijn met de in de artikelen 87, lid 3, en 92, leden 2 en 3, van deze richtlijn neergelegde eisen.

50. Deze gegevens mogen, met andere woorden, enerzijds niet misleidend zijn en moeten het rationele gebruik van een geneesmiddel bevorderen door het objectief voor te stellen zonder de eigenschappen ervan te overdrijven en moeten anderzijds exact, actueel, verifieerbaar en voldoende volledig zijn om de ontvanger in staat te stellen zich een eigen oordeel over de therapeutische waarde van het geneesmiddel te vormen. Ten slotte moeten citaten, tabellen en andere illustraties die aan medische tijdschriften of aan wetenschappelijke werken zijn ontleend getrouw worden weergegeven met de juiste bronvermelding zodat de beroepsbeoefenaar erover wordt geïnformeerd en ze kan controleren.

51. Gelet op het voorgaande moet op de tweede vraag worden geantwoord dat artikel 87, lid 2, van richtlijn 2001/83 aldus moet worden uitgelegd dat het verbiedt, in reclame voor een geneesmiddel die gericht is op personen die gerechtigd zijn het voor te schrijven of af te leveren, beweringen op te nemen die in tegenspraak zijn met de samenvatting van de kenmerken van het product, maar niet vereist dat alle in reclame voor een geneesmiddel opgenomen beweringen in de samenvatting van de kenmerken van het product voorkomen of uit die samenvatting kunnen worden afgeleid. Dergelijke reclame mag beweringen bevatten die de in artikel 11 van de betrokken richtlijn bedoelde gegevens aanvullen, op voorwaarde dat deze beweringen:
– de betrokken inlichtingen bevestigen of preciseren in een zin die ermee verenigbaar is en zonder de aard ervan te wijzigen, en
– in overeenstemming zijn met de in de artikelen 87, lid 3, en 92, leden 2 en 3, van deze richtlijn neergelegde eisen.

Lees de uitspraak hier (link)

RB 867

M&M's filmactie

RCC 19 april 2011, Dossiernr. 2011/00233 (M&M's filmactie)

Reclamerecht. Actieverpakkingen van M&M's waarop staat: "gratis bioscoopkaartje bij drie zakken M&M's. Op=op. Actieperiode loopt van 1-1-2011 t/m 30-4-2011." Klager stelt dat de gratis kaartjes al halverwege de actieperiode op zijn en vindt de uiting daarom misleidend. Verweerder stelt dat M&M's in alle uitingen duidelijk heeft gemaakt dat het aantal kaartjes niet onbeperkt was, op=op. Mars had het succes van de actie lager ingeschat. Heeft nadat de kaartjes op waren, als alternatief een gratis DVD aangeboden en de actieweek verkort. De Commissie oordeelt dat de melding op=op voldoende duidelijk heeft gemaakt dat het aantal kaartjes niet onbeperkt was en acht voldoende aannemelijk dat er sprake is van redelijk aantal bioscoopkaartjes. Dat belangstelling toch groter was, doet hier niets aan af. Ook neemt de Commissie mee dat Mars een alternatief heeft geboden. Zij wijst de klacht daarom af.

Voorop gesteld wordt dat met de vermelding op=op voldoende duidelijk is gemaakt dat het aantal beschikbare vouchers voor gratis bioscoopkaartjes niet onbeperkt was. De Commissie acht voorts voldoende aannemelijk geworden dat sprake is van een redelijk aantal beschikbare vouchers. Dat de belangstelling voor de gratis bioscoopkaartjes groter was dan het aantal beschikbare vouchers leidt niet tot een ander oordeel. Daarbij neemt de Commissie in aanmerking dat Mars tussentijds nadere maatregelen heeft getroffen en een alternatief heeft aangeboden in de vorm van een gratis DVD.

Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf).