RB

Producten  

RB 744

Grappies van Appie; boodschappenwijsjes

Nieuwe vorm van reclame: een App voor iPhone of Android is altijd leuk, maar hoe breng je deze aan de man? Idd via reclame: Albert Heyn heeft in haar Appie (let op: 7 Mb na installatie) easter eggs verstopt, dat zijn kleine ingeprogrammeerde verrassingen, en adverteert ermee. Dat heeft ze eerder gedaan met 36 barcodes (hier). Dit maal zijn het zogenaamde boodschappenwijsjes: producten waar muziek in zit, bijvoorbeeld "POP"Corn, die je dan op je boodschappenlijstje kunt zetten.

Kun jij de andere drie achterhalen met de hints in het ondergenoemde filmpje, vul ze dan in op www.ah.nl/appie? Je kan er een iPad 2 mee winnen, zie actievoorwaarden.

1. Wat een ritme, hun getrommel gaat je ongetwijfeld kippenvel bezorgen
2. Ze lopen rood aan van de zenuwen, maar wat een beats hebben deze groentjes
3. Geef ze een warm applaus, do, re, mi, fa, ja, ze zijn er allemaal...

Niet gelukt? Klik op lees verder

1. DRUMSTICKS
2. BIETJES
3. NOOTJES

RB 743

Oneigenlijke reclame ingezet om VPB naheffing te vorderen

Hof Arnhem sector Belastingrecht 21 maart 2011, LJN: BP8388, 09/00001, 09/00002, 09/00003 en 09/00004 (Inspecteur v. X Holding BV    foto: yorf1.nl)

Naheffing vennootschapsbelasting. Aan de hand van reclame- en sponsoringactiviteiten wordt beoordeeld of onderneming daadwerkelijk wordt gedreven of dat deze slechts dient om persoonlijke hobby te ondersteunen. Reclame voor en sponsoring door de onderneming zou bestaan uit vermelding "SB X" op een servicebus. Er is geen schriftelijke sponsoringsovereenkomst opgemaakt (r.o. 2.13).

4.11  Op grond van de uitgebreide gedingstukken, waaronder foto’s met betrekking tot de kart-activiteiten en verslagen en weergaven van die activiteiten op het internet, en hetgeen door partijen hierover ter zitting is aangevoerd, acht het Hof niet aannemelijk dat de reclame-uitingen bij kart-wedstrijden in meer dan slechts zeer beperkte mate tot vergroting van de naamsbekendheid en het cliëntenbestand van Straalbedrijf hebben geleid. De aanduiding “SB” zal bij de toeschouwers slechts in zeer beperkte mate de associatie met Straalbedrijf hebben opgeroepen terwijl de achtervoeging “X” ook de achternaam is van de desbetreffende racers.

Hof Arnhem maakt een schatting op van het na te vorderen bedrag over de jaren 1998 - 2001.

2.13.  Voor de race-activiteiten zijn onder meer een servicebus en enkele karts in gebruik geweest. Op de servicebus was reclame aangebracht voor de C kartshop in Z en het merk E. Op enkele bedrijfsmiddelen was vermeld "SB X" hetgeen staat voor Straalbedrijf X. Een expliciete vermelding van de naam "Straalbedrijf X" kwam niet voor. Terzake van de sponsoring van de race-activiteiten is tussen C en Straalbedrijf geen schriftelijke sponsoringovereenkomst opgemaakt.

4.7  Belanghebbende heeft aangevoerd dat de kart-activiteiten dienden om reclame te maken voor de kart-shop en het in de onderneming van C ondergebrachte importeurschap van E-karts, en voor Straalbedrijf. Zij stelt dat die reclame-uitingen ook vruchten hebben afgeworpen. Kartraces vormen bij uitstek gelegenheden om nieuwe klanten voor het Straalbedrijf te ontmoeten. D is, althans in de onderhavige jaren, klant gebleven van Straalbedrijf doordat X soms een zoon van een werknemer van D die het daar voor het zeggen had, meenam naar races. Tekenend is, aldus belanghebbende, dat D als klant afhaakte toen zij stopte met de racerij.

4.11 Op grond van de uitgebreide gedingstukken, waaronder foto’s met betrekking tot de kart-activiteiten en verslagen en weergaven van die activiteiten op het internet, en hetgeen door partijen hierover ter zitting is aangevoerd, acht het Hof niet aannemelijk dat de reclame-uitingen bij kart-wedstrijden in meer dan slechts zeer beperkte mate tot vergroting van de naamsbekendheid en het cliëntenbestand van Straalbedrijf hebben geleid. De aanduiding “SB” zal bij de toeschouwers slechts in zeer beperkte mate de associatie met Straalbedrijf hebben opgeroepen terwijl de achtervoeging “X” ook de achternaam is van de desbetreffende racers

4.12  Aan het vorenstaande verbindt het Hof de conclusie dat tussen enerzijds de kosten van de kart-activiteiten en anderzijds het nut van deze kosten voor belanghebbendes onderneming een ernstige wanverhouding bestaat. Gelet op deze wanverhouding, alsmede op de omstandigheden dat X een verklaard liefhebber is van de race-sport in het algemeen en het kart-racen in het bijzonder en dat de zoons van X in de onderhavige jaren de enige wedstrijdrijders waren, is het Hof van oordeel dat de bedoelde kosten niet alleen met het oog op de zakelijke belangen van belanghebbendes onderneming zijn gemaakt, maar ook ter bevrediging van de persoonlijke behoeften van X als aandeelhouder van belanghebbende. Naar het oordeel van het Hof zou geen redelijk handelende ondernemer – waaronder wordt verstaan een met belanghebbende vergelijkbare vennootschap bij wie het beleid tot het doen van uitgaven als de onderhavige niet mede wordt ingegeven door de persoonlijke behoeften van haar aandeelhouder – deze kosten in deze omvang hebben gemaakt om een vergroting van naamsbekendheid te realiseren zoals door belanghebbende is beoogd. Nu partijen geen nadere informatie hebben verstrekt omtrent het bedrag dat, in hun ogen, de vorenbedoelde ondernemer zou hebben besteed aan uitgaven als hier aan de orde, stelt het Hof die kosten, gelet op al hetgeen partijen in de stukken en ter zitting hebben aangevoerd, in goede justitie vast op ƒ 25.000 voor de jaren 1998 en 1999 en, gelet op het in 4.11, slot, gegeven oordeel, ƒ 15.000 respectievelijk € 6.806 voor de jaren 2000 en 2001.

Lees de uitspraak hier(link) en hier(pdf).

Regeling:  Algemene wet inzake rijksbelastingen art. 15;  Wet op de vennootschapsbelasting 1969 art. 16

RB 741

Autokruispunt.be "Je vrouw was toch ook geen maagd meer tijdens je eerste huwelijksnacht?" (BE)

JEP Jury in hoger beroep 10 februari 2011, beslissing 3098 (Autokruispunt.be “Je vrouw was toch ook geen maagd meer tijdens je eerste huwelijksnacht?”) Met dank aan Anne Voerman, Boekx Advocaten voor de nabeschouwing.

Het betreft een advertentie voor tweedehands auto’s. Op de foto is een model in zwarte lingerie afgebeeld met daarbij de slogan: “Je vrouw was toch ook geen maagd meer tijdens je eerste huwelijksnacht?” (red. klik plaatje voor vergroting). Klager meent dat de reclame vernederend is voor de vrouw omdat zij wordt gelijkgesteld met een gebruiksvoorwerp. Adverteerde heeft daar tegenin gebracht dat de afbeelding en tekst van de advertentie een metafoor zijn. Iedereen kan even gelukkig zijn met een partner die al eerdere relaties achter de rug heeft. Zo zit het ook met tweedehands auto’s. In eerste aanleg kreeg de adverteerde de deksel op de neus. De adverteerder liet het er niet bij zitten en ging in hoger beroep.

De Belgische Jury voor Ethische Praktijken inzake Reclame (JEP) oordeelde in hoger beroep wederom dat de reclame-uiting onfatsoenlijk en vrouwonvriendelijk is. Daarom is de reclame in strijd met artikelen 1, 2 en 4 Code van de Internationale Kamer van Koophandel en punt 2 en 4 Regels inzake de afbeelding van de mens. JEP in hoger beroep verzoekt de adverteerder de advertentie niet meer te verspreiden. 

Aangezien de adverteerder niet heeft aangegeven de uitspraak van JEP na te leven, heeft JEP aan de media een verzoek gestuurd de reclame niet meer te plaatsen op basis van artikel 10 van het Juryreglement.

Lees voor een NL-BE vergelijkende nabeschouwing verder...

De afbeelding en de tekst zijn duidelijk suggestief (seksuele relaties worden vergeleken met het gebruik van een wagen) en herleiden de vrouw tot een gebruiksvoorwerp.

De Jury merkt op dat er geen enkele reden is om de vrouw op dergelijke wijze af te beelden in een reclame voor tweedehandsvoertuigen.

Dergelijke instrumentalisering van de vrouw voor commerciële doeleinden is aanstootgevend en van aard om stereotypen die indruisen tegen de evolutie in de maatschappij te bestendigen en de maatschappelijke waardigheid van de vrouw aan te tasten, hetgeen strijdig is met de artikelen 1,2 en 4 van de code van de Internationale Kamer van Koophandel en de punten 2 en 4 van de JEP regels inzake de afbeelding van de mens.

De Jury in hoger beroep vestigt er tevens de aandacht op dat de Jury in eerste aanleg verwezen heeft naar een Jurybeslissing in een gelijkaardig dossier en er dus consistentie is in de rechtspraak van de JEP terzake.
De Jury in hoger beroep verklaart het hoger beroep ongegrond en bevestigt de beslissing van de Jury in eerste aanleg, zijnde een beslissing tot stopzetting van deze reclame.

Lees de uitspraak hier (link) en hier (pdf).

Regeling: 
Code van de Internationale Kamer van Koophandel art. 1, 2 en 4
Regels inzake de afbeelding van de mens punt 2 en 4
Juryreglement art. 10

Nabeschouwing: Wat wel en niet in strijd is met de goede zeden is geen gemeengoed. De Belgische goede zeden lijken wat kuiser dan de Nederlandse. Dat de RCC zich minder stoort aan erotiek in reclame blijkt bijvoorbeeld uit zijn uitspraak in over een pittige campagne van het lingeriemerk Sapph. Volgens RCC overschreed de foto met een vrouw in lingerie met een uitdagende, erotisch geladen pose niet de grenzen van het toelaatbare. Lees het eerdere bericht hier en het dossier van de RCC hier

Ook oordeelde de Reclamecodecommissie in november 2010 dat de Shameless campagne van Suit Supply niet in strijd is met de goede zeden. Lees het eerdere bericht hier. JEP oordeelde over precies dezelfde campagne anders in haar uitspraak van 13 januari 2011. Vier foto’s uit de campagne Suit Supply konden volgens JEP niet door de beugel. De vrouw werd daarop teveel als lustobject of als onderdanig aan de man afgebeeld. JEP oordeelde dat de reclame-uitingen: “stereotypen bestendigen die indruisen tegen de evolutie van de maatschappij en de waardigheid van de vrouw aantasten”. Lees de uitspraak van JEP hier.

De huidige campagne van banensite Autojobs.nl zou in België daarom wel eens minder gewaardeerd kunnen worden:

RB 736

"En de tweede helft pas over twee jaar"

RCC 7 maart 2011, Dossiernrs. 2011/00083, 00083A, 00084, 00085 (Suzuki 50/50 deals)

Reclamerecht. Het betreft een televisiereclame (en vrijwel dezelfde vermelding op website) waarin onder meer wordt gezegd: "De nieuwe Suzuki Alto / Swift is er nu al vanaf EUR 3.999,- / 5.569,-" ... "Ja, u hoort het goed, de Suzuki Swift al vanaf EUR 5.569,-. En de tweede helft betaalt u pas over 2 jaar, zonder rente. Kijk op Suzuki.nl". Klacht: De auto is in werkelijkheid tweemaal zo duur als de genoemde prijs, ook het woord "nu" onderstreept de totaalprijs, wat niet zo is en daarom is de uiting misleidend. Verweer: De uiting noemt een tweede deelbetaling. Deze bedragen vormen samen de volledige koopsom. Oordeel: Misleidende prijs. Aanbeveling om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

Het oordeel van de commissie

Het is niet voldoende duidelijk of genoemd bedrag gelijk is aan de totale voor de auto te betalen prijs, dan wel aan de helft van de totaalprijs die men uiteindelijk - twee jaar later - zal hebben betaald. Geen duidelijke informatie over de prijs (art. 8.2 aanhef en onder d NRC). Dat op de website nadere informatie wordt gegeven over het aanbod, zoals bijvoorbeeld over de "Totale prijs van het krediet", neemt de onduidelijkheid onvoldoende weg. Bovendien kan de gemiddelde consument een besluit over een transactie nemen, dat hij anders niet had genomen, waardoor de uiting ook misleidend en daardoor oneerlijk is (art. 7 NRC).

Wel voldoende duidelijk is: "U betaalt voor deze nieuwe Suzuki Splash nu EUR 4.649,-. En de andere helft over twee jaar". Ook geen onjuiste suggestie omtrent het moment van eigendomsovergang.

Lees de uitspraken hierr: 00083, 00083A, 00084 en 00085) en hier(samengestelde pdf)

Regeling: NRC (nieuw) artikel 7, 8.2 aanhef en onder d.

RB 735

Renault Klantrelaties: "hoe nu verder te handelen"

https://www.dorzoshop.nlRCC 22 december 2010, Dossiernr: 2010/00683 (Renault Klantrelaties)

Reclamerecht. Meermalig verzoek geen reclame van adverteerder wenst te ontvangen (laatst 6 juni 2010). Op 1 september en 5 november toch reclame ontvangen. Adverteerder heeft gecontroleerd op bewuste klant bekend was, bij Renault Nederland verzoek neergelegd, klager zou uit alle bestanden verwijderd worden. Tot bestand Renault Klantrelaties geen toegang. Zij geeft aan niet te weten: "hoe nu verder te handelen". Art. 14 Code Brievenbusreclame (CBR); schriftelijke mededeling geen geadresseerde reclame ontvangen van adverteerder; is niet binnen drie maanden ingewilligd. Strijd met art. 14 CBR, commissie doet aanbeveling.

Het oordeel van de Commissie

Ingevolge artikel 14 van de Code Brievenbusreclame, Huissampling en Direct response advertising (CBR) dient de opdrachtgever van geadresseerde reclame ervoor te zorgen dat een ontvanger, die schriftelijk heeft meegedeeld geen geadresseerde reclame meer te willen ontvangen, geen geadresseerde reclame meer van hem ontvangt. Deze wens dient zo spoedig mogelijk, maar in ieder geval binnen drie maanden, zonder restricties te worden ingewilligd.
 
Vast is komen te staan dat aan klaagster, hoewel zij herhaaldelijk (onder meer bij e-mail van 6 juni 2010) schriftelijk aan adverteerder heeft laten weten dat zij geen reclame meer van adverteerder wenste te ontvangen, toch nog verschillende malen geadresseerde reclame van adverteerder aan klaagster is toegezonden (onder meer op 1 september 2010 en 5 november 2010).
 
Op grond van het vorenstaande is vast komen te staan dat adverteerder heeft gehandeld in strijd met artikel 14 CBR.
 
Adverteerders stelling dat zij geen toegang heeft tot de bestanden van Renault Klantrelaties, door wie kennelijk de verspreiding van de bewuste reclame wordt verzorgd, leidt niet tot een ander oordeel, nu uit artikel 14 CBR volgt dat de opdrachtgever (adverteerder, die als zodanig op de brief staat geïdentificeerd), verantwoordelijk is voor het inwilligen van het verzoek van een ontvanger om hem of haar geen reclame meer toe te zenden. Het is aan adverteerder om zodanige maatregelen naar Renault Klantrelaties te nemen dat voldaan wordt aan het verlangen van klager gevrijwaard te zijn van reclame van adverterteerder.

Lees de uitspraak hier(link) en hier(pdf).

Regeling: CBR art. 14

RB 734

mail "Dit is ff iets tussen ons"

RCC 30 november 2010, Dossiernr: 2010/00594-I

Reclamerecht. Een email afkomstig van <irisvanhelvoort@hotmail.com> laat geloven dat er een privébericht van een bekend staat op een weblocatie (URL). Zodra de link wordt aangeklikt wordt alle informatie gedeeld en zo mogelijk wordt er een sms-abonnement afgesloten. Klacht: zeer misleidend en niet herkenbaar als reclame. Verweerders: het heeft niets met ons te maken; wapfun en 12sms horen niet bij deze actie. Commissie neemt strijd met artikel 2.1 Code e-mail aan, tevens strijd met de waarheid ("ik heb je net een bericht verstuurd via onderstaande link") art. 2 NRC; Geen van adverteerders heeft aangetoond zich te hebben ingespannen om onderhavige overtreding te voorkomen. Commissie doet aanbeveling.

Oordeel van de commissie

Geen van beide verweerders heeft weersproken dat klaagster naar aanleiding van de in de gewraakte e-mail opgenomen aansporing om de in die e-mail genoemde website te bezoeken terecht is gekomen op de als bijlage 3 aan deze uitspraak gehechte landingspagina betreffende de betaalde, door verweerder sub 1 aangeboden  abonnementsdienst Wapfun en op de als bijlage 4 aan deze uitspraak gehechte pagina betreffende een betaalde abonnementsdienst van -naar de Commissie uit die pagina begrijpt- 12SMS.
 
Nu de gewraakte e-mail leidt naar voornoemde pagina’s, terwijl door de tekst van de e-mail de indruk wordt gewekt dat deze afkomstig is van een afzender met het e-mailadres irisvanhelvoort@hotmail.com, naar de Commissie begrijpt een kennis van de geadresseerde, moet de e-mail worden aangemerkt als reclame per e-mail die niet duidelijk als zodanig herkenbaar is als bedoeld in artikel 2.1 Code verspreiding reclame via e-mail (Code e-mail). Nu voorts niet is weersproken dat de in de e-mail genoemde afzender geen e-mail aan klaagster heeft verstuurd, acht de Commissie de uiting waarin staat: “Ik heb je net een bericht verstuurd via onderstaande link/website”, tevens in strijd met de waarheid als bedoeld in artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC).  

De Commissie acht beide verweerders verantwoordelijk voor de onderhavige overtredingen en overweegt daartoe als volgt. De  uiting leidt naar twee pagina’s betreffende respectievelijk een dienst van verweerder sub 1 en een dienst van verweerder sub 2. Voorts heeft geen van beide verweerders  aangetoond zich te hebben ingespannen om de onderhavige overtredingen te voorkomen. 

Lees de uitspraak hier(link) en hier(pdf).

Regeling: Code Email 2.1 en NRC art. 2

RB 733

KPN Interactieve televisie; Johan Derksen

RCC 3 maart 2011, Dossiernrs. 2011/00115, 00115A, 00115B en 00115C (KPN - Interactieve TV van KPN met functie Programma Gemist - gebruik van Johan Derksen) Met dank aan Carja Mastenbroek, DLA Piper.

Reclamerecht. Serie klachten naar aanleiding behandeling reclame-uiting in programma Kassa. Televisiereclame voor Interactieve TV in combinatie met een Internet en Bellen abonnement. Scene met drie schilders die Johan Derksen en René van der Gijp nadoen. Voice-over zegt: "Da's ook handig van Interactieve TV: je kunt op elk gewenst moment programma's terugkijken". Vervolgens scene met televisie-uitzending waarin Johan Derksen te zien is. Billboard bevat ook een televisiebeeld van Johan Derksen.

Ten onrechte wordt gesuggereerd dat men via "programma gemist" van KPN het programma Voetbal International  van RTL 7 kan terugzien, dan wel programma's van zenders als RTL en SBS. Reclame-uitingen in strijd met artikel 7 NRC. Commissie wijst de klachten toe en beveelt aan.

Verweer: Geen sprake van misleidende reclame want met deze persiflage maakt KPN reclame voor Interactieve Televisie in combinatie met een Internet en Bellen abonnement. Johan Derksen is dagelijks te zien, ook in andere programma's dan Voetbal International. Er wordt niet direct verwezen naar dit programma verwezen. Kern van de boodschap is dat men met Interactieve Televisie over bepaalde functionaliteiten beschikt zoals het terugkijken en opnemen van programma's. Voor meer informatie wordt de consument naar de website van KPN verwezen. 

Oordeel van de Commissie:

Ten tijde van het uitzenden van de bestreden reclame en plaatsen billboard kon het televisieprogramma Voetbal International niet worden bekeken via de dienst "Programma Gemist", als onderdeel van Interactieve Televisie van KPN. De beelden van Johan Derksen in het kader van de aanprijzing van de dienst "Programma Gemist" doen echter wel denken aan het optreden van Johan Derksen in het programma Voetbal International, en daarmee aan dit specifieke programma. De uiting maakt voorts geen duidelijk voorbehoud omtrent de programma's die men via Programma Gemist van KPN kan bekijken. "Aannemelijk dat bij de gemiddelde consument de onjuiste gedachte kan postvatten dat Voetbal International deel uitmaakt van de programma's die men via Programma Gemist van KPN kan bekijken. In zoverre gaat de reclame gepaard met onjuiste informatie ten aanzien van de samenstelling van het product als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b NRC. Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een degelijke wijze reclame te maken".

Afgewezen voor zover de klacht betrekking had op suggestie dat naast het door RTL uitgezonden programma Voetbal International ook andere door RTL en/of SBS uitgezonden programma's kunnen worden bekeken via "Programma Gemist".

Lees de uitspraken hier(link 00115; 00115A; 00115B; 00115C) en hier (samengevoegde PDF) en hier (samengevoegde .doc)

Regeling: NRC (nieuw) art. 7, art. 8.2 aanhef en onder b

RB 732

Liberalisering (online) kansspelen

Paralelle publicatie van Mediareport met dank aan Rogier Overbeek, Kennedy Van der Laan. Er zijn plannen om de markt voor kansspelen te liberaliseren, zo heeft Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Fred Teeven bekend (red. ook hier) gemaakt. Met een breder en groter legaal aanbod van kansspelen wil Teeven het kansspelbeleid moderniseren en gokverslaving, fraude en criminaliteit beter kunnen bestrijden.

Het restrictieve Nederlandse kansspelbeleid, waarbij een beperkt aantal aanbieders als Holland Casino en De Lotto op basis van een overheidsvergunning een doorlopend monopolie heeft, was de afgelopen jaren onderwerp van flinke kritiek van onder andere de Europese Commissie en buitenlandse (online) kansspelaanbieders. Met de Betfair- en Ladbrokes-uitspraken gaf het Europese Hof van Justitie vorig jaar toenmalig Minister van Justitie Hirsch Ballin nog een steun in de rug om dit beleid in stand te houden.

Het huidig kabinet kiest echter voor een geheel andere koers, waarvan de voortekenen al zichtbaar waren in het regeerakkoord. Daarin staat een paragraaf die extra kansspelinkomsten voorziet uit het verlenen van vergunningen voor online kansspelen. Het aanbieden van kansspelen via internet is nu nog illegaal in Nederland. Als het aan Teeven ligt komt er  - onder bepaalde strikte voorwaarden - een einde aan dat verbod met een open vergunningstelsel voor goksites met daarop een ‘goed en verantwoord toezicht’. De voorgenomen legalisering van online kansspelen is niet beperkt tot poker, zoals de commissie Jansen de regering eind 2009 had geadviseerd, maar geldt ook voor andere spelvormen zoals casinospelen, sportweddenschappen en bingo’s. Verder wordt poker niet alleen in de online omgeving, maar ook op fysieke locaties als cafés en sportkantines geliberaliseerd.aast het van het slot gooien van de online kansspelmarkt wil Teeven meer marktwerking in de ‘reguliere’ kansspelmarkt creëren, door nieuwe aanbieders toe te laten op de markt van loterijen, sportprijsvragen, paardenrennen en speelcasino’s. 

Ook is het de bedoeling dat de Gedragscode Promotionele Kansspelen (red. ook hier - pdf) “op enkele punten” wordt verduidelijkt, in ieder geval wat betreft de communicatiekosten. Teeven neigt ernaar in de code op te nemen dat alleen werkelijke kosten in rekening mogen worden gebracht met een maximum van tussen de € 0,40 en € 0,45. Dit is met name van belang voor SMS-diensten, zoals het stemmen via SMS bij talentenshows.

Kortom, er valt straks heel wat meer - legaal - te spelen in Nederland. Dit past binnen de bestaande praktijk waarin het nog altijd gewoon mogelijk is om deel te nemen aan op papier illegale online kansspelen van buitenlandse aanbieders. Overigens moeten de nieuwe kansspelaanbieders nog wel even geduld hebben: het eventuele nieuwe stelstel gaat niet eerder in dan 1 januari 2015.

red. ook zustersite ITenRecht (IT 284, IT 110, IT 45 (ladbrokes))berichtte hierover

RB 729

Overledene heeft niet medegedeeld geen reclame te willen ontvangen

RCC 17 februari 2011, Dossiernr: 2010/00921 (DONG Energy komterugnaarons.nl)

Reclamerecht. Brief aan voormalige klanten met een aanbod om (weer) klant te worden; speciaal aanbod; kijk op de intersite www.komterugnaarons.nl; met persoonlijke videoboodschap waarbij naam voormalig klant verschijnt in video. Brief is gericht aan overleden moeder van klager; kwetsend voor familie. Daarbij inbreuk op privacy (ook voor niet-overledenen), omdat naam online verschijnt. Unieke code; in de brief; schermt video af voor anderen.

Toezending niet zonder meer strijdig met de NRC; geen mededeling ex art. 14 Code Brievenbusreclame gedaan. Code Postfilter nog niet werkzaam; geen toetsing. Afwijzing van de klacht. De unieke code zorgt ervoor dat de reclameboodschap niet toegankelijk is voor derden: Afwijzing van ook deze klacht.

De klacht van klager heeft (met name) betrekking op de door klager als kwetsend ervaren toezending van de brief, met daarin de weblink voor het bekijken van het gewraakte op internet geplaatste filmpje, aan klagers moeder die in mei 2010 is overleden, en is niet primair gericht tegen de inhoud van de gewraakte wervingsbrief en het filmpje. Hoewel de Commissie er begrip voor heeft dat klager onaangenaam kan zijn getroffen door de toezending van de aan zijn moeder geadresseerde brief, is de toezending van de reclame-uiting op zichzelf genomen niet zonder meer strijdig met de Nederlandse Reclame Code (NRC).
 
Niet is gebleken dat klagers moeder op enig moment adverteerder heeft meegedeeld geen geadresseerde reclame te willen ontvangen in de zin van artikel 14 van de Code Brievenbusreclame, huissampling en direct response advertising.
 
Voorts wordt opgemerkt, dat ten tijde van de toezending van de gewraakte uiting (november 2010) de Code Postfilter nog niet in werking was getreden, zodat door de Commissie de correcte naleving door adverteerder van de in de Code Postfilter opgenomen regels met betrekking tot ongevraagde geadresseerde reclamepost niet getoetst kan worden.
 
Gelet op het vorenstaande wordt dit gedeelte van de klacht afgewezen.
 
Voor zover de klacht betrekking heeft op het privacyschendende karakter van de op internet geplaatste reclame-uiting, wordt de klacht eveneens afgewezen. Vast is komen te staan dat in de wervingsbrief een persoonlijke, unieke code is opgenomen die moet worden ingevoerd om het filmpje op internet te kunnen bekijken. De gepersonaliseerde reclameboodschap is daardoor niet voor derden toegankelijk.

Lees de uitspraak hier(link) en hier(pdf).
Regeling: NRC, art. 14 Code Brievenbusreclame, huissampling en direct response advertising; Code Postfilter

Wat meent u, zou onder de Code Postfilter een ander oordeel zijn gekomen? Praat met ons mee op de (gesloten) LinkedIn-groep.

RB 728

Syoss; professional = toelaatbare overdrijving

CVB 10 maart 2011, dossiernummer 2010/00695 (Syoss professionele haarproducten) met dank aan Ady van Nieuwenhuizen, Ploum Lodder Princen.

Reclamerecht. Product: persoonlijke verzorging, haarverzorging. Uitingen op website www.syoss.nl en twee tv-commercials. Volgens klager wordt consument misleid: Syoss wordt in kappersbranche gebruikt, echter wordt niet geleverd aan kapsalons of professionele kappers. RCC: Consument ziet voldoende dat het niet gaat om een exclusief product voor kappers, toelaatbare overdrijving wordt ook door consument verondersteld. Geen vergelijkende reclame (13 NRC) nu er geen sprake is van expliciet of impliciet noemen van een concurrent. RCC wijst de klacht af.

Klager gaat in beroep. Kern van de klacht: ten onrechte wordt de indruk gewekt dat de Syoss-producten mede door kappers worden gebruikt. Deze suggestie is misleidend nu deze producten geen kappersproducten zijn en ook niet door de kappersbranche worden gebruikt. Aanduiding professioneel kan in deze reclame-uiting niet als overdrijving worden beschouwd. Het College oordeelt, net als de Commissie, dat de gemiddelde consument op grond van de reclame-uitingen en de wijze waarop daarin naar kappers wordt verwezen, zal menen dat het om een product gaat waarmee, met inachtneming van de gebruikelijke overdrijving, een resultaat kan worden behaald dat lijkt op het resultaat van een kapper. Het College bevestigt de beslissing van de Commissie en wijst de klacht af.

Oordeel van het College:

1. De grieven lenen zich voor gezamelijke behandeling

2. KGA benadrukt in beroep dat sprake is van misleiding nu volgens haar de indruk wordt gewekt dat Syoss-producten mede door kappers worden verkocht en gebruikt hetgeen in werkelijkheid niet het geval is. Dienaangaande is van belang dat de onderhavige televisiecommercials steeds beginnen met beelden van - blijkbaar - kappers die in haarsalons het haar van modellen stileren. In het begeleidende commentaar wordt herhaaldelijk het woord “professioneel” genoemd.

3. Dat de Syoss-producten niet zijn bedoeld om (mede) door professionele kappers te worden gebruikt en verkocht, blijkt naar het oordeel van het College duidelijk uit de verdere inhoud van de uitingen, nu daarin wordt gezegd dat die producten bij supermarkt en drogist verkrijgbaar zijn waarbij wordt verwezen naar de beweerdelijk lage prijs van de producten. In de commercials is te zien hoe de modellen tijdens deze mededelingen Syoss-producten uit het winkelschap pakken. Indien met partijen ervan wordt uitgegaan dat ten aanzien van haarverzorging een strikt onderscheid bestaat tussen enerzijds de professionele kappersproducten (producten die exclusief voor kappers zijn bestemd en ook exclusief door die beroepsgroep worden gebruikt) en anderzijds de voor de consument bestemde retailproducten, alsmede dat de gemiddelde consument van dit onderscheid op de hoogte is, zal de consument reeds op grond van de mededelingen over de verkrijgbaarheid en de prijs van de Syoss-producten begrijpen dat deze producten retailproducten zijn die niet (mede) door kappers worden gebruikt en verkocht. De consument zal in plaats daarvan de beelden waarin kappers zijn te zien en de mededelingen waarin het woord “professioneel” wordt gebruikt in verband brengen met de van het gebruik van Syoss-producten te verwachten resultaat, zoals dat in de commercials aan de hand van  de modellen wordt getoond.

4. Het College onderschrijft op grond van het voorgaande  het oordeel van de Commissie dat de gemiddelde consument op grond van de reclame-uitingen en de wijze waarop daarin naar kappers wordt verwezen, zal menen dat het om een product gaat waarmee, met inachtneming van de gebruikelijke overdrijving, een resultaat kan worden behaald dat lijkt op het resultaat van een kapper. Ook in beroep is niet gesteld of gebleken dat de kwaliteit van de Syoss-producten een dergelijke suggestie niet zouden rechtvaardigen. Aldus is geen sprake van onjuiste of anderszins misleidende informatie die de gemiddelde consument ertoe brengt of zou kunnen brengen een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen.

5. Blijkens het voorgaande kan evenmin sprake zijn van schending van het vertrouwen in reclame. Tot slot heeft KGA geen inhoudelijke grief aangevoerd tegen het oordeel van de Commissie dat geen sprake is van vergelijkende reclame in de zin van artikel 13 Nederlandse Reclame Code (NRC), zodat ook in zoverre het beroep geen doel treft.

Lees de uitspraak hier(link) en hier(pdf).
Reclameboek berichtte eerder over Syoss (hier

Regeling: NRC (nieuw) art. 13 (sub a en b), 7 en 8.2 (sub a en b) - niet overtreden!