RB

Producten  

RB 1096

Per additief aangeven

 

Antwoord van minister Schippers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) op kamervragen lid Thieme inzake fabrikanten die sigaretten steeds verslavender maken, Aanhangsel Handelingen II, 2010-11, nr. 3 357.

Vraag 4 Deelt u de mening dat het verslavender maken van sigaretten verboden zou moeten worden? Zo ja, op welke termijn en wijze? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4 Die mening deel ik niet. In zijn algemeenheid kan gesteld worden dat roken verslavend is en schadelijk is voor de volksgezondheid. Om die reden voert de overheid ook een tabaksontmoedigingsbeleid. Ik heb op dit moment geen specifieke aanwijzingen dat het gebruik van verslavende of schadelijke ingrediënten in de afgelopen periode is toegenomen. Ik zie daarom geen noodzaak in het verder beperken of reguleren van de samenstelling van tabaksproducten.

Vraag 5 Deelt u de mening dat er heldere waarschuwingen op de verpakking zouden moeten komen, die per additief aangeven welke werking ervan verwacht mag worden? Zo ja, op welke termijn en wijze wilt u dat realiseren? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 5 Ook die mening deel ik niet. Op basis van Europese wet- en regelgeving wordt op de verpakking van een tabaksproduct nu aangegeven welke niveaus aan teer, nicotine en koolmonoxide het product bevat. Daarnaast bevat de verpakking tekstuele gezondheidswaarschuwingen van verschillende aard. Ik zie geen toegevoegde waarde in aanvullende informatie over het gezondheidseffect van specifieke additieven.

Vraag 6 Is het waar dat het RIVM toeziet op additieven zoals hier genoemd, maar nog nooit een middel verboden heeft?

Antwoord 6 Ter uitvoering van artikel 3b, derde lid, van de Tabakswet is een regeling opgesteld, die voorziet in een verplichte aanmelding en publicatie van tabaksingrediënten door tabaksfabrikanten. Volgens deze regeling moeten fabrikanten jaarlijks aan het RIVM rapporteren over het gebruik van ingrediënten voor alle producten die op de Nederlandse markt zijn. Het RIVM inventariseert de inbreng van fabrikanten en brengt hierover verslag uit aan de nVWA. De nVWA is vervolgens belast met het toezicht op de naleving van de regeling. De regeling voorziet niet in bevoegdheid om het gebruik van bepaalde ingrediënten te verbieden.

RB 1092

Dieren zijn goed behandeld

Vz RCC 10 augustus 2011, Dossiernr. 2011/00669 (Volum'Express the Colossal Cat Eyes mascara) en 2011/00669A

Reclamerecht. Dierenleed. Televisiereclame waarin luipaard en tijgerwelpjes te zien zijn.

Klacht: Dit diertje heeft werkelijk niets met mascara te maken. Dieren behoren niet op de televisie te worden uitgebuit. Dit heeft negatieve gevolgen. Wilde dieren horen in het wild te leven en niet aan een halsband. EN tijgers zijn bedreigde diersoort, hoewel ze wellicht redelijk zullen zijn behandeld, zijn ze blootgesteld aan warme lampen en lange opnametijden in de studio. Dit is aan te merken als dierenmishandeling.

Verweer: er wordt vergelijking gemaakt met oogopslag van een katachtig dier. De dieren zijn goed behandeld, verklaring van inspecteur Animal Anti-Cruelty League. Voorzitter wijst de klacht af:

Op grond van de in de uiting getoonde beelden kan niet worden geoordeeld dat er sprake is van dierenmishandeling. Voorts zijn, aldus de door adverteerder overgelegde verklaring,  de dieren gedurende de opname van de commercial met zorg gehandeld. Gelet hierop en gezien het feit dat er geen verbod is om dieren in een televisiecommercial te tonen c.q. de laten fungeren, acht de voorzitter de klacht ongegrond.

RB 1086

Afbetaling goedkoper dan vermeld

VzRCC 27 juli 2011, Dossiernr. 2011/00582 (Fiat)

Reclamerecht. Folder van Fiat Italia Mania actie met 3,9% rente met prijsvoorbeelden bij verkoop op afbetaling. Klager: Prijsberekeningen zijn niet juist.   Verweerder: inderdaad foutief maand- en totaalbedrag in uiting genoemd. Geen sprake van misleiding, want foute bedragen hoger dan juiste bedragen.
Voorzitter: Commissie zal klacht toewijzen. Erkend dat maand- en totaalbedrag onjuist zijn in uiting. Strijd met art. 2 NRC. Doet aanbeveling.

Als erkend is komen vast te staan dat in het in de uiting gegeven rekenvoorbeeld met een kredietsom van € 7.000 het maandbedrag en het totale bedrag onjuist zijn weergegeven.
De uiting is daarom in strijd met de waarheid als bedoeld in artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC).

Lees de gehele uitspraak hier (link / pdf)
Regeling: NRC art. 2

RB 1082

Voldoet niet aan verwachting

VzRCC 29 juni 2011, Dossiernr. 2011/00509 (Specsavers)

Reclamerecht. Televisiecommercial van Specsavers over gratis product naar keuze bij montuur vanaf 99 euro. Klager stelt met dat standaard varifocale bril men niet kan zien vanwege de slechte kwaliteit. Door de gehanteerde prijzen kan geen goed product geleverd worden. Ook duurdere variant is van slechte kwaliteit. Geen garantie. Acht uiting misleidend. Verweerder stelt dat er vier typen varifocale glazen zijn. Hoe duurder, hoe minder vertekening tussen verte- en leesgedeelte. Op deze glazen zit tevredenheidsgarantie van 30 dagen en productgarantie van 1 jaar.
Voorzitter oordeelt dat Commissie klacht zal afwijzen. Klager beklaagt zich erover dat glazen niet aan zijn verwachting voldoen. Dit leidt niet tot oordeel dat er sprake is van misleiding in de uiting. Acht klacht ongegrond nu er sprake is van garantie. Wijst daarom klacht af.

Klager beklaagt zich over de kwaliteit van de standaard varifocale glazen die men gratis krijgt bij aanschaf van een montuur vanaf € 99,-, in die zin dat deze glazen niet aan zijn verwach­ting voldoen. Dit kan evenwel niet tot het oordeel leiden dat de uiting misleidend is. Waar adverteerder voorts stelt een tevredenheidsgarantie en een productgarantie te geven, acht de voorzitter de klacht ongegrond.

Lees de gehele uitspraak hier (link / pdf).

RB 1080

Toch betalen voor "inbegrepen diensten"

RCC 29 juni 2011, Dossiernr. 2011/00454 (XS4ALL)

Reclamerecht. Pagina consument/internet op website www.xs4all.nl waarop o.a. staat: "toch online bij internetstoring en bellen tegen lage beltarieven inbegrepen bij pakketten Start, Lite en Basic". Klager stelt dat hij het pakket Lite heeft afgenomen maar voor bovengenoemde diensten extra moet betalen. Vindt dat diensten dus niet zijn inbegrepen in het pakket. Verweerder stelt dat klager al sinds 2007 internet bij XS4ALL afneemt en de uiting op website een actie is voor nieuwe klanten en niet geldt voor reeds bestaande klanten, zoals ook vermeld in de Actievoorwaarden.
Commissie oordeelt dat in uiting geen kosten voor "Bellen" staan vermeld. Door mededeling "inbegrepen bij bovenstaande pakketten" wordt indruk gewekt dat er geen extra kosten voor deze dienst zijn. In werkelijkheid zijn er wel kosten aan deze dienst verbonden, zowel voor nieuwe als bestaande klanten. Sprake van onjuiste informatie (art. 8.2 aanhef NRC). Strijd met art. 7 NRC. Wijst klacht omtrent dienst "Toch online bij internetstoring" af omdat door mededeling "nu 1 jaar gratis" voldoende duidelijk is dat er sprake is van een actie waarbij dienst tijdelijk zonder kosten wordt aangeboden bij afnemen van internetpakket.

2) Anders dan in de door adverteerder overgelegde uiting zijn in de bestreden uiting bij de verschillende pakketten Start, Lite en Basic geen kosten van ‘Bellen’ naast de kosten van ‘Internet’ weergegeven. Door de mededeling “Inbegrepen bij bovenstaande pakketten: Bellen, vast tarief: 3 cent p/min” wordt de indruk gewekt dat deze dienst zonder extra kosten deel uitmaakt van de drie genoemde pakketten. In werkelijkheid moet voor de dienst ‘Bellen’ € 5 per maand worden betaald, naar de Commissie uit het verweer begrijpt door zowel bestaande als nieuwe klanten.
Gelet hierop gaat de bestreden uiting op dit punt gepaard met onjuiste informatie als bedoeld in artikel 8.2 aanhef van de Nederlandse Reclame Code.

Lees de gehele uitspraak hier (link / pdf)
Regeling: NRC art. 7, art. 8.2 aanhef

RB 1078

Afvallen door infraroodstraling?

RCC 6 juli 2011, Dossiernr. 2011/00480 (BellyAttack)

Reclamerecht met octrooirechtelijk randje, aanprijzing van infrarood tailleband onder de vermelding dat er sprake is van een octrooirechtelijk beschermde technologie.

Op de site www.bellyattack.nl en folder wordt de infrarood tailleband BellyAttack aangeprezen. Klager: er is geen wetenschappelijk bewijs dat infraroodwarmte snel laat afvallen, er is sprake van misleiding en oneerlijke reclame. Verweer met onderbouwing door middel van artikelen en medisch rapport waarin is aangetoond dat infraroodstraling zorgt voor betere verbranding tijdens workouts. Product wordt niet aan particulieren verkocht en kan alleen onder professionele begeleiding gebruikt worden. Heeft "patent" aangevraagd.

Commissie: een zekere mate van overdrijving is inherent aan reclame, in beginsel moet men wel kunnen vertrouwen op de juistheid van feitelijke mededelingen ter zake van het product. Naarmate de eigenschappen spectaculairder zijn, mogen strengere eisen worden gesteld aan de onderbouwing hiervan. Door verweerder overlegde artikelen zijn niet medisch/wetenschappelijk van aard en zijn onvoldoende gezaghebbend. Resultaten rapport kunnen ook niet onverkort worden toegepast op BellyAttack.

Concludeert dat verweerder juistheid van bestreden beweringen niet aannemelijk heeft gemaakt en geen juiste informatie over het gebruik (art. 8.2 aanhef en onder b NRC) heeft verstrekt in uitingen. Geen patent verleend op dit moment dus bewering hierover is ook onjuist (art. 8.2 aanhef en onder f NRC). Strijd met art. 7 NRC. Doet aanbeveling.

Adverteerder heeft ter onderbouwing van de gestelde werking en effecten van het product BellyAttack in de eerste plaats verwezen naar overgelegde “artikelen over de therapeutische werking van infrarood”. Deze ‘artikelen’ betreffen informatie over infrarood(producten) die is vermeld op de websites van de (commerciële) bedrijven Electrical body.com, Ehomatic en Nature’s Spectrum en een pagina “Infrarood Quotes Wetenschappers” zonder bronvermelding. Deze informatie kan niet worden beschouwd als medisch/wetenschappelijk van aard en is ook overigens onvoldoende gezaghebbend. Voorts kunnen de resultaten van onderzoeken naar de effecten van infrarood niet onverkort van toepassing worden geacht op het product BellyAttack. Niet is gesteld of gebleken dat de werking van infrarood bij dit specifieke product eveneens is onderzocht.

De mededeling dat de BellyAttack gebruik maakt van de gepatenteerde W.F.I.R. techniek is onjuiste informatie als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder f, nu - wat er zij van de juistheid van adverteerders opmerking dat patent is aangevraagd - vaststaat dat op dit moment geen patent is verleend.

Lees de gehele uitspraak hier (link/ pdf)
Regeling: NRC art. 7, art. 8.2 aanhef, onder b en onder f
Lees eerdere uitspraak over soortgelijk product hier: RB 1037

RB 1076

Nieuwe naam, zelfde product

RCC 6 juli 2011, Dossiernr. 2011/00489 (Rhumaflex)

Reclamerecht. Advertentie in huis-aan-huisblad over Rhumaflex. Wordt aangeprezen als "wondergel bij last van artrosepijn of stramme gewrichten". Klager stelt dat de suggestie dat de gel werkzaam is bij artrosepijn misleidend is. Aanprijzing geschiedt op dezelfde wijze als eerder product Artrosilium. Naam is gewijzigd maar middel is hetzelfde gebleven. Commissie heeft over Artrosilium al herhaaldelijk geoordeeld dat uiting misleidend is.
Commissie oordeelt dat in eerdere dossiers de uitingen over Artrosilium als misleidend zijn bestempeld, omdat de werking niet voldoende aannemelijk was gemaakt. Onweersproken is gesteld dat Rhumaflex hetzelfde product is als Artrosilium en de samenstelling ongewijzigd is. Oordeelt dat werking Rhumaflex niet aannemelijk is gemaakt. Sprake van onjuiste informatie over voornaamste kenmerken product (art. 8.2 aanhef en onder b NRC). Strijd met art. 7 NRC. Doet aanbeveling. Brengt uitspraak onder aandacht breed publiek (art. 17 lid 1 onder h jo. 18 lid 4 Reglement RCC en CVB) omdat zij al eerder aanbevelingen over hetzelfde product heeft gedaan.

Klaagster heeft onweersproken gesteld dat Rhumaflex onder een andere naam hetzelfde product betreft als Artrosilium. Eveneens onweersproken is dat de samenstelling van Artrosilium – en daarmee van Rhumaflex – ongewijzigd is gebleven. Gelet hierop oordeelt de Commissie dat de in de bestreden uiting gestelde werkzaamheid van Rhumaflex niet is aangetoond of aannemelijk gemaakt. Aldus wordt naar het oordeel van de Commissie in de bestreden uiting onjuiste informatie verstrekt over de voornaamste kenmerken van het product zoals geschiktheid voor het gebruik en van het gebruik te verwachten resultaten, zoals bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b. van de Nederlandse Reclame Code (NRC).

Lees de gehele uitspraak hier (link / pdf)
Regelingen: NRC art. 7, art. 8.2 aanhef en onder b; Reglement RCC en CVB art. 17 lid 1 onder h, art. 18 lid 4

RB 1072

UPC overtreedt Code Postfilter

VzRCC 27 juli 2011, Dossiernr. 2011/00472 (UPC)

Reclamerecht. Aan klager geadresseerde mailing van UPC. Klager stelt zich ingeschreven te hebben bij postfilter.nl en ontving toch een aan hem geadresseerde folder. Klager heeft zich hierover via e-mail bij verweerder beklaagd maar heeft geen reactie hierop ontvangen. Verweerder stelt dat uiting ten onrechte naar klager is verzonden, interne problemen waren hiervan de oorzaak. Deze zijn inmiddels opgelost.
Voorzitter oordeelt dat verweerder heeft gehandeld in strijd met art. 5.2 Code Postfilter nu klager ondanks inschrijving bij postfilter toch Direct Mail heeft ontvangen. Doet aanbeveling.

Vast is komen te staan dat klager zich (via www.postfilter.nl) heeft ingeschreven in het Post Register, waarmee hij kenbaar heeft gemaakt geen reclame via Direct Mail te willen ontvangen als bedoeld in artikel 3 van de Code voor het gebruik van Postfilter (Code Postfilter). Op grond van artikel 5.2 van de Code Postfilter dient een adverteerder, voordat hij een adressenbestand met prospects wil gebruiken voor het verzenden van Direct Mail, altijd het Post Register te raadplegen, en is het een adverteerder niet toegestaan een persoon te benaderen van wie de gegevens zijn opgenomen in het bestand van Post Register. Als erkend is komen vast te staan dat adverteerder in het onderhavige geval in strijd met de genoemde bepaling van de Code Postfilter heeft gehandeld.

Lees de gehele uitspraak hier (link / pdf)
Regeling: Code Postfilter art. 5.2

RB 1071

Geen dongel bij Glasvezel aansluiting

RCC 20 juli 2011, Dossiernr. 2011/00536 (KPN Mobiel Internet Prepaid)

Reclamerecht. Aanprijzing van Mobiel Internet Prepaid bij vaste internetaansluiting op website en in handleiding. Klager stelt dat het gratis datategoed van 50 MB, zoals aangeprezen in uitingen, niet geldt voor Glasvezel aansluiting. Dit staat niet vermeld op website of in handleiding. Verweerder stelt dat klager het product niet heeft besteld door het genoemde telefoonnummer te bellen. Hierdoor heeft hij verkeerde variant van product ontvangen, welke niet bij de Glasvezel aansluiting behoort. Biedt klager aan om alsnog kosteloos gebruik te maken van de dongel met gratis datategoed.
Commissie oordeelt dat in uitingen er geen melding van wordt gemaakt dat Mobiel Internet Prepaid uitsluitend betrekking heeft op ADSL internet en niet op Glasvezel. Sprake van onduidelijke informatie t.a.v. gebruiksmogelijkheden product (art. 8.2 aanhef en onder b NRC). Strijd met art. 7 NRC. Doet aanbeveling. Klacht m.b.t. handleiding wordt afgewezen nu niet duidelijk is of deze voor de koop geraadpleegd kan worden.

In de bestreden uitingen op de website van adverteerder wordt Mobiel Internet Prepaid aangeprezen als mogelijkheid “naast uw vaste internetaansluiting”, “met een internetabonnement van KPN” en “naast je internet voor thuis”. Er wordt geen melding van gemaakt dat dit alleen ADSL aansluitingen betreft en Mobiel Internet Prepaid niet mogelijk is in combinatie met een glasvezelaansluiting van KPN.

Gelet op het vorenstaande gaan de bestreden uitingen op de website gepaard met onduidelijke informatie ten aanzien van de gebruiksmogelijkheden van het product als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC).

Lees de gehele uitspraak hier (link / pdf)
Regeling: NRC art. 7; art. 8.2 aanhef en onder b

RB 1070

Te beperkt beschikbaar

RCC 20 juli 2011, Dossiernr. 2011/00529 (Bart Smit) 

Reclamerecht. Aanbieding van Fisher Price (FP) digitale camera in online folder van Bart Smit geldig op 2, 3 en 4 juni. Klaagster stelt dat zij om 9.00 uur online deze camera wilde bestellen maar werd via de link in de folder naar een andere, merkloze, camera geleid. Acht uiting misleidend, omdat er te weinig FP camera's op voorraad waren. verweerder stelt verrast te zijn geweest door verkoopsucces FP camera. Beschikbare voorraad was onvoldoende en daarom is vervangende camera aangeboden.

Commissie oordeelt dat onweersproken is gesteld dat FP camera om 9.00 uur op de eerste actiedag al niet meer verkrijgbaar was. Ondanks vermelding op=op moet aan het begin van actie camera in zekere mate verkrijgbaar zijn. Dit is niet door verweerder aangetoond. Sprake van onduidelijke informatie over de beschikbaarheid van het product (art. 8.2 aanhef en onder b NRC). Strijd met art. 7 NRC. Aanbieden vervangende camera leidt niet tot ander oordeel. Doet aanbeveling.

Klaagster heeft onweersproken gesteld dat de digitale camera van Fisher Price op de eerste actiedag om 9.00 uur niet meer te verkrijgen was. Het feit dat het een actie betrof en in de uiting “op=op” is vermeld, duidt erop dat sprake is van een beperkte beschikbaarheid. Dit neemt echter niet weg dat het aangeboden product althans aan het begin van de actie in een zekere mate verkrijgbaar moet zijn. Het had op de weg van adverteerder gelegen om dit aan te tonen, wat zij niet heeft gedaan. Adverteerder heeft slechts gesteld verrast te zijn geweest door het verkoopsucces van de Fisher Price camera.

Lees de gehele uitspraak hier (link / pdf)
Regeling: NRC art. 7, art. 8.2 aanhef en onder b